De wereld kleuren

Soms krijg je zegeltjes bij boodschappen om voor iets te sparen.
De laatste tijd krijg ik nog al eens bloemenzaadjes om “de wereld mooier te maken”

Gelukkig hebben we een tuin en ofschoon we geen drukke, bonte, bloementuin hebben, maar veel groen met op bepaalde tijden bloemen en planten in allerlei tinten van dezelfde kleur, vind ik  toch altijd wel een plekje voor een “melange”.

Gisteren kreeg ik bij Ekoplaza iets dat ik nog niet kende; een Blossomb. Het ziet eruit als een klein houten knikkertje, dat je niet, zoals ik dacht in de grond moet stoppen, maar op de aarde moet “gooien” ( niet ingraven maar eventueel licht aandrukken)
Dan wachten op de regen of  zelf begieten.

Omdat het nu bijna iedere dag wel even ( of langer) regent, laat ik de natuur het zelf regelen en ben ik niet met een gieter(tje) aan de gang gegaan. Ik “gooide” het zaadbommetje op een stukje aarde waarbij nu narcissen staan. Na een paar weken zijn de narcissen verdwenen en zullen bijen en vlinders (misschien) kunnen genieten van 3 soorten wilde bloemen.

Er  zijn meerdere  soorten van die blossombs,  de ”knikker” die ik gekregen heb, bevat zaad van tuinkers, veldsalie en ganzenbloem,

maar er zijn ook andere combi’s mogelijk en je hoeft niet eens boodschappen bij EKOplaza te doen (dan ben je wel tegelijkertijd 100% biologisch bezig!) want blossombs zijn ook online  rechtstreeks bij de bedenkers ervan te bestellen.

De kleurrijke bloembommetjes zijn in Nederland “gemaakt” met biologische wilde bloemzaadjes en 100% natuurlijke ingrediënten.
Hoe meer bloemen, hoe meer voedsel er is voor de bijen, vlinders, en hommels.

Er staat een waarschuwing op de verpakking van mijn blossomb “Gooi blossombs niet in beschermde natuurgebieden”
Ik vroeg me af waarom niet: het blijkt dat ze dat ontraden vanwege het verstoren van de bestaande biodiversiteit in die gebieden.

Ik las dat Daisy de Bruijn (madeliefje de Bruijn, toepasselijke naam om met bloemen bezig te zijn) en Geerten van Eldik geschrokken waren van de bijen- en vlindersterfte (vanwege een tekort aan bloemen) wereldwijd. Dáár wilden ze wat aan doen en zo is dit blossomb bedrijf ontstaan. Ze werken samen met sociale werkplaatsen en dagbestedingen en al hun verpakkingen zijn van duurzame en/of gerecyclede materialen.

Op blossombs.nl/winkel/ kun je ook de cadeauverpakkingen van de zaadbommetjes van het bedrijf zien. (Bij een bezoek zo’n doosje meenemen ipv een bos bloemen, misschien? Of als bedankje voor een hulpvaardige buur?)


Een leuk initiatief!
Zowel van Daisy en Geerten
als van Ekoplaza!



Radicale vernieuwer 2022

Nederlanders zijn echte koffiedrinkers: gemiddeld 2,4 kopjes koffie per dag. Dat zijn meer dan 70  kopjes per maand: 876 per jaar! We zijn de grootste koffiedrinkers van de wereld!

Als er dan een manier gevonden kan worden om de koffie industrie  petroleumvrij  én fair te maken dan moeten we dat zeker omarmen! ( Het roosteren van ons dagelijks kopje koffie stoot wereldwijd 15 miljoen ton CO2 uit. )

Het bedrijf Ray (Engels = straal, hier zonnestraal) & Jules ( van joule= eenheid van energie) roostert koffie op zonne energie en werkt aan een proces om tegen 2050 de koffie industrie 100% petroleum vrij en 100% fair te maken.


Geschiedenis van Ray & Jules:
in 2017 namen ze ambachtelijke branderij Artizan koffie over
in 2019 patent op hun ontwikkelde op zonne energie aangedreven koffiebrander én het verkrijgen van het FairTrade certificaat
2022 verkrijgen van de titel (en prijs) de Radicale Vernieuwer van 2022 *)


Juryrapport:” Ray & Jules is voor ons de strafste van de 10 Radicale Vernieuwers.

De technologie om koffie te roosteren op zonne-energie, is absoluut vernieuwend. Dat technische aspect combineert Ray & Jules met een knappe en aantrekkelijke marketing. Ray & Jules maakt impact hier én in het Zuiden, omdat ze de hele keten aanpakken, als Tony Chocolonely van de koffie. Er zit zeker nog groeimarge in het verhaal.”

Ik las  over dit innovatieve  bedrijf,  over herbruikbare verpakkingen, groen transport en hergebruik van koffiegruis en hun droom om op langere termijn hun koffie te roosteren in het land van oorsprong, om zo de keten daar verder te verduurzamen en de lokale economie te ontwikkelen.
En ik werd hier blij van: mensen die  proberen om de wereld een beetje beter te maken, een bedrijf waar “rek” in zit. Geweldig.
Maar…. hoe smaakt de koffie?

Er is maar één manier om daar achter te komen; bestellen.
Ik kocht een Limited edition koffiepakket met de namen van vogels uit Doode Bemde, een natuurgebied in Oud-Heverlee (B) dat Ray & Jules steunen met deze actie. ​De koffie is biologisch, uit eerlijke handel, traag geroosterd op zonne-energie en zit in een 100% recycleerbare verpakking.

Elk pak is al een kunstwerkje op zich en er gaat een bedrag van elk pakket naar het Natuurpunt
We hebben nog maar een paar kopjes “valk” geprobeerd, dus een algemene oordeel kan ik (nog) niet geven. We dronken ’s werelds eerste op zonne energie gebrande koffie; het voelde goed (De valk is lekker met chocoladesmaak.)




*) Radicale Vernieuwers is een campagne van de Sociale InnovatieFabriek, Trends en Cera, in samenwerking met VLAIO, Nationale Loterij en heel wat andere partners. Samen zoeken zij naar nieuwe oplossingen voor de grote uitdagingen van onze maatschappij.

Plastic!!

Soms ga je naar een museum om iets moois te zien, soms om iets te leren, ergens meer van te weten.
Dat laatste deden we deze week.
We gingen naar het Tropenmuseum naar de tentoonstelling Plastic Crush.

We weten allemaal dat plastic slecht voor het milieu is én slecht voor ons. We gebruiken in Nederland al zelden plasticzakjes in winkels en zijn ons (meestal) bewust van wat we “eigenlijk” NIET zouden moeten kopen (soms is er geen alternatief en moeten we ons afvragen of we dát artikel sowieso wel nodig hebben)

Deze tentoonstelling leert je wat allemaal van plastic is én waar het vroeger van gemaakt was. Niet dat je het allemaal niet weet, het meeste weet je misschien wel, maar  je combineert het niet tezamen!

Zelden ben ik zo depri uit een tentoonstelling gekomen als uit deze. Het is nog véél erger dan we denken. ALLES is haast van plastic gemaakt!
En, erger….we kunnen het vaak niet van iets anders maken!
Een biljartbal is nu van kunststof, maar was vroeger van ivoor. Geen plastic meer? Dan weer  olifanten vermoorden om biljartballen te maken? [Of niet meer biljarten?]

Er zijn ook voorwerpen waarbij je niet direct denkt aan plastic. Kunstenaars hebben dingen gemaakt waarbij je niet direct aan plastic denkt, maar NU je het ziet je wel aan het denken zet.

Kunstenares Gundega Strauberga maakte een kunstmatige neptuin en winkel ineen, geïnspireerd door een Turks doe-het-zelfpakket voor het maken van nepbloemen, ze wil zo de menselijke obsessie om de natuur na te maken met een materiaal dat “voor eeuwig is” laten zien

De kunstenaar Flory Sinanduku maakte een bodysuit van (plastic)  injectienaalden als protest tegen de slechte kwaliteit van zorg in de republiek Congo. Hij draagt het pak en loopt door de straten van Kinshasa om aandacht te vragen voor dit probleem.

200 jaar geleden liep men enorme afstanden op dit soort sandalen, gevlochten van rijststro (goedkoop en soepel) Mensen rekenden afstanden in het aantal sandalen dat ze onderweg sleten (want sleten deden ze , en hoe!)



In 1980 kwamen Tony Alano en Nicolas Guillon op vakantie in Spanje op het idee om goedkope plastic watersandalen om te turnen tot een modeartikel.

Het werd een mondiale hit in de jaren ’80 .

Deze Braziliaans rammelaar (ganzá) werd vroeger gemaakt van natuurlijke materialen, kralen, steentjes en zaden, tegenwoordig van een kunststofsnoer met gerecyclede flessendoppen.

Plastic is uitstekend voor het isoleren van elektrische kabels omdat het geen warmte of elektriciteit geleidt. Vóórdat elektrische verlichting werd uitgevonden, gebruikten mensen dierlijk vet, olie en hout als lichtbronnen.
Nu vormt plastic een groot deel van de bedrading in huis, maar is het ook onderdeel van het design van veel verlichting; led kaarsen bij het altaar, tl-verlichting op kantoren, snoerlampjes bij buitenverlichting – allemaal van plastic!

En nu? waarvan zijn de etensbewaardozen NU van gemaakt?

Zoveel is van plastic, het zit in de schoenen waar we op lopen, in de kleding die we dragen, in cosmetica ,in meubels, eigenlijk in alles.
We werden ooit verliefd op een materiaal dat de wereld kon verbeteren, maar vrezen nu een wereld overspoeld wordt met plastic afval.
Er bestaan nauwelijks plekken op aarde zonder plastic.
Plastic vergaat niet! De gevolgen voor het milieu zijn vernietigend.

Het Tropenmuseum is prachtig, de tentoonstelling wat druk en, vond ik, wat chaotisch (en heel erg veel te lezen, hetgeen je op een gegeven moment toch opgeeft)  maar de boodschap komt ZEKER over: Er is veel te veel plastic op de wereld!

Ik spaar plastic doppen (voor de kosten van blindengeleidenhondenopleiding) scheidt mijn afval, neem altijd een niet- plastic-boodschappentas mee; koop zo min mogelijk in plastic, maar wat is DAT weinig op het geheel van teveel plastic!!! Veel te weinig!

Ik heb me opgegeven voor de gratis tips om e.e.a.te veranderen. ( Dat kun jij ook via https://www.plasticsoupfoundation.org/plasticfashion-gids/)

Tot slot 9 algemene tips om minder plastic te gebruiken. Ook al is het weinig, het is meer dan niets.

We lopen het Tropenmuseum uit, de zon schijnt (alle raambedekking IN het museum is grijs, waardoor van binnen naar buiten kijken uiterst somber wordt)
Terug in de auto, de snelweg op, is ons NU teveel.

We lopen het Oosterpark door, zien halsbandparkieten in de bomen (!) en in struiken knoppen die op uitkomen staan; een oma met kleinkind die de meeuwen voert, een meisje in strak felgekleurd renkostuum sjeest het park door; een oude man sjokt achter een rolstoel met een dame onder een plaid erin; we horen de bel van de tram op de achtergrond en heel, heel langzaam zakt onze depri bui; het leven is óók mooi!

Iets dat je weet, kun je niet meer niet-weten. De kennis blijft.
De tekst op de grote zuilen blijft in mijn hoofd, maar er is meer dan plastic,
gelukkig wel.



Marlene, dochter van de Alpen

Zoals ik al eerder blogde lees ik ALLES wat los en vast zit en ik in mijn handen krijg.
Onlangs was dat een folder (in boekjesvorm) die ik kreeg bij de groenteman met de titel: Marlene, Seasonal Art Book!

In het boekje kunstwerkjes van verschillende artiesten, allemaal geënt op de Marlene appel,  zoals er op het merkje staat “Daughter of the Alps”*)
Een leuke manier van reclamemaken!

Het blijkt dat de Italiaanse provincie Zuid Tirol vol staat met appelboomgaarden en dat de lekkerste van al die appels de Marlene is.

Marlene zegt daar zelf over: “Mijn vader is de berg. Mijn moeder is de mediterrane zon. Ik ben Marlene, dochter van de Alpen”  (welke pr man/vrouw zou dát bedacht hebben?)

De Marlene appel is niet alleen gezond ( vitaminen, mineralen en antioxidanten) maar doet ook “wonderen” voor de huid.

De bovenstaande 2 schuingedrukte zinnen zijn (knap?) pr – gepraat.
Nu de feiten:

Er blijken 7 varianten van Marlene te zijn: Golden Delicious,Royal Gala,Granny Smith, Fuji,Red Delicious, Braeburn, Stayman Winesap!

Allemaal met een certificaat: Indicazione Geografica Protetta = beschermde geografische aanduiding

Marlene is een handelsmerk van het VOG Consortium (opgericht in 1945 met handelsmerk ”What one cannot do alone, many can do together” – coöperaties dus)
Op 10.900 hectare in Zuid Tirol  worden de appels  geteeld. En ze zijn sinds 2008  verkrijgbaar op de Nederlandse markt .
De nieuwe sticker óp de appel werd speciaal ontworpen door de Italiaanse kunstenaar Luca Santella
De afbeelding  wil laten zien hoe de natuur, midden in de winterkou rust, om met meer energie en kleur dan ooit te voren te ontwaken mét de Marlene appels.

Een aantal van afbeeldingen van dit boekje zijn een tijdje geschilderd op de trams van Milaan te zien geweest! Over exposure gesproken!

Misschien is het een idee om toch maar eens één (of meer) Marlene appeltjes te proberen?

Toen ik dit blog gemaakt had vond ik het idee van die 4 kunstwerkjes leuk, dus heb ik lijstjes gekocht en is mijn lief aan het inlijsten gegaan.
We hebben 4 van de appelportretjes opgehangen (wisselen kan altijd nog)
Waar een blog al niet toe kan leiden!





*) mij deed zo’n titel meteen denken aan vroegere boekjes van Heidi en Peter. Heidi een weeskind uit de Alpen, met plaatjes van een meisje huppelend in aan Alpenwei, bergen op de achtergrond



Internationale badeenddag

Morgen is het Internationale badeenddag!
Dit is het verhaal van hoe het allemaal zo gekomen is.
Waarschijnlijk zegt de naam, Peter Ganine u niets. Ik had  de naam nog nooit gehoord vóór ik een stukje las over bandenfabrikant Goodyear.

Er bestond namelijk ooit een Charles Goodyear, een Amerikaan die leefde van 1800 tot 1860. Hij was uitvinder en werd bekend door het uitvinden van het vulkaniseren van rubber. 

Hij vond uit dat door rubber te verhitten, het vloeibaar wordt en de ijzersterke verbinding van de moleculen die daardoor ontstaat, een flexibel duurzaam product vormt.
Hij kreeg hij in 1844 octrooi hiervoor.[Pas ná zijn dood werd de bandenfabriek Goodyear opgericht, een hommage aan de uitvinder van rubber, die zó nimmer vergeten zal worden]

Waarschijnlijk heeft deze Charles het allereerste eendje gemaakt of laten maken (deze bleef nog niet drijven!) In het Engels is de naam voor een speelgoed eendje : rubber duck)

De eerste rubber ducks waren kauwspeelgoed voor honden en baby’s.
De echte eerste versie van de eend voor in bad werd in 1931 ontworpen door de Amerikaanse Eleanor Shannahan Zij vroeg patent aan voor een rubberen eendje dat water kon spuwen door een opening bij de snavel. Die eendjes moesten ervoor zorgen dat het voor kinderen leuk was om in bad te gaan. (geen foto van deze dame kunnen vinden)

In samenwerking met het latexbedrijf Seiberling Latex Products maakte ook Disney badeendjes met de vormen van Disney-figuren zoals Donald Duck en Katrien Duck (1934 tot 1942)

Dan  komt die Peter Ganine (1900 –1974) in beeld. Hij was een Georgisch-Russisch-Amerikaanse  (geboren Tbilisi) beeldhouwer, ooit bekend om zijn schaaksets en zijn keramische werk totdat…

..hij in 1947 patent aanvroeg voor een vinyl badeendje met een gaatje aan de onderkant dat piepgeluidjes maakte als erin geknepen werd. (dat eerste  vinyl eendje was felgeel met een rode snavel, daarvan werden er duizenden gemaakt en over de hele wereld verkocht)

De populariteit van de badeendjes werd nog vele malen groter door een aflevering van Sesamstraat. Daarna werden er wereldwijd meer dan vijftig miljoen badeendjes van Ganine verkocht. Toen het patent van Ganine was verlopen, mocht iedereen de badeendjes vrij produceren en verkopen. Dat gebeurt nog steeds want badeendjes blijven populair.

Niet alleen als speelgoed, want bij toeval zouden de eendjes ook nog een rol krijgen binnen wetenschappelijk onderzoek.
In 1992 verloor een groot containerschip, dat voer van Hong Kong naar het noordwesten van Amerika, 12 containers. In één van die containers zaten naar schatting zo’n 28.800 badeendjes (ook nog andere drijvende speelgoeddieren) Toen die container openbarstte, kwamen vooral de felgele badeendjes boven drijven. Die badeendjes hadden allemaal een “markeringsnummer” ( én waren zo gemaakt dat ze onmogelijk konden zinken) De eendjes dreven dus mee met de zeegolven. Dat betekende dat ze waren overgeleverd aan grote zeestromen.

De Amerikaanse oceanograaf Curtis Ebbesmeyer (1943- ) is aan de hand van de aangespoelde badeendjes, zeestromingen in kaart gaan brengen.



Zijn internationale netwerk van strandjutters hielp hem; jutters van over de hele wereld gaven aan hem door waar de eendjes (én de andere drijvende rubberen dieren) aanspoelden.
De door hem, aan de hand van de badeendjesmeldingen, in kaart gebrachte zeestromingen gaf ook andere  oceanografen een grote hoeveelheid informatie over de snelheid en de routes van die stromingen.(In 2007 hadden eendjes soms 27.500 km afgelegd)

Zo hadden badeendjes ook nog een wetenschappelijke waarde.



Er schijnen nog steeds van die drijvende eendjes te vinden te zijn oa. in de Bering Zee en de Atlantische oceaan. Ook bij mij op de badkamerzijn er 3.
( herkomst niet uit zee, maar gewoon uit de winkel!)



Fiets

De directe aanleiding voor dit fietsenblog was een wandeling in het bos.

We kwamen daar een bike cleaner tegen. (Nou ja “tegen”? Wij liepen, het ding stond vast in de grond) Nooit eerder gezien. Het zal voor mountainbikes zijn, vermoed ik, want die worden van die bospaadjes behoorlijk smerig, misschien dat ze vóórdat ze op de autofietsendrager gaan, daar gesopt kunnen worden?

Bij mij werkt zoiets door; Ik vraag me dan steeds meer af en ga op zoek naar de antwoorden.
Van het een komt ’t ander, en van het ander een fietsblog!

Er zijn “betwistbare” bewijzen dat er vóór het jaar 1800  al fietsen bestonden. Gezien dat het “betwistbare” bewijzen zijn,  neemt men in het  algemeen aan dat de eerste fiets in 1817 in Duitsland werd uitgevonden door een zekere Baron Karl von Drais

Deze (eerste?) fiets was eigenlijk een loopfiets

Het woord “fiets” komt uit het Frans, van vélocipède. Dat woord werd verbasterd tot vlossepeerd en fieselepee, en van fieselepee werd het fiets ( dit las ik, maar ik vind het nog al grote sprongen van vlossepeerd tot fieselepee) En als het een Duitse uitvinding is waarom dan een Franse naam?
In Duitsland heette de fiets in het begin een “Draisine” ! (Dát klinkt logisch)

Nederland is een echt fietsland, nergens wordt zoveel gefietst als in Nederland, mede omdat ons land zo vlak is en je hier geen berg op (of af) hoeft.

Vietnam had, toen wij er waren, niet zoveel auto’s wel mega veel brommertjes en fietsen, waar ze van alles op vervoerden, we zagen 4 mensen op 1 fiets, grote pakken en zelfs een keer een varken achterop.

Ook in China (nooit geweest) schijnen veel mensen te fietsen (en ook niet te hebben) die liggen daar dan op een gigantisch fietsenkerkhof

Ik vond op internet dat we in Nederland 32.000 kilometer fietspad hebben en dat onze 17 miljoen inwoners, 22 miljoen fietsen hebben.( Ik ken inderdaad mensen die een boodschappenfiets en een zondagse fiets hebben, verschillende mensen die een mountainbike, een racefiets én een “gewone” fiets hebben, en kinderen die een driewieler,(telt dat als fiets, zo eentje met zijwieltjes?) loopfietsje en/of fietsje) hebben.*)

Als we het over fietsen hebben moet ik denken aan het wittefietsenplan (1965) van de Provo’s (anarchistische beweging) dat plan was bedoeld om de asfaltterreur van de gemotoriseerde bourgeoisie aan te pakken. [De eerste witte fiets, een exemplaar dat ter plekke witgeschilderd werd , werd meteen door de politie in beslag genomen omdat er geen slot op zat]

Het plan om fietsen een collectief bezit te laten zijn en om heel Amsterdam zo’n fiets te laten gebruiken, haalde het niet.
Heden ten dage ziet het erbij het Centraal Station in Amsterdam zó uit!

Ook zijn daar OV fietsen te huur ( € 4,15 per 24 uur)


In Nationaal Park de Hoge Veluwe zijn wel witte fietsen Binnen het hek kun je een witte fiets pakken er in het park op rijden en hem weer achterlaten.

De fiets is een universeel vervoermiddel, jong en oud rijdt erop, onze premiers, onze koninginnen en onze koning nu!

Prima vervoermiddel, je kunt overal langs, helemaal in de grote steden met geparkeerde en stilstaande auto’s; je kunt altijd zelf weg wanneer je wilt; (wel een regenpak/poncho mee voor de regen!) je voelt de wind door je haren; je krijgt er ’s zomers bruine toet en armen van, je ben BUITEN ipv in bedompte auto én je ziet veel meer.

*) En dan heb ik het nog niet gehad over de elektrische, de bak- en de snorfiets.

Misschien komt dat een andere keer.

Van tetrapak tot vetbolhouder

Onlangs kwam ik weer een leuk 100% gerecycled artikel tegen; een grijze vetbolhouder van de firma  Esschert Design.
Esschert Design heeft het overgrote deel van de verschillende assortimenten zélf ontwikkeld en laat deze in opdracht produceren. Deze vetbolhouder is een nieuw product van dit bedrijf!


Het materiaal voor deze vetbolhouder komt van tetrapakken (Tetra Pak is een Zweedse multinational,(opgericht 1951) wereldwijd marktleider in kartonnen verpakkingen voor de voedingsindustrie, zoals verpakkingen voor melk, vla en vruchtensappen) Tetra Pak was het eerste bedrijf dat kartonnen verpakking voor melk op de mark bracht! 
Nu worden de papiervezels van deze (gebruikte) pakken hergebruikt voor doosjes en w.c. papier.

Het plastic dopje word verwerkt tot gradulate (korrels) en van die korrels wordt die vetbolhouder gemaakt!

Van zo’n artikel, gemaakt van gerecycled materiaal, word ik blij; ik heb het gekocht.
Nu maar afwachten hoe de vogels het vinden.

Rum en cola

Een “bacootje” drinken, vroeger jeugdtaal voor het drinken van een Bacardi (rum) en Coca cola wordt  ook nu nog gedaan. Wat is Cola en Wat is rum?

Coca Cola’s bedenker, de Amerikaanse arts/apotheker Dr. John Styth Pemberton (1831-1888)  experimenteerde met allerlei plantenextracten om medicinale drankjes te maken; één van zijn experimenten, een siroop gemengd met koolzuurhoudend water, werd voor 5 cent per glas verkocht.

Dát was het begin van de drank Coca cola! (de naam werd verzonnen door een vriend van hem die ook de letters voor de merknaam ontwierp)

Toen de Olympische spelen in Nederland werden georganiseerd (1928) was Coca cola de hoofdsponsor van dit evenement en kwamen er behalve sporters met de schepen ook kratjes cola mee aan boord, om ook  Nederlanders met dit drankje kennis te laten maken.

The rest is history!

Rum heeft een veel langere historie. Het is een gefermenteerd suikerdrankje en werd  in “de oudheid” al  gedronken. Het basis ingrediënt; suikerriet, groeide in delen van Zuid-China en India

Alexander de Grote (356-323 v.Chr) bracht, na de verovering van India,  rum naar Egypte en noemde het “het onkruid dat honing geeft zonder hulp van bijen”


Rum wordt vaak geassocieerd  met suikerrietplantages, slaafgemaakten, dranksmokkel  én met warme eilanden zoals Jamaica. 
Wat betreft de warme eilanden: de eerste, echte rum, zoals wij die nu kennen, stamt uit Barbados, eilandstaat in Caribisch gebied [Van Jamaica komt Black rum: rum met een sterk aroma van geroosterde tabak en koffie, licht medicinale ondertonen en een vleug kersensmaak]

Doordat de vraag naar melasse (stroopachtig bijproduct  van suikerriet, nodig voor het maken van rum) toenam had men steeds meer arbeidskrachten in het Caraïbische gebied nodig: er ontstond een onmenselijke driehoekshandel in rum, melasse en tot slaafgemaakte arbeidskrachten

De eerste destilleerderij in Amerika werd in 1664 gebouwd op Staten Island; het maken van rum werd  al snel een lucratieve bezigheid in New England (achterland van New York)
[De bevolking van de toen Britse kolonie dronk in die dagen gemiddeld 15 liter per jaar!]

Ook  Amerikaanse presidenten wisten wel weg met rum! Toen in 1789  George Washington werd gekozen als president  zorgde hij er voor dat er op zijn inauguratiefeest een vat Barbadosrum voor hem en zijn aanhangers klaar stond


Inauguratie G.Washington

Daarna werd rum min of meer “gewoonte” bij verkiezingen; de presidentskandidaten gaven gratis rum  weg; hoe guller de kandidaat was met het schenken van gratis rum, hoe groter de kans op zijn (her) verkiezing!

Rum-running heet het illegaal rum de VS in smokkelen over water. Het hoogtepunt  daarvan was tijdens  de drooglegging van de VS  ( 1920-1933)

Doordat  Amerikaanse whisky terrein won én door exportbeperkingen vanuit de Britse eilanden in het Caraïbische gebied werd het rum drinken in Amerika minder.
Ik las onlangs in een krant dat NU rum puur drinken in Nederland in opmars is: niet met cola “verdunnen” ( rum heeft een minimaal alcoholpercentage van 37,5%)

Er  zijn verschillende verhalen over het ontstaan van de dranknaam RUM.
Eén daarvan is de laatste lettergreep van het Latijnse woord van suiker: Saccharum werd kortweg rum!



100% Katoen

Er zijn enorm veel keurmerken in het leven geroepen om allerlei artikelen te verduurzamen.
Ik schreef al eens eerder over MSC en ASC ; viskeurmerken en over FSC; houtkeurmerk; nu kwam ik weer een keurmerk tegen; het richt zich op het verduurzamen van de katoenteelt.

Het zat op een theedoek die ik  bij de Action kocht; er stond op het label: “Action is a proud member of the BCI (Better Coton Initiative)

Het “echt” bewust worden van het feit dat katoenteelt een indrukwekkende hoeveelheid water, landbouwgrond en schadelijke bestrijdingsmiddelen gebruikt, kwam voor mij misschien pas echt in december 2020 toen de reclame kwam van Yumeko
Beeld: een in bed slapende man,

en een voice-over
Wist je dat er voor 1 kilo katoen
1 kilo gif wordt gebruikt ?
Wordt wakker
wij dromen van beddengoed zonder giftige
stoffen en zonder kinderarbeid!


Yumeko werd in 2010 opgericht door 2 vrienden die geloofden in een maakbare toekomst, die ervan droomden om een ethisch merk in de markt te zetten én om aan te tonen dat duurzame businessmodellen rendabel zijn! Niet dat iedereen meteen duurzaam bedden- en badgoed ging kopen, wél dat de consument zich bewust werd van wat  goed en niet goed bedden/badgoed is.

Yumeko [Japanse meisjesnaam samengesteld van de woorden Yume (droom) en Ko (kind) heeft als een van de weinige bedrijven in Nederland (zegt ze zelf) zowel het keurmerk van de Global Organic Textile Standard als het Fairtrade keurmerk ontvangen

Het Fairtrade keurmerk wordt door consumenten over de hele wereld gezien als het belangrijkste keurmerk voor sociale en duurzame ontwikkeling via eerlijke handel met boeren en werknemers in ontwikkelingslanden]

Global Organic Textile Standard is een internationaal keurmerk dat eisen stelt aan zowel de productie van de vezels als de verder verwerking ervan tot kledingstukken.

Op de theedoek die ik nu kocht zag ik ook 2 keurmerken staan: Oeko-Tex Standard 100, (een, in 1992 geïntroduceerd test- en certificeringssysteem voor textiel, waarvan de standaard zich richt op het beperken van het gebruik van schadelijke stoffen) en BCI: Better Cotton Initiative [een samenwerkingsverband tussen ontwikkelingsorganisaties (zoals Solidaridad), milieuorganisaties (zoals het WWF) en het bedrijfsleven (zoals Adidas en Ikea) dat richt zich op het verduurzamen van de katoenteelt]

Thuis zocht ik op wat precies deze keurmerken inhouden: Oeko Tex gaat over de gezondheid van de eindgebruiker ( in dit geval dus MIJN Gezondheid) Dit keurmerk  garandeert dat het kledingstuk geen schadelijke stoffen bevat voor de huid, het zegt dus niets over eerlijke productie of belasting van het milieu (Ik dacht dat stof niet eens verkocht mocht worden als het WEL schadelijk voor de huid zou zijn!)

BCI schrijft geen specifieke methodes of technologieën voor de verwerkers van katoen voor, maar laat boeren/plantages zelf kiezen welke manier van duurzaam telen het beste bij hen past. De focus ligt op continue verbetering. Daarbij maakt ze onderscheid tussen kleine boeren en middelgrote en grote plantages.

Een belangrijk verschil met biologisch katoen is dat BCI het gebruik van genetisch gemanipuleerde zaden en bestrijdingsmiddelen wél toestaat. BCI stelt geen eisen aan energiegebruik of het beheersen van afvalstoffen en chemicaliën.

Een keurmerk lijkt me, als het goed gecontroleerd wordt, altijd beter dan GEEN, maar niet elk keurmerk heeft ECHT veel te zeggen. IK lees uit de BCI-eisen niet, mét  gebruik van bestrijdingsmiddelen én het niet hoeven te beheersen van afvalstoffen en chemicaliën, echt “duurzame” katoen productie!

Nu we het over textiel hebben en duurzaamheid hebben:  de gemiddelde Nederlander koopt 50 kledingstukken per jaar en kan bijna 40 kg CO2  besparen door 6 kledingstukken minder te kopen.[ bron: Milieucentraal.nl]
Als iedere Nederlander dat zou doen scheelt het net zoveel CO2-uitstoot in een jaar als 85.000 keer met de auto rond de wereld!

KEER