Oud & Nieuw.

Ooit las ik een verhaal waarin Oud en Nieuwjaar gepersonifieerd waren.
Oudjaar een oude man en Nieuwjaar geen baby zoals in sommige verhalen, maar een jongere, levenslustige man.
Oudjaar woonde in een kasteel waar hij op 31 december om 24.00 uur uit moest, dat wist hij van tevoren. Maar toen dat tijdstip aangebroken was wilde hij NIET weg: Hij had nog zoveel te doen; het was niet AF!

31 december: Het Nieuwjaar, de jonge man kwam en bonsde op de kasteeldeur, maar Oudjaar liet hem er niet in.
Nieuwjaar bleef bonzen, hij MOEST erin. Uiteindelijk liet de oude man hem erin, maar hij zei meteen dat HIJ niet wegging. Nieuwjaar was wijs, vroeg een drankje en wilde praten (hoewel het al 5 over 12 was!)  Hij hoorde dat de oude man niet KLAAR was met zijn ten doel gestelde taak en stelde voor dat als de oude man NU  vertelde WAT hij nog afmaken wilde, Nieuwjaar zijn best zou doen om DIE dingen in het nieuwe jaar zelf af te maken.
Dáár kon de oude man zich in vinden en hij GING ( toen was het al kwart over 12!)

Aan dit verhaal moest ik denken toen IK afgelopen jaar overdacht.
Ik zou NU net zo’n soort verhaal kunnen schrijven, maar dan over OUDJAAR die eind september al op wil stappen, terwijl Nieuwjaar nog niet eens in zicht is.
Dat hele gedoe met COVID-19, de tweede golf, het ziekenhuispersoneel op zijn laatste benen, de zwaar zieken, de doden, zo’n (oud)JAAR moet het toch helemaal ZAT zijn.
Ik zou hem hij een brief laten schrijven naar Nieuwjaar met de strekking “Kom nou maar, ik stop ermee, heb het helemaal gehad”

En Nieuwjaar hoe reageert hij als hij de brief ontvangt?
“Dank je lekker, dan zit IK in die troep, nee hoor, maak jij het maar lekker af. Ik wacht wel tot mijn tijd komt op 31 december (en hoop dat het dan allemaal voorbij is)”
Het oudejaar zit dan, met zijn koffer al gepakt, te wachten op een telegram, dat maar niet komt (er komt wel elke dag een postauto met duizenden brieven van mensen die wensen hebben in dit jaar, maar sinds de uitbraak van de pandemie leest hij die niet meer, ze vragen allemaal om het Coronavirus te stoppen en dát ligt niet in zijn macht, dus waarom de brieven lezen? Hij wordt er alleen maar vreselijk depri van)


Dan is Oudjaar het zat, hij pakt de telefoon, belt Nieuwjaar (die ergens aan een zonnig strand ligt te relaxen) Het wordt een eenzijdig gesprek; kom hierheen, ik trek het niet meer, ik  vertrek straks of jij er bent of niet. Vóór hij neerlegt kan Nieuwjaar nog net zeggen: “Ik kom er aan, wacht met weggaan tot ik er ben.”

Oudjaar kent zijn verantwoordelijkheid, hoewel hij het helemaal ZAT is, wacht hij tot Nieuwjaar zijn opwachting maakt in ZIJN kasteel.
Nieuwjaar is lekker bruin en veel te luchtig gekleed voor deze tijd van het jaar (het is oktober!) maar het kan Oudjaar allemaal niet schelen; hij wil weg!
Hij pakt zijn koffer en wil gaan, maar Nieuwjaar “tovert” een flesje Tia Maria uit zijn plunjezak, hij wéét dat Oudjaar daar gek op is en een drankje niet kan weerstaan.
Samen klinken ze, het is per slot van rekening nu, midden oktober, Oud & Nieuw.
Na een uurtje of zo is Oudjaar helemaal toeter.
Nieuwjaar stopt hem in bed en gaat naast hem zitten.
Hij houdt de hand van de oude man vast en geeft hem een droom.
Met zijn prachtige jonge stem schetst hij een toekomstbeeld:

Mensen zullen uitkijken, eerst naar Kerst en dan naar Oud & Nieuw, ze willen een horizon; ze willen geloven dat het BETER zal gaan.
Als Oudjaar blijft krijgen ze die horizon; het Nieuwejaar zal beter worden!
Oudjaar is de enige die de mensen hoop kan geven.
Als hij nu gaat en het nieuwejaar neemt het over zullen de mensen de hoop verliezen; “ZIE je wel ook het volgend jaar blijft COVID 19 rondwaren” Dan verliezen ze  alle hoop.
Hoop doet leven. Geef de mensen LEVEN.

Nieuwjaar laat de hand van Oudjaar los als hij ziet dat. in zijn slaap, een glimlach over het gezicht van de oude man trekt. Hij wéét dat de droom zich in het hoofd van OUDJAAR heeft vastgezet.
 Zachtjes verlaat hij het kasteel.

Als Oudjaar ’s morgens wakker wordt heeft hij maar één gedachte: hij moet de mensen hoop geven.
Hoop op andere tijden! Hij zal blijven regeren tot zijn tijd gekomen is en NieuwJaar het stokje over kan nemen.

Het verhaal is geschreven en Nieuwjaar staat vóór de poort. We hebben het Oudjaar “uitgezeten” mét beperkingen. Het was voor de meesten van ons géén leuk jaar.
We hebben HOOP dat nu, met de komst van 2021,( én het vaccin) het beter al gaan; Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Ik wens U een Goed, Beter, Gezond 2021


(g)een vuurwerk

Bij de jaarwisseling 2019/2020 moesten bijna 1300 slachtoffers van vuurwerk naar huisartsenpost of ziekenhuis!
Als het goed is zullen bij de jaarwisseling van 2020/2021 géén slachtoffers van vuurwerk zich bij ziekenhuis of arts hoeven melden. Deze jaarwisseling mag er geen vuurwerk worden verkocht,  worden vervoerd en  is het verboden om vuurwerk te bezitten en het af te steken. 

Dat allemaal om ziekenhuispersoneel en hulpverleners te ontzien.
Op de site van de Rijksoverheid staat het allemaal te lezen, ook dat de minimale boete € 100,- is mét een aantekening in het strafblad.

Hier, op een wandelingetje door de wijk zie en vooral HOOR ik “jongetjes” vuurwerk afsteken.
Ook zag ik een VADER met 2 zoontjes ’s avonds na het eten op een parkeerplaats vuurwerk afsteken.
( Waarom denken toch zoveel mensen dat het HEN NIET gebeuren zal?)

Mag dat wel? Nee natuurlijk niet, maar op de site van de RIJKSOVERHEID  staat tijdens de jaarwisseling.
Je mag, in Nederland, nóóit vuurwerk afsteken alleen in de nacht van 31 dec op 1 januari. Dus hoeft de Rijksoverheid NIET te vermelden dat het voor (en na) de jaarwisseling  ook niet mag.
Maar ik vind het wel ietwat vreemd geformuleerd, want de verkoop van vuurwerk is nooit tijdens de jaarwisseling, meestal  30 en 31 december.(Wij Nederlanders, steken zelf trouwens pas vuurwerk af sinds ca. 1950, daarvóór had (bijna) niemand geld om iets te kopen en het dan in de fik te steken)

Ik hoop dat mensen zich houden aan het vuurwerkverbod en NIEMAND, gewond door vuurwerk, medisch personeel nodig heeft.

Voor de(huis)dieren is het een zegen geen (weinig) vuurwerk. Ik herinner me onze hond, die de hele Oudjaarsavond en -nacht onder het bed zat te bibberen en de hond van vrienden die valium kreeg omdat hij anders helemaal DAAS werd van dat geknal.

Dit jaar dus géén of weinig geknal (oorspronkelijk bedoeld om de boze geesten weg te jagen) maar stilte, 31 december 00.00 uur; een moment van bezinning!
Of de herinnering aan hoe het “vroeger” was!

Oliebollen en appelflappen

Dit jaar worden er in de BEL-gemeenten voor de 25 ste keer oliebollen en appelflappen gebakken en aan de man gebracht voor een goed doel (Pax kinderhulp Eemnes*)

Door het Coronavirus kunnen de ca 30.000 oliebollen en appelflappen niet op één lokaliteit door vele vrijwilligers gebakken worden: dit jaar zijn de vrijwilligers in groepjes verdeeld en wordt er gebakken én geschild (verleden jaar zo’n 1200 kilo appels)op  verschillende lokaliteiten.

Dit jaar worden de appelflappen en oliebollen oa. verkocht bij de Cookie drive-in  Eemnes.
Dus geheel Coronaproof; in de auto het erf oprijden, langs het “bestel en betaalhokje” en na deze handelingen , doorrijden tot het afhaalpunt, waar de lekkernijen klaarliggen.




Er waren ook macarons te koop: heerlijke, luchtige, kleine, oranje koekjes. We verwenden onszelf en namen daar ook een zakje van mee ( het is voor een Goed Doel).

We lopen en fietsen de overtollige kerst- en oud & nieuw pondjes er wel weer af.
Ook morgen en overmorgen kunt u nog bij de Cookie Drive- in (Wakkerendijk 31, Eemnes) voor oliebollen en appelflappen terecht.



*) De werkgroep van Pax Kinderhulp Eemnes is een actieve werkgroep die zich inzet voor kinderen tussen de acht en twaalf jaar oud uit Armenië. De werkgroep nodigt om het jaar een groep Armeense, kansarme kinderen uit voor een vakantie in Eemnes en omgeving.


**) Pax Kinderhulp Eemnes heeft ook, met hun logo bedrukte, wasbare mondkapjes gemaakt. Door het kopen van deze kapjes helpt u ook de gezinnen in Armenië met de strijd tegen corona.  Voor elke gekocht mondkapje gaat er ook een exemplaar naar Armenië.
(Maak € 6, – , of een veelvoud daarvan, over naar NL46RABO 0315918527 ten name van Pax Kinderhulp Eemnes met vermelding van naam, adres en het gewenste aantal en u krijgt deze mondkapjes thuisbezorgd.)

Vernoemde gerechten (2)

Deze keer gerechten die naar een dame zijn vernoemd.

Peche Melba en Melbatoast zijn allebei genoemd naar de Australische zangeres Nellie Melba (1861-1931) De Franse chefkok Georges Auguste Escoffier  bedacht beide gerechten. Het verhaal gaat dat Nellie Melba dieet moest houden en dat Escoffier, chefkok van de Ritz, deze toast voor haar bedacht.
Over de ijscoupe Peche Melba  gaat het verhaal dat hij dit nagerecht bedacht ter hare ere toen hij werkte in het Savoy hotel in Londen.

Poire belle Helene


Ook dit nagerecht is bedacht door kok Escoffier, in 1864. Hij vernoemde zijn ijsgerecht naar een opera bouffe van Jacques Offenbach; ” La belle Heléné” (een parodie op de Trojaanse oorlog- Wereldpremière 1864 in Parijs)

Pizza Margherita

Dit gerecht werd voor het eerst beschreven in 1830 maar bestond vermoedelijk al veel eerder.
Het werd later naar de vrouw van de Italiaanse koning Umberto I (vermoord in 1900) Margaretha van Savoye genoemd. 
Het koningspaar bezocht in 1898 Napels en wilden een regionaal gerecht eten.
Kok Raffaele Esposito maakte toen deze pizza. De koningin was bijzonder gecharmeerd van deze pizza omdat hij de kleuren van de vlag van Italië had. Ze schreef hem een brief, die heden ten dage nog steeds in de lokaliteit in Napels aan de muur hangt.
Uit eerbetoon zou de kok deze pizza daarna na haar vernoemd hebben

Bloody mary  (drankje om van je kater af te komen: tomatensap, wodka, tabasco, peper en zout)

Meestal wordt vermeld dat dit drankje genoemd is naar de geëxecuteerde katholieke Engelse koningin Maria I (zij vervolgde de protestanten en kreeg daarom de bijnaam Bloody Mary).
Dat lijkt logisch, maar tomatensap werd in 1917 “uitgevonden”(omdat een Amerikaanse chefkok geen sinaasappels meer had om uit te persen, perste hij tomaten uit als alternatief)
Bloody Mary is dus later dan 1917 voor het eerst gemaakt en dan lijkt een vernoeming naar een Zestiende-Eeuwse koningin niet voor de hand.
Er is een verhaal over de vrouw van Ernst Hemmingway (Mary), maar ook dat verhaal klopt qua tijd niet.

Dan is er nog de  Canadees-Amerikaanse filmster Mary Pickford (1892-1979) naar wie al eerder een cocktail was vernoemd en een serveerster die Mary heette én een bedenker die zegt de Bloody Mary te hebben uitgevonden en vernoemd naar zijn vriendin omdat het de rode drank per ongeluk over haar witte outfit morste. Heel veel verhalen, waarvan  niemand weet welke echt is.



De duur van Kerst

Je kijkt naar iets uit…. en “opeens” is het voorbij.
Tevoren ben je druk met de voorbereidingen, je leeft naar HET moment toe, dan is daar het moment ZELF…. en dan…. is het VOORBIJ.

Kerstmis heeft dat.
De voorbereidingen: boodschappen, de versiering IN huis én (dit jaar EXTRA vroeg)  véél lichtjes buiten. Het vergt allemaal nogal wat tijd!
En dan breken de kerstdagen aan: gezelligheid, naar de kerk of thuis een kerstverhaal, samen brunchen of dineren, een wandelingetje  buiten of spelletjes binnen en dan………..komt er nog zo’n
dag (in afgezwakte vorm) en dan….. is het weer voorbij

De volgende morgen breekt aan; wat men ook weleens noemt de DERDE kerstdag, dit jaar op een zondag.

Geen werk, boodschappen of andere bezigheden. Opruimen?
Een beetje, je wilt het kerstgevoel nog even laten duren, maar het lukt niet echt.
Je gloeit nog na van de gezelligheid, maar het huis is “leeg” het kerstgevoel van binnen was er gisteren, eergisteren en de avond ervóór, maar NU is het weg.
En na een tijdje pyamatijd ga je je aankleden en ná de koffie ga je toch maar wat opruimen; het logeerbed, een stofzuiger door de huiskamer voor de kruimels, het kerstkleed gaat in de was, de overgebleven (papieren) kerstservetten (je had 2 pakken gekocht) gaan weer in de kast voor volgend jaar (als je wéér vergeten bent dat je nog een pak had) en dan tóch de wasmachine maar vast aan.
Vanavond eet je “restjes” (je had weer veel te veel gekookt)

En, vóór je het weet, valt de avond. De voor- en achtertuin worden weer stralend verlicht, dát besluit je nog een tijdje zo te laten, die lichtjes; je wordt er blij van (en blijheid heb je NU meer dan ooit nodig om verder te kunnen) Na het opmaken van de “restjes” loop je nog een rondje in je wijk en zie (én voel je) licht. Dit jaar meer lichtjes dan ooit tevoren, met uitschieters die je andere jaren niet (zoveel) zag fairybells, heglichten en verlichte deurkransen.

Alexander Smith zei het ooit in het Engels (Schots) en dit jaar gold het meer als ooit tevoren:|

“Christmas is the day that holds all time together” of (vrij) vertaald:
“Kerstmis is de dag die de tijd bijeenhoudt”

En zo is het: de Kerstdagen zijn nu  écht voorbij, er komt weer een maandag aan!

Sciurus vulgaris

Deze wetenschappelijke naam van de rode of gewone eekhoorn werd voor het eerst gepubliceerd door de Zweedse arts, plantkundige, zoöloog en geoloog Carl Linnaeus ( 1708-1778)

Wij lopen veel in de natuur en zien er maar zelden een eekhoorn. Dát zei ik laatst tegen mijn lief en in dezelfde week zagen wij er twee! Niet zo zeer in de “vrije” natuur maar overstekend op een viaduct waar wij overheen fietsten én overstekend op een fietspad vlakbij ons dorp*).
Toeval? (Ik geloof niet zo in toeval)

Wij zien een heel enkele keer een eekhoorn in de voortuin, dát zien we dan als een cadeautje van de natuur. Er hangen voederdingen voor de vogels, maar natuurlijk mogen ook de



eekhoorns hiervan snacken.
De natuurlijke vijanden van de eekhoorn zijn in de bomen: de boommarter en havik en de vos op de grond. In het wild kunnen eekhoorns 7 jaar oud worden, maar meestal sterven ze jonger, slechts een kwart van de jongen haalt het eerste levensjaar en slechts 1% van alle eekhoorns wordt 5 jaar of ouder.

De pluimstaart van de eekhoorn is niet alleen voor het mooi! De staart houdt het diertje in evenwicht bij het springen van tak tot tak en het klimmen in bomen én hij communiceert ermee: een heen en weer zwiepende eekhoornstaart betekent: alarm!

Al eerder schreef ik over de “opruiende” teksten in de natuur in Engeland over de grijze eekhoorn. Deze grijze indringer “verdringt” de rode eekhoorn, doordat de grijze soort resistent zijn voor  het parapoxvirus , maar het wel overdraagt aan zijn rode “neefje”. De rode eekhoorn is zo goed als uitgeroeid in Groot-Brittannië (Daar zijn de Engelsen boos over, ze haten de grijze eekhoorns)

Het is algemeen bekend dat eekhoorns hun voedsel verstoppen.
Ik had dit nog nooit gezien vóór we ooit een huisje huurde in Brabant, midden in een bos. We kochten zaden en noten en hingen die op in het bos. Zittend vóór de grote ruit zagen we eekhoorns (vooral) de noten pakken en een stukje verderop onder bladen “verstoppen” Een geweldig gezicht. De plek waar ze hun voedsel hebben verstopt (slechts enkele noten bij elkaar) schijnen ze, dankzij hun reukvermogen, weer op te kunnen sporen. Dát heb ik (nog) niet gezien.
Wat wij wél zagen was een Vlaamse gaai die de zorgvuldig verstopte pinda’s meteen “opgroef” zodra de eekhoorn die plek verliet!

Eekhoornvoedsel bestaat hoofdzakelijk uit boomzaden (eikels, noten en kegels van naaldbomen) Ook eten ze, als aanvulling op de boomzaden, afhankelijk van het jaargetijde, bessen, schors, paddenstoelen, rupsen, bladeren, vogeleieren en zelfs jonge vogeltjes.

Onderzoekster Barbara Clucas van de Universiteit van Californië ontdekte een bijzonder gedrag van de eekhoorns; Eekhoorns kauwden op stukjes slangenhuid die een slang ná het vervellen achter had gelaten. Vervolgens likte de eekhoorn zichzelf  af, zodat hun eigen lichaamsgeur wordt “overgeurd” door die van de slangenhuid. Ook rollen ze zich in slangenhuid, zodat ze naar slang ruiken en roofdieren én slangen ze met rust laten**)

Nog een paar “aparte” eekhoornweetjes”

* Eekhoorns komen NIET voor op de Waddeneilanden!
* Een eekhoorn is een knaagdier, heeft géén hoektanden. Hun tanden groeien hun hele leven door, ze slijten echter ook weer door het knagen en het tegen elkaar aan schuren.
* De diertjes houden géén winterslaap! ( zijn wel ’s winters minder actief)
* De oorharen van een eekhoorn zijn ’s winters langer.[Wetenschappers hebben nog niet uitgevogeld waarom dat zo is; ze denken dat het een “natuurverschijnsel” is, dat dient om het warmteverlies van de oren tegen te gaan.]
* In Nederland is de eekhoorn beschermd, wat betekent dat het verboden is eekhoorns te vangen, te doden, in gevangenschap te houden óf dit te proberen.
* Eekhoorns schijnen geen eten van soortgenoten te “stelen”
* Het verspreidingsgebied van de eekhoorn strekt zich uit over heel Europa en Noord-Azië.
* Ze kunnen tot op een hoogte van 2000 meter leven.





*) Hoewel eekhoorn snel kunnen rennen, hebben ze de neiging bij het oversteken, of wanneer er gevaar dreigt, stil te gaan zitten  en zich op te rollen als een bolletje, zodat ze dan een makkelijke “prooi” zijn voor aanstormende auto’s

**) Clucas’bevindingen zijn  gepubliceerd in het tijdschrift Animal Behaviour.

Citaat: Robert F. Kennedy

De meeste mensen zien de dingen zoals ze zijn en vragen zich af “Waarom?”
Ik droom dingen die nooit hebben bestaan en vraag me af: “Waarom niet?

Robert Francis Kennedy (Bobby 1925 – 1968) Oorspronkelijk jurist (advocaat) en activist, later politicus (Democraten).
Hij werd in 1961 minister van Justitie in het kabinet van zijn broer J.F.Kennedy.
Na de moord op zijn broer bleef hij onder Lyndon B Johnson minister van Justitie.
In 1964 stelde hij zich verkiesbaar als senator van de staat New York. Hij won en bleef tot 1968 senator.
In 1968 stelde hij zich kandidaat voor het presidentschap in de voorverkiezing en volgens velen had hij een goede kans om dé democratische kandidaat te worden.

Hij werd in 1968 neergeschoten en overleed de volgende dag

Kerstwens

Begin van dit jaar, toen we nog nooit van COVID-19 gehoord hadden ( O, wat verlang ik terug naar die tijd!) waren we in Boedapest.
Nog niet alles was opgeruimd van kerst en het was ongelooflijk zacht voor de tijd van het jaar.
We hebben ontzettend veel gezien van die bijzondere, oude stad ( zie blog 13 jan.)

Daar zagen we ook, in een kerk, deze bijzondere kerststal.

Met een foto van déze uiting van Kerst wil ik U allen Goede Kerstdagen wensen

Iets heel anders is de stal die hier thuis onder de kerstboom staat, een door Dick Bruna ontworpen stoffen kerststal die inklapbaar met handvat als een soort theemuts met inhoud rondgesjouwd kan worden. (Iets wat menig kind ook gedaan heeft: het kán en het mág)

Een kerstgedachte die ik u wil meegeven in deze Coronatijden: Koester wat is!

O, Tannenbaum

Met Kerstmis zetten veel mensen een echte (of kunst) boom binnen én soms ook in de tuin.
We zingen “O, dennenboom”, maar het is een SPAR! (Bij dennen zijn de naalden twee aan twee ingeplant, bij sparren is dit enkele naald)

Vermoedelijk komt dat den zeggen terwijl we spar bedoelen door de  foute vertaling van het Duitse lied “O, Tannenbaum” terwijl de correcte vertaling een SPAR zou zijn ( die Kiefer =  de den)

De spar behoort tot de familie der naaldbomen, Pinaceae. Het is een groenblijvende naaldboom, de naalden hebben een stomp uiteinde staan rechtop en zijn zachter dan de naalden van de den.

Door de eeuwen heen is de Spar een bron van symboliek. Symbool van het leven en de dood, symbool van goed en kwaad en symbool van vruchtbaarheid.
In de oudheid werd de boom in verschillende culturen als heilig vereerd.  De spar stond voor de Germanen symbool voor het nieuwe begin.  
Ook was het een Heidens symbool ter verering van het midwinterfeest.
Vroeger werd de kerstboom  versierd met appels en noten, tekens van sensualiteit en vruchtbaarheid.

Maar volgens de Duitse protestante theoloog Maarten Luther (begonnen als Augustijner broeder, gecommuniceerd door Paus Leo X) herinnert de kerstboom de christenen aan de boom in het paradijs; de kerstboomballen aan de vruchten waarvan Adam en Eva aten. De piek op de boom staat voor de ster die de Wijzen de weg wees naar de geboorte­plaats van Jezus.( Soms wordt de piek door een ster vervangen)

Dat was TOEN. Nu  wordt de kerstboom ook wel theologisch geïnterpreteerd als afbeelding van het hout van het kruis van Jezus’ lijden en dood.

Ook zeevarenden hadden vroeger iets met de spar, ze bonden sparrenboompjes hoog in de mast van een terugkerend schip, ten teken dat men met Kerst weer thuis hoopte te zijn.

De Roomse keizer Karel de Grote (742-814) verbood in 807 de cultus van met licht versierde heilige bomen
In de tiende eeuw verbood paus Martinus II de kerstboom in Italië

De eerste versierde kerstboom (daarna) was weer te bewonderen in 1605 in Straatsburg.
In het begin van de negentiende eeuw zette de kerstboom-binnen- traditie pas goed door in ons land.

Nog wat weetjes over een spar


* In gunstige omstandigheden kunnen sparren 60 meter hoog en tot 600 jaar oud worden;
* Op stam en takken vormen zich vaak harsblaren waaruit terpentijn  gewonnen kan worden;
* In het badwater geven extracten van sparrenscheuten een kalmerende werking op de zenuwen;
* De spar groeit in een groot deel van Europa in gebergte tot een hoogte van 1800 meter
* Het sap van de naalden werkt slijmoplossend en verlichtend bij aandoeningen aan de ademhalingsorganen;
* Sparrennaaldolie wordt door de industrie veel gebruikt bij de productie van huishoud- en schoonmaakmiddelen.    
* om een boom van 1,5 meter te krijgen, moet hij 7 jaar groeien (voor 2 meter ca.12 jaar)
*   na zijn eerste levensjaar is de “boom” 3 tot 4 cm.
* na 3 jaar is de boom zelfredzaam en wordt hij op een veld geplant voor verdere groei.
* eind jan. is de wintersnoei, om het perfecte model te krijgen 
*  de zomersnoei zorgt ervoor dat de bovenstukken worden afgesneden, daar ontstaan dan weer knopjes waar weer nieuwe zijtakken ontspruiten.   

Witte kerst

Een witte kerst wordt  door het KNMI geteld als in De Bilt ( foto hoofdstation van KNMI in de sneeuw) op beide kerstdagen een gesloten sneeuwdek ligt.*)

Of het dit jaar mogelijk zal zijn, we weten het (nog) niet.
Sneeuwvoorspellingen zijn altijd lastig te maken, zeker als het gaat om 2 dagen achtereen  en op één bepaalde plek (De Bilt)

Ik heb nog een krantenknipsel van de vorige eeuw waarin staat dat we in 100 jaar slechts 6 x witte kerst gehad hebben. De laatste echte witte kerst (stond daarin) was in 1981! Toen lag er plaatselijk 20 centimeter sneeuw (die in de dagen vóór Kerst al gevallen was) **)

Een echt witte tijd was er begin zestiger jaren: 1962 (alleen tweede kerstdag) 1963 ( alleen eerste kerstdag) in 1964 op beide kerstdagen en 1965 waren er ” lichte” sneeuwbuitjes.
Uit voorafgaande opsomming blijkt dus dat voor het KNMI alleen 1965 voldeed aan de criteria: beide dagen een gesloten sneeuwdek in de Bilt

De laatste keer dat we een witte kerst, volgens de KNMI, hadden was in 2010
(Ook 2009 wordt door het KNMI gerekend als een witte Kerst)

Het wordt dus wéér gewoon afwachten.
Zelf weet ik nog van één magisch Kerstsneeuwmoment (welk jaar weet ik niet meer)
Ik was (als niet- katholiek) met mensen mee naar de nachtmis gegaan, toen de deuren van de kerk na de dienst opengingen en de eerste mensen naar buiten liepen voelden we de kou vóór we de sneeuwvlokken zagen dwarrelen. Eenmaal buiten werden  geluiden gedempt, sneeuwvlokken dwarrelden neer op een dun laagje wit plaveisel:  Het leek  wel een sprookjeswereld.

Zulke, meegemaakte momenten váák delen met anderen zal de witte kerst mythe wel in stand houden.



*) De Bilt werd als referentie gekozen omdat daar al meer dan honderd jaar de sneeuwgegevens worden bijgehouden.

**) Brabant en Limburg hadden in 1981 “maar enkele centimeters” meldt mijn krantenbericht