Souvenirs -Nw Zeeland

Bijna iedereen neemt souvenirs mee als hij of zij naar een ander land gaat. Sommige mensen doen dat ALTIJD, anderen alleen als ze wat moois zien en weer anderen als ze in een “bijzonder” land  zijn.

Ik besloot wat van de souvenirs die we door de jaren heen mee hebben genomen te laten fotograferen en daar een blog bij te schrijven.

De zilveren boomvaren is het nationale sportsymbool van NieuwZeeland.
Gigantische varens (van ca. 3 meter hoog) groeien daar in de regenwouden, we liepen er tussen, eronder en we bewonderden!

Hier in Nederland ben ik al helemaal wous van varens, ik heb er al heel wat ( van vakanties) “meegesmokkeld” en in onze tuin gezet (sommige overleefden, sommige niet).  Vanuit Nieuw Zeeland met het vliegtuig, durfde ik niet levend materiaal te smokkelen. ( binnen Europa in een afgeknipte frisdrankfles met aarde in de auto is tóch anders)

Als souvenir kocht ik een broche  en een hangertje van een zilvervaren en mijn lief een pet met een varen erop.


Bovendien maakte mijn lief (ooit fotograaf) prachtige foto’s van de varens. Hij maakte er zelf (van meranti hout) lijsten om.Deze twee varenfoto’s hangen prominent in onze huiskamer.



De Nieuw-Zeelandse natuur heeft mega veel indruk op me gemaakt.
De nacht vóór de dag dat we van Noorder- naar het Zuidereiland zouden varen was er een aardbeving.
Nooit eerder zoiets meegemaakt; de camper schudde. De kade was vernield en vertrekken naar het Zuidereiland was dagen niet mogelijk.
Dus zijn we op het Noordereiland gebleven, een beetje teleurgesteld, maar voor de mensen die door de aardbeving gedupeerd werden was het erger. Ook op het Noordereiland was qua natuur genoeg te zien.
De sterrenhemel die we dáár gezien hebben was onvergetelijk!
(Elk souvenir dáárvan valt in het niet bij de herinnering)

Duurzaam afwassen

Al eerder schreef ik diverse blogs over duurzame artikelen, de reclame er over én de waarheid van die informatie (voor zover ik die kon achterhalen)
Ik sta open voor duurzame artikelen, wil graag de afvalberg terugbrengen, wil dingen proberen, mits mijn portemonnee het aan kan en het ook daadwerkelijk duurzaam is.


Een tijdje geleden kocht ik een afwasborsteltje van bamboe met een recyclebaar stuk kunststof en dito “haren” Het was een stuk duurder dan de “gewone” maar ik dacht er goed aan te doen.
Mijn lief vond het niets; er zit plastic aan, ook als is het dan recyclebaar.

Nu  blijkt hij nog meer gelijk te krijgen, want  het borsteltje blijkt niet zo lang mee te gaan als de “gewone” en gaat dus, na afkoppelen van het bamboehandvat (bewaarbaar voor????) de rest in de plastic bak. Toch nog plastic afval (wel recyclebaar)


Wat nu? Gelukkig zag ik wéér iets anders duurzaams (duurzamer?)
De onlangs gekochte afwasborstel is van lijnzaad geolied FSC gecertificeerd hout  en de haren zijn van tampicovezels.

Van tampico vezels had ik nog nooit gehoord, dus ik zocht het na.
Tampico is en stad gelegen aan de Golf van Mexico én het is een plant!  
Die plant levert Tampico vezels. Deze worden gehaald uit de bladribben van een agavesoort.
Ik las dat speciaal DIE soort agave alleen maar groeit  in één woenstijnregio in Mexico.
Er stond ook dat deze agavesoort (Agave Lechequilla)  volledig natuurlijk groeit  en NIET gekweekt wordt.
(Raken die planten daar dan niet eens óp?)

Op de site van Greenminds, die deze afwasborstel fabriceert staat: de tampico vezels worden gebruikt voor de “haren” van borstels en zullen niet snel vervormen.

We zullen het zien. Eerdaags beginnen we met het gebruik van die nieuwe, duurzame afwasborstel (die overigens een  prachtig design heeft)

Nomen et omen

Nomen et omen is Latijns voor “je naam is een voorteken”.
Dat geldt ( misschien) voor voornamen, maar is ook bekend als een verschijnsel bij achternamen: De zogenaamde Aptoniemen
Een aptoniem (afgeleid van Latijn aptus, “geschikt” en Grieks onoma, “naam”) is een naam die aansluit bij hetgeen de drager van die naam in het dagelijks leven doet.

Voorbeeld: Ik heb vrienden die BAKKER vanachteren heten, hun beroep is echter niet dat van bakker; voorouders misschien?

Er was ooit een muziekgroep dat het Sprookjesensemble heette, de dirigent heette K.Bouter (echte naam of pseudoniem, dat weet ik niet)
Familie van me had vroeger een oogarts die dokter Duister heette(een tegengesteld beroep van zijn naam!) Zo’n voorbeeld vind ik ook de naam Menno Baksteen, voorzitter van de Vereniging van Verkeersvliegers ; een piloot met die naam die (op t.v.) sprak over een vliegtuig dat “uit de lucht gevallen was”
De achternaam bij het vak? We kennen allemaal de (tv) weervrouw Diana Woei.

Op namengebied kom je dingen tegen die een taalliefhebber zoals ik nooit vergeet:
Een vroegere vriendin die Agrea Veger heette en een vriendje kreeg die van achteren Stoffer heette( of het ooit wat geworden is tussen die twee????)

Een schooldokter van vroeger met de naam dokter Kip én de schoolverpleegster die zuster Haan heette.

En een latere schoolarts (vr) die de achternaam: Dokter droeg!

Ook vergeet ik nooit meer het verhaal dat mijn moeder over een achternaam vertelde.
Ze  kende vroeger een jongentje met de achternaam PIK. Hij werd veel geplaagd, ook op de Middelbare school. Zijn ouders besloten toen hij naar de universiteit ging een flinke investering te doen en hun achternaam te veranderen (dat kostte toen behoorlijk wat) Het was minder duur als je dezelfde letters hield maar in een andere volgorde zette, maar Pik of Kip was bijna even erg.  
Ze hebben hun achternaam veranderd in (van)  Hilvoorde.
Zelf heb ik de achternaam van een Nederlandse plaats.
Ik ben een amateur genealoog en heb de familiegeschiedenis uitgeplozen tot het jaar 1666.
Géén één voorouder kwam ooit uit DIE plaats! Dus waarom heten we zo?
Mysterie.

Shakespeare liet het Julia al zeggen “What’s in the name?” Wat maakt het uit hoe je heet, het gaat om wie je bent! Persoonlijk vind ik het wel leuk als een naam te herleiden is, maar voor wie je werkelijk bent maakt het inderdaad NIETS uit!





Bijna Pasen.

Het is bijna Pasen.
Dat zie ik niet aan de paaseitjes in de supermarkt, want daar kom ik met krukken “even” niet.
Ik zag het vanmorgen aan iets anders.
Er lag namelijk een paasei in de vijver!
Het dreef!
Omdat onze tuin verdiept ligt kan ik niet “even” ( met krukken) naar buiten en dat bekijken, ik moest wachten tot mijn lief de vissen ging voeren.
Die vissen trokken zich trouwens niets aan van dat witte ding in hun zwemgebied.

Er ligt momenteel een net over de vijver, een afschuwelijk gezicht, maar de reiger is al meer malen langs geweest om één van onze ( of allemaal?) vissen te verschalken.

Normaal vliegt hij weg zodra we tegen de schuifpui aan tikken, maar de laatste tijd laat hij zich niet meer zo makkelijk wegjagen. Hij heeft honger en wil VIS!
Dus is een (opvouwbaar gemaakt) net de enige optie.

Maar goed, het drijvende ei lag ONDER het net; de mazen van het net zijn té klein om een aanwaaiend ei door te laten. Het ei moet dus in een klein plekje zonder net gevallen zijn en daarna onder het net gedreven. Bijzonder.

Mijn lief voerde de vissen en liet me het ei zien; het was een kunststof ei met een strikje en een lintje eraan. Mijn lief nam het niet mee naar binnen maar hing het in de geelbloeiende forsythiastruik; het staat wel paasachtig!

Uit ons slaapkamerraam zag ik later dat de hele buurtuin vol met paaseitjes hangt, aan hun pergola, in hun struikjes en tegen hun buitenmuur aan; ze hebben er echt een PAASTUIN van gemaakt.
Ik denk dat “ons” vijverei bij hen vandaan gewaaid is.

Hier binnen heeft Pasen nog niet toegeslagen. Mijn lief is niet zo van seizoensgericht versieren, dat is normaal MIJN ding.
De dozen met Paasspullen staan echter op zolder, voor mij voorlopig verboden gebied en voor hem niet zijn favoriete plek, schuin onder de hanenbalken

Wat ik wel binnen “handbereik” had was mijn doosje schapen.

Door mijn ongelooflijk handig pakapparaatje, kan ik, ook al mag ik met de nieuwe heup beslist niet bukken, wel dingen oppakken die laag staan: het doosjes met schaapjes was binnen mijn bereik.
Nu staan er verschillende schaapjes binnen mijn zichtveld, misschien niet Paasachtig, maar wel “lentig”

Behalve schapen staan er nog geschonken witte druifjes en hyacinten in de huiskamer dus met die lentesfeer zit het wel goed.

Ik weet het: één ei maakt nog geen Pasen, maar Pasen is wel in aantocht

(Niet) Bezig met gezondheid

Onlangs kreeg ik (ongevraagd) een folder in de brievenbus (mét Nee- sticker!) waarin tips voor het aanvullen van vitamines met NATUURLIJKE PRODUKTEN.


Vitamine D tekort? Vette vis of een  gekookt eitje. Wil je je  immuun systeem een boost geven: doe iets met verse gember ( bevat vitaminen B1,B2,B6 en C, natrium, calcium, koper, zink en magnesium) In verse gember zit gezonde gingerol!

“Overal” de lofzang van gember gezongen: Gember is al eeuwenlang een kruid dat wordt gebruikt tegen allerlei pijnen De antioxidanten en ontstekingsremmende eigenschappen van gember hebben bijvoorbeeld een positieve invloed op de huid .Gember schijnt het lichaam ook te zuiveren; het voorkomt ophoping van gifstoffen en stimuleert de doorbloeding

Verder dan een enkele keer gember(wortel)in een gerecht én natuurlijk gemberthee kom ik niet! Vroeger dronken we nogal eens gemberbier (geen idee waarom we daar ooit mee gestopt zijn?) of dat gezond was weet ik niet, maar lekker was het wel!
Vooral in Engeland was (is?) dit bier erg populair, ik las dat pubs vroeger kleine schaaltjes met gember op de tafeltjes neerzette, zodat mensen dat in hun bier konden gooien!( dát heb ik in Engeland nooit gezien, dus ze zullen er wel mee gestopt zijn)

Ook in tal van bladen word je “doodgegooid” met allerlei voeding/vitaminen supplementen die men MOET nemen. Vitaminen D zitten in de zon, ’s winters minder zon DUS supplementen ( vitamine D tekort is het meest voorkomend vitaminetekort!)

In een ander gezondheidskrantje stonden ook deskundigen die hun mening over oa. weerstand geven. Ik las dat een darmfloratherapeut (nooit van deze beroepsgroep gehoord) schreef dat als je supplementen slikt maar ongezond leeft “je dure poep aan het maken bent”
Die twee zaken gezond leven én iets er eventueel bij slikken gaan volgens haar hand in hand.

Voor een gezond leven (mét weerstand) is het ook belangrijk dat je slaap genoeg hebt (oei!! daar heb je me, ik slaap zelden meer dan 7 uur) Een onderzoek wijst uit dat mensen die 7 uur of minder slapen sneller ziek worden dan mensen die 8 uur of meer slapen!
Een slaaponderzoeker pleit voor een powernap!

Wat bij mij wél  hoog scoorde was de opmerking dat je warm moet blijven! (ik heb het vaak koud) Je lijf heeft energie nodig om warm te blijven, heb je het koud dat moet het lichaam energie gebruiken om warm te worden/blijven, energie die beter gebruikt kan worden om gezond te blijven: dus trek een vest aan!

Na 5 uur ’s middags, als mijn actieve zelf een tempootje lager gaat, kun je me uittekenen in een (vaak hetzelfde) vest!

Tot slot wil ik u nog laten delen in een “weetje” waarvan ik altijd gedacht heb dat het flauwekul was en dat volgens het Voedingscentrum een FEIT is: Vitamines kunnen verloren gaan onder invloed van warmte, zuurstof en licht.



Mijn moeder zei vroeger altijd dat ik de sinaasappelsap onmiddellijk moest opdrinken ANDERS VLOGEN DE VITAMIENTJES ERUIT. Flauwekul dacht ik (maar deed het wel: Moeders wil was WET)
Het voedingscentrum: Producten die blootstaan aan zuurstof, geschild of gesneden zijn verliezen vitaminenkracht!

Heb ik toch weer e.e.a. geleerd van een dergelijke folder! En misschien u ook van mijn blog.

Je ziel uit je lichaam niezen?

Tegenwoordig, sinds COVID 19, hoesten en niezen we in onze ellenboog.
In de tijd van de oude Grieken geloofde men dat je, als je nieste, je je ziel uit je lichaam kon niezen.
Dat wilde je niet, dus wat deed je? Hand of ellenboog voor je mond?
Nee, je riep een Oppergod te hulp.

In het geval van de oude  Grieken en Romeinen was dat Oppergod Jupiter (God van de hemel, waar de ziel na de dood heen kon gaan én  de God van het onweer)
Na een nies riep men “Jupiter ontferm U ; een bezwering!

Mijn Engelse schoonzus zegt, als ik nies nog steeds: “Bless you”  Ze roept weliswaar Jupiter niet aan, maar  wel “haar” God om mij te behoeden van ziektes (of dat ik mijn ziel uit nies?)
Ik las onlangs waar de Romeinen, Grieken én mijn Engelse schoonzus dat God aanroepen vandaan hebben:

Omstreeks  het jaar 590 was er een pestepidemie uitgebroken ( men wist toen niet waardoor dat werd veroorzaakt) Het voor de handliggendst om zo’n epidemie te “bezweren” was, de clerus voor je te laten bidden.In de straten liepen toen biddende priesters.

De toenmalige Paus, Gregorius I in Rome ( bijgenaamde de Grote; de 64ste   paus) raadde de mensen aan om Gods zegening te vragen als men nieste.

In de Middeleeuwen zag men dat, als iemand nieste  er speekseldeeltjes in het rondvlogen, dus concludeerde men dat daar de pest (en andere ziektes) best eens door verspreid konden worden. Vandaar de  wens na de nies: Gezondheid!

Gezondheid



Zijn er dan alleen “slechte” dingen als men niest: dat je ziel je lichaam verlaat, dat je ziek wordt, dat je anderen besmet? Nee, want een bijgeloof “zegt” dat 3x niesen GOED WEER zou betekenen.
Dat bijgeloof schijnt ontstaan te zijn uit het feit dat mensen met hooikoorts vaker niesen als er pollen in de lucht zitten (mooi weer aankomt)

Ook las ik dat in de wereld van de zeelui, als een aanboordstappende zeeman aan stuurboord nieste, dat een goede reis voorspelde (aan bakboord niesen  was het tegenovergestelde: het zou een reis met slecht weer worden!)

Nu ik toch met bijgeloof en niesen (niezen mag ook) bezig was las ik ook dat als een bruidegom of bruid tijdens de huwelijksceremonie niest dat als slecht voorteken voor het huwelijk geldt.
Ik was bij huwelijksplechtigheden, waarbij de huwelijken later helaas ontbonden werden, maar ik kan me niet herinneren of er door één van beiden geniest werd tijdens de huwelijksceremonie.
Niesende bruidegom

Geluk gemist?

Ik merk pas vandaag dat ik de Internationale Dag van het Geluk, die op 20 maart jl. plaatsvond gemist heb

IK wist het niet, u wel? En? Gelukkig geweest die DAG?

De Internationale Dag van het Geluk is door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 maart 2012 ingesteld. Dán wordt het World Happiness Report bekend gemaakt: daarin de top 10 van gelukkigste landen ter Wereld.

Ik heb het rapport niet nodig om te weten dat een land als Nederland GOED scoort en in de top 10 staat.
We staan in de rop 10 van de rijkste landen van de wereld.
Rijk en gelukkig zijn géén synoniemen, maar zoals iemand mij vroeger ooit zei: géén dak boven je hoofd, slechte gezondheid, geen partner én geen geld, is toch anders mét de eerste drie dingen en WEL geld)

Zonder dat ik het wist is Finland wéér op nr.1 gekomen van de Gelukkigste landen in de wereld ( 4e keer op rij)  en staat Nederland op 5*) Alleen in Denemarken, Zwitserland en IJsland zijn de mensen nog nét iets gelukkiger dan in ons land.

Coronabeperkingen, de staat van het milieu, onze VVD regering, ondanks dat alles staat Nederland op nr. 5!
Nederland is een land van klagers, ook daarin staan we in een top 10.
Op internet las ik ergens: Zelden hoor je Nederlanders klagen over honger of corruptie in ons land, het ontbreken van uitkeringen of de slechte medische zorg. Nee, wij klagen voornamelijk over het weer, politici die we niet vertrouwen, belastingverhogingen en hoge brandstofprijzen.
Luxeproblemen dus.

Ik denk dat de persoon die dát schreef gelijk heeft.
20 maart is als Dag van het Geluk “ongemerkt” aan me voorbijgegaan, maar geluk heb ik, niet alleen 20 maart: geluk dat ik in Nederland geboren ben!







*) Het World Happiness Report is gebaseerd op drie jaar onderzoek naar hoe gelukkig burgers zelf zeggen te zijn. Verder is voor het onderzoek gekeken naar het bruto binnenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking, het aantal gezonde levensjaren dat mensen kunnen verwachten en vrijheid van corruptie bij de overheid en het bedrijfsleven.  De lijst komt tot stand op basis van een serie vragen aan inwoners van meer dan 150 landen over zaken als inkomen, gezondheid, vrijheid en sociale ondersteuning.


De wonderlijke medische wereld.




Ik heb vandaag mijn nieuwe heup gezien.
De orthopeed heeft me de foto laten zien, daarna haalde hij uit zijn witte jaszak de onderdelen, de pin, de kop, de kogel, of hoe dat allemaal heet. Ik was verbijsterd.
Al die onderdelen had ik nu in mijn lijf. Mijn lief (die mee mocht omdat ik in het ziekenhuis in een rolstoel werd rondgereden) stelde meteen  een “technische”  vraag. Terwijl ik alleen maar gefascineerd kijken kon, hoorde ik het antwoord van de dokter:
“Ik maak een gat van 50, de kop is 51, dat gaat dus net niet, dan ram ik hem erin en zit hij goed vast“


Ik houd van reële professionals, dit was er zo één, geen gedraai, maar recht voor zijn raap, kort en bondig.
Ik vroeg hoe lang de garantie op de nieuwe heup is Het antwoord was kort en bondig: Geen.
Andere vraagstelling dan ”Red ik het met déze tot mijn dood?”
Hij dacht van wel!
Er kwam een morbide vraag in me op die ik toch stelde: “Na mijn crematie…..
Hij voelde me perfect aan “Dan zijn er nog heuponderdelen heel over”
We lachten alle drie. Hij hoefde de onderdelen NIET terug!

Hij vroeg of ik e.e.a. had nagekeken op internet.
No way!
We raakten gedrieën aan de “algemene praat” : hij vertelde dat mensen die een nieuwe heup krijgen (niet zoals ik met een trauma, maar “gewoon” versleten) altijd willen praten over wat voor kunstheup en de methode waarop die er ingezet wordt.
Dat gebeurt zelden met knieën, schouders en ellenbogen, alleen bij heupen. Terwijl bij die andere operatie ook verschillende mogelijkheden zijn “om erbij te kunnen”
Hij vindt dat apart en heeft er ook geen verklaring voor.

Voor algeheel herstel moet ik een jaar rekenen: voor ik weer ALLES kan.
Ik reageer niet, dat is mega lang en ik ben al niet een van de geduldigste.
Ik heb me voorgenomen een houding aan te nemen van ik zie wel hoe het komt.
Hoe druk ik me ook maak, sneller gaat het toch niet. Ik oefen en doe mijn best, meer kan ik niet.

De arts wil een nieuwe foto van mijn kunstheup en mij zien over 6 weken. Gaan we doen.

Hij roept een verpleegster binnen voor het verwijderen van mijn vele krammen.
Ze heeft daar een apart apparaatje voor en zegt het vaker te hebben gedaan.
Dat is te merken

Een half uur laten rijden mijn rolstoel, begeleider en ik het ziekenhuis uit. Ik een beetje ijzer lichter maar nog steeds verbijsterd over wat er nu in mijn lijf zit. Hopelijk kan ik er “snel” weer mee uit de voeten!

Souvenirs- Griekse eilanden

Bijna iedereen neemt souvenirs mee als hij of zij naar een ander land gaat. Sommige mensen doen dat ALTIJD, anderen alleen als ze wat moois zien en weer anderen als ze in een “bijzonder” land  zijn.

Ik besloot wat van de souvenirs die we door de jaren heen mee hebben genomen te laten fotograferen en daar een blog bij te schrijven.


Ooit waren we op het eiland Cyprus*), een prachtig, in tweeën gedeeld land met een in tweeën gedeelde hoofdstad (Grieks/Turks)
Om ons geen problemen op de hals te halen (wat in die tijd wel voorkwam met toeristen) zijn we NIET in de hoofdstad (Nicosia= gedeeltelijk onder Turks bestuur) geweest, maar hebben een autootje gehuurd en zijn alleen door het “Griekse” gedeelte van het eiland gaan toeren.
Het Griekse schrift en de Griekse motieven (een motief in de  vorm van een band met steeds herhaalde rechthoekige figuren) fascineert me én omdat ik dáár een jaar ouder werd kreeg ik deze sieraden voor mijn verjaardag van mijn lief.

In een latere vakantie op het Griekse eiland Kreta zagen we een soortgelijk motief in een kleedje.
Ook dat hebben we gekocht; het ligt nog steeds in onze hal boven.

Ook waren we ooit op het Griekse Eiland Zakynthos, maar bij mijn weten namen we daar niets tastbaars van mee, alleen herinneringen.

*)Cyprus werd van oudsher bewoond door Grieken, was onderdeel van Ottomaanse Rijk, toen kolonie van het Britse rijk en in 1960 kreeg het zijn onafhankelijkheid

Gehoor

Slechthorenden hebben extra problemen met de COVID-19 maatregelen zoals mondkapjes en afstand houden. Daardoor is er voor hen maar een beperkte communicatie mogelijk.
90% van de slechthorenden, zo las ik, kunnen mensen met een mondkapje  slecht tot heel slecht verstaan.
Niet ALLEEN  slechthorende hebben problemen om mensen met mondkapjes te verstaan: een derde van de goedhorenden verstaan mensen met een mondkapje onvoldoende.


Het is niet alleen COVID-19 dat de Wereld Gezondheids Organisatie (WHO) zorgen baart.
Zij vrezen, met onderzoek gestaafd, dat tegen het jaar 2050 één op de vier mensen gehoorproblemen zal hebben! (momenteel zijn dat 1 op de 5 mensen)


Bij kinderen kan bijna 60% van de gevallen met gehoorverlies voorkomen worden door maatregelen zoals immunisatie ter preventie van rubella en meningitis, verbeterde kraam- en neonatale zorg, en daarnaast screening voor en tijdige behandeling van middenoorontstekingen.
Bij volwassenen kan lawaaibeheersing, veilig luistergedrag en toezicht op ototoxische medicijnen (pas recent ontdekte gehoorschade door medicijngebruik) samen met goede hygiëne van het oor helpen om een goed gehoor te behouden én de kans op gehoorverlies te beperken.

Er gaat, zo heeft de WHO berekend wereldwijd  ca.1.000 miljard euro verloren doordat mensen niet goed kunnen horen. Van de 2,5 miljard mensen met gehoorschade omstreeks 2050 zullen er dan 700 miljoen mensen medische hulp nodig hebben.

Met die hulp is het in sommige landen slecht gesteld:  van de lage inkomenslanden heeft ongeveer 78% minder dan één KNO-arts per miljoen inwoners; 93% heeft minder dan één audioloog per miljoen inwoners en slechts 17% heeft meer dan één (of meer) logopedist(en) per miljoen inwoners en 50% heeft maar één of meer leraren voor de doven per miljoen.

Schrikbarende berichten die ik oa. vernam door mee te doen aan de Nationale Longitudinale Studie Horen van Amsterdams Universitair Medische Centra.

Mijn stiefvader was slechthorend, kon zonder zijn apparaatje amper iets horen en mét zijn gehoorapparaat had hij last van “bijgeluiden”. Dus vaak had hij het apparaatje niet in, hetgeen communicatie met hem tot een uitdaging maakte.
Na zijn dood stuurde een familielid de vraag rond of mensen uit zijn naam, wilde meedoen bij dit langlopende gehooronderzoek. Ik hoor goed, maar ook goed horende mensen zijn nodig voor dit onderzoek. Mijn aanmelding  van toen herinnert me van tijd tot tijd ook nu nog aan de beperking die mijn stiefvader had.

Ik geloof wel dat er de laatste tijd (in Nederland) méér aandacht voor gehoorverlies is, getuige de  audicienreclames en de gebarentolk bij de persconferenties betreffende COVID 19.