Herkomst van de Paashaas

paashaasEr schijnt een Germaanse legende te zijn van godin van de lente, godin Ostara ook wel Eostre *) genoemd.
De legende gaat over een kip, die de vervelende gewoonte had om de eieren te verstoppen.
Als straf veranderde de Godin die kip in een haas, die de eieren dan weer moest gaan zoeken.

Een andere herkomstmogelijkheid van de eierleggende paashaas zou kunnen zijn dat vogels wel eens eieren in hazenlegers leggen.

Nogal vergezocht allemaal.
De ECHTE herkomst van de betrokkenheid van de paashaas met eieren op het moment dat het Pasen is……zal wel een mysterie blijven,

Vast staat dat de eerste eetbare hazen rond 1800 werden gemaakt en gegeten, aanvankelijk van brooddeeg, later van chocolade. Van de nazaten van die hazen kunnen we  nu nog met Pasen genieten!

 

*) daarvan afgeleid het Duitse Ostern en het Engelse Easter

 

 

Pesach was vóór Pasen

Vóór de Christelijke Paasviering werd al Pesach*) gevierd.
Pesach is het Joodse vrijheidsfeest, ook wel lentefeest of matzefeest genoemd.

Bij het joodse Pesach wordt de uittocht uit Egypte herdacht.
In één van de 5 boeken van de Thora; (boeken van Mozes waarop de Joodse leer is gebaseerd**) in het boek Exodus wordt beschreven hoe Mozes opdracht van God kreeg om de Joden uit Egypte te leiden.
Deze uittocht was het einde van de zo’n 400 jaar durende Joodse slavernij, en speelde zich 15 eeuwen voor de geboorte van Jezus af.

Omdat de Joden zo snel moesten vluchten, was er geen tijd meer om met gist (tijd nodig om te rijzen) broden te bakken.
Bij de herdenking van de uittocht wordt plat brood, dat niet gerezen is (matze) gegeten.

De Joden vieren Pesach in de maand Nisan, de eerste maand van de Joodse jaartelling. Het Joodse jaar is niet hetzelfde als het zonnejaar van de Gregoriaanse kalender ( die in het grootste deel van de westerse wereld gebruikt wordt) De Joodse kalender is hoofdzakelijk een maankalender, waar bij iedere nieuwe maan een nieuwe maand begint, zodra het eerste zilveren streepje van de maan zichtbaar wordt, nadat die een nacht volledig onzichtbaar was.

In het, eerste oecumenische, concilie van Nicea (het huidige Iznik in Turkije) in het jaar 325 na Christus werd bepaald dat overal op dezelfde datum Pasen moest worden gevierd.

Het Joodse Paasfeest wordt dit jaar van  31 maart t/m 7 april gevierd.
Jezus, een Joodse man, “vierde” Pesach met een maaltijd met zijn discipelen.
Het wordt het Laatste Avondmaal genoemd omdat het zijn laatste avondmaaltijd werd voor zijn kruisiging.

*) Pesach  is een Hebreeuwse woord. Pascha is het  Aramese woord voor Pasen
**) Thora, ook wel tora of thorah geschreven is Hebreeuws voor “leer, instructie of wet”

 

Promotiemateriaal

Ooit werkte ik bij een Evenementenbureau. We verzorgden evenementen in het hele land. We huurden lokale “mannetjes” in die, zo’n veertien dagen tevoren, aankondigingsborden  plaatsten op toegangswegen en “hotspots” in en om de plaats van het evenement; ze haalden ze dan ook, ná het evenement weer weg.
Daar werden ze voor betaald.

Toen ik bij een vrijwilligersorganisatie  happenings mede-organiseerde hadden we zo onze “adresjes” waar we flyers mochten neerleggen en posters mochten ophangen.
Zoals bij de bakker niet, maar bij de drogist wel.
Ná het evenement moest ik ze dan ook weer ophalen.

Afgelopen weekend  was er een lentemarkt bij de zorgboerderij (zie ook blog daarover) ook zij hadden tevoren op verschillende plekken (geplastificeerde) posters opgehangen. Voornamelijk bij  fiets- en voetgangersoversteekplaatsen en stoplichten.

Afgelopen week, na de markt, zag ik zo’n affiche half vast, half loshangen; een triest gezicht. Ik maakte hem los en nam hem mee naar huis.
Thuis belde ik de Zorgboerderij en vertelde wat ik gedaan had.
Ze hadden nog geen tijd gehad, de posters weer op te halen vertelden ze, ze hadden het druk met andere dingen.
Ik stelde voor dat ik ze dan zou weghalen (het was mooi weer en rondje dorp fietsen was geen straf) Daar waren ze blij mee, ook de foto’s die erop zaten wilden ze graag terug, “daar konden ze nog wel wat mee”.
Dom was, dat ik niet gevraagd heb hoeveel er op gehangen waren.
Ik heb een “rondje” gefietst en er 10 van palen afgehaald en ze in onze gang klaargezet om teruggebracht te worden.

Onlangs zag een vriendin de borden in de gang staan en vroeg ernaar.
Ik vertelde dat ik ze “allemaal” had weggehaald.
We gingen gevieren met de auto weg. Op de terugweg, vlak bij huis, wees mijn vriendin op twee borden bij een stoplicht “Deze heb je  kennelijk laten hangen”.
Inderdaad van die kant benaderde ik ons dorp zelden; ik had ze dus niet gezien
“Even” later  ben ik alsnog met de fiets naar de plek  gegaan en heb de twee borden losgehaald en bij de 10  andere in de gang gezet.

Vandaag ging ik naar de kapper om een afspraak te maken (hard nodig) en dáár in de etalage hing een, eveneens geplastificeerd, affiche van de lentemarkt; ook die maar meteen losgehaald en meegenomen.

Ik ben vandaag naar de Zorgboerderij gegaan om ALLE borden terug te brengen.
De boer was er blij mee, wist zelf niet meer hoeveel zijn vrouw er had opgehangen. “Soms zien we er na maanden nog ergens één hangen”.
Ik blijf dus rondkijken, je weet nooit.

Gered?

Wij hadden vroeger een hond.
Dientengevolge kende ik alle hondenbezitters bij ons in de buurt.
Onze hond is al jaren dood en vele van zijn vroegere “vriendjes” ook, maar een aantal van de hondenbezitters van toen hebben, nadat hun hond overleden was, een andere hond genomen.

stafforshire 2
Mensen die een straat achter ons wonen, hadden vroeger een wolfshond, een knoeperd van een beest. Toen de hond overleed namen ze een Staffordshire bulterriër, niet zo groot, maar nog steeds geen knuffelhond! Hun oudste zoon werd volwassen en kocht een huis in onze straat en van die tijd af zie ik de zoon vaak met de bulterriër lopen.(ik denk dat hij de hond heeft meegenomen)

 

 

Vanavond liepen we na het eten een stuk door de wijk. Toen we  op de terugweg waren zat daar de bulterriër. Zijn baas was nergens te bekennen. Ik liep op de hond af en aaide hem, hij liet het toe en liep achter mijn lief aan.
“Waar is de baas?” vroeg ik,  alsof ik antwoord van de HOND zou krijgen!
Straat in straat uit gekeken, geen baas. De hond liep een beetje mank achter ons aan. Het zat mij en mijn lief niet lekker om hem zo alleen op straat te laten staan.
We namen hem mee en belde aan bij de zoon. Niemand deed open.
Vermoedelijk was hij zijn hond aan het zoeken.
Mijn lief pakte zijn fiets en reed de wijk wat rond om de baas op te sporen en ik nam de hond mee naar binnen, hij volgde me heel dociel. Water en een hondenkoekje (altijd in huis) verdwenen  in zijn bek onder luid geslobber.

Mijn lief kwam terug. Geen hondebaas gevonden
Ik belde nogmaals bij de voordeur van de hondenbaas aan, niemand deed open. Misschien was de baas weg en pasten zijn ouders op, bedacht ik me.
Ik zocht in onze schuur naar de riem van onze vroegere hond (wie wat bewaart heeft wat), lijnde de hond aan en samen liepen we een straatje om.
Hij liep langzaam (moe?) maar volgde wel. Ook bij het adres van de ouders werd niet opengedaan. Ik belde nogmaals en tikte hard tegen de ruit.
De hond zwiepstaartte, ik hoorde gestommel. De vader verscheen met verwarde haren (geslapen?) Ik vertelde dat ik de hond had gevonden en dat ik hem wilde thuisbrengen maar dat zijn zoon niet thuis was.
Hij keek me ietwat verdwaasd aan.” MIJN hond” zei hij. Het leek of hij me niet begreep.
– Kan ik hem hier achterlaten? – vroeg ik.
De vader knikte De hond probeerde al, achter de man, om naar binnen te komen.
Ik maakte hem los en de hond liep naar binnen. De man gaf me een “aparte” handdruk (bestaande uit 3 “grepen”)  en liep naar binnen. Een beetje vreemd ging het wel.
Maar kennelijk voelde de hond zich er thuis en het WAS de vader van de jongen waar de hond altijd mee liep. Dus ik nam maar aan dat het goed was.
 

Het IJ.

ijFamilie heb je, vrienden kies je. Soms heb je geluk en worden familieleden vrienden. Dát geluk hebben wij.

Een niet-gevierde verjaardag was de reden om ons uit te nodigen voor een lunch!
Een TOP-reden! Een verjaardag is gezellig, maar meestal wissel je maar weinig woorden met de jarige; die is immers druk met “bedienen”.
Een lunch met zijn vieren geeft alle gelegenheid om eens lekker bij te praten.

Wij werden thuis opgehaald en reden met hen naar Amsterdam Noord, waar we, op een bijzondere locatie gingen lunchen. Onderweg in de auto bepten we er al lustig op los. Amsterdam Noord is voor mij onbekend terrein, mijn lief is een geboren Amsterdammer, maar was de laatste 25 jaar op die locatie niet geweest.
Er blijkt daar gigantisch veel veranderd te zijn.
kraanspoor
Op een constructie waarop ooit de hoogste hijskranen van het havengebied schepen losten werd in 2007 een gebouw met daarin kantoren opgebouwd, waar nu onder meer Discovery Channel en IdtV zijn gevestigd; Het Kraanspoor, een imposante constructie.
loetje aan het IJOns eind doel ligt in de kop van het havengebouw van de Amsterdam Marina: Loetje. Een geweldig terras aan het water.
Dat nu erg nat was omdat niet alleen t IJ uit water bestaat, maar ook uit de lucht bakken met hemelwater kwam.
Naar binnen dus voor de lunch mét een prachtig uitzicht óp het water, waar allerlei soorten boten voorbij voeren.

Heerlijk geluncht, gezellig bijgepraat; een top idee om je verjaardag te vieren aan het IJ. Het IJ is eigenlijk een rivier en was oorspronkelijk een baai van de Zuiderzee en de naam het IJ, is verwant aan de Friese Ee, dat “water” betekent*)uoitzicht vanuit Loetje

 

 

 

 

 

 


*) Frans eau = water

 

Reanimatie en AED.

Ooit was mijn broer op de golfbaan en kreeg zijn golfmaatje daar een hartstilstand. Mijn broer wist niet wat hij moest doen en rende terug naar het clubhouse om hulp te halen. Toen hij terugkwam mét hulp was de man overleden.
Hij vertelde daar geëmotioneerd over. Op dát moment besloot ik dat het mij NIET gebeuren zou (niet dat ik toen golfde) dat er zoiets zou gebeuren en ik niet zou weten wat ik moest doen. Ik gaf me op voor een cursus reanimeren bij de Hartstichting.

Dat was zo’n  25 jaar geleden. Sindsdien word ik elk jaar opgeroepen voor een herhalingscursus. In 2009 is daar ook een cursus Automatisch Externe Defibrillator (AED)bedienen bijgekomen.

Gisteren “was ik weer op herhaling”. Dit keer met een klein groepje van 6 maar personen( meestal veel meer) Een cardiologisch verpleegkundige gaf de cursus. Zij kon goed vertellen hoe belangrijk het is om snel adequate hulp te bieden. Zij ziet immers in het ziekenhuis, op háár afdeling hoe de gereanimeerde mensen binnen komen en in sommige gevallen hoe ze er, na een tijdje ook weer, al dan niet gedeeltelijk of bijna geheel hersteld uit gaan.

Momenteel sterven er, in Nederland, per dag 35 mensen aan een hartstilstand. Hoe meer mensen adequate hulp kunnen bieden, hoe minder sterfgevallen.
Natuurlijk is niet elke hartstilstand met reanimatie te redden, maar door reanimatie geef je mensen wel een kans,  die ze NIET hebben als er NIETS wordt gedaan.

In de loop van de jaren is er nogal wat veranderd, het schouderknijpen (om bij het slachtoffer een reactie uit te lokken)wordt NIET meer gedaan; aanspreken en aanraken (spierspanning voelen) is nu voldoende.
De aantallen van reanimeren, afgewisseld met mond/neusbeademingen is ook veranderd; nu is het 30 keer reanimatie om 2 x neus/mondbeademing.
Dát blijkt het effectiefst.
Bijna iedereen heeft een mobieltje, dus iemand wegsturen naar een telefooncel hoeft ook niet meer.
In sommige gemeenten is er om de ca. 600 meter een AED beschikbaar, zodat die ook snel ter plaatse kunnen zijn.
De leus Iedere seconde telt is nog steeds van kracht.
Het begint met het herkennen van een circulatiestilstand. Pas als dát vastgesteld is en er is geen sprake van “alleen maar” bewusteloosheid;  er geen ademhaling geconstateerd is, kan er gereanimeerd gaan worden.

We hebben weer geoefend op ( 3) poppen en met AED (2) alles onder toeziend oog van de “juf” die waar nodig bijstuurde. Natuurlijk is het mega belangrijk dat je WEET wat je doen moet. Verder kun je alleen maar HOPEN, dat, als de situatie zich voordoet, je niet bevriest, maar “automatisch” doet wat je geleerd heb; ik oefen er ieder jaar één avond voor.
leerboek
 

Pulletje

pulletje

Jonge dieren heten vaak anders dan hun vader of moeder, bijvoorbeeld een schaap:
Ma heet ooi, pa heet ram, jong dier heet lam.
En bij een paard: Ma heet merrie, pa heet hengst, jong dier heet veulentje.

De eerste boekjes (met harde kaft) die peuters vaak kregen waren vroeger vaak met deze begrippen. De voorlezer kon dan bij het samen kijken met de peuter/kleuter het geluid erbij maken, zodat de kleine tegelijk een “leerzaam” momentje had.
Dát zal bij mij ook wel zo gegaan zijn. Ik weet alleen niet wat er “mis” gegaan is, maar ik heb nooit geweten hoe een jong eendje heet. Dat blijkt een pulletje te zijn.
(Dát woord kan ook voor een jonge kip gebruikt worden, las ik, maar dáár heb ik dan weer kuiken voor geleerd!)

Pulletje*) zou kunnen komen van het Franse woord poule, dat kip betekent. Het zou ook af kunnen komen van het geluid dat een mens maakt om een kip (of eend) te roepen; poele, poele, poele!!! ( dit verzin IK niet)
Een  babyeend heet dus een pulletje; de vader heet woerd en de moeder…. gewoon eend)

Verleden week las ik op mijn scheurkalender dat een pulletje meteen na het uitbreken van het ei, haar eigen eten moet zoeken. Ma eend let wel op haar kroos, maar eten moeten ze zelf zoeken. Ma en pa zijn vegetarisch en eten eendenkroos, maar de kleine kan daar niet  van opgroeien, die heeft VLEES nodig (aldus mijn natuurscheurkalender die overigens ook vermeldde dat de zon op  die dag om 6.36 uur opkwam)
Dus waterslakjes en muggen is pulletjesvoedsel!!

 

*) pulletje kan ook het verkleinwoord van “pul” zijn, maar dan is het een (kleine) bierkan met oor.

 

Financieel voordeel.

Een winkel waar je spijkers, bouten en schroeven, een kruiwagen, hark en tang kunt kopen noemden wij vroeger thuis een “mannenwinkel”. En nog steeds is dat een gangbaar begrip in ons gezin.
Tegenwoordig  zijn er Praxis-, Gamma- en Karweiwinkels maar dat zijn GEEN mannenwinkels dat zijn bouwmarkten.
In een “echte” mannenwinkel staat een man (liefst in stofjas) die uit zijn hoofd weet welk schroefje je nodig hebt.
Wij hebben zo’n mannenwinkel in het dorp.

Zondag waren we met vrienden op de lentemarkt en liepen we langs (de gesloten) winkel. Aan de zijkant stonden pallets tegen de muur. Onze vrienden hadden net verteld dat ze pallets wilden kopen om een bed van te maken. Ze keken naar deze; het waren precies de goeie! Ik beloofde er ‘s maandags even langs te gaan (onze vrienden komen uit een andere plaats) en te vragen hoe duur ze zijn.

Vandaag was het maandag en liep ik die winkel even binnen. De man, geen stofjas wel lekker casual gekleed, antwoordde op mijn vraag meteen: “Ga je gang, pak maar wat je nodig hebt”. Ik liep naar buiten en pakte de pallets.
Heerlijk het wonen in een dorp!
Ik kan twee vrienden blij maken met gratis pallets.

’s Middags moest ik even naar de Kringspierwinkel (officieel Kringloopwinkel, maar ook daar hebben we in ons gezin een andere naam voor)
Ik wil “buitenspeelgympjes”  voor onze kleinzoon hebben, zodat zijn goede schoenen GOED blijven en hij hier vrijuit een (voet)balletje kan trappen. Op de afdeling kleding en schoenen stond een bordje: vandaag alles € 1,-
Ik zag de gympies én een buitenspeeljack en betaalde € 2,-!!

Omdat mijn kettingkast zaterdag van mijn fiets was gegaan, hetgeen me bijna een schuiver op straat deed maken omdat het plastic ervan klem kwam te zitten, had mijn lief een afspraak met de fietsenmaker gemaakt. Die zou een nietpassende kettingkast passend proberen te maken (ik heb een oude fiets waarvoor geen kettingkasten meer leverbaar zijn)
Ik reed zonder kettingkast (mét oude broek aan voor het eventuele fietssmeer) naar de fietsenmaker, die zei dat deze klus wel “even” duren zou. Mijn lief haalde me op en bracht me 4 uur later, toen de fietsenmaker belde dat de fiets klaar was, weer terug naar de winkel.
Ik had  tevoren niet naar de prijs gevraagd en viel bijna stijl achterover toen ik het bedrag hoorde: “Ik heb er bijna een uur aan gewerkt” zei de fietsenmaker die mijn verkleuring zag.

De fiets zag er weer prima uit, ik betaalde en stapte op om vervolgens in het zonnetje naar huis te fietsen.
You win some you lose some!

Hoezo “plastic soep”?

plasticzak
Wij, in Nederland, schenen voorheen samen zo’n 3 miljoen
plastic tasjes per jaar te gebruiken; een deel daarvan kwam als zwerfvuil op straat. Natuurlijk kwamen dat zwerfplastic niet die van u en mij.
Ik stop plasticzakjes in een (hard plastic) bewaarding in de trapkast en hergebruik de zakjes vele malen en als ze “op” zijn gaan ze in de oranje bak. Nóóit op straat en zeker niet in de zee Zo doet u dat vast ook.
Waar komt dan al die plastic troep in de zee vandaan?

Terugdringen plastic zakjes: Vanaf 1 januari 2016 mochten de retailers in Nederland geen GRATIS plasticzakjes meer verstrekken. (mits*)

Er worden in Nederland ook controles uitgeoefend.
De ILT ( Inspectie Leefomgeving en Transport) voert bij verkooppunten controles uit; winkeliers moeten aantonen dat ze plastic tasjes NIET gratis meegeven.
Verkopen mag wel en ook een statiegeld tas mag.
Winkeliers mogen overigens ZELF bepalen hoeveel geld ze voor zo’n plastic tasje vragen (de richtprijs is € 0,25)
In april 2017 meldde SAMR dat er (in Nederland) zo’n 70% minder plastic zakjes door retailers waren uitgegeven.**) Het werkt dus!

Europa: De Europese Commissie heeft als doel gesteld dat het aantal plastic wegwerptasjes in Europa met 80% moet zijn afgenomen.
Spanje***) heeft in 2011 al een belasting op plastic draagtasjes ingevoerd en Italië heeft sinds 2011 al een verbod op plastic draagtasjes ingesteld.

Plastic feiten: Per jaar komt meer dan 5 miljoen ton plastic in zee terecht!!! Dit plastic verteert niet, het valt alleen uiteen in kleine stukjes (die ook giftiger worden) Door al die kleine plastic deeltjes veranderen de oceanen in giftige plastic soep.
Er wordt momenteel per jaar 311 miljoen ton aan nieuw plastic gemaakt; de helft is voor éénmalig gebruik en wordt direct na gebruik weggegooid meldt de Plastic Soup Foundation.

Meer terugdringen: Het plastictasjes-gratis-geven-verbod is één van de maatregelen, de volgende is statiegeld op kleine plasticflesjes.
Deze maatregel gaat op 2021 in, tenzij de verpakkingsindustrie binnen 2 jaar 90% van de weggooiflesjes hergebruikt.
Het IJK- moment is in het najaar van 2020, dan wordt bepaald of statiegeld voor petflesjes ****) per 1 januari 2021 ingevoerd gaat worden.

*) 1.Zeer dunne gratis plastic tasjes als enige verpakking zijn toegestaan wanneer ze etenswaren beschermen tegen vervuiling of besmetting    met ziekteverwekkers
2.Dunne gratis plastic tasjes als enige verpakking zijn verder toegestaan om voedselverspilling van losse levensmiddelen tegen te gaan.
3.In taxfree winkels op luchthavens of in het vliegtuig gekochte vloeistoffen; spuitbussen en gels worden verzegeld in een (doorzichtige) plastic tas.
**)In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu
***) retailers in Spanje moeten de plasticzakjesbelasting doorberekenen aan de klant en op de kassabon vermelden
****) Pet is de afkorting van Polyethyleentereftalaat; een thermoplastische polyester.

 

 

 

 

 

 

Terugdringen plastic zakjes

‘n Goede Week?

Christenen noemen de week vanaf Palmzondag (dit jaar 25 maart) de GOEDE week. Nooit begrepen waarom, zo GOED was deze week niet
(Ik las dat het woord “goed” gebruikt wordt omdat het NIET het einde van alles betekende)

Als remonstrants gedoopt en opgevoed kind kan ik me herinneren dat we (kinderen) op Palmzondag de kerk inliepen met stokken met broodhaantjes erop, die we dan na de kerkdienst naar “alleenstaande oude of zieke mensen” gingen brengen.
Toen ik wat ouder was deed ik mee aan het Paasspel. Daarbij kwam een lange stoet van kinderen de kerk in die “Hosanna”*) zongen en met palmtakken zwaaide.

In die GOEDE week zijn ook Witte Donderdag en Goede Vrijdag.
Op Witte Donderdag wordt het laatste Avondmaal herdacht. Ik geloof niet dat er vroeger dan “iets” met ons, kinderen gedaan werd, maar ik geloof dat mijn moeder op die avond ‘s avonds naar de kerk ging.
Op Goede Vrijdag wordt herdacht dat Jezus gekruisigd werd (lijkt mij ook niet echt GOED)
En dan met Pasen wordt gevierd dat hij verrezen is uit de dood.

Mijn katholieke buurmeisje VIERDE die dagen vroeger echt; het was bij haar thuis het hoogtepunt van het katholieke jaar!
Wij protestanten thuis vierden het Kerstfeest meer (zowel Christelijk: met het naar de kerk gaan; de geboorte van het kindje Jezus, als Heidens met een kerstboom met echte kaarsjes erin)
De geboorte van een kindje lijkt me meer “vierbaar”  dan de dood, volgend op het gekruisigd zijn van een ca 33 jarige man, zelfs al staat hij  later weer op.

Onlangs bezocht ik de monumentale St Janskathedraal in Den Bosch.
Daar lagen paasfolders op een tafel. Leesjunk als ik ben nam ik een folder mee.
Daaruit sprong één woord ”de Chrismamis”.
Het bleek geen dienst opgedragen aan de ma van Christus (gemiste kans) maar Chrisma, zo las ik, is een mengsel van olijfolie en balsem en is in de Katholieke Kerk één van de drie heiligen oliën. **) Het wordt in de ochtend van Witte Donderdag door de  bisschop plechtig gewijd tijdens de Chrismamis.
Bijzondere terminologie hebben de katholieken!

*)  Hosanna komt van de Hebreeuwse roep Hosha Na, het betekent letterlijk: Help nu! Help toch!
**) wat zijn dan die andere twee vroeg ik me af? Opgezocht: de ziekenolie en de catechumenenolie.