Geen afscheid

Een buurman overleed.
We kwamen niet bij elkaar over de vloer, maakten wel eens een praatje op straat.
Hij was huisman, zijn vrouw werkte en zag ik zelden.
Hij was al een tijdje ziek maar niet iets waar je aan zou kunnen overlijden, dachten ook zijn vrouw en kinderen. Opeens kreeg hij het ’s avonds benauwd, werd opgehaald door een ambulance, een paar uur later is hij overleden.
Uiteindelijk was longontsteking de doodsoorzaak.

De begrafenis was in besloten kring.
Een rouwkaart door de bus.
Een paar dagen later de begrafenisauto met hem erin, om afscheid te nemen van de buurt.
En de buurt van hem.
Z’on zwarte, lange auto glijdt de straat uit en het is voorbij voor ons, omwonenden.
[Voor de naasten begint het dan pas, het afscheid, de rouwverwerking, het missen.]

Mijn lief en ik namen, in onze eigen (besloten) kring, een kop koffie en haalde herinneringen aan hem op.
Zo’n verscheiden van iemand die niet je directe naaste is, maar wel altijd dichtbij, is dan zo abrupt.
Je hoort van het overlijden en eigenlijk is het dan meteen voorbij.

Later op de dag sprak ik iemand die zei dat dát niets voor hem was; een begrafenis.
Hij gaf zijn lichaam aan de medische wetenschap.
– Helemaal geen afscheid dus.-
”Waarom zou dat moeten?”
– Misschien wil iemand afscheid nemen? huilen bij jouw graf.
“Nou dat doen ze dan maar in hun eigen huis”.

Dit gesprek deed me denken aan de keer dat een naaste van ons overleed en ook haar lichaam aan de medische wetenschap doneerde. We kregen een telefoontje “Oma is overleden”
En dat was het dan.
Verder niets.
Geen kaart, geen bloemen ergens heen sturen (opa was haar al voorgegaan) geen familiebijeenkomst, geen kerkdienst, niets.

Het was vreemd.
We hebben verschillende familieleden die zich ook na hun dood beschikbaar stellen aan de medische wetenschap. Het is mooi dat het kan, dat ze het doen.
Maar voor de nabestaanden is het wel erg “koud”.
Het is natuurlijk zo dat je goed voor iemand moet zijn tijdens zijn/haar leven, maar als dat leven stopt, kan een collectief gevoel van gemis best troostend zijn.
Een begrafenis of crematieritueel is er niet voor niets: het geeft een afsluiting.
Zwaar voor de nabestaanden, dat zeker!

Gehuwd en getest

Er werd een tijdje minder getrouwd, maar het schijnt de laatste jaren weer wat aan te trekken; er trouwen gemiddeld 414 mensen per dag (CBS) in Nederland.


Er zijn natuurlijk ook Nederlanders die in het buitenland trouwen, omdat ze daar wonen; het leuk vinden juist dáár te trouwen óf omdat ze elkaar dáár hebben leren kennen en hun trouwmoment dáár willen beleven.

Een stel dat ik ken appte onlangs hun trouwfoto vanuit Rome naar me.
Ze zijn al een tijdje samen en we wisten dat ze ” terug” gingen naar Rome om daar te trouwen. Samen, zonder gasten.
Lang van te voren alles geregeld, kerkje uitgezocht, papierwinkel geregeld en samen naar Italië vertrokken.
Hoe romantisch kun je het hebben?

Ik kreeg niet alleen een trouwfoto, ook een foto waar ze ( niet in bruidskleding) samen staan afgebeeld met hun hand in de mond van een beeld.
Natuurlijk was ik nieuwsgierig naar het verhaal daarachter

la bocca della Verita

De mond  is een “vermoedelijke” afbeelding van een oude riviergod en het geheel was “vermoedelijk” een onderdeel van óf een putdeksel óf een fontein. (onduidelijkheid over de herkomst)

Deze mascaron (dát is zeker) stamt uit de Romeinse oudheid. Dát woord mascaron moest ik even opzoeken: het blijkt een architectonisch ornament met menselijk, dierlijk of fantasiegezicht te zijn.

Dit gezicht heet La bocca della Verita (mond der waarheid) en staat sinds de 17e eeuw opgesteld in een voorpaaltaal van de

basiliek Santa Maria in Cosmedin.

Volgens een legende bijt de afgebeelde riviergod de hand af van een ieder die zijn hand in zijn mond stopt én een leugenaar is.

Toen het stel het voorportaal van deze basiliek betrad, waren ze al getrouwd.
Toch durfden ze het aan beiden hun hand in de mond van deze mascaron te steken.
Over geloof in elkaar gesproken! (Ik moet er niet aan denken wat er gebeurd zou zijn als de mond bij één van beide dichtgeklapt zou zijn!)

[ Ik heb bij het nazoeken van deze legende nergens kunnen vinden of ooit iemands hand is afgehapt! Wel las ik dat er veel toeristen naar deze basiliek komen speciaal om deze onconventionele leugendetector uit te proberen]

NK Tegelwippen

Het was me “even” ontgaan maar er is momenteel een NK aan de gang, nl. het
Nederlands Kampioenschap Tegelwippen.
Geen nood als ook u dit ontgaan is, u kan nog meedoen, het vindt namelijk plaats van
21 maart t/m 31 oktober 2023 

Op https://www.nk-tegelwippen.nl/meedoen/ kun je opgeven hoeveel tuintegels je “gewipt” heb, ze worden, als jouw gemeente meedoet, opgeteld bij de Tegelteller van die Gemeente
( doet de gemeente waarin jij woont niet mee dan worden jouw tegels opgeteld bij de Nationale tegelteller.)

Nederland wordt klimaatbestendiger, koeler, aantrekkelijker voor insecten, gezonder voor ons mensen (vlgs Universiteit Wageningen) én het wordt (vind ik) stukken mooier met méér natuur en minder tegels.

Toen ik naar de teller keek stond deze op 896.895 gewipte tegels!!
De teller loopt door, dus doe mee en “wip tegels”

Plakplaats.

Geïnteresseerd in taal krijg ik soms spreuken of gezegden toegestuurd, of zie ik teksten op borden staan, lees ik in boeken of op kalenders dingen die me raken, die “raak” zijn of die opvallen.

De onderstaande teksten wil ik met u delen.

Allereerst teksten van Rogier Roeters (gefotografeerd in museum Voorlinden) die er, voor mij, althans uitsprongen

Dan borden die ik buiten zag. Het particuliere : Eigen wegbord viel me op door de “rijmzin” dat je daar niet welkom bent als je: rookt, kookt of vuurtjes stookt.

geen bord, maar een (opblaas)wolk waar zó toepasselijk deze tekst opstaat

( het was wáár, achter deze wolk “hing” de (echte) zon.

Teksten van Omdenken doen het vaak goed bij mij. Deze vind ik exceptioneel GOED

De bloemenzaak met de naam “Eindeloos” vind ik bijzonder, omdat afgeknipte bloemen nu juist NIET eindeloos zijn, maar o zo vergankelijk!
Hoe kom je dan op zo’n naam voor een bloemenzaak? Apart!

Het paardengebed boven een stal was een verrassing én bijzonder

Ik heb al eens meer de tekst van een bord voor de kapper geciteerd, deze trof me ook!

In een doosje (bij de Kringloopwinkel) met onderzetters trof ik deze tekst

En tenslotte nog een tekst in neonletters van Rogier Roeters

Zonnestraal brocante.

In 1928 werd sanatorium Zonnestraal in het Hilversumse Bos geopend; het was een sanatorium voor diamantslijpers die, door hun vak, tuberculose hadden opgelopen.

Het is een licht en luchtig gebouw, gemaakt van beton met stalen raamsponningen en enkel glas, ontworpen door architect Jan Duiker (i.s.m.Bernhard Bijvoet).
Het is een voorbeeld van “het nieuwe bouwen” zoals dat toen heette; uitgevoerd in het wit met blauw, het zogenaamde Duikerblauw.

Het ziekenhuis hoefde niet erg lang mee te gaan; men dacht toentertijd dat tuberculose wel binnen 30 jaar “uitgeroeid” zou zijn. Dat bleek niet zo te zijn.

Wel werd Zonnestraal in 1957 een Algemeen ziekenhuis tot 1991, daarna volgde een periode van leegstand en verval.
Vanaf 2001 tot 2004 hebben er renovaties plaatsgevonden en nu staat het voormalig ziekenhuis weer te pronken in al haar glorie. Het is een bedrijventerrein geworden én er zijn zorgwoningen, er is een landgoedwinkel en een brasserie en, ik zag een tuinmanswoning



Op 26 juni jl was er op het terrein bij de brasserie een brocante georganiseerd
Brocante is het Franse woord voor vlooienmarkt, maar officieus worden op een brocantemarkt artikelen uit de periode 1920 tot 1980 verkocht!

Vlakbij het Zonnestraalterrein is het (sport)vliegveld Hilversum! We horen en zien  constant kleine vliegtuigjes boven de bomen vliegen.

Heel veel mensen waren komen fietsen, getuige de vele fietsen die er stonden en die ons het laatste stukje naar de kramen achterop kwamen.


Wij hadden de auto in Hilversum gezet en liepen door het Loosdrechtse Bos naar het voormalige ziekenhuis. Onder de bomen was het uit te houden, maar eenmaal daar, in open terrein was het snikheet. Sneu voor de mensen achter de kraampjes, omdat er wel  genoeg bezoekers aanwezig waren, maar de meesten bleven niet lang in de zon voor de kramen staan, te heet.

Toch werd er ook wel gekocht, ik zag mensen die een oud wasbord, een oude schepemmer met erg lange steel (te lange steel om op een fiets mee te nemen!) een potkacheltje en een oud kinderfietsje gekocht hadden.

We zagen kinderfietsjes model vélocipède en een kinderscooter, een opgezet vosje en een oude naaimachine en héél veel kopjes (van één verkoper op één tafel uitgestald)

Veel variatie, maar vaak véél te duur, vertelde een ons onbekende dame, ongevraagd. Ze draaide het kaartje van de kinderscooter om, keek ons aan : “Leuk prijsje! € 800,- pffft, de kunststoffen zitting zit vol met gaten. Te pittig geprijsd hier!

Niet alleen daarom hebben we dus maar niets gekocht. [We hebben alles wat we nodig hebben al; het is soms de “spanning” van het ontdekken van een “schat” die zo’n brocante “leuk” maakt.]

Het was te heet, we kregen een urgente behoefte aan vocht. Het terras van de brasserie was grotendeels in de zon en de schaduwplaatsen waren bezet, dus we gingen, tegen onze gewoonte in,  binnen in de airco- omgeving iets drinken.

Dat fris werd snel bezorgd en gleed razend snel naar binnen.
Met nog een flinke tippel voor de boeg vertrokken we van de brocante en liepen door het mooie bos, dat vroeger zo genezend werd geacht voor de zieke longen van de diamantslijpers, terug naar onze auto.

De tuinbeelden van J.J.Ducel

Gisteren blogde ik over “het huis met de beelden” (elkedagwatblog.com/2023/06/24/geschiedenis-huize-amalia/)
vandaag over de beelden zelf.

Het “Huis met de beelden” van Johannes Hulsman, gebouwd in 1902 heeft, aan de voorkant, op natuurstenen voeten gietijzeren beelden van vrouwenfiguren in lang gewaad met toorts in de opgeheven hand.


(Nergens staat vermeld of de vrouwenfiguren personen verbeelden, een mythisch figuur, Godin of zo)

De beelden werden vervaardigd door de Franse firma J.J. Ducel & Fils en zijn van gietijzer (de naam ingegoten op de sokkel van het rechter beeld)

J.J.Ducel & fils waren geen “kleine jongens” in die tijd!  Veel van te vinden op internet, bijna niets over de man Jean-Jacques Ducel als wel veilingsites waarop de beelden ooit te koop werden aangeboden, zoals  bij Veilinghuis Christie’s: in 2012 bracht een beeld (garden fountain) van J.J.Ducel 19.808 US dollar op!

Jean Jacques Ducel (1801-1877) was beeldend kunstenaar, oprichter van J.J.Ducel & fils, een Franse ijzer- en bronsgieterij.

Na zijn dood, in 1878 ging J.J.Ducel & fils (zonen) een fusie aan met Val d’0sne *(de grootste producent van gegoten kunst (tuinornamenten) in Frankrijk tot het begin van XX ste eeuw).

Jean Jacques zelf was Maître de forges (meestersmid)

Niet alle beelden die bij de firma J.J.Ducel & Fils vandaan kwamen zijn gesigneerd. De beelden van Johannes Hulsman wél! In Nederland staan ook op een “bekijkbare plek” nog twee beelden van deze “meestersmid”

Op buitenplaats Twickel (Overijssel) bevinden zich twee grote gietijzeren tuinvazen (Rijksmonument) staande op hoge, eenvoudig geprofileerde vierkante sokkels van Bentheimer zandsteen op de voorplaats in Ambt Delden. De vazen zijn lichtgrijs beschilderd waardoor de firmanaam J.J.Ducel op de romp bijna onleesbaar is geworden. De naam komt ook eenmaal op de voet voor. De vazen en sokkels dateren uit het midden van de negentiende eeuw op basis van de catalogi en prijscouranten van Ducel uit 1850 en 1866.

Jean Jacques Ducel stierf in 1877 en ligt begraven in Paris op de begraafplaats Père Lachaise.

Geschiedenis Huize “Amalia”

Een tijdje geleden liep ik in een villawijk in Bussum, één huis bleef me bijzonder bij.
Ik ben over dit specifieke huis dingen over gaan nazoeken en daarmee kwam dit blog tot stand.

Johannes Hulsman, koopman te Amsterdam liet het huis in 1902 bouwen.
Het is ontworpen door Architect Gerrit Jan Vos. Een architect die in de periode van 1900 tot 1938  veel huizen in Bussum bouwde. Vaak in een eclectische stijl (=het combineren van kenmerken van diverse bouwstijlen) Een aantal van deze Bussumse villa’s zijn op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst, zo ook Huize Amalia!

Johannes Hulsman weduwnaar, was in 1883 opnieuw in het huwelijk getreden. Deze keer met Amalia, Henriëtta, Carolina, Elise Jordan.
Ook zij was al eerder gehuwd geweest en ook zij had haar partner verloren.
Op hun huwelijksacte stond bij beroep geen “koopman te Amsterdam” vermeld (zoals in het historisch archief over het bouwen van het huis) maar “koffiehuishouder” (= herbergier) in Amsterdam.
[Amalia en Johannes kregen 2 kinderen; In 1890 Engelbertha; zij leefde maar 17 dagen.
In 1893 werd wederom een Engelbertha geboren; zij leefde tot 1971 (huwde in 1936; het huwelijk bleef kinderloos)]

Kennelijk was deze Johannes Hulsman in zeer goede doen dat hij zo’n villa met water en zelfs bruggen kon laten bouwen. Hij gaf het huis de naam van zijn tweede vrouw: Amalia, in de volksmond heette en heet het “het huis met de beelden”


De toegangsbrug aan de noordzijde is voorzien van ijzeren hekwerk met rondbogen, verankerd in een boogvormig gemetselde ezelsrug en in twee bakstenen pilaren op natuurstenen voet. Tussen de pilaren is een ijzeren hek met zijvleugels bevestigd. Op de pilaren zijn op een natuurstenen voet gietijzeren beelden geplaatst van een vrouwenfiguur in lang gewaad met toorts in de opgeheven hand. De beelden werden vervaardigd door de firma J.J. Ducel & Fils
 

Kennelijk is er ook een tweede (van de straatkant “onzichtbare”) brug: De tweede brug, links aan de noordzijde, heeft een gesloten onderbouw, een ijzeren hekwerk en een toogvormig tweevleugelig toegangshek

Veel wegen waren vroeger in particuliere handen. Omstreeks de eeuwwisselingen kwamen door ruil en verkoop van gronden wegen in gemeentelijk eigendom. Door toenemend verkeer moest er voor zandwegen een toekomstgericht wegenplan ontwikkeld worden.



Toen Johannes Hulsman grond had aangekocht om een villa te bouwen wilde hij dat deze villa goed bereikbaar zou zijn, daartoe verkocht hij (tegen een zacht prijsje) een stuk van zijn grond langs de smalle weg aan de gemeente op voorwaarde dat zij de weg zouden verbreden tot 8 meter.
Over dat voorstel boog zich een commissie, die oordeelde dat deze weg één der hoofdingangen van de wijk het Spiegel zou worden en dus wel tien meter breed zou moeten worden!
Zo geschiedde. (De tijden veranderen: heden ten dage spreekt men weer over versmalling van deze wegen als snelheidsremmende maatregel)


In augustus 1922 stierf Johannes Hulsman.
Zijn vrouw Amalia overleefde hem 10 jaar en stierf in 1932.
Ze werd in Amsterdam(Zorgvlied) begraven.



Er was niet te achterhalen of ze in Huize Amalia was blijven wonen na de dood van Johannes

Ik had graag een aansluitend “verhaal” gehad over de bewoners ná de familie Hulsman, maar dat kon ik niet bij elkaar gezocht krijgen. Er zitten gaten in de tijdslijn!

De volgende periode van Huize Amalia, die ik kon achterhalen was die van 1956 tot 1971. Toen deed Huize Amalia dienst als  kerk voor de Hersteld Apostolische Gemeente (kerkgenootschap ontstaan vanuit de Nieuw-apostolische kerk na onenigheid over opvattingen over de betekenis van het avondmaal)

Daarna vind ik pas in 1979 Huize Amalia terug als in bezit zijn van de Stichting Sinnenhoek. Een Stichting die zich onder andere bezighield met de opvang van geestelijk gehandicapte bejaarden.
Deze Stichting biedt het Ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk enkele van haar panden aan (waaronder Huize Amalia) voor de opvang van Vietnamese bootvluchtelingen

Veel Vietnamezen waren na het einde van de Vietnamoorlog in 1975 op de vlucht geslagen uit angst voor het nieuwe communistische regime.

Zo’n 30 á 40 Vietnamese onvolledige gezinnen, veel alleenstaande kinderen werden gehuisvest in Huize Amalia: de garage werd verbouwd tot crèche voor de kinderen.
De huisvesting van de Vietnamezen in Huize Amalia heeft niet lang geduurd: in 1980 werd de villa verkocht! (Waar de Vietnamese bootvluchtelingen daarna heen gingen en of de groep bij elkaar bleven heb ik niet kunnen vinden)

In de jaren ‘80 werd Huize Amalia “grondig” gerenoveerd en werd het “een deftig kantoor”

Monumenten.nl:
Waardering : Villa “AMALIA” met bijbehorende siertuin en toegangsbruggen is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als gaaf bewaard gebleven voorbeeld van een villa, ontworpen door G.J. Vos in overgangsarchitectuur waarbij kenmerkende eclectische en Art Nouveau elementen zijn gecombineerd, uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Vanwege de gaafheid van het geheel (villa met tuinaanleg en bruggen) en de ensemblewaarde. Daarnaast heeft de villa met siertuin stedenbouwkundige waarde vanwege de prominente situering aan de Meerweg in de villawijk Het Spiegel.

In 2000 werd huize Amalia de status monument toegekend!





Vormsnoei +haag op poten

Al in het oude Egypte werden bomen in bepaalde vormen gesnoeid.
Niet zozeer omdat men het mooi vond, maar zó konden er meer bomen op een klein stukje grond.

Hier, in Europa ontstond vormsnoei rond de 16e eeuw; in tuinen van landhuizen en kastelen werden struiken in vormen geknipt.

Die struiken waren pronkstukken!

Struiken die er erg geschikt voor zijn, zijn oa taxus, buxus en liguster.


In onze achtertuin heeft jaren een leuk buxusboompje in ronde vorm geknipt gestaan, totdat….
de buxusmot langs kwam.
Inderdaad eerst meer “langs” dan op, ik kon met de hand iedere dag een paar rupsjes weghalen, zodat ons boompje grotendeels gespaard bleef.
Het jaar daarop was er geen weghalen meer aan en werd het hele boompje door deze vraatzuchtige rupsen bladvrij gemaakt!
Sindsdien hebben we geen rond buxusstruikje meer

Volgens onderzoekers van de universiteit van Bazel kwamen de eerste buxusrupsen in  verpakkingshout van natuursteen 2007 naar Europa. Vanaf 2018 kwam de buxusmot in heel Europa voor en omdat deze hier geen natuurlijke vijanden had, konden zich als plaag over heel Europa verspreiden.

Bij dit blog over vormsnoeien wil  ik het ook even over een berceau hebben.
Een berceau is een pad (loofgang) met aan beide zijden heggen die bovenin naar elkaar toegegroeid zijn. Zó ontstaat er een soort tunnel.

In vroegere dagen wilden chique dames hun huidje zo blank mogelijk houden Dat hield in dat er zo weinig mogelijk zon op de huid mocht komen. De loofgangen werden daarvoor aangelegd. Zó konden de dames wel buiten lopen maar beschermd zijn voor de zonnestralen.

Bij  de plaats Theux (België) ligt de grootste berceau van Europa; deze haagbeuklaan is 573 meter lang (enkel toegankelijk te voet of per fiets, van zonsopgang tot zonsondergang)

Heden ten dage zijn er mensen die struiken of bomen behulpzaam zijn om naar elkaar toe te groeien en zo een groen gangetje (petit berceau) naar hun huis creëren.

Ook in dit blog “pak ik even” de leilindes mee: “de haag op poten
Leilindes schenken privacy op hoogte!


Vroeger werden leibomen geplant om zon en wind te weren.  In de zomer werd het huis koel gehouden ( én de leibomen moesten voorkomen dat gordijnen en meubels verkleurden!)
Leilindes werden vaak aangeplant aan de zuidzijde van woningen.

Ze werden ooit standaard aangeplant tegen de gevel van karnhuizen ( huizen waar kaas en boter werd geproduceerd)
Leilindes schijnen ook insecten weg te vangen( insecten blijven in de leilindes en gaan niet verder)

Zo’n haag op poten was functioneel dus: inkijk weg, zon weg, wind weg, insecten weg

Een villawijk, ergens

Van iemand die uit Wassenaar, Blaricum of Bloemendaal komt, denkt men al gauw dat hij of zij veel geld heeft, terwijl daar toch ook huizen zonder zwembad of tennisbaan staan.
Ook rijtjeswoningen en huurhuizen tref je in zulke plaatsen aan (maar dáár staan die plaatsen niet bekend om)

Laatst was ik in zo’n plaats en moest daar, wachtend op iemand, een half uurtje in zo’n villawijk zoet brengen. Ik wandelde wat rond en keek naar huizen en tuinen.
Rustige straten met grote huizen en, in ieder geval aan de straatkant, behoorlijk wat tuin (vermoedelijk achte rmeer)

Een huis met een soort slotgracht, oprijlaan met beelden aan weerskanten ,het water was wel één en al kroos (als ik daar woonde zou ik wel écht water willen zien)

Een villa, rijkelijk versierd met boogjes én met torentje (waarbij ik onmiddellijk aan het sprookje Rapunzel* moest denken) staat aan het eind van een grasveld (ik zie in deze wijk  nergens mensen dus ik kon niet zien of de bewoonster lang haar heeft)

Van een andere orde (veel kleine ruitjes) is een wit huis met een halfrond raam boven de voordeur. Zo’n bovenlicht was vroeger het enige buitenlichtpunt van een lange gang!

Ik loop door lanen waarvan de namen beginnen met Prinses…, Koningin…. en Graaf….
Villa’s met oprijlanen en grote hekken.

[Ik ben niet jaloers op deze woningen; ik woon zelf in een leuke rijtjeswoning) Waar ik wel een beetje jaloers op kan worden zijn de tuinen! Wat een ruimte! Want een mogelijkheden voor bomen en struiken!

Een wit huis met boogramen lijkt meer op een kerk of tempel  dan op een woonhuis. Misschien is het ook wel  een Godshuis; ik kan de voorkant (met een bordje?) niet zien. Ik moet rechtsomkeert, het is tijd om terug te gaan naar de rendez-vousplaats.

Een mooie, ruime wijk, verlaten qua mensen totdat we, in de auto, een bocht om gaan en bij een Middelbare school uit komen. Op de parkeerplaats naast de school tel ik 5 brommobielen (45 km autootjes, die je vanaf 16 jaar zonder rijbewijs kunt rijden)

Het is warm, we hebben de raampjes open, staan stil bij een stoplicht naast twee tienermeisjes, één op een Vanmoof e-bike, de ander op een “gewone” elektrische fiets, en horen de een tegen de ander nogal geaffecteerd zeggen:
Ik vind jou altijd zó beeldig gekleed gaan”

Niet alleen de huizen en de tuinen in een villawijk zijn anders!

Vandaag de langste dag!

Om praktische, maar ook klimatologische redenen begint de meteorologische zomer op 1 juni.
De astronomische zomer begint dit jaar op 21 juni 16:57 uur.

Het is de langste dag van het jaar met 16 uur,16 min en 47 sec. daglicht.

De gemiddelde junitemperatuur in De Bilt is, in ons huidige klimaat, 16,2 graden (Overdag gemiddeld 20,9 en ‘s nachts 10,8 graden)

Het is weer de tijd met zomerkoninkjes.
Die naam danken aardbeien aan een reclamecampagne uit de jaren ’70. Die was zo succesvol dat tot de dag van vandaag aardbeien vaak zomerkoninkjes genoemd worden.

Ook is het weer de tijd voor ijs
Roomijs werd in de 15e eeuw uitgevonden, men denkt dat de Siciliaan Ruggeri de eerste ijsmaker was. Het werd meteen een enorm succes.
Een andere Siciliaan (Coltelli) begon in Parijs in 1686 de eerste ijsfabriek.

De smaakbeleving wordt wellicht vergroot doordat het ijs wordt verkocht uit “aparte” voertuigjes, kleine ijskarretjes en gezellige ijssalons.

Voor sommigen draagt ook het drinken van witte wijn en bier bij tot het ultieme zomergevoel.

Maar de zon staat op 1 als we het hebben over nodig voor het zomergevoel in Nederland

Ik hoop dat het een mooie zomer gaat worden!

De zon ging vandaag op om 5.19 en zal om 22.04 weer onder gaan: dan is de 172e en langste dag van het jaar dag bijna weer voorbij!