Omdat ik osteoporose heb, moet ik veel bewegen en aangezien ik geen sportschool- of gymtype ben, heb ik mijn eigen routine bedacht. Iedere ochtend fiets ik naar de supermarkt (in een ander dorp) en doe er mijn boodschappen.
Boodschappen doen is NIET mijn favoriete bezigheid, dus meteen na het opstaan vertrek ik, dan heb ik het maar gehad (én zet ik, na de slaap al mijn functies weer áán )
Ik zet het boodschappenmandje in de winkel op de grond en pak iedere boodschap apart op en zet hem op de lopende band, zodoende doe ik (vind ik) voldoende ochtendgymnastiek!
(Over dat laatste krijg ik nog al eens commentaar van achter mij staande klanten:
“U kunt ook het mandje óp de band zetten. Zal ik het even voor u doen”?
Lief, maar onnodig, ik doe het expres!
Als je jarenlang bijna iedere dag (het weekend heb ik vrij) in dezelfde supermarkt komt, leer je de staf (goed) kennen.
Ik heb al diverse “supermarktbazen” zien komen en gaan, maar bij het personeel is een vaste harde kern. Ze hebben het leuk met elkaar en dat is, ook als klant, te merken.
Bij de kassières zitten een aantal toppers. Eén van hen is begonnen in de slagerij. Zij en de slager waren een heel apart stel, vulden elkaar goed aan; een feest om daar vlees, vis of vleesvervangers te halen. Helaas kreeg ze ongelukje en kon niet meer zo lang staan. Ze ging achter de kassa zitten en is daar gebleven. Een leuke verschijning om naar te kijken, altijd vrolijk en hulpvaardig; zelden is er een erg lange rij; ze handelt ons, klanten, met een lach, snel af.
Vanmorgen hoorde ik dat ze weggaat. Ik kon het me niet voorstellen, ze doet haar werk altijd met zoveel plezier (liet dat merken en zei dat ook) Vertrek naar een andere supermarkt leek me echt onmogelijk; deze supermarkt voelt voor haar als familie, zei ze wel eens.
Ik ging dus meteen naar de bron en vroeg haar of het waar was dat ze weggaat.
Het was waar.
Ze vertelde dat ze de zorg in gaat! De helft van haar opleiding is klaar en ze kan nu een baan krijgen in een Woon-Zorgcentrum. Zelden heb ik iemand gezien die meer geschikt is om in de zorg te werken dan zij.
Een enorm verlies voor de supermarkt, maar een enorme winst voor het Zorgcentrum.
Wat haar ook tekent is het feit dat ze pas in januari weg gaat; “De decembermaand is de drukste tijd van het jaar, dat kan ik ze hier niet aandoen”.
Gelukkig kunnen wij, klanten en zij, het personeel, nog een maandje genieten van haar vrolijke verschijning en gulle lach