Carbidschieten

wp carbidschieten

De boze geesten moeten vóór het Nieuwe Jaar begint verjaagd, dan doen we met vuurwerk, hoog in de lucht, want daar komen boze geesten vermoedelijk vandaan (???) En met veel knallen, want daar houden boze geesten niet van!

Vuurwerk in sommige handen is gevaarlijk; soms voor hen zelf (soms “verdwijnt” een hand na of op 31 dec.) maar vaker voor anderen. Bewust: tussen mensen in gooien bijvoorbeeld. Of onbewust: fles of pot valt om en het vuurwerk gaat een andere kant op dan wordt gedacht. Dat is vooral griezelig in grote steden en de Randstad waar mensen dicht op elkaar wonen.

In de Achterhoek zijn veel boerderijen, de huizen liggen vaak verder uit elkaar en er wonen minder mensen. Wie denkt dat DAT de plaats is waar je moet zijn als je vuurwerk wilt mijden, is aan het verkeerde adres: het knallen daar is HARDER!
Carbidschieten*) of ook wel melkbusschieten wordt op weilanden georganiseerd door mensen die weten wat ze aan het doen zijn (dat hoop je tenminste) Het carbid wordt in een melkbus gelegd en een beetje natgemaakt dan wordt de bus afgesloten met het deksel of, leuker, met een bal. Er vormt zich dan een gas in de melkfles dat door een klein gat wordt aangestoken, even later volgt de knal, waarbij de bal uit de bus schiet. Soms is het alleen dát, maar er moeten ook wel eens doelen geraakt worden of het aantal meters  wordt gemeten om er een competitief spel van te maken. Leuk om, met oorbeschermers, naar te kijken. Achter een rood wit lint! De geesten in de Achterhoek worden ECHT weggejaagd!

 

*)Het Carbidschieten is in 2014 als vijftigste traditie geplaatst op  de Nationale Inventaris Immatarieel Cultureel Erfgoed in Nederland.

 

Toevalligheid ? (2)

We bezoeken iemand in het ziekenhuis in Nijmegen. Daarna zijn we van plan in de bossen bij Ede een stukje te lopen en een hapje eten.
Als we de auto geparkeerd hebben en uitstappen komt er een auto op ons af. De man draait het raampje open en vraagt of hij ons een beetje gekke vraag mag stellen. Wij vinden gekke vragen leuk, dus hij krijgt permissie.
Hij vertelt dat hij “misschien” iemand zou bezoeken, maar even moest melden als hij langs kwam,  nu was hij zijn mobieltje vergeten.
De vraag: Mag hij even van ons mobieltje gebruik maken? Mijn lief pakt zijn mobieltje en vraagt welk nummer hij draaien moet (De andere kant van de wereld op onze kosten bellen kan dan niet)
De man pakt een briefje uit zijn borstzak en noemt de nummers op. Mijn lief draait en geeft de telefoon aan de man.
Deze wacht even en zegt dan: “Met Henk, we zijn……. hé verdorie, een antwoordapparaat”. Hij geeft het mobieltje terug aan mijn lief die zegt : ”Jammer, maar u heeft het in ieder geval geprobeerd”.
Mijn lief zet het apparaat uit, de man bedankt en rijdt weg.
Wij gaan op het terras zitten.

Even later gaat mijn mans telefoon. Hij neemt op. Het is de zoon van de man bij wie we net in het ziekenhuis zijn geweest. ”Hai, oom, je hebt mij gebeld?” Nee, dat hadden we niet. “Echt wel, ik hoorde je nog zeggen Jammer, maar u heeft het in ieder geval geprobeerd”
Probeer dan maar eens uit te leggen dat een wildvreemde meneer, ergens op een parkeerterrein een telefoon van ons geleend heeft en gebeld met “iemand”, die onze neef blijkt te zijn. We hebben het later persoonlijk aan onze neef uitgelegd.
Nou ja, verteld, want snappen doen we het nog steeds niet.
Er is ook niet boven tafel gekomen wie of welke Henk het nu was.
Hoe groot is de kans dat een willekeurig iemand op “zomaar een plaats in het land”
je mobieltje te leen vraagt en “iemand” belt die je later blijkt te kennen?

Gezinstradities

Ieder gezin heeft zo zijn eigen tradities. Met name bij hoogtijdagen zoals verjaardagen en de  kerstdagen komen die tradities “duidelijk in beeld”. Een van de momenten dat een gezin daar heel duidelijk mee geconfronteerd wordt is als er een “nieuwe” de familie in komt. Een aanstaande schoonzoon of dochter die zijn/haar ogen uitkijkt en zich uitspreekt over hoe het in dit gezin toegaat. Dan beseffen de gezinsleden opeens weer dat alles wat zij al zoveel jaren als “normaal” beschouwen, iets specifieks van het gezin is.

Sommige van die tradities neem je mee van thuis en werken ook in het nieuwe gezin dat je begint. Zo werd bij mij thuis vroeger altijd KERSTAVOND  (24/12) het meest gevierd. Kinderen bleven op, om 12 uur werden de kaarsen (echte) in de boom aangestoken en het kerstverhaal verteld.
Die specifieke traditie heb ik ook in mijn eigen gezin geïmplanteerd (maar dan met elektrische kaarsjes in de boom en waxinelichtjes elders)
Het  “samenzijn” kon niet altijd op 24/12 plaatsvinden want man/ zonen en schoondochters kregen werk met onregelmatige uren, dus gebeurde het nogal eens dat het gezin met eenmaal volwassen kinderen, niet compleet was. Heel jammer. Met degenen die er wél waren vierden we DE nacht en de andere(n) kwam(en) vaak een dag later.

Een nieuwe traditie werd vele jaren geleden gestart toen we van Sinterklaas (opa en oma) een sjoelbak kregen. Na dat het nieuwe eraf was, werd de sjoelbak in de meterkast opgeborgen en een enkele keer weer tevoorschijn gehaald. Maar ALTIJD stond de sjoelbak vast in de kamer (op de strijkplank) van even voor de kerst tot na Oud- en Nieuw en werd er door bezoekende kinderen en kleinkind druk gebruik van gemaakt.

Dit jaar loopt even anders dan andere jaren, kerstmis “overvalt” ons dit jaar een beetje. Dat valt ons op als onze stiefzoon appt  “En… zijn er al records gebroken met sjoelen?” Geen moment aan de sjoelbak gedacht. Natuurlijk staat hij er nu weer, de stofdoek is er weer grondig overheen gehaald, hij glijdt weer als een spiegeltje.
We houden familietradities in ere!

Koekenpannen op vakantie

Ooit bleef, toen ik in een appartementje op een Grieks eiland, iets wilde bakken, het eten aan de bodem vastzitten. De bodem bleek bol te zijn Bij de receptie gaven ze me een sleutel van een ander huisje, daar kon ik keukengerei ruilen. Gelukkig was daar een “goede” koekenpan.

Verleden jaar in een camper in Nieuw Zeeland was het weer zover; een vreselijke koekenpan. Mijn kokende metgezellin kocht een Nieuw Zeelandse koekenpan en was er zó tevreden over dat ze de pan de 18.579 kilometer naar huis liet meereizen.

Dit jaar huurden we gezamenlijk een huisje ergens in Noord Brabant én de koekenpan ging mee; we hadden er plezier van. Helaas bleek toen ze thuis kwam, de pan in het huisje achtergebleven. Daar waagde ze een telefoontje aan. Gelukkig was de pan nog in het huisje en was het vakantieparkpersoneel (mooi woord voor wordfeud!) genegen de pan (tegen betaling) naar haar terug te sturen. De pan prijkt weer in haar keuken, hij gaat vast weer mee op de volgende reis.

 

Toevalligheden

Toen ik klein was woonde ik een dorp. Een paar straten verder woonde (na later bleek) een jongetje, dat later mijn echtgenoot zou worden. In onze jeugd hebben onze paden elkaar nooit gekruist.
Toen ik bij de Telefonisch Hulpdienst werd ingewerkt kreeg ik een mentrix toegewezen met een aparte achternaam. Toen ik dat aan mijn man vertelde, zei hij dat hij vroeger een vriendje had met die achternaam, die had een zusje die ook die voornaam had. Mijn mentrix bleek zijn buurmeisje te zijn, waar hij mee in de zandbak had gezeten. Ik nam haar mee naar huis, en die twee raakten niet uitgepraat over vroeger.
Haar broer en zus waren bij een ongeluk om het leven gekomen en ze vond het heerlijk met iemand te praten die beiden gekend had.

Bovenstaande gebeurde allemaal in hetzelfde dorp, waar toen zo’n 100.000 zielen woonden, dus misschien niet zó bijzonder. Ik heb ook minstens één gebeurtenis meegemaakt die over de landsgrenzen heen reikte:
Mijn broer was met een Engelse getrouwd en woonde in Engeland. Toen hij al zwaar ziek was, verongelukte zijn dochter bij een auto ongeluk. Het was een “vreemd” ongeluk. Mijn schoonzus had haar handen vol aan mijn zieke broer en wist weinig details (dit was vóór het tijdperk dat mobiele telefoons of personal computers gemeengoed werden) Wij, familie hier, bleven met veel vragen zitten. Ook bij het bezoek dáár, de crematie, kwamen wij weinig te weten. Mijn nichtje was jong en volop in het leven staand en we waren behoorlijk ondersteboven van het plotseling einde van zo’n jong leven. Ongeveer een maand later had mijn man een feestje van zijn Honk-en Softballvereniging. Ons hoofd stond niet echt naar feesten, maar we besloten toch even ons gezicht te laten zien. Ik raakte aan de praat met een Amerikaanse softbalster, die Engels sprak. Toen ik haar ernaar vroeg vertelde ze dat ze wel al heel lang in Amerika verbleef maar een geboren Engelse was; haar familie woonde daar nog steeds. Wat bleek, ze woonde in het zelfde dorp als waar het ongeluk gebeurd was. Ik vertelde haar erover en ook dat we met nog zoveel vragen bleven zitten. Haar broer, zo vertelde ze was daar politieman, ze kon hem wel bellen en naar details vragen? Twee dagen later werden we gebeld en werden de vragen, voor zover deze politieman dat mocht, beantwoord.

Dan een provincieoverschrijdend verhaal: Onze oudste zoon ging in Delft studeren en op kamers. Bij hem werd, toen hij in Den Haag woonde ingebroken. In de hal werd zijn rugzak gestolen, met daarin rekenmachine, schoolboeken en agenda gestolen. Een tijdje later werd hij door een vroegere vriend uit zijn geboortedorp gebeld; ze hadden lang geen contact gehad. De vriend vroeg of hij zijn agenda kwijt was. Dat was hij dus. Het bleek dat een man van de stadsreiniging in Den Haag de agenda gevonden had, erin gekeken en de daar de naam van een (kennelijk) gemeenschappelijke vriend had zien staan. Hij had die opgebeld en gevraagd of hij mijn zoon kende. Dat deed hij en zo kwam de agenda via zijn geboortedorp ( 85 kilometer) weer in Den Haag en had mijn zoon weer contact met zijn vroegere vriend.

Ik geloof niet zo in toevalligheden. Soms ontmoet je mensen met een doel. Soms openbaart zich het waarom en soms niet.

Geboren op Tweede Kerstdag

J.A.E.ElsmannOp 26 december geboren zijn is speciaal, werd haar van jongs af aan verteld. Niet in het Nederlands maar in het Frans, want ze woonde de eerste 4 jaar van haar leven in het Franstalige Brussel. Ze was een Noël enfant. Toen de Eerste Wereld Oorlog uitgebroken was en haar moeder aan tbc overleed verhuisde de vader met zijn twee (zij was 5 en haar broertje 7) kinderen naar zijn ouders in Nederland. Daar probeerde opa en oma ook iets “speciaals” van haar verjaardag op Tweede Kerstdag te maken. Na een jaar bij opa en oma gewoond te hebben, had haar vader een andere vrouw ontmoet, hij trouwde en het nieuwe gezin ging in ’t Gooi wonen. Haar “nieuwe” moeder vond “kerstkind” en “speciaal zijn ”allemaal flauwekul. Ze kreeg een cadeautje voor haar verjaardag, er werd een appeltaart gebakken en dat was het dan. Haar vader gaf haar wel elk jaar een speciale kerstbal voor in de boom, die was alleen voor haar. Zó kreeg ze het speciale gevoel toch nog een beetje terug.

Het leven was goed, maar ook hard voor haar. Ze maakte ook een Tweede Wereldoorlog mee, nu in Nederland. Op het werk leerde ze een leuke weduwnaar met 3 zoons kennen: ze trouwden een paar jaar na de oorlog. Ze  kreeg zelf ook nog een dochter en had een kort maar gelukkig huwelijk. Haar man stierf toen haar dochter 10 was.

Tweede Kerstdag jarig zijn brengt vaak veel visite met zich mee; iedereen is vrij, heeft copieus gedineerd op Eerste Kerstdag en denkt: ”Wat zal ik tweede kerstdag eens gaan doen? Weet je wat even op verjaarsvisite bij mijn tante/nicht/buurvrouw.” Het was dus vaak druk op haar verjaardag. Tevoren moest het huis schoon, de boodschappen gedaan, gebakken en gestoofd. Op Tweede Kerstdag zelf was ze vaak bekaf. Ze vond het al lang niet echt leuk meer om op Tweede Kerstdag jarig te zijn.

Toen kwam de tijd dat ze naar een bejaardenhuis ging. De kerstdagen hadden ze daar extra lekker eten en toen de kok wist dat ze Tweede Kerstdag jarig was kreeg ze een extra lekker toetje op die dag. Haar dochter kwam tevoren de boodschappen doen en de familieleden die nog leefden (nog geen handvol) kwamen haar op die dag feliciteren. Haar dochter schonk dan de koffie en serveerde het gebak. Dáár voelde ze zich dan weer schuldig over want “Hoorde haar kind niet bij haar man en kinderen te zijn zo’n Tweede Kerstdag?” Dat vond de dochter niet en aan het eind van die Tweede Kerstdag nam ze haar moeder mee naar huis voor haar verjaarsdiner, waar oma trots aan het hoofd van de tafel bij dochter, kleinkinderen en schoonzoon zat.

Ze stierf op 86 jarige leeftijd begin januari, na weer zo’n “speciale” verjaardag en een kort ziekbed. Haar dochter was bij haar. Voor de dochter was daarna Tweede Kerstdag nooit meer hetzelfde. Wel een “speciale” dag, een herdenkingsdag.

De kerstpudding

Ze hield niet erg van koken, maar met kerst pakte ze uit. Als toetje maakte ze altijd een bijzondere kerstpudding, met langevingers en jam en bovenop strooide ze kokos zodat het leek alsof het had gesneeuwd. Het werd helemaal “af” met een  (nep)takje hulst met rode besjes. De kinderen waren gek op die pudding. Toen haar man stierf moest het huis worden verkocht. Door de vrijkomende erfenis kwam er ruzie met haar schoondochter, en dus ook met haar zoon. Dát gezin zag ze niet meer, dus ook haar 3 kleinkinderen niet. Haar andere zoon ging het leger in en daarna op zichzelf wonen.

Zij verhuisde samen met haar dochter naar een flat. Om haar op te vrolijken gaf haar oudste zoon haar een hondje, een puppy nog. Ze had haar handen er vol aan. Met kerst was de eettafel in de flat te klein om, ook al was er een gezin van 5 personen minder, een kerstdiner op te dienen. Er werden bijzettafeltjes gebruikt. Het oogde rommelig, maar ook gezellig. De kerstpudding stond te pronken gezet op zo’n bijzettafeltje. Toen zij en haar dochter in de keuken bezig waren en haar zoon en schoondochter met hun baby druk waren deden nam de hond, wiens kop precies ter hoogte van het bijzettafeltje kwam, ongemerkt een hap uit de kerstpudding.

Ze zag het past toen ze aan tafel gingen. Ze begon te huilen. Zo als het was zou het nooit meer worden. Zelfs de kerstpudding kon “vroeger” niet terug brengen, maar ze had het geprobeerd en nu had de hond ook dat kleine stukje vroeger te niet gedaan. Haar zoon troostte haar, de dochter liep met de schaal naar de keuken, schepte de bovenlaag eraf, deed de rest in een kleiner schaaltje en strooide wat overgebleven kokos over het geheel uit. Ze kwam met het schaaltje binnen en zette het op het bijzettafeltje; de hond was naar de gang verbannen. De dochter gaf haar moeder een troostende aai over haar bol. Vrolijk kerstfeest en eet smakelijk. Ze lachte door haar tranen heen: Een gezegend kerstfeest, dát was het. Ze keek om haar heen naar de gezichten van haar kinderen en kleinkind: Zo als het was zou het nooit meer worden, maar ze had nog zoveel om dankbaar voor te zijn.

Darts op t.v.

wp dartbord

Voor de meeste sporten op t.v. heb ik niet het geduld om te kijken. In Engeland keek ik vroeger wél, samen met mijn broer op de bank, naar golf en darten. In Nederland waren die sporten maar zelden op t.v. te zien. Darten al helemaal niet omdat er geen Nederlandse darters op dat niveau speelden. Dat veranderde in 1993 toen Barney (Raymond van Barneveld) meedeed aan het Embassy Wereldkampioenschap Hij won zijn eerste rondepartij en werd daarmee de eerste Nederlander die een wedstrijd op het Lakesidepodium had gewonnen; er zouden nog vele volgen.

Het prijzengeld voor de darters is niet mis; dit jaar wordt er totaal 1,8 miljoen aan de darters uitgekeerd. De winnaar van het toernooi krijgt daarvan 400.000 pond.
Vanaf 14 december tot en met 1 januari wordt weer het PDC Wereldkampioenschap darts in Londen (Alexandra Palace) gehouden.
Met de kerst gaan alle darters “naar huis” maar op woensdag 27 december begint het weer; vanaf dan tot en met de finale iedere avond uitzending (RTL 7) mét deelnemende Nederlanders!


Kerstbomen

wp nordmann

Ooit had een bekend rookworstenmerk een slagzinwedstrijd uitgeschreven. Als je won (een slagzin inzond) kon je, op een bepaalde zaterdag voor kerst, ergens in een bos je eigen kerstboom uitgraven of omhakken ( vele “winnaars” dus) Je werd, als gezin, in het bos verwelkomd met een pakket waarin (feloranje) ijsmutsen en handschoenen, wat lekkers, een tag en zwarte viltstift zat. Je kon bij een van de tentjes een kop soep of rookworst kon gaan eten. Daarna kon je een schep of een zaag lenen, een boom uitzoeken, die omhakken of uitgraven en de tag eraan binden, waar je dan je autonummer op schreef. De omgezagen/uitgegraven boom werd dan, in een net verpakt, naar je auto toegebracht. In de tussentijd kon je een glas warme chocolademelk gaan drinken. Een geweldig event.

De jaren daarna kochten we weer “gewoon” een boom, maar de herinnering aan dat omzagen bleef, dus toen ik ergens las dat je bij een houtvesterij je eigen boom kon omzagen, togen we daarheen. Ook hier was een tentje waar ( deze keer tegen betaling) warme dranken verkrijgbaar waren. Voor de boom betaalde je tevoren een vast bedrag, daarvoor kon je een ( kleine of grote) boom uitgraven of omhakken. Hele gezinnen met kinderen, opa en oma’s en zelfs de hond liepen met meegebrachte scheppen en zagen te zoeken naar de “perfecte” boom. Deze keer echter niet de luxe van de boom afgeleverd bij de auto, maar zelf dragen of slepen ( en dat was een flink eind)

Dat hebben we een aantal jaren gedaan, maar dit jaar hebben we weer “gewoon” een boom gekocht bij een doe-het-zelf centrum. Het is niet zo “gezellig” als zelf omhakken, maar het voordeel is wel dat we nu een Nordmann (zilverspar) kunnen uitzoeken. In tegenstelling tot de fijnsparren die we  konden zagen, houden deze bomen hun naalden langer vast ( zijn wel duurder)
We hebben geen boom meer met kluit want, van alle bomen met kluit die we ooit uitgegraven of gekocht hebben, is er maar één die de overstap van warme kamer naar de tuin overleefd heeft.
Een aantal jaren is er, begin januari, een kerstbomenverbranding in de buurt. Zodoende is er toch een “doel” voor onze Nordmann, na zijn trouwe dienst als ornament in ons huis, zorgt hij nog voor een prachtig brandend spektakel.

Bespeel mij (play me)

wp station piano

Wie door de stationshal van Amsterdam Centraal loopt, kan aangenaam verrast worden door pianospel. Er staat in de centrale hal een piano met de tekst: play me erop. Iedereen kan achter deze piano gaan zitten en spelen. Soms hoor je een “Boer-daar-ligt-een-kip-in-het-water- melodietje,”  soms boogiewoogie, jazz of klassiek.

Laatst moest ik wachten in de hal. Er speelde iemand piano, herkenbare liedjes zoals “Het is een nacht” van Guus Meeuwis. Eerst stonden er alleen maar 3 jongelui en een oude man om de piano heen. Wij bleven erbij staan en zongen zelfs af en toe een paar regeltjes mee. Ik werd er blij van. Er bleven meer mensen staan, een vrouw ging, nogal luid meezingen. De akoestiek is daar abominabel, maar met de prachtige verlichting in de hal, de steeds grotere groep actief luisterende mensen, werd er toch “iets” gecreëerd. De pianist vroeg de grote cirkel van mensen iets dichterbij te komen, wat ze deden, er bleek een groep Françaises bij te zijn. De pianist zette meteen “Aux Champs-Elysées” in; de Françaises zongen mee. Ik weet niet waarom, maar ik was aangedaan. Allemaal mensen op weg naar……..stilstaand bij een onbekende pianist, even meezingen, even een “samen gevoel”. Zo heerlijk positief.

De piano’s op stations zijn een initiatief van de Nederlandse Spoorwegen. Sacha Rintjema, medewerkster van NS, bedacht het, ze heeft hiermee de Jan van Stappen Spoorprijs*) 2015 gewonnen. Dit is een aanmoedigingsprijs voor medewerkers van ProRail, NS of NedTrain die een goed idee voor reizigers of omwonenden van het spoor hebben ingediend.

Inmiddels heeft niet alleen het CS Station Amsterdam een piano, maar zijn er ook elders in den lande op stations piano’s geplaatst. Ik las dat in Arnhem de 10e  NS piano is geplaatst. Een geweldig initiatief.

 

*) De naamgever van de prijs, Jan van Stappen, werkte van 1922 tot 1940 als ingenieur bij de Nederlandse Spoorwegen. In zijn erfenis liet hij de NS een geldbedrag na om medewerkers, die zich extra inspannen voor reizigers, te belonen. Toen het geld in 2009 op was, namen ProRail en de Nederlandse Spoorwegen de financiering van de prijs over zodat de jaarlijkse prijsuitreiking wordt voortgezet