Niet alle broertjes en zusjes houden van elkaar.
De twee meisjes in mijn verhaal hielden niet van elkaar.
De oudste was een paar jaar alleen voordat haar zusje geboren werd.
Ik vermoed dat ze liever alleen was gebleven ,zonder zusje, met alle aandacht op háár gericht.
Zodra de jongste liep (misschien zelfs toen ze al kroop) en er ging iets kapot of fout, wees de oudste met haar kleine priemvingertje naar haar zusje, ZIJ.
Als het een “gewoon” gezin was geweest, had de moeder waarschijnlijk wel ontdekt dat de oudste een jaloers kind was en haar zusje ten onrechte de schuld gaf van alles wat er fout ging.
Maar het liep niet “gewoon”: De vader ging er met zijn secretaresse van door en de moeder bleef alleen verbitterd achter. Ze had weinig geld.
Of ze (te) weinig alimentatie kreeg van haar ex man óf niet goed met geld om kon gaan, vertelt het verhaal niet.
De vader hield van zijn twee meiden, stuurde kaartjes en cadeautjes en belde soms op. Niets van dit alles kwam de meiden ter oren; moeder boycotte alles.
De vader bleef er een jaar mee doorgaan en werd het toen zat; hij gaf het op en wijdde zich geheel aan zijn nieuwe gezin bij zijn secretaresse, met wie hij ondertussen getrouwd was (en met wie hij tot op de dag van vandaag een gelukkig leven leidt)
Op een keer duwde de oudste de jongste van de trap.
Niet per ongeluk, ze had genoeg van haar zusje.
Gelukkig kwam het zusje niet al te beroerd terecht.
Maar daarna wist de jongste het zeker: voor haar moet ik oppassen.
De oudste kreeg heel jong een vriend, een wat oudere vriend, die geld had om een huis te kopen en een dure bruiloft te betalen met een groot feest.
De jongste kreeg ook een vriend, (met minder geld, maar wel lief) trouwde en ging ook het huis uit.
De oudste kreeg 2 schattige kinderen: jongetjes.
De jongste kreeg een miskraam en kon daarna geen kinderen meer krijgen, haar huwelijk liep stuk.
Ze was gek op haar twee neefjes en kwam vaak oppassen.
De oudste kocht een nieuw, groter huis.
En na een paar jaar een nóg groter huis met een tuin.
Hun oude huis waren ze na een paar dagen al kwijt. Verkocht voor een goede prijs.
De nieuwe bewoners wilden er graag zo snel mogelijk in.
Dat kon, maar dan moest de oudste en haar gezin een tijdje kamperen in hun nieuwe grote huis, want dat werd nogal rigoureus opgeknapt; er werd afgebroken en bijna nieuw opgebouwd: het moest perfect zijn.
Helaas, de aannemer, die ze op internet hadden gevonden en stukken goedkoper was dan andere offertes die ze aangevraagd hadden, én die ze vooruit betaald hadden voor de klus, ging er met het geld vandoor. De klus was bij lange na niet af.
De vloer was uit de woonkamer, er was geen keuken meer in, de wc was afgesloten en nergens lag nog vloerbedekking.
Het was 2 weken voor kerstmis.
Een nieuwe aannemer om de klus te klaren, zat er niet in, want hun geld was op.
Zélf doen was voor een heleboel onafgemaakte zaken geen optie, té specialistisch.
Ze moesten hun oude huis uit.
De jongste had erg met ze te doen en bood haar flat aan, zij kon dan zo lang wel bij haar oude zieke stiefvader in.
De oudste wilde dit aanbod niet aannemen, maar de kerst stond voor de deur en ze had twee kleine kinderen; dus trok ze toch in de woning van de jongste zus.
En hoewel het klein was, konden ze er een gezellige kerstfeest vieren.
De moraal van het verhaal:
De “lieve” zus werd niet beïnvloed door het “foute” gedrag van de oudste, ze bleef haar eigen, lieve zelf en was een schat van een tante voor de neefjes.
De oudste zus?
Die vond dat alles haar kant op moest komen en bleef dat vinden; het gebeurde immers al jaren zo.