Mijn lief heeft een bonsaiboompje.
Mest, water, geknipt (met een speciaal schaartje) licht, geen zon; helemaal ZIJN ding.
De rest van de planten verzorg ik.
Wij hebben alleen groene planten.
Het zijn levende “ietsen” dus worden nooit weggegooid (tenzij ze helemaal dood zijn)
Als er één “niet mooi meer is” wordt hij (of zij?) een etage hoger geplaatst.*)
Met even veel liefde verzorgd, maar niet meer in het zicht van het Nederlandse Volk
De bonsai viel uit, zag er dor uit. Ik wilde hem graag weg uit de huiskamer hebben.
Een compromis werd bereikt; een minder prominente plek in de huiskamer.
Nog meer blaadjes vielen, ondanks de liefdevolle zorg van mijn lief.
Nu werd ik onvermurwbaar : omhoog die plant; een stervend iets is niet prettig om naar te kijken.
En dáár begon de discussie:
Mijn lief zei: “Ik zeg toch ook nooit iets van jouw planten?”
Nu bleek dat hij daar ook veel van naar elders zou willen verplaatsen.
(Elders zijnde in zijn ogen de vuilnisbak)
Ik kijk rond in onze woonkamer.
Een palm ( steeds kaler van onderen) ooit gekregen van een vriendin, die niet meer leeft.
Twee zebragrasplanten, boven op kasten; gekregen van iemand die ze weg moest doen omdat de katten erin gingen hangen.
Een philondendron, boven op een kast; als stekje van een vriendin gekregen. De vriendin is al 20 jaar dood, de plant heeft al diverse “afstervingen” gekend, maar de moederplant leeft nog steeds.
3 “Onduidelijke” planten met grote bladeren; één stekje gekregen van vrienden, de andere twee zelf gestekt.
Dan staat er nog een plant die WOEST IN was in de jaren 70: een papyrus.
Vóór de moederplant (einde jaren ’70 ) dood ging heb ik er een stekje van genomen, vóór het stekje (als plant) dood ging, een stekje ervan genomen and so on and son on.
Geen idee de hoeveelste plant dit is, maar het is een levende herinnering aan de jaren ’70 én ziet er heel decoratief uit (altijd met de voetjes in het water)
Dan staat er nog één onduidelijke plant die alleen maar groter wordt, waar niets aan is, die ik al jaren probeer weg te geven maar wat niet lukt.
Dan mijn lepelplant, ca 19 jaar oud, waar ik nog steeds héél blij mee ben (ook gekregen van een lief persoon) én sinds juni een plant van mijn overleden broer, de enige plant van zijn vensterbank die het overleeft heeft.
Nu ik dit zo opnoem begrijp ik dat mijn lief hier niet razend enthousiast over is en ik eerlijk gezegd ook niet.
Waarom ik deze planten niet boven zet?
U wilt niet weten wat daar allemaal al staat. Allemaal levend. Allemaal met herinneringen. Allemaal ietwat onooglijk. Niets levends om weg te gooien. Wel om weg te geven, wat ook eens gebeurd.
Mijn lief en ik hebben nu een “understanding”; zodra iemand een plant wil hebben (actieve werving!) gaat de plant “verhuizen”.
Bij eventuele aanschaf van een nieuwe plant hebben we allebei evenveel inspraak.
Eén plant is al verhuisd. Wie weet volgen er meer
*) nog een etage hoger staan de tuinplanten die binnen overwinteren moeten