Oudjaarviering

In 2016 schreef ik een blog over de oorsprong van Oudejaarsdag. De provider stopte en mijn blog ging ter ziele. Dit blog heb ik nu wat bewerkt om mijn lezers NU te laten mee delen in de betekenis van de oorsprong van wat we nu vieren.

Paus Silvester, wiens geboortedatum onbekend is, maar die op 31 december in het jaar 335 in Rome stierf was de 33 ste paus van de Rooms Katholieke kerk. Deze paus heeft “nogal” een indruk achter gelaten. Volgens overlevering zou hij Constantijn de Grote de doop hebben toegediend. Wij vieren, wellicht zonder het te weten, nog steeds zijn sterfdag: Oudjaarsdag, ook wel Sylvesteravond geheten.

Kinderen die vroeger ( misschien nu ook nog wel) op 31 december werden geboren, kregen als doopnaam vaak Sylvester bij hun andere namen.

Sylvesteravond, 31 december is ook de vooravond van de oorspronkelijk christelijke dag om het nieuwe jaar in te luiden.

Vroeger was het gebruikelijk elkaar op die avond toe te toasten met een jenevertje, luidden alle kerkklokken en lieten de schepen in de havens hun scheeptoeters horen.
Tegenwoordig is het meestal (nep)champagne, waarmee geklonken wordt of vruchtensap wat wel zo verstandig is als je daarna nog naar huis moet rijden.

De Chinezen (die op een ander moment in het jaar HUN nieuwe jaar verwelkomen) schieten vuurwerk af, om de “boze geesten” af te schrikken. In Nederland deden (doen) we dat ook (steeds meer gemeenten verbieden het omdat het geknal en het (onverantwoord) verbranden van kerstbomen/hout steeds meer gevaar oplevert)

Vroeger werden de boze (Nederlandse) geesten vooral in het Oosten van het land, afgeschrikt door carbidschieten.
Dit gebeurt nog steeds, wél overdag én niet om 12 uur ’s nachts. Er zijn daarbij geen “mooie” sterren of strepen in de lucht te zien, maar overwegend harde dreunen te horen. Vaak is er in de Achterhoek een tent bij, waar men bier drinkt.
Ook zijn er een soort behendigheidswedstrijden waarbij de ballen die weggeschoten worden gevangen moeten worden of ergens in- of tegenaan geschoten moeten worden.
Een Achterhoeks volksgebruik.

Door het tijdsverschil is het in Azië eerder oudejaarsavond dan in Europa, en in Amerika later.

Mijn volgende blog komt door omstandigheden iets later dan normaal.
Een heel prettige jaarwisseling gewenst!

Vuurwerk

Ooit is er een rotje in de broekspijp van een familielid geschoten. Of het de broek van mijn vader of een oom was herinner ik me niet meer (het was voor mijn geboorte) Maar het verhaal werd iedere december weer verteld. Géén idee hoe dat rotjesverhaal afliep, alleen dat mijn ouders panisch voor vuurwerk waren ( ’t zal wel een amputatie tot gevolg gehad hebben, gezien hun angst)
Toen ik klein was mocht ik NIET naar buiten op Oudjaarsavond en zelfs moest ik een eind van het raam afstaan (voor de zekerheid)
Ik had in mijn kindertijd NIETS met Oud – en Nieuw (ja, angst)

Toen ik 10 jaar was stierf mijn vader. In september.
De eerste jaarwisseling na mijn vaders overlijden had mijn moeder zijn foto op de tafel staan (naast de schaal oliebollen en appelflappen (gekocht wat papa maakte ze altijd) en zat ze op de stoel ernaast te huilen. Dat zal niet de hele dag zijn geweest, maar in mijn beleving later was dat de hele Oud- en Nieuw.
Van die tijd af was Oudjaar een herdenkingsdag. Mijn moeder huilde en dacht aan mijn vader en ik hoopte maar dat die avond gauw over zou zijn. Later werd het minder, maar nooit echt leuk.

Toen kreeg ik een vriend. Hij was gek op Oud en Nieuw. We woonden in een straat met flats waar vroeger veel musici woonden. Hij vertelde dat zij vroeger om 12 uur  mét hun instrument op het balkon gingen staan en speelden En dat er aan het eind van de straat een grote kerstboomverbranding was, dat veel mensen vuurwerk afstoken, en naar buiten kwamen om elkaar Gelukkig Nieuwjaar te wensen, het klonk gezellig.

Die eerste Oudjaarsavond van onze verkering belde hij even na twaalven bij ons aan om ons een gelukkig Nieuwjaar te wensen en…………. hij kwam me halen om naar zijn ouders mee te gaan. Dan moest ik de straat over!! Mijn moeder begon al te beven, haar  dochter de straat op!!! Mijn vriend was ferm; zijn ouders moesten ook gelukkig nieuwjaar gewenst worden, toch? Ik mocht en ging, trillend van angst. Het knalde en overal schoten pijlen de lucht in. Pure angst.

rotjes
vuurwerk in jongenshanden: Angstig!!!

We moesten een brede straat over, daar woonden zijn ouders. Ik schoot de voordeur in, blij binnen te zijn. Maar na de gelukwensen, Houd je jas maar aan dan gaan we even verderop kijken, gingen we weer naar buiten. Dat ik dát gedaan heb moet een daad van pure liefde geweest zijn, ik was zoooo bang.

Ik ben altijd gefascineerd geweest (door het niet mogen meemaken als kind misschien?) door vuurwerk, maar van veraf. Met Koninginnedag, aangestoken door professionals, maar  door gewone mensen van dichtbij? Er kon immers iets in je broekspijp terecht komen?

Met dát vriendje van toen ben ik getrouwd én…. kreeg ik 2 zonen, die zoals alle kleine (en grote) jongens, vuurwerk fascinerend vonden. Dát is altijd een zaak geweest van mijn man en zij. Ik wilde geen angst overdragen en hield me er verre van.

carbid
Toen de kinderen het huis uit gingen en mijn schoonzus stierf werd het een traditie om naar mijn broer in de Achterhoek te gaan en daar Oud- en Nieuw te vieren.
Traditie daar: georganiseerd vuurwerk: carbidschieten! Wel watjes in je oren voor de enorme knallen, maar  staand achter een hek, met mensen die weten wat ze doen.

Toen pas werd Oud en Nieuw  LEUK!

Ikea

Wij waren deze week bij Ikea.
Wij komen zelden bij Ikea. Niet omdat we het geen leuke winkel vinden.
Integendeel ze hebben leuke spullen voor een betaalbare prijs, maar we hebben gewoon niets nodig. En in een winkel lopen om alleen te kijken is niet zo “ons ding”.

Nu waren we er met zijn vieren. Twee mensen die wilden ideeën op doen en kijken naar een aantal dingen om te bedenken of ze dat zouden willen aanschaffen en/of ervoor sparen. Wij waren mee.

En zoals het wel meer gaat: zij kochten niets en gingen thuis overdenken en wij (die niets nodig hadden) kwamen met wat dingetjes thuis! De (gratis) gids ging met het andere stel mee naar huis en wellicht gaan ze later (via internet) bestellen.

Eén van die dingetjes die wij meenamen was een bamboe standaard.
Al jaren wil ik “iets” hebben om soms een plaat, boek of foto op neer te zetten. Deze was precies goed.

Het was er behoorlijk druk (wanneer niet) Veel mensen doen daar ideeën op en kopen/kijken-naar niet alleen meubels, gordijnen of bedden, maar ook snuisterijen.

In het restaurant dronken we wat, goede koffie, lekker gebak. We moesten tenslotte onze aankoop en de ideeën van de anderen vieren.

 

Leeg (2)

Een tijdje geleden blogde ik al over een te koop staand huis in onze straat.
Inmiddels zijn dat 3 huizen.

Bewoners vertrekken. Mensen,die tegelijk gekomen zijn met jonge kinderen, die nu een leeg nest hebben en waarvan sommigen naar een bejaardenhuis gaan of kleiner willen gaan wonen.
Ons buurhuis schijnt “onder voorbehoud” verkocht te zijn en ook de andere woning in de straat zou zijn, verkocht zei men.
Vandaag zagen we, bij thuiskomst, mensen rondlopen die duidelijk aan het huizen kijken waren.
Wij stapten uit de auto en ze kwamen naar ons toe.
Eén van de te koop staande huizen was “onder voorbehoud” verkocht, maar de aspirant-kopers konden de financiering niet rond krijgen en dus is het weer op de markt gebracht, vertelden ze ons. Deze mensen wilden het huis graag kopen, maar konden pas dinsdag met de makelaar terecht.
Ze hadden veel zin in het huis en al pratend vertelden ze wat ze van plan waren.
Leuk om zulke enthousiaste (over)buren te krijgen.
We hopen dat het ze gaat lukken.
We gaan voor ze duimen!

Als je zo met mensen praat, die graag in “ons” straatje willen komen wonen, denk je onwillekeurig terug aan de tijd dat je er zelf kwam. Toen was het nieuwbouw en gingen we vaak kijken. Dan was er weer een bouwfase klaar en mochten we weer een gedeelte van het koopbedrag storten.
Nu is het een wijk die binnen nu en 5 jaar gerenoveerd wordt: nieuwe bestrating, er worden meer parkeerplekken gecreëerd én we krijgen natuurlijk nog  te maken met de energietransitie. Allemaal veranderingen.

Nieuwe mensen kijken anders naar een buurtje dan  JIJ, die er zelf al zo lang woont.
Leuk om weer even terug te denken aan de tijd dat je zelf “nieuw”  kwam en alles met een frisse blik zag.

Familie en tradities

Iedere familie heeft zijn eigen tradities. Sommige worden doorgegeven van ouders op kinderen. En soms ontstaan tradities “zomaar”.
Sommige tradities die mijn ouders gestart hebben, heb ik doorgegeven aan mijn kinderen. Sommige dingen die mijn (schoon) ouders deden hebben de generatie van mijn man en mij overgeslagen en zie ik bij onze kinderen terug.

Vroeger moesten de jongeren op Nieuwjaarsdag naar de ouderen om Nieuwjaar te wensen; dat hoorde zo!
De ochtend van Nieuwjaarsdag naar het ene ouderpaar en ’s middags naar de anderen.
Mijn schoonouders hadden ALTIJD op Nieuwjaarsdag het schansspringen op t.v. aan staan.
Vreselijk vond ik dat, verplicht t.v. kijken naar iets dat je geen BAL interesseerde.
Toen we kinderen kregen gingen zij natuurlijk ook  mee naar de opa en oma’s.
Bij mijn schoonouders speelden ze meestal met nichtje en neef in de gang; ze hadden dáár hun eigen wereldje. Wij hebben nooit gemerkt dat ze veel mee kregen van het “binnengebeuren”.
Toen mijn zoon en zijn vrouw ons uitnodigden voor Nieuwjaarsdag, zagen we daar de t.v. aanstaan met schansspringen “Dat hadden opa en oma ook altijd
Traditie tóch doorgegeven!

Onze zoon en vrouw zijn een eigen traditie begonnen; Op 1 januari komt de hele familie daar samen en koken zij een -tig gangen diner voor allemaal. Een geweldig festijn, allemaal genieten we van het samenzijn en het heerlijke eten.

Bij ons thuis was Sinterklaas een feest met (zelfmaak) cadeautjes. Met kerst lag er voor ieder één pakje onder de boom; een BOEK.

Toen de kinderen groter werden en meisjes kregen wilden ze geen Sinterklaas meer vieren, maar cadeautjes onder de kerstboom. Ik stapte met moeite van mijn bij-kerst- horen- geen- cadeautjes filosofie af (een idee waarschijnlijk vanuit mijn christelijke opvoeding ontstaan)
Toen ook de gezinstraditie met kerst naar de kerk wegens geringe animo werd opgeheven had ik daar moeite mee en zei dat ook.
Onze zoon opperde; Dan verzinnen we toch in plaats van de “naar-de-kerk-gaan-“een nieuwe kersttraditie ?Het slimme plan dat hij introduceerde en dat we nog steeds uitvoeren is om kerst nacht 12 uur warme (eigengemaakte) chocolademelk met kerstbrood te eten en te drinken (bij kaarslicht)  tijdens het nuttigen daarvan vertelt iemand een kerstverhaal. Zelfgeschreven, uit boek of van internet, het maakt niet uit. Daarna wijst hij of zij iemand aan die volgend jaar met een verhaal aan de beurt is.
Dan worden de cadeautjes uitgepakt.
Geweldig gezellig met een “overdenkmomentje” én vrolijk-en gezelligheid.

In het gunstigste geval kan iedereen blijven slapen en hebben we Eerste kerstdag een brunch. Iedereen die wil en kan blijft die dag.

Met Tweede Kerstdag heb ik altijd een beetje moeite omdat dát mijn moeders verjaardag was. Die dag was mijn hele leven bijzonder. Als dan je moeder overlijdt blijf je op die dag altijd iets missen.
Het slijt, maar het is er altijd op die dag.
Vóór die dag hebben we geen nieuwe traditie kunnen maken; we nemen de dag zoals die komt.

Kerstgroepen

 

Chili, golf van gekleurd glas
Chili

In de Sint Ansfriduskerk in Amersfoort wordt al 35 jaar een kerststallententoonstelling gehouden.
Elk jaar stellen verzamelaars en particulieren hun kerstgroepen tot 15 december hun kerststallen voor deze expositie ter beschikking. (tot 15 dec. want daarna willen de mensen met kerst hun stallen weer in hun eigen huis hebben staan)
Ook ik heb een keer een aantal van mijn kerstgroepen voor de expositie ter beschikking gesteld.

Frankrijk, wit kantkloswerk
kantklos – Frankrijk

Er waren dit jaar meer dan 250 kerstgroepen uit ca 60 landen te bekijken.

Tijdens de expositie treden koren op. Tijdens ons bezoek dit jaar was dat het Nieuwlandkoor. Sfeervol.

Onderstaand treft u een impressie aan van een paar van de kerststalletjes, van hout, glas, klei, kantkloswerk, staal, steen, vilt, gegoten gips ,tin, koper en kalebas

 

kalebas uit Kenia
kalebas uit Kenia

 

 

 

Italië triptiek koper                                        Nederland – tin

 

Birma figuurtjes van klei in houten vis

De eerste kerststal

Van Franciscus van Assisi (1182-1226) wordt gezegd dat hij de allereerste kerststal heeft laten uitbeelden en daarvoor toestemming heeft gevraagd  aan én gekregen van Paus Honorrius III (1150 geboren in Rome)

org stalDie allereerste stal schijnt bestaan te hebben uit een kribbe, (voederbak voor dieren) een echte os en een ezel. Op 24 december 1223 wilde Franciscus de gelovigen zo laten meebeleven hoe armoedig de omstandigheden waren waarin Jezus ter wereld kwam.  Zo werd in een grot in Greccio (I) de kerstnacht gevierd, staande om de lege kribbe. In die stal kwamen Maria, Jozef en het kindje Jezus nog niet voor.
Daarna kwamen in de kerken van Italië steeds meer kerststallen en werden ze ook uitgebreid met figuren. Later verspreidde de kerststallen zich over  de andere  zuidelijke landen van Europa en uiteindelijk over de hele wereld.

brunastalIk las in een uitgave van de Sint Ansfriduskerk dat een Jezuiet,  Philippe de Berlaymont in 1619 een omschrijving maakte van hoe een kerststal er uit zou moeten zien. In deze beschrijving stond onder andere vermeld dat kindeke Jezus tussen Jozef en Maria geplaatst moest worden, in een oud bouwvallig huis met een dak van stro, waar boven een ster bevestigd moest worden; ook engelen en herders hoorden erbij te zijn.(Hoezo een waarheidsgetrouw beeld?Verzonnen door een Jezuiet!)
Eerst hadden alleen de kerken een kerststal, later konden ook de zeer rijken zich een kerststal veroorloven.

Toen ik jong was hadden, in mijn omgeving, alleen katholieke mensen een kerststal, remonstranten zoals wij, hadden geen stal niet, ook in de kerk niet.
Nu hebben velen, ook niet gelovigen soms, een kerststal (of meerdere) in hun huis staan.

Ik hoorde van vroeger verhalen dat in de decembermaand kinderen van katholieke scholen vochten met de kinderen van de openbare, omdat ZIJ wel een kerststal hadden en de anderen niet!!

Onze
zonen zaten op een openbare lagere school, die vast zat aan een christelijke én een katholieke school. De kinderen van de Openbare School gingen ieder jaar met een juf/meester een “ronde” door de scholen doen om de kerststallen bij de andere scholen te bekijken.Een geweldig initiatief!(én geen gevechten om de stal!)

Op kerstdag ontdekt

William Mynors was van 1626-1639 een Engelse zeekapitein in dienst van de Engelse Oost Indische Compagnie
Op 25 december 1643 voer hij met zijn schip Royal Mary langs een eilandje ten zuiden van Java*) Dát eilandje stond nog op geen enkele kaart, William tekende het op de kaart erbij en noemde het  Christmas eiland.

vlag christmasIn 1688 zette een Engelse piraat , William Dampier voor het eerst voet aan wal en vond het eiland onbewoond!
In 1888 werd het eiland door de Engelse geannexeerd en  werd er een nederzetting gevestigd door  G. Clunies Ross,  die ook eigenaar van de Cocoseilanden (27 eilanden met een  totale oppervlakte van circa 14 km²) was en die 900 Kilometer ten zuidwesten van Christmas Island liggen.Hij haalde er onder andere timmerhout vandaan wat hij nodig had voor de groeiende industrie op de Cocoseilanden

Er woonden tien jaar geleden ongeveer 1400 mensen (meest met een Chinese afkomst) op het  Christmas eiland
In 1957 werd het aan Australië overgedragen.

 

*) het ligt ca 350 km ten zuiden van Java

Grenadiertjes

Ons bezoek aan de cabaretvoorstelling van Erik van Muiswinkel met de hommage aan Drs.P. heeft verstrekkende gevolgen voor ons.
Mijn lief, nooit zo van de “zingerig”, brengt dit lied vele momenten van de dag ten gehore:
De grenadiertjes:

wapen grenadierWij zijn de grenadiertjes
Wij slaan op onze trom
Wanneer wij gaan marcheren
Pom pom pom pom pom pom

Het is een fascinerend lied met vele coupletten met tal van taal/rijmgrapjes, een tikje schuin, want een grenadiertje gaat naar een mevrouw van lichte zeden (  ze heeft een oog dat erotisch glom) en er komt ook een communist uit Spijkenisse in voor die in de wasbak zwom)
U snapt het al : het is een heel intrigerend verhaal, dat zowel voor hilariteit (mijn lief koppelt het lied aan de gewoonste dagelijkse dingen) Nou ja, laat ik volstaan dat er bij ons thuis nogal eens discussie is over dit lied.
Vandaag gooide mijn lief opeens in de discussie dat een grenadier een soldaat is die handgranaten werpt. Ik had de link granaat en grenadier nog niet eerder gelegd.
Dus dat verdiende research.
En ja hoor, mijn lief heeft (weer) gelijk. Van mijn tegenwerping dat handgranaten modern zijn en regimenten grenadiers oud, blijft niets heel.
De Engelsen gebruikten al een handgranaat vóór de Eerste Wereldoorlog, in de Krimoorlog in 1853, toen een Britse alliantie tegen het keizerrijk Rusland vocht.
De Eerste Wereldoorlog was de eerste oorlog waarin Duitsers en Engelsen de moderne handgranaat op grote schaal gebruikten.(Deze werkten echter niet erg goed)
De Duitsers gebruikten vanaf 1915 een andere granaat: de Stielhandgranate  (steelhandgranaat) deze granaat leek op een ananas en werd ontstoken door middel van een pin. Deze techniek was in andere Europese landen onbekend..
(De Nederlandse soldaten maakten gebruik van de ei-handgranaten, die werd zo genoemd omdat die op een ei leek).

Tot zover over de handgranaten.
Dan even over de grenadiers, die dus met granaten zouden gooien, maar die mij een veel ouder leken dan de handgranaten.
Bronnen in de militaire krijgsgeschiedenis vermelden grenadiers voor het eerst in de 16e eeuw.
In het Franse leger werden toen soldaten zorgvuldig geselecteerd om handgranaten met een brandend lont naar de vijand te gooien. Deze soldaten moesten lang en sterk zijn om de toen nog zware granaten zo ver mogelijk te kunnen gooien en goed te kunnen richten. De grenadiers, zoals ze werden genoemd, verwierven een status die, hen naast een hogere soldij ook bepaalde privileges verleende wat betreft hun kledij. Ze onderscheidden zich van gewone soldaten doordat ze hoge mutsen gingen dragen. Deze mutsen zaten, zo vermeldde het stukje grenadiersgeschiedenis,  tijdens het wegslingeren van een granaat niet in de weg.

 

*) In 1915 ontwikkelde de Engelse William Mills een nieuwe handgranaat, die hij naar zichzelf noemde: de Mills bom. Deze granaat was een stuk veiliger en had een pin, die vóór het gooien uit de granaat gehaald moest worden.