Voedingsweetjes

Aardappelmelk
Als je allergisch bent voor koemelk of aan lactose intolerantie lijdt zijn er alternatieven, zoals bv soja- of kokosmelk.
Ik las nu dat er ook aardappelmelk bestaat.

Amazon

Aardappelmelk is een is een mengsel van water, aardappelen, koolzaadolie, suikers en enkele andere ingrediënten zoals een emulgator, vitamine D en een zuurteregelaar. De textuur schijnt melkachtig en de smaak mild te zijn.  Het Zweedse bedrijf DUG verkoopt momenteel in enkele landen aardappelmelk, nog niet in Nederland, maar het is al wel online te bestellen oa. bij Amazon

Er is verschil tussen volkoren- en meergranen producten
Volkoren graanproducten zijn gemaakt van de hele (vermalen) graankorrel. De graankorrel bestaat uit 3 delen: de meelkern, de kiem en de zemel.
De meeste goede voedingsstoffen zitten in de kiem én de zemel. (Je kunt niet aan de kleur zien of het volkorenbrood is, alleen op het etiket zie je of er volkoren(tarwe)meel is gebruikt.)
“Meergranen” is géén wettelijk beschermde term. Fabrikanten moeten in een meergranenproduct wel meerdere granen verwerken, maarde hoeveel daarvan is niet geregeld
(Meergranenbrood bevat meerdere soorten graan en kàn als basis volkorenmeel hebben)




Golden milk
Kardemon is een kruidachtige plant met groene peulen met zwarte zaadjes die veel aroma afgeven (veel gebruikt in Indiase en Midden-Oosten keuken)
De plant groeit oa. in Guatamala en India.



In India maken ze een drankje  “haldi ka doodh” (kurkumamelk) van kruiden waaronder kardemom verder nog gember, peper, kurkuma en kaneel, dat alles in warme melk en gezoet met honing.In Europa heet het golden milk!



Omakase

Een goed bericht voor mensen met eetkeuzestress.
Het antwoord hierop is “omakase” dat is een manier van dineren waarbij de gast zich volledig overgeeft aan de kunsten van de kok
Omakase komt oorspronkelijk uit Japan en betekent zo iets als “ik laat het aan jou over (hier wordt met “jou” de kok bedoeld)




Ik heb 2x omakase (vóór het Coronatijdperk) gegeten; één keer mochten we kiezen tussen vis en vlees én een keer mochten we zeggen wat we ECHT niet lusten (bij mij was dat spruitjes en broccoli)
Je moet er een type voor zijn om het hele menu over te laten aan de kok, maar het is ook spannend: een verrassing!

Vleesproductie zorgt voor veel uitstoot van broeikasgassen én voor verzuring van de bodem en de lucht, dat weten de meesten van ons!

Even wat CBS (= Centraal Bureau voor de Statistiek) cijfers :

In 2020 geeft 5% van de 18-plussers (630 duizend personen) aan nooit vlees te eten; 
3% eet geen vlees maar wel vis (pescotariërs),
2% eet ook geen vis (vegetariërs).
0,4% (53 duizend personen) geeft aan op een volledig plantaardig dieet te leven
Een half procent van de 18-plussers is in het afgelopen jaar gestopt met vlees eten  
45 procent van de 18-plussers eet maximaal 4 dagen in de week vlees (flexitariërs)

De markt van de niet-vleeseters wordt groter en dus zijn er innovatieve mensen bezig met het ontwikkelen van vleesvervangers (wie geen vlees eet moet eiwitten, ijzer en vitamines B1 en B12 uit andere producten halen)


Twee Nederlanders (T. Martens & M. van de Ven) van de Start-up Plantible Foods vertrokken in 2017 naar de Verenigde Staten: “Innovatie gaat in Europa nou eenmaal heel traag” beweerden zij.


Uit eendenkroos onttrekken ze, net buiten San Diego, een eiwit, genaamd RuBisCO (= ook aanwezig in groene planten zoals spinazie, bietenblaren en algen.)
Eendenkroos is, aldus de verbouwers, een duurzamer en goedkoper alternatief voor zowel dierlijke producten als plantaardige voedingsbronnen als soja, erwten en maïs. 

Eendenkroos, de toekomstige vervanger van vlees? Het zou zomaar kunnen!

Out of the box

Mycelium, het wortelnetwerk van paddenstoelen (draden van een schimmel) is de grootste recycler van de natuur! Mycelium staat zelfs in het Guinness World Book of Record als het grootste levende organisme, met een totale grootte van 3.8 vierkante kilometer!

Onderzoekers van de TU Delft hebben een doodskist van dit levend organismen ontwikkeld. Het mycelium groeit dan in een speciale mal, die is gevuld met houtvezels, waardoor het zich kan vermeerderen en als biologisch bindmiddel werkt.
Na ongeveer 7 dagen heeft het al de vorm van de kist, waarna het op natuurlijk wijze gedroogd wordt. Dit stopt het groeiproces en geeft de kist zijn sterkte.( Pas nadat het langdurig in contact is geweest met vocht (het grondwater) begint het mycelium weer te leven. Dit betekent dat het composteerproces pas onder de grond begint, dus na de begrafenis.)


De Loop*) Living Cocoon  is ’s werelds eerste levende doodskist (ontwikkeld in Nederland) die mensen in staat stelt om, na hun dood, de bodem te verrijken en een bron te worden voor nieuw leven.
Een geval van een klimaatpositief product dat CO2 opneemt in plaats van uitstoot.
Deze doodskist gaat namelijk volledig op in de aarde in ca. 45 dagen, voedt daarmee de aarde, verhoogt de biodiversiteit én composteert het lichaam sneller.
Het lichaam, dat in een traditionele kist 10 tot 20 jaar nodig heeft voor het gecomposteerd is, heeft in een klimaatpositieve kist ongeveer 3 jaar nodig, zo las ik nu pas. Het blijkt namelijk dat de eerste mens al in 2020 in een “levende doodskist” **) is begraven.

Een uitvaart, zo is berekend, levert bijna een ton CO2 ***) uitstoot op, dat is dus niet alleen de kist en het lichaam dat composteert maar ook het vervoer van de gasten naar de uitvaart (en terug)
Een begrafenis/crematie en herdenkingsdienst en koffie/lunchsamenzijn op korte afstand van elkaar kan de uitstoot wel iets verminderen, maar er zullen altijd bezoekers uit andere windstreken komen en niet iedereen kan op de fiets komen!


https://greenleave.nu/

Ik las nu ook dat er ook uitvaartondernemingen zijn die, om de uitstoot te compenseren voor elke uitvaart bomen planten****).
“Dat gaat de wereld niet redden, maar als 2 bomen 21 jaar groeien nemen ze meer dan de hele uitstoot van de hele uitvaart op”, schreef één van de oprichters van GreenLeave (= een samenwerkingsverband van uitvaartondernemers die streven naar 100% duurzame uitvaarten in Nederland.)

Goed duurzaam bezig die uitvaartjongens, nou wij nog!




*)LOOP is een bedrijf met grote ambities dat in 2014 werd opgericht en zich bezighoudt met recyclage, reparatie en hergebruik. Opgericht door bio-designer Bob Hendrikx

**)Een dergelijke doodskist van schimmels kosten ca. € 1500,-

***)Er zijn uitvaartleiders die elektrisch rijden, biologisch afbreekbare handschoenen gebruiken, energiebesparende maatregelen van haar gebouwen hebben doorgevoerd en de papierstroom hebben ingedamd en zoveel mogelijk hebben gedigitaliseerd.

****) 2 bomen per uitvaart, één in Nederland en één in een bosproject elders in de wereld

Loven en bieden

Eerder had ik het in een blog (Verkoopcommunicatie) over het onderhandelen van prijzen, iets dat ik NIET kan en mijn lief ook niet.

Dat niet kunnen onderhandelen valt het meest op in landen waar over bijna elke verkoopprijs onderhandeld moet worden.


In Mauritanië op de markt ging ik flink in de fout.
Ik vroeg in het Frans wat de prijs van een lap stof was, de man zei een prijs, ik zei “non merci” en liep weg.
Mijn begeleider wees me erop dat dit daar ECHT niet kan.
Als je iemand om een prijs vraagt ben je geïnteresseerd en ga je DUS onderhandelen!
Hij vroeg me wat de uiterste prijs was wat ik voor de lap stof wilde betalen en ging voor me onderhandelen. Ik stond wat beteuterd op een afstandje te kijken. Ik kreeg de lap stof voor de prijs die ik wilde. Ik heb in dat land NIETS meer zelf gekocht.

In Egypte vond ik het (in grote steden) lopen op markten en bij toeristische attracties dramatisch. Ook als je NIETS wil kopen, geven kooplui je iets in je hand dat je vervolgens MOET kopen. Zaak dus om je handen dicht te houden zodat er niets in gelegd kan worden óf mensen afblaffen en soms wegduwen, iets dat ik beslist NIET doe.
Gewoon “no thank you” zeggen werkt daar beslist NIET!

Op twee keer na waarbij ik WEL normaal met kooplui kon praten, heb ik verder NIETS gekocht.
Voor een feest op een boot moesten we ons verkleden, mijn lief heeft voor ons “onderhandeld” voor de kleding (meer betaald dan andere gasten hoorden we later) Het was een leuk feest!

Ook in Ghana kreeg ik het benauwd op de markt.
Gelukkig waren we met een Ghanees op die markt. Toen ik een zonnehoed of pet wilde hebben omdat de zon op mijn bolletje brandde ging hij voor me onderhandelen (ik had géén prijs genoemd) Ik kreeg géén zonbescherming: de kooplui vroegen teveel, zei onze “onderhandelaar”
De verkoper zag dat hij de hoed kocht voor “ een witte” daardoor werd de prijs hoger.
Ik had het heet en wilde best wat meer betalen, maar onze begeleider wilde dat niet!
Een trotse Ghanees, die gasten van zijn land niet teveel wilde laten betalen!

Ooit, lang geleden in Vietnam hebben we wel het één en ander (souvenirs) gekocht. We betaalden gewoon wat men vroeg. Een Vietnamees meisje in een winkel vroeg me wat ik voor een (inlandse) zonnehoed die ik ophad, betaald had.



Ze proestte het uit toen ik de prijs zei “Much too much” giechelde ze.
Mijn lief was razendsnel en vroeg haar hoeveel wij háár teveel hadden betaald. Ze lachte en noemde een bedrag. Mijn lief graaide een net betaald bankbiljet uit haar hand, waarop zij weer razendsnel mij bij mijn arm greep “Then I’ll keep your wife” riep ze hem na terwijl mijn lief deed alsof hij de winkel uit vluchtte. Mijn lief liep naar weer haar toe met het papiergeld in zijn uitgestrekte hand “If you keep my wife I’ll give you money.” grapte hij. Het meisje liet me los en kwam niet meer bij van het lachen.
Bij haar wisten we dus ook dat we teveel betaalde, maar we gunde het haar.

In andere blogs heb ik al beschreven welke souvenirs we in deze landen hebben gekocht/laten kopen. We hebben vast vaak, als we iets zelf kochten, teveel betaald maar dat namen we voor lief, beter dát ( je kunt altijd ook NIET kopen) dan het “spel” van prijsonderhandelingen waarvan IK de regels NIET begrijp en het afwijzen, weglopen en terugkomen vreselijk vind.

Van boom tot….

Er zijn nog al wat stormen geweest de afgelopen periode; stormen Corrie en Eunice om er maar eens een paar te noemen. Ze hebben heel wat schade veroorzaakt en heel wat bomen om laten waaien.

Hoewel het nu al weer een tijdje minder stormachtig weer is, zijn de sporen van de stormen in dorpen en steden (boomstompen met rode linten eromheen) en ook in bossen (veel “liggende” bomen) nog zichtbaar.

Persoonlijk heb ik nog niet gemerkt dat de houtprijzen nu, door de enorme hoeveelheden extra (omgewaaid) hout, zijn gedaald. (Wél dat de energieprijzen zijn gestegen en dat er meer mensen hout zijn gaan stoken (stank), iets dat slecht voor het milieu is, maar beter voor de portemonnee)

Ik las wel iets over goedkoop (omgewaaid) haardhout voor consumenten in Zuidoost Friesland:


Inwoners daar die door de storm gedupeerd zijn, kunnen bij de gemeenten Heerenveen en Opsterland goedkoop haardhout kopen
(€ 25,= per m3; vlgs de gemeenten € 100,- onder de marktprijs) Het hout is afkomstig van de honderden bomen, die in de beide gemeenten zijn omgewaaid tijdens het korte maar hevige noodweer.( gem)

In het bos hier zagen we vele stammen van dezelfde lengte opgestapeld liggen.
Prachtige nerffiguren erin en waarschuwingen om niet op de stapels te klimmen erop gestempeld en info van de Algemene Vereniging Inlands Hout (AVIH) erop geniet

Het hier liggende hout had 2 verschillende bestemmingen:

1. MDF = Medium Density Fibreboard voor stammen die niet geschikt zijn om planken of balken van te maken. Dit hout wordt fijn vermalen dan dicht op elkaar geperst tot MDR platen oa. gebruikt voor o.a. keukenkastjes en plinten.
(Allerlei houtsoorten kunnen hiervoor gebruikt worden. Vaak  gaan stukken hout die te dun, te dik of te krom zijn naar de plaatindustrie)

2.OSB = Oriented Strand Board, dat zijn grove snippers hout (strands)die in een bepaalde richting (oriented) op elkaar zijn geperst. Dit board wordt vaak gebruikt voor, in combinatie met isolatiemateriaal, een dak af te timmeren en voor wandafwerking.

Behalve omgevallen bomen zien je in het bos ook nog fier overeind staande bomenrijen én stamstukken die door en door verrot zijn, donker gekleurde bomen zonder groen, en struweel met licht groene knopjes eraan.
Ook stoere naaldbomen die hun lagere takken, op zoek naar de hoogte en het licht, hebben laten vallen en alleen helemaal bovenin groene naalden hebben.

In een bos valt, ook in deze tijd, wat te leren

Verkoopcommunicatie

Voor het eerst sinds lange tijd ben ik weer naar een kringloopwinkel geweest, ik had een paar dingetjes nodig die ik, in plaats van nieuw, ook tweedehands kopen kon.

“Toevallig” zag ik een leuk rokje in mijn maat hangen en nam dat ook mee.
Toen ik naar de kassa wilde lopen zag ik een dame met een mandje met daarin exact dezelfde stof als “mijn” rokje. Zij keek naar mij en ik naar haar.
”Ik  ga die blouse voor mijn moeder kopen” zei ze.
Ik wees op mijn mandje “Ik heb van die stof een rokje”
“Echt?” Ze keek me aan. ”Wilt u misschien die blouse erbij hebben, dat mag hoor”
Wat een lief mens.
Ik schudde van neen “heel lief maar dat is misschien te veel van het goede, het is nogal drukke stof”
Ze zei dat haar moeder die stof vast enig zou vinden, maar als ik me zo nog bedacht, ze liep nog in de winkel, dan kon ik de blouse alsnog krijgen. Ik lachte en bedankte voor het aanbod.
Met een blij gevoel, de rok én mijn nodige boodschapjes verliet ik de winkel.

Dezelfde dag was ik de, net gekochte en thuis gewassen, rok op het buiten droogrek aan het hangen toen ik harde stemmen in de tuin van de buren hoorde.
Ze hadden hun tuinameublement op Marktplaats gezet en kennelijk kwam er een koper voor
Hij maakte (harde) complimentjes naar de schattige baby, die in de tuin lag en opmerkingen over de te kopen waar. Ik was klaar met het ophangen en liep weer naar binnen.
De stemmen werden luider en ik hoorde een autodeur dicht slaan.

Toen ik later de tuin inkwam vroeg de buurman of ik e.e.a. gevolgd had.
Niet alles, wel de essentie de verkoop van het tuinstel.
Het hele tuinstel bleek in de auto te zitten toen de buurman om het geld vroeg, zei de koper “Heb ik nog niet betaald dan?”
Daarna gesteggel over de prijs (die vooraf al afgesproken was) Een heel gedoe.
De buren hadden voet bij stuk gehouden, meegelopen naar de auto waar nog wel wat kleingeld in lag en uiteindelijk het bedrag gekregen. Ze telden de handvol kleingeld na; er bleek een euro te kort te zijn!

Later vertelde de buurvrouw dat ze op Marktplaats een opmerking gemaakt had over de verkoop én de euro tekort! En dan het vervolg: de verkoper maakte de ene euro alsnog over!
Mijn buren hadden wel hun buik (even) vol van spullen verkopen!

Ik snap dat. Wij hebben ooit één keer 4 stoelen en een eettafel verkocht (toen nog via kaartje bij de supermarkt) Lang verhaal kort: de dame die aan de deur kwam was net gescheiden, had  “eigenlijk” geen geld,  één stoel zat toen al in de auto, toen er zo’n zielig verhaal kwam dat de tranen van gevoel over mijn rug biggelden .
Of het waar was of niet, ik kon er niet tegen. Het eindigde met de koop van  4 stoelen en een tafel voor  € 25,- totaal waarbij mijn man nog de tafel naar haar huis is gaan brengen omdat die niet in haar autootje paste!

We zijn watjes, we weten het.
Nooit meer wat verkocht, wel weggegeven!
Leven gelukkig.
Met misschien minder geld, maar nooit meer gezeur over een verkoopprijs!




Artis van toen én nu.


Ooit was ik in het Verzetsmuseum in Amsterdam om een lezing te volgen over Artis in oorlogstijd.

Daarvóór had ik er nooit over gedacht hoe Artis  in de Tweede Wereld Oorlog (de dieren) die tijd overleefd hadden.
Mensen leden honger; hoe werd er aan voedsel voor de dieren gekomen?

Veel bleek te danken te zijn aan de toenmalige directeur van Artis, een Nederlandse bioloog van Zwitserse afkomst. Hij had “connecties” met de Duitsers en gebruikte die om te zorgen dat er geld (lees: eten) voor de dieren kwam én dat zijn staf én de dieren NIET naar Duitsland gedeporteerd werden. Duitse militairen kwamen voor “ontspanning” naar de dieren kijken. (Artis was vanaf september 1941 voor Joden verboden)
Wat de Duitsers NIET wisten was dat er o.a. in de apenrots (1940 geopend) Joodse onderduikers verscholen zaten.
Ook op de zolder van de roofdierengalerij zaten Joodse onderduikers.

Apenrots 1940/1945

In het begin van de oorlog brachten Amsterdammers nog noten en zaden voor de dieren naar de dierentuin, maar gaandeweg de oorlog kwam er steeds meer honger onder de mensen. 
Omdat de directeur bij de Duitsers bepleitte dat hij, voor het openhouden van Artis, voldoende voedsel  én brandstof voor de verwarming voor de dieren nodig had, was er voldoende eten voor de dieren.

Amsterdammers kwamen soms, zo werd ons verteld,  ’s nachts om met een stok tussen de tralies te proberen een stuk brood of groente  uit de kooien naar zich toe te halen voor eigen consumptie.
Er “verdwenen” ook dieren tijdens de oorlog, zoals kippen, eenden en ganzen.
Er schijnen ook een stel hongerige Amsterdams geprobeerd te hebben de varkens uit de kinderboerderij te stelen. Indrukwekkende verhalen.
Dankzij de slimme, tactvolle directeur was er genoeg eten voor de dieren én konden Joodse onderduikers in Artis een veilige plek krijgen.
Wat nam die man een enorm risico!
*

Iets heel anders over Artis, van vroeger maar ook van deze tijd.
Behalve dieren in gevangenschap verblijven er ook “vrije” dieren in Artis.
En dan niet 1 of 2 maar, zo las ik,  sommige tijden wel 400 dieren.
Het gaat niet over mieren, oorkruipers of andere kleine dieren, maar een dier van ongeveer 2 kilo en ca. één meter hoog: de blauwe reiger!

In Artis huist een grote blauwe reigerkolonie !
De reigers hebben hier al  hun domicilie sinds Artis bestaat (1838), alleen wordt de kolonie, (oa door de steeds maar zachtere winters) steeds groter.
Ze poepen in en op de bomen, zo erg dat bomen zelfs dood kunnen gaan. Ze poepen ook op de banken én de bezoekers!



Ze roven vis van de pelikanen en pinguïns!
Maar ook de reigers zelf worden wel eens als voedsel verschalkt.
Zo las ik dat in 2017 een reiger werd verschalkt door een leeuw; de reiger had een “verkeerde” plek uitgezocht om te landen.





Het Uur der Aarde

De zomertijd gaat dit jaar in op zondag 27 maart om  02.00 uur; we zetten dan de klok een uur vooruit .(zie ook blog 31.3.2019)
In de zomer komt de zon vroeg op (het is dan al licht  terwijl veel mensen dan nog slapen) door de klok te verzetten lijkt de zon later op te komen en weer onder te gaan.

zomertijd en bijna zomertijd

Maar vóór de zomertijd aanbreekt is er eerst nog Het Uur der Aarde op zaterdag 26 maart  van 20.30 uur tot 21.30 uur

Het Uur der Aarde  (Earth Hour) is een internationaal evenement dat huishoudens, bedrijven en Overheidsinstellingen oproept om de verlichting en andere elektrische apparatuur in hun huis of kantoor of fabriek voor 1 uur niet te gebruiken (elk jaar in het weekend waarop de zomertijd ingaat) om energiebesparing te promoten en de koolstofdioxide uitstoot te verminderen.

Op 31 maart 2007 werd voor het eerst Earth Hour*) gehouden in Sidney (Australië).
Toen heeft het, in dat ene uur, voor een verminderd energieverbruik gezorgd van  tussen de 2,1 en 10,2 % (geschat) en deden er 2.2 miljoen mensen mee!

Dit evenement is in de loop der jaren gigantisch gegroeid, inmiddels doen ruim 135 landen en honderden miljoenen mensen mee. Allemaal om te laten zien dat ze zuinig willen zijn met alles wat de natuur ons biedt aan grondstoffen.

Nederland is een van de vele landen die meedoet aan dit initiatief.
Ik las in een artikel uit 2009 :  Wanneer 500.000 Nederlandse huishoudens meedoen aan Earth Hour, besparen ze in dat ene uur net zoveel elektriciteit als 220 huishoudens een jaar lang voor verlichting nodig hebben.
Het ene uurtje zet dus wel degelijk zoden aan de dijk.

*) één der initiatiefnemers is het Wereld Natuur Fonds

Over eenden.

Ooit hebben we aan de Loosdrechtse plassen (in)gewoond. De tuin lag aan het water en er landden nogal eens witte eenden op het grasveld. Onze hospita had het dan altijd over “parkeenden”. Haar grote, dikke kater viel er wel eens één aan.
Ooit hebben we op het grasveld alleen een bek en gedeeltes van de zwemvliezen van zo’n eend gevonden. Bianca, de witte kater van de hospita is dagen lang ziek geweest.
De hospita combineerde bovenstaande feiten en had geen greintje medelijden met haar zieke moordende, kater!

Ik weet best wat van vogels en hun namen, maar eenden zijn om de een of andere reden een soort “vergeten” kennisgebied voor mij.

De wilden eenden, mannetje met glanzende groene kop en het vrouwtje onopvallend vlekkerig bruin, ken ik,

én ik ken de mandarijneend omdat die zo bijzonder getekend en gekleurd is. (Bijna té exotisch om in ons koude kikkerlandje voor te komen)

Onze huidige woonplaats ligt niet ver van het Gooimeer en daar zien we behalve heel veel zwanen ook vaak zwart/witte eenden, wij noemen ze Lakenveldereenden, naar het rund dat zo’n bijzondere zwart/wit tekening heeft

Nog niet zolang geleden vertelde iemand me dat deze eend kuifeend heet!
Toen ik beter keek zag ik nu ook dat deze eend een kuifje heeft. (dát had ik eerder niet gezien)

Onlangs las ik een artikeltje van de vogelbescherming over eenden en de 2 soorten die te onderscheiden zijn: duikeenden en grondeleenden.
De verschillen zijn:

*Duikeenden zijn alleseters
Grondeleenden, grondelen (= met de kop en borst onder water zoeken naar voedsel op de bodem of beneden de waterspiegel)Ze eten meestal alleen planten;

*Duikeenden hebben een gedrongen lichaam, daardoor liggen ze dieper in het water;

*De poten van duikeenden staan verder naar achteren dan bij de grondeleenden;

*Duikeenden hebben grotere zwemvliezen en grotere poten;

*Duikeenden zwemmen vaak op groter, dieper water, zelden in sloten of vijvers (op de kuifeend na)

Weer wat geleerd!

Ooit waren we in Engeland (East Sussex) op een landgoed (Halland) waarbij de vroegere landheer eenden had “verzameld” Van de 147 soorten eenden die er bestaan had hij er 125 op zijn landgoed. Er waren vijvers gegraven en in een bijgebouw van het huis, waren schilderijen en tekeningen van eenden te bewonderen.

Wat ik nooit meer vergeet was een heel bijzondere eend met blauwe snavel (later bleek dat hij ook blauwe zwemvliezen had)
Lopend over het landgoed zagen we een bruggetje in net  zo’n kleur blauw als de snavel van de punataling  (want zo blijk het eendensoort te heten) Omdat de snavelkleur zo’n onnatuurlijke kleur blauw had, dachten was dat de eend, ten tijde van het verven van de brug misschien met zijn snavel in de verfpot terecht was gekomen!
Dát bleek niet het geval: alle Punatalingen hebben zo’n blauwe snavel!

Moeders.


Aan je moeder heb je het te danken dat je je babytijd hebt overleefd!
Dát is de reden waarom we ons hechten aan onze moeder, zonder hechting zouden we het leven, als kwetsbaar kind, niet kunnen overleven.


We  hebben een betrouwbaar persoon nodig die er voor ons is om veiligheid te bieden. Meestal is die persoon, vanuit het biologisch standpunt gezien, een moeder.

Het heeft mij altijd verbaasd dat vroeger (misschien in sommige landen nog wel) men kinderen te vondeling legde bij een klooster. Waarom zou je, als je NIET voor je eigen kind kan zorgen, het weggeven aan vrouwen die nooit een kind hebben gekregen?
[ ik snap het Christelijk element van goed-zijn-voor een ander wel, maar toch]

Ik ken vele soorten moeders. Natuurlijk was de eerste mijn eigen moeder.
Een vrouw die trouwde met een man die al drie kinderen had en wiens eerste vrouw overleden was.
Door haar huwelijk werd ze “meteen” moeder; geen 3x 9 maanden een kind dragen, maar van de een op de andere dag de titel “Moeke” (ze was een Belgische)

Twee jaar na haar huwelijk raakte ze zelf zwanger en weer 9 maanden later kwam ik.

(veel) Later trouwde ik met een jongen van gescheiden ouders; ik kreeg er door mijn huwelijk met hem 2 schoonmoeders bij. Een groter verschil tussen 2 vrouwen is niet voor te stellen.
De ene vrouw had heel jong haar eerste kind gekregen en daarna nog 2.
De andere vrouw was op latere leeftijd met een man met 3 kinderen getrouwd en had zelf nooit kinderen gekregen. Ze was goed voor ze, maar er was weinig warmte.

Zelf werd ik moeder op mijn 27 ste en heel bewust in mijn 34 ste levensjaar voor de tweede keer.
Ik heb allebei de keren enorm van zowel het moederworden als het moederzijn genoten. Wel was het onbezorgde leven, zo dat er ooit was, wel voorbij op het moment dat de eerste baby eruit floepte: Zoveel verantwoordelijkheid vanaf dat moment is vooraf niet voor te stellen!
Het liefhebben van én het ongerust maken over, houdt na het kinderen krijgen nooit meer op

Dan kende ik ook nog een “oude moeders”: oma’s!
Mijn man’s oma was getrouwd met een man met 2 kinderen en had daarna samen met mijn man’s opa nog een kind gekregen. Helaas was dat kindje op 9 jarige leeftijd overleden.(Toen ik haar leerde kennen was dat kindje dus al heel lang dood)
Ze sprak een enkele keer over hem en voegde er eens aan toe; “Ik was ook een moeder, hoor”
Achter die opmerking voelde ik zoveel verdriet schuil gaan. Alsof iemand zou denken dat als je kind overleed je géén moeder meer zou zijn!! (los nog van de 2 kinderen van haar man die ze opgevoed had) Een moeder blijf je altijd!

Nog wat dierenmoederweetjes tot besluit:
* Een varken is iets minder dan 4 maanden zwanger;
* Een olifant 18 tot 22 maanden;
* Een schaap bijna 5 maanden;
* Een paard tussen de 11 tot 12 maanden en
* Een koe moet ongeveer net zo lang op haar kalf wachten als een mens op haar baby; 9 maanden.



Collectenieuws

Op 2 december verleden jaar schreef ik een blog over collecteren, onder andere over het collecteren dat ik toen deed voor het Leger des Heils (een protestantse geloofsgemeenschap, die helpt en zorgt voor mensen aan de onderkant van de samenleving)

Onlangs kreeg ik een uitgave van het “Collectenieuws van het Leger des Heils”
Een paar feiten (cijfers) over die collecte wil ik u niet onthouden:

De totale opbrengst van de landelijke collecte 2021 was € 1.248.211

Daarvan was € 817.971 contant:.
8558 collectanten hadden dat bedrag door ca.26.000 straten door te lopen én
op 727 collecteplaatsen met bussen te staan, opgehaald.
Er was € 140.177 via de QR code binnengekomen en € 90.911 via de digitale collectebus.


Dat was in 2021.
Voor 2022 staat de Landelijke Collecte gepland in week 48:  27 nov t/m 3 december.
Collectanten kunnen zich het hele jaar door aanmelden via: https://www.legerdesheils.nl/word-collectant
Geld kan, behalve met de landelijke collecte, ook op ieder ander moment gedoneerd worden, voor info daarover zie https://doneren.legerdesheils.nl/
Voor het inleveren van kleding en textiel kun je gratis 0800 0322 bellen om het dichtstbijzijnde inzamelpunt voor kleding en textiel bij jou in de buurt te weten te komen.

Tot slot nog  een kort stukje Leger des Heils geschiedenis.

De Engelse predikant William Booth kwam omstreeks in 1863 in aanraking met de arme bevolking van Oost Londen.
In 1865 richtte hij The Christian Mission op. Vanaf een zeepkist sprak hij vol vuur over de liefde van God. Hij merkte dat zijn boodschap vaak niet overkwam: Mensen met een concrete hulpvraag zitten niet op een verhaal, hoe goed ook, te wachten; ze willen geholpen worden!

Booth begon, behalve met zijn boodschap, samen met anderen, ook brood uit te delen en in 1878 werd zijn Christian Mission herdoopt in Salvation Army: een leger dat strijdt tegen lichamelijke en geestelijke honger, armoede en andere maatschappelijke wantoestanden én tegelijk de boodschap van de Liefde van God verkondigt.
Niet alleen die boodschap verkondigde maar ook daadwerkelijk uitdroeg en dát doet het Leger des Heils nog steeds.

[In Nederland organiseerde Gerrit Juriaan Govaars  op 8 mei 1887 met een paar anderen mensen de eerste Nederlandse samenkomst van het Leger des Heils]