Twee zielen

Ziel 1
De niet-materiële ziel
*)

De ziel is, zo staat er in de encyclopedie: is, in religie en filosofie, de niet-materiële essentie van mensen.

De woorden; ziel en geest zijn te herleiden : Psyche in het Grieks betekent lucht, adem.
In het latijn heeft spiritus (geest) de betekenis van adem en anima (ziel) van wind.
De ziel is “dus” vluchtig, niet materieel.

Dus niet te bewijzen?
Er is, begin vorige eeuw, een wetenschappelijke poging gedaan om het bestaan van de ziel te bewijzen; Stervende mensen werden op een precisieweegschaal gelegd, op het moment van sterven werden ze 21 gram lichter**)

Is dát het bewijs van het bestaan van de, 21 gram wegende, ziel?
(Dát oordeel laat ik aan de lezer over)

Bijzonder vind ik het “verhaal over de ziel” uit de Joodse traditie:  Elke nacht als we slapen, raken we tijdelijk
onze ziel kwijt, aan God. We gaan dan een beetje dood. In de ochtend krijgen we onze ziel terug van God, en die ziel is dan weer rein.

Maar wat als je niet-gelovig bent?
Ligt het antwoord in de filosofie?
Volgens  de Griekse wijsgeer Plato (427 v. Chr. – 347 v.Ch) is de ziel “het morele en intellectuele zelf huizend in het lichaam (een kerker) waaruit hij bij de dood ontsnapt”

Een moeilijke materie, een “echt” antwoord op de vraag “Wat is de ziel?” heb ik voor mezelf niet gevonden.
Ik zie de ziel als een onderdeel van de mens, niet tastbaar zoals handen en voeten, zeker wel zo essentieel.


Ziel 2
Er is ook een materiële ziel: De holte die onder een wijnfles***) aanwezig is noemt men de ziel van de fles.

Die holte schijnt ontstaan te zijn doordat vroeger flessen werden geblazen door glasblazers; op de zo ontstane bolle onderkant kon de fles niet blijven staan, daarom drukten glasblazers de bodem naar binnen (zó kon de fles wél blijven staan) Bovendien is een fles met rechte onderkant kwetsbaarder voor breuk.

Ook  zou het bezinksel in een rechtopstaande fles, rondom de ziel “gevangen” zitten en minder snel naar de oppervlakte komen dan bij een fles zonder ziel. En doordat een wijnfles een ziel heeft kun je ook makkelijker schenken, met één hand, door je duim in de holte steken.

Ook las ik iets over “een zwakkere ziel”
Bij mousserende wijnen, die een tijdje liggend moeten rijpen, bestaat de kans dat, door de druk, de fles zou kunnen exploderen. Daarom werd (wordt?) bij flessen waar mousserende wijn in komt, de ziel wat zwakker gemaakt; mocht de fles exploderen dan knalt alleen de bodem uit de fles (én veroorzaakt zo minder schade)

*) foto: Gerd Altmann/Pixabay

**) bron: Trouw 2012

***) Wijnflessen hebben in de regel geen volkomen vlakke bodem, die zou te kwetsbaar zijn voor breuk.

 


EK en WK herinneringen

Voor Nederland is dit EK weer voorbij: gisteren werd het Nederlands Elftal door het Tsjechische uitgeschakeld!

Toch nog één blog over voetbal.
Een terugkerend evenement roep vaak herinneringen op aan de eerdere versies ervan.
Zo is dat bij mij ook met dit voetbalevenement
Dit voetbalevenement triggerde voetbalgerelateerde herinneringen

In de zomer van 1974 waren we met vakantie in voormalig Joegoslavië.
Het WK voetbal was kort daar voor in Duitsland geweest; Nederland had in de finale van Duitsland verloren: 1-2.


Overal waren we dat jaar in Joegoslavië waren: op een terras, in winkels of op een boot, kregen we, zodra men hoorde dat we Nederlanders waren,  reacties over het voetbal.
Men had “medelijden” met ons Nederlanders; de Joegoslaven gunden ons de overwinning meer dan de Duitsers, merkten we.

De kers op de taart, qua reacties, was op een terras, ná de maaltijd; we hadden (nog) geen toetje besteld; de ober kwam met 2 sorbets aan, ik opende mijn mond al om te zeggen dat we die niet besteld hadden maar de ober, aardig, geen woord over de grens sprekend, was me voor ”Cruijff,  Neeskens” wees hij op de ijsjes, lachte en liep weg. We hoefde de ijsjes niet te betalen, het was zijn troostprijs voor ons!

Nog een vakantie/voetbal herinnering deze keer in Engeland


Zo’n 25 jaar later waren we op kampeervakantie in Engeland terwijl het EK voetbal “ergens” aan de gang was. We trokken van camping naar camping en, weinig geïnteresseerd in voetbal, deden we ons ding: we bekeken, wandelden, bezochten en kookten ’s avonds meestal op de camping.
Pas als het te koud of te donker was gingen we onze tent in.
Op een avond hoorden we, in de tent zittend, “gerommel” vóór onze tent en een bescheiden stem ”Hello, hello” roepen
We ritsten de voortent open: een Engelsman stond voor ons:” I thought you’d like to know that your country have won”  Onze  nummerplaten hadden ons verraden: Nederlanders; DUS verondersteld voetbalgeïnteresseerd. We hielpen hem niet uit zijn droom “Thank you for letting us know
De volgende dag trokken we verder.


De laatste herinnering speelt zich ook af in Engeland op vakantie, deze keer samen met volwassen zoon en schoondochter én weer was er een EK (of WK?)




Niet ver van de camping was een pub mét grote schermen waar de voetbalwedstrijden werden uitgezonden. De mannen wilden wel graag één wedstrijd  van de Engelsen zien.
De pub was tjokvol, overal mensen met enorme pullen bier in de hand, kijken naar een mega groot scherm. We schoven ergens tussen, maar zagen niet echt goed. Een bardame had ons zien binnenkomen, ze wenkte ons,  liep onder een toog door naar een donker, leeg “bijzaaltje” deed het licht daar aan en zetten een (gewoon formaat)  t.v. aan; Zo konden we de wedstrijd beter zien. We zaten riant op een bank, terwijl de rest van de pubbezoekers  moesten ( wilden misschien ook wel) staan.

Er kwamen een paar  Engelsen naar “ons” zaaltje; de rest bleef “gezellig” bij elkaar commentaar én rondjes geven.
Na een tijdje bleek dat wij een fractie eerder beeld en geluid hadden dan de rest. Wij zagen een doelpunt en “iets later” zagen de mensen op het grote scherm het, getuige hun gejuich.
Dat was extra leuk!
In de pauze vertelden de Engelsen ons dat HUN team als een krant speelde en dat ze ons, Nederlanders, de totale overwinning wel gunden!



Het was een gezellige avond. Toen we, na de wedstrijd,  ’s avonds naar de tent liepen zagen we glimworpjes




Veteranendag (26/6)

Op de laatste zaterdag van juni bedankt Nederland haar veteranen die ingezet zijn in dienst van de vrede, nu en in het verleden.
Op de t.v. waren, voorafgaand aan deze dag spotjes over de Veteranendag en zong Stef Bos een speciaal lied over/voor de Veteranen.

De Veteranendag wordt altijd gehouden rond 29 juni *), de geboortedag van Prins Bernard (1911-2004)

Ik ken(de) verschillende veteranen die ( vóór de Coronatijd ) naar een reünie van hun onderdeel gingen, helaas zijn de meesten daarvan overleden.

Ik las op op de site van de Rijksoverheid De Nederlandse Veteranendag is niet alleen bedoeld voor de veteranen zelf. De dag is ook nadrukkelijk voor het algemene publiek.

Sinds 2006 is de Veteranendag (ingesteld door de Nederlandse Regering)  verheven tot Nationaal Evenement.

In 2005 is in Nederland de witte anjer geïntroduceerd als uiting van waardering voor veteranen
Het Nationaal Comité Veteranendag roept gemeenten op om een speciaal Witte Anjer Perkje aan te leggen, dat bloeit in de weken en dagen voorafgaand aan de Veteranendag om zó de veteranen te eren.

De Witte Anjer is bij de oudere generatie bekend omdat wijlen Prins Bernhard de gewoonte had een witte anjer te dragen.

In onze straat woont ook een veteraan, hij had me al verteld dat dit jaar de reünie niet door kon gaan, maar dat er “iets anders” georganiseerd zou worden.
Dat klopte want in de avond van 26 juni, rumoer in ons buurtje: er kwamen legervoertuigen in onze straat; een ludiek optochtje, waarbij ik ook onze burgermoeder in een voertuig zag zitten. Ze gingen naar zijn huis, waar, naar ik aanneem “iets” afgegeven werd.
Persoonlijk lijkt me dit voor een veteraan leuker dan een wit anjerperkje! (ik heb hem er nog niet over gesproken!)

*) Eerst werd de dag gehouden OP de geboortedag van Prins Bernard.





Betalen met bloed

Onlangs las ik een artikel over de handel in organen.
In Nederland is dat verboden, maar in landen als Irak en Tunesië is dat wel mogelijk. Zo las ik dat  voor een gezonde nier daar ongeveer € 10.000 tot € 50.000 betaald moet worden.
Er zijn Nederlanders die daar (bijvoorbeeld) een nier “kopen”, terugkomen en hier door een specialist verder behandeld worden; zij vertellen (soms) de herkomst en de betaalde bedragen

Bloed kan ook “verkocht” worden. Ook dát mag NIET in Nederland, maar wel in andere landen
Door bovenstaand artikel kwam bij mij een voorval boven dat ik zelf heb “meegemaakt”

Na ons trouwen wilden we graag kinderen, maar niet “meteen”.
We besloten wel “meteen” een kind op afstand te adopteren.



Er was een nét een Nederlandse organisatie opgericht die in India kinderen in een tehuis financieel ondersteunden. We doneerden elk kwartaal een bedrag. Een pater die in Bihar het opvanghuis (Bhagalpur), waar ons financieel geadopteerde kind woonde, runde stuurde ons een paar keer per jaar een nieuwsbrief over hoe het daar met de kinderen ging.

Toen Chris*) zelf  schrijven kon schreef hij ons een paar korte zinnen in zijn eigen taal (ik meen urdu)
Toen hij Engels leerde schreef hij ons korte briefjes, die we in het Engels beantwoordden.

Hij werd ouder en ging studeren, hij wilde frater worden; een lesgevende geestelijke.
In hoeverre dit zijn eigen keus was of min of meer aangedragen door de paters in zijn huis, weten we niet.
Een lange tijd hoorden we minder, toen opeens een “brandbrief” of we snel geld over wilden maken want hij moest een operatie ondergaan en de paters betaalden die niet.

Dát leek me uiterst vreemd; een Christelijke organisatie die, d.m.v. donaties én eigen geld, kinderen een thuis gaven, opleiden en dan als ze ziek waren ze in de steek lieten?
Ik belde het Nederlandse contact van de organisatie; die kon niets zeggen over dit individuele geval, maar wist (even als ik) zeker dat een dergelijke weigering van het betalen van een operatie NIET aan de orde kon zijn en het geld voor andere doeleinden gebruikt zou worden.
Ik schreef een brief naar Chris

Ik kreeg een brief terug met de ware reden: Hij had een meisje zwanger gemaakt, kon dat niet aan de paters vertellen en moest de abortus van het meisje betalen, terwijl hij géén geld had.
Dilemma voor ons.
Niet het geld was een probleem, wél de morele kant: Studeren voor pater, een meisje zwanger maken, verzwijgen tegen de mensen die je grootbrengen en liegen om geld voor een abortus te krijgen.
Wat ik ook moeilijk vond was één zin in zijn brief: “Mama, ik zal hierna het meisje nooit meer zien, dat beloof ik”
Was dit de zienswijze van een toekomstige pater? (Wij zijn NIET katholiek en NOOIT in India geweest, dus hebben verstand noch van de cultuur, noch van het katholieke geloof, maar hebben wel moreel kompas!
Niet de gebeurtenis zelf, maar hoe hij ermee omging baarde ons zorgen voor de toekomst; zijn toekomst!
Wilde hij nog wel pater worden? Was de celibataire gelofte misschien te groot voor hem? Dáár moest over gepraat worden. Kon dat daar?
Voelde hij  zich misschien moreel verplicht om pater te worden?

Geld sturen en  aan dat alles voorbij gaan konden en wilden we niet (Dit was voor de tijd van internet en mobiele telefoon)
Er ging dus een (lange) brief naar hem terug.
Of zijn “roeping” echt zijn roeping was, of hij misschien een andere keus wilde maken, of we hem daarbij
konden helpen. Dat haar “probleem” wellicht niet alleen met een abortus was “op te lossen” dat zij misschien ( zijn?) steun nodig had.

We kregen een brief terug; het geld was niet meer nodig, hij had zijn bloed aan een ziekenhuis “verkocht” en zo geld voor de abortus verkregen en zou het meisje niet meer zien.

Daarna hoorden we niets meer.
Tot het moment waarop hij tot geestelijk gewijd werd.
Of we, pappa en mama, wilden komen om  bij de festiviteiten te zijn en hem tot geestelijke gewijd zien worden.
De brief terug was (weer) een afwijzing; heen en weer naar India was voor ons niet mogelijk.
Wat we niet schreven en wél voelden was dat áls we zoveel geld uit te geven hadden om heen en weer naar India te gaan, we dát geld beter aan het tehuis konden geven om méér kinderen te helpen, dan om op bezoek te gaan.

We kregen daarna nog één brief: een vraag om geld voor het feest; hij wilde graag “iedereen” uitnodigen.
We maakten de laatste bijdrage aan hem over, hierna was hij volwassen en kon hij voor zichzelf zorgen.
We zonden een bijzonder kruisje aan een ketting voor zijn wijding.



Er kwam geen post meer.
Na meer dan 25 jaar nooit airmail uit India meer.

*) gefingeerde naam

Tijd

Wij, volwassen mensen, delen de tijd graag in hapklare brokken in, zoals:

* School, vervolgopleiding, werk;
* Thuiswonend, op kamers,  zelfstandig;
* vóór en ná het huwelijk;
* voor en ná de komst van de kinderen én nadat ze het nest verlaten hebben;
* voor en na  ziekte, grote reis.

Er zijn ook meer globale indelingen, zoals historische

vóór 2000 voor Chr.                                       -Prehistorie
2000 voor Chr. – 590 na Chr.                                       – Oude geschiedenis
590 – 1500                                                                         – Middeleeuwen
1500 – 180                                                                         – Nieuwe of vroegmoderne geschiedenis 
1800 – 1945                                                                       – Moderne geschiedenis
1945-heden                                                                      – Eigentijdse geschiedenis


Of geologische tijdvakken

Ik kwam op het begrip tijdvakken door een spelletje!
Ik  doe graag iets met taal en puzzel graag: doorlopers, cryptogrammen en de laatste jaren wordfeud.
Van dat laatste spelletje leer ik veel.

Onlangs maakte een tegenspeler het woord “malm”

Ik had nog nooit van het woord gehoord en zocht het op: het blijkt een gesteentelaag in West Europa te zijn. Het tijdvak waarin dit gesteente werd gevormd wordt, wordt ook “ De Malm” genoemd.
De Malm
is ongeveer 160 tot 145 miljoen jaar oud.
De Malm volgt op de Dogger  met een ouderdom van ongeveer 175 tot 160 miljoen jaar;
De Dogger op het Lias en ligt onder de Malm
De ouderdom van het Lias valt ongeveer samen met het tijdvak Vroeg Jura ( geologische tijdschaal *) en is ongeveer 205 tot 175 miljoen jaar oud.

Ik werd door het nazoeken meegezogen in een tijdscapsule van miljoenen jaren.

Tijd heeft iets fascinerends.


Arts, dichter en liedjesschrijver**)  Jan Pieter Heije (1809-1876) heeft het ooit zo verwoord:

Of uren
     duren eeuwigheden
            dat ligt ‘m
                   aan het besteden.

Als ik aan het puzzelen of met wordfeud ben, verlies ik alle begrip van tijd; als ik denk dat ik nét aan het taalspelletje begonnen ben, kan het “zomaar” een uur verder zijn.
Daarentegen als je wacht op iemand of op een uitslag van iets dan duren uren eeuwigheden.
Heije had en heeft gelijk; tijd kan, in je beleving, zo rekbaar zijn.

*) Een geologische tijdschaal is een indeling van de  geschiedenis van de aarde in geologische tijdperken

**) schrijver van o.a. “Daar zaten zeven kikkertjes al in een boerensloot” en
“Zie de maan schijnt door de bomen”

Reader’s Digest

Ooit las ik de Reader’s Digest*) met toen, nog 2 miljoen andere Nederlanders.
Het heette toen een familieblad te zijn.
De eerste uitgave was, in Amerika in 1922; de eerste Nederlandstalige uitgave in 1957
In Nederland en België werd het blad ook uitgebracht onder de naam Het Beste.

Na de Tweede Wereldoorlog groeide het aantal edities en de wereldwijde oplage bereikte de 37 miljoen, met 49  edities in 21 talen.
Het  werd ooit “het grootste uitgeefsucces na de Bijbel” genoemd.

Er stonden historische artikelen, wetenschappelijke, actuele, natuur- en humorrubrieken in, herinner ik me.
Bij het herinrichten van de boekenkast kwam ik nog een dunne (gratis) bijlage van dit tijdschrift tegen “Tussen frons en glimlach”.



Met die “leesstof en humor uit de gehele wereld” kwamen weer een paar herinneringen boven met namen aan de rubriek “Lachen is gezond”.
Lezers en lezeressen uit de hele wereld konden grappige voorvallen uit hun leven insturen; die konden dan geplaatst worden in één van de vele edities.

Ik schreef altijd al (in een boekenkast of doos op zolder moeten nog ergens 2 gedichtenbundels staan met 2 gedichtjes van mijn hand, met hele jaargangen van een plaatselijk blad waar ik in een rubriek in had en meer ooit gepubliceerde artikelen. Waarschijnlijk ligt daarin ook wel het Reader’s Digest blad waar mijn ingezonden stukje in stond.

Leuk toen ik een brief kreeg met de mededeling dat mijn Lachen is Gezond stukje gepubliceerd zou worden. Minder leuk was dat er een fotograaf kwam om een foto van me te maken die bij het artikel moest komen. Ik houd NIET van poseren, of op een foto staan.
(Getrouwd met een fotograaf, heb ik wel eens geposeerd, maar ik vond het verschrikkelijk en behalve 1 x vond ik het resultaat zelf nooit de moeite waard)

Ik heb er serieus over gedacht om dan maar niet gepubliceerd te worden, maar in Het BESTE staan was toch wel héél gaaf! (Ik meen dat ik er ook geld voor kreeg, maar dat weet ik niet zeker meer)
Er kwam een fotograaf aan huis die een geschikte effen achtergrond zocht maar binnen niet vond. Uiteindelijk werd de foto voor onze (blauwe) garagedeur gemaakt (het was toen koud, hetgeen IK terugzag op de foto!)

Ik kreeg een exemplaar van het blad toegestuurd! De foto had voor mij niet gehoeven, maar ik vond het leuk om mijn stukje juist in dát blad te kunnen lezen.
Misschien zou u het leuk vinden om te weten wát ik geschreven had, maar ik weet het écht niet meer. Het was kennelijk leuk genoeg voor Het Beste om te publiceren! (ergens in een doos op zolder?)

Ik heb  uit de nu gevonden bijlage stukjes gelezen, mega gedateerd, de humor en het lettertype.
Maar ook deze keer las ik iets dat ik wel “meeneem” in mijn verdere leven

“Wie in de wolken is, loopt gevaar dat hij afdrijft”





* vertaling: lezers verteren



Ook in de pot

Soms zit er in een pot iets extra’s, iets waar je niet om gevraagd hebt maar wat er altijd IN zit.
Wat voor functie hebben bijvoorbeeld die gele bolletjes die in een pot bij de augurken zitten?
Niet dat ik ooit augurken eet (zuur!) maar mijn lief houdt er van en liefde is onderandere zijn lievelingseten kopen (en maken)

Ik las nu dat die bolletjes zaadjes van de mosterdplant  zijn (dat ik daar zelf niet opkwam!)
Samen met andere ingrediënten als azijn, dille, dragon, (suiker voor zoet-zure augurken) en zout worden mosterdzaadjes gebruikt om augurken op smaak te brengen.

Mosterdzaadjes heb ik wel eens in de tuin gezaaid, de plantjes kwamen op. Ik was ooit van plan er mosterd (voor mijn lief) van te maken, maar daar is het nooit van gekomen

Rauwe augurken, zó van het land, schijnen niet echt lekker te zijn. Dus worden ze in een zurig mengsel bewaard Dat mengsel geeft de augurken hun smaak én maakt ze bovendien lang houdbaar.
Augurken  moeten snel na het oogsten ingemaakt worden anders worden ze snel geel en slap

Terug naar de augurk, die (niet verrassend) familie is van de komkommer.
Wordt de komkommer zó van het land gegeten, augurken worden altijd “ingelegd” ( oa met azijn/pekel) 
De vrucht moet een lengte/dikte verhouding hebben van ongeveer 3:1 en mag niet buikig, taps, wrattig of ruw zijn. Verschillende vruchtgrootte worden apart verpakt, zo zijn er “zeer fijn”, “fijn” en “middelfijn” ( Zoet-zure augurken waren er vroeger niet, zij zijn een bedenksel van later) De grootste augurkvruchten worden gebruikt voor zure bommen en ook voor het maken van rolmopsen (opgerolde, gefileerde zure haring met daarin een augurk  met een stokje erin om het bijeen te houden)

Vroeger legden de mensen zelf hun augurken in, maar toen mensen het “drukker” kregen wilden ze augurken kant en klaar kopen; ze worden geleverd in glazen potten.

Verreweg de meeste komkommersoorten (zo’n 300 soorten) komen voor in Afrika.
De plantensoort waarvan “onze” komkommers én augurken afstammen komt uit echter uit India
(zuidelijke helling van Himalaya)
Dáár komt de augurk ook oorspronkelijk vandaan: India.


Gezelschapsspelletjes.

Onze familie was een spelletjesfamilie.
Vroeger thuis, met een verjaardag, zat er altijd wel “ergens” een groepje volwassen whist*) te spelen.

Met mij, als kind (ik ben een nakomertje) werd voornamelijk, ganzenborden en mikado gespeeld.
Toen ik iets ouder was kwamen daar, tot gruwel van mijn moeder (zij noemde het “kroegspelletjes”, niet geschikt voor een kind, maar verbood het niet)  ook dobbelspelletjes bij: 5000-en
pokeren met mijn broer en zijn vrienden.

Mijn lief komt niet uit zo’n “spelletjesfamilie”; hij heeft alleen een jeugdspelletjesherinnering aan monopoliespelen óf met broer en zus, dat vaak uitmondde in “mot” óf met zijn opa, die altijd valsspeelde en won.

Toen hij en ik kinderen kregen en die opgroeiden kwam het echte spelletjes doen weer terug, allerlei (bord)spelen hebben we gekocht en gespeeld: risk, triviant, teken-het-maar, pim-pam-pet, stratego, scrabble en rummikub. We hadden een hele spelletjeskast vol.

In onze vouwwagen zit, als vaste inboedel, nog steeds een (langwerpige) emmer met spelletjes van toen, ze blijven erin, als we zin hebben…..

Mahjong hebben mijn lief en ik onszelf ooit, met behulp van een boekje, geleerd, we konden het maar met één stel vrienden spelen; één avondje uitleggen en spelen met anderen was (veel) té ingewikkeld!

Eind jaren negentig kwam het bordspel de Kolonisten van Catan in, een spel dat mijn lief, onze oudste zoon én mijn broer en zijn zoon geweldig vonden.
We hadden allemaal zo’n spel en speelden het vaak als we samen waren.

Mijn broers zijn overleden en als we vrienden op bezoek hebben is er vaak teveel te praten om óók nog een spelletje te doen.
Maar….. mijn neef en zijn vriendin vinden Catan ook leuk; ze hebben het spel (de jubileumeditie!) van mijn broer geërfd en af en toe zijn we weer echt als familie aan het bordspelen!

Afgelopen week weer!
De beoogde winnares heeft niet gewonnen; er was een verrassende winnaar!
We hadden veel plezier op een warme zomeravond (het is een “lang” spel) het werd laat in een Achterhoekse tuin!

*) kaartspel

Hoeveel mensen kent u?

De gemiddelde Nederland KENT 540 mensen.
De wetenschappelijke definitie van kennen is in dit geval: Iemand bij naam kennen en “zomaar” een praatje met hem/haar kunnen maken.
Wetenschappers (sociologen Beate Volker, Rense Corten  en Bas Hofstra) kwamen na gesprekken met 1247 volwassenen en het loslaten van een Amerikaanse rekenmethode *) op de verkregen data daarvan, op dit getal uit.

Lisa Huissoon schreef een boek over de mensen die ZIJ persoonlijk kent ”Alle mensen die ik ken”
Daarin staan de  2131 mensen die zij kent mét voornaam ( en ze is pas 26 jaar!)
Met een vroege versie van “Alle mensen die ik ken”, een zelfportret in ontmoetingen, studeerde Huissoon vorig jaar af. Ze won er de Nieuwe Types Afstudeerprijs mee. ( ik heb et boek niet gelezen)

Zelf heb ik geen idee hoeveel mensen ik, volgens de definitie van de wetenschappers, ken, maar mij zegt de hoeveelheid mensen niet zo veel.
Ik kan een heel leuk, soms ook best intensief contact hebben met iemand die ik “zomaar” ergens ontmoet, maar als ik de naam van die persoon NIET ken, telt hij of zij (volgens dit principe) niet mee!
Voor mij telt ook die persoon mee, ook zo’n gesprek heeft mij mede gevormd tot het mens dat ik nu ben

Ik moet hierdoor denken aan het getal van Dunbar.
Dat getal “zegt” iets over het aantal stabiele sociale relaties die een mens kan onderhouden
De Britse antropoloog Robin Dunbar( 1947- ) kwam, na onderzoek,  tot het getal 148. (Dunbars number)  

Om tot dit getal te komen deed hij samen met een groep antropologen onderzoek naar de werking van sociale groepen bij 36 primaten waaruit hij een wiskundige formule formuleerde, die hij vervolgens extrapoleerde naar de mens.

Ik kan me nog herinneren dat vroeger (misschien nóg wel) mensen opschepte dat ze een feestje gaven waarbij wel 50 mensen ( of meer) aanwezig waren. Mij zei dat niet zoveel, een gezellige avond met vier vrienden is misschien wel net zo leuk ( of leuker); je bent zelf niet leuker, belangrijker, waardevoller omdat je meer mensen kent!

Ik ga dan ook niet tellen hoeveel mensen ik ken en of ik een “gemiddelde” Nederlander ben.
Ik ben gelukkig met de vrienden die ik heb, met de bekende die ik ken, met buurtbewoners waar ik soms wel soms geen contact mee heb en met alle mensen die me ooit “geraakt” hebben of ik hun naam kende of niet.

*) In Amerika kwamen onderzoekers  uit op 550 mensen