Een paar jaar geleden hebben we met een bevriend echtpaar afgesproken om in plaats van op elkaars verjaardagen te komen op een andere dag met elkaar uit eten te gaan. Zij zijn allebei in de lente jarig; dus tussen hun verjaardagen in, nemen zij ons mee uit eten.
Mijn lief en ik zijn allebei in de herfst jarig; tussen onze verjaardagen in, nemen we hen mee uit eten.
Wij waren dus NU aan de beurt.
We proberen altijd een aparte eetlocatie te vinden; het liefst ergens waar ze nog nooit geweest zijn. (We wonen ongeveer 10 kilometer uit elkaar, dus de meeste eetgelegenheden zijn wel bekend)
Dit keer hebben we gereserveerd in een krachtcentrale, die speciaal in de jaren ’50 gebouwd werd om een nabij gelegen vloerbedekkingsfabriek van stroom te voorzien.
Deze Krachtcentrale is een nieuw leven begonnen met een expositieruimte, ateliers van kunstenaars en een restaurant. Het industriële karakter van de krachtcentrale is gebleven.
We hebben persoonlijk gereserveerd en een tafel uitgezocht, een beetje aan de buitenkant zodat we maar aan één kant “ buren” zullen hebben. Het blijkt tafel 400 te zijn! Ik zie geen 400 tafeltjes, toch blijkt dit tafel met nummer 400 te zijn. Waarom dit hoge nummer weet degene bij wie we reserveren ook niet.
Dezelfde man heet ons een dag later, als we er met zijn vieren binnen komen, welkom. Hij knikt ons toe; Tafel 400? Ja die. Hij knipoogt. We bekijken alle vier de kaart en komen onafhankelijk van elkaar tot dezelfde conclusie: zeebaars.
Het raakt gezellig vol, op twee tafeltjes na is alles bezet, het gonst van de stemmen, maar gelukkig kunnen we elkaar goed verstaan. De bediening is aardig en vlot en de zeebaars is heerlijk.
We praten gezellig bij en 3 van de 4 kiezen ook hetzelfde dessert: Tarte tatin peer (omgekeerde perentaart) onze mannelijke gast gaat voor ijs.
Alle vier smullen we.
We blijken een erg leuke locatie te hebben uitgezocht, onze gasten genieten ook
Na het toetje hebben we nog nét ruimte over voor espresso, cappuccino en thee (daarin verschillen we wél)
Een gezellige avond in een industriële ambiance met heerlijk Krachtvoer
Bij de Kelten*) eindigde het oogstseizoen op 31 oktober en begon het winterseizoen op 1 november; met die datum begon hun Nieuwe Jaar. 31 oktober was dus hun Oudjaarsviering.
Om het einde van het jaar te vieren én dat de oogst binnen was en hun vee veilig op stal stond, ontstaken ze vreugdevuren. Samhain heette dit feest en is vermoedelijk ontstaan rond het begin van onze jaartelling
De naam Halloween kwam pas zo’n 400 jaar geleden en is eigenlijk een samentrekking van All Hallows Even; de avond vóór Allerheiligen.
Allerheiligen (1 nov) is een christelijke (lees; katholieke) feestdag; een dag waarop alle heiligen (ruim honderdduizend las ik) worden herdacht.
De dag erop (2 nov.) is het Allerzielen; wederom een katholieke feestdag waarop alle gestorvenen (mensen dus) worden herdacht.
Halloween wordt de laatste jaren ook in Nederland wel “gevierd”, maar in Ierland, Groot Brittannië, de VS en Canada wordt dit al veel langer uitbundig gevierd.
Dat kinderen langs de deur gaan en snoep krijgen: Trick or Treat (of je geeft snoep of je krijgt een sneer) komt vermoedelijk uit beide feesten voort; het Keltische Samhain en het christelijke Allerheiligen.
Keltische jeugd ging langs de huizen om hout voor de vreugdevuren op te halen en kregen daar ook wel eens iets te eten bij; katholieken bakten de vooravond van Allerzielen zielenkoeken, armen en kinderen trokken langs de deuren om deze op te halen.
Het idee van de uitgeholde pompoenen met licht er in is oorspronkelijk bedoeld om de boze geesten te verjagen.
*) Met Kelten wordt een verzameling volkeren en stammen aangeduid die vóór het begin van onze jaartelling én de eeuwen daarna een Keltische taal spraken.
Een Kelt was dus een spreker van een Keltische taal.
“Het Leven lijkt vaker op een roman
dan dat onze romans op het Leven lijken”
Een citaat dat me aanspreekt omdat ik soms zélf dingen meemaak of uit mijn omgeving hoor waarvan ik denkt “Dit kun je niet verzinnen, wat zit het leven toch bijzonder in elkaar”.
Ik heb in mijn directe omgeving dingen meegemaakt die romanwaardig zijn:
* Een getrouwde man die vriendinnen erbij heeft.Uiteindelijk gaat zijn vrouw van hem scheiden. Hij heeft vriendinnen. Dan wordt hij ouder en ernstig ziek, de minnaressen verdwijnen, zijn ex- de vrouw komt terug en verzorgt hem tot zijn dood ( daarvoor trouwen ze opnieuw met elkaar)
* Een man heeft een ernstig zieke vrouw én kinderen. Een (verloofde) collega helpt, in haar vrije tijd, de man met huishouden en kinderen.De echtgenote sterft en vraagt op haar sterfbed aan de collega van haar man of ze een oogje op de kinderen wil houden. Dat belooft ze.
De collega’s verloofde komt terug uit het buitenland en vertelt dat hij een ander heeft ontmoet. Ze is ontroostbaar, werkt hard én helpt haar collega met de kids. Er groeit iets tussen die twee en ze trouwen.(er wordt uit dit huwelijk nóg een kind geboren)
Het zouden zo 2 romans kunnen zijn, maar is echt gebeurd. En dat zijn dan maar nog twee gebeurtenissen uit mijn naaste familie!
* * *
George Sand (1804-1876) is een pseudoniem voor Amandine Lucile Aurore Dupin.
Een Franse schrijfster van romans, novelles, sprookjes, toneelstukken, een autobiografie, literaire kritieken en politieke teksten.
Op haar 18de werd ze uitgehuwelijkt aan met François Casimir Dudevant, de onwettige zoon van Baron Jean-François Dudevant.
Het was geen gelukkig huwelijk en uiteindelijk ging ze bij hem weg (of hij bij haar)
Haar pseudoniem was George, een mannennaam; ze kleedde zich ook vaak als man. Er werd behalve over haar boeken ook over haar verschijning gesproken én geschreven.
Ook “beroemd” omdat ze ooit een relatie met de componist FredericChopin heeft gehad. Een bijzondere dame!
Al eerder schreef ik over verpakkingsmateriaal en hoe “afhankelijk” de huidige mens van plastic is geworden en wat dat doet met ons milieu.
Vroeger gingen mensen voor etenswaren naar de bakker, de slager, de groenteboer en de kruidenier; de etenswaren werden daar gewogen en in papieren zakken gedaan.
Tijden de Eerste Wereld Oorlog zijn in Amerika de eerste Supermarkten ontstaan.
In Nederland opent Dirk Kat de eerste zelfbedieningszaak in 1949.
Er ontstond door dit nieuwe concept een revolutie in verpakkingsmateriaal, alles moest vooraf immers al verpakt in de winkel liggen en dus ook houdbaar zijn!
In 1961 veranderde de Vestigingswet Bedrijven; dat betekende dat het gescheiden verkopen van vlees, groenten en brood verviel. Zelfbedieningskruideniers (dat heette toen zo) konden hun assortiment vergroten en werden Supermarkten, naar Amerikaans model: meer artikelen voorverpakt!
Rond 1920 ontdekten scheikundigen dat je van aardolie plastic kan maken (met 10 kilo aardolie kun je 3.000 draagtasjes maken.)
Ik heb geprobeerd uit te vinden wanneer plastic massaal werd gebruikt (gemeengoed werd) om in te verpakken, maar dát jaartal krijg ik niet boven tafel.
Elk jaar wordt er zo’n 250 miljoen ton plastic in de wereld gemaakt. Iets minder dan de helft daarvan (40%) wordt gebruikt voor verpakkingsmateriaal. 12,7 miljoen ton verdwijnt daarvan in de oceanen en deze hoeveelheid neemt nog ieder jaar toe (bron tijdschrift Science).
Plastic is recyclebaar, maar lang niet al het plastic.
Veel van ons plastic bedrijfsafval werd tot 1 jan.2018 naar China verscheept. Door het Chinese importverbod *)op plastic vorig jaar is dat niet meer mogelijk en wordt er meer plastic in ons land verbrand (én een gedeelte gaat naar andere Aziatische landen)
NB: Plastic afval van consumenten moet verplicht binnen Europa verwerkt worden.
In februari 2019 presenteerde staatssecretaris van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) samen met het bedrijfsleven en milieuorganisaties het Plastic Pact In 2025 moeten alle plastic verpakkingen en producten van recyclebaar plastic zijn en in 2024 moet 20 procent minder plastic gebruikt worden dan in 2017 zijn oa. doelstellingen van het Plastic Pact. Ruim zeventig bedrijven en milieuorganisaties ondertekenden de doelstellingen van het pact.
*) Tot 1.1.2018 was het ook voor China een goede regeling: westerse bedrijven raakten hun afval kwijt, en het gerecyclede plastic diende als onmisbare grondstof voor de Chinese economie. Nu produceert China (volgens haar eigen zeggen) zelf voldoende afval dat gerecycled kan worden en bovendien vindt China het Westers afval slecht gesorteerd (getuige een brief aan de Wereldhandelsorganisatie in 2017)
Gisteren, op weg naar de Achterhoek kwamen we, op de snelweg een Blablabus tegen.
Ik had nog nooit van een dergelijke bus gehoord, dus ben ik eenmaal thuis eens opgaan zoeken wat dat voor een bus is.
Een dochter van de Franse Spoorwegen Ouibus ( Opgericht in 2012) is begonnen met het concept; een langeafstandcarpooler.
Er zijn ritten van Amsterdam naar onder andere Brussel, Parijs en Londen met een tussenstop in Antwerpen, De nieuwe internationale busdienst rijdt via zestien routes door de Benelux. De startprijs voor een ticket van Amsterdam naar Brussel is vijf euro. In de bus zijn stopcontacten,toilet én is Wifi beschikbaar.
Ik heb even een voorbeeldje gezocht: Amsterdam-Sloterdijk naar Parijs ,vertrek om 7.00 uur aankomst Parijs 15.15uur prijs € 22,- óf
10.00 uur vertrekken en 21.30 aankomen in Parijs en € 23,- betalen.(Ik denk dat die laatste bus een “ommetje”maakt)*
In Nederland rijdt de BlaBlaBus in eerste instantie van en naar AmsterdamSloterdijk, Schiphol, Utrecht, Rotterdam en Den Haag en “binnenkort”(las ik) naar meer dan 400 bestemmingen in tien Europese landen.
Met de inzet van langeafstandsbussen gaat BlaBlaBus de concurrentie aan met FlixBus**)(intercity bussen van een Duits bedrijf) en Eurolines, een groep van 29 onafhankelijke busbedrijven die samen het grootste langeafstandsbuslijnen netwerk van Europa (opgericht in 1985) hebben.
Door de kleuren van de bus valt de Blablabus flink op.
Ik heb niet kunnen uitvinden waar de Franse de naam vandaan hebben: Blabla.
In het Nederlandse woordenboek staat bij blabla, geleuter, gezever, gezwam.
Het Franse (online) woordenboek komt met “opgeblazen gezwets”
Er moeten toch meer betekenissen zijn wil je een busonderneming zó noemen?
Nederland staat momenteel op de 6de plaats als het gaat om de rijkste landen van Europa (Luxemburg op 1) en op de 14de plaats op het lijstje van de rijkste landen van de wereld.
Als je kranten leest, het nieuws kijkt of luistert, lijkt dat soms anders; “De pensioenen van 8 miljoen mensen dreigen volgend jaar gekort te worden” en “Bijna 1 miljoen(980.000) mensen in Nederland leven onder de armoedegrens”
Ook dát is waar en dan toch staat Nederland nog op de 6de plaats van rijkste landen in Europa; dan moet de middenmoot en de rijken het toch (nog) ERG goed hebben!
Eergisteren werd ik met mijn neus op een raar “feitje” gedrukt van onze welvaartsstaat.
Ik stond in de rij bij de kassa van een supermarkt. Een jongeman stond voor me en rekende net 3 boodschappen af. Hij graaide in zijn zak en gaf een paar euro ”Laat de rest maar zitten”.
Ik vroeg de kassière of het waar was dat ze zojuist een fooi had gekregen
“O, ja dat doen jonge mensen heel veel, ze willen die muntjes van 10 en 20 eurocent niet.”
Ik had van dát fenomeen (laat de rest maar zitten) niet meer gehoord sinds in de bus de OV kaart was ingevoerd (daarvoor gaven, vooral oude mensen de buschauffeur een fooi) De kassière was al veel langer bekend met het “laat de rest maar zitten” uit de praktijk. (Ik ken wel wat andere doelen dan een grootgrutter waaraan je je “muntjes” geven kan)
Gisteren stond ik (in een andere supermarkt) achter een dame die € 96,- zoveel moest betalen (veel tabak) Ze had een “boerenportemonnee”bij zich. Dat noemden wij vroeger bij de bank zo; dan kwam er een boer zijn jaarlijkse hypotheekaflossing bij de bank contant betalen en kwam dat geld uit zo’n grote, volle, langwerpige, zwarte portemonnee, liefst nog met een touwtje er om heen!
Deze dame had ook zo’n portemonnee (zonder touwtje) en omdat ik er vlak achter stond zag ik alles: alle vakken zaten bomvol, ze trok er 2 vijftigjes uit en gaf die aan de cassiére.
Toen ik dat aan iemand vertelde zei hij: Ik ga ook mijn geld van de bank halen en thuis bewaren als de banken er geld voor gaan rekenen (ipv me rente te betalen)
Zou deze dame dat “alvast” gedaan hebben? Al haar geld bij zich?
Gaan we in de toekomst weer met GELD ipv plastic betalen?
Het huidige “kasteel” Stoutenburg is gebouwd op de plek waar eerder burchten *) hebben gestaan.
Het landhuis dat er NU staat werd in 1888 door een lid van de familie Luden gebouwd op het zelfde terrein als de eerdere burchten maar op een iets andere plek. (architecten J.van Rossem en W.Vuyk, die ook het theater Carré hebben ontworpen)
In 1948 werd het huis door de orde van de minderbroeders Franciscanen aangekocht. Eerst was het een klooster, daarna een bezinningscentrum en van 1991 tot 2016 was er een Franciscaner milieuproject in gehuisvest.
In het voormalige koetshuis van het landhuis is nu het infocentrum van het Utrechts Landschap gevestigd. In dit koetshuis hebben we (ca 30 mensen) dit jaar de Nacht van de Nacht beleefd met een interessante presentatie van vleermuisexpert Zomer Bruijn.
Zomer kan boeiend vertellen over zijn liefhebberij (want dat is het; hij is amateur-bioloog)
Hij begint met een paar beweringen over vleermuizen te ontzenuwen
* dat vleermuizen blind zijn
* dat ze niet van de grond kunnen opvliegen
* dat ze in je haren vliegen.
Alle drie niet waar. Wél waar is dat ze hun oren gebruiken om te ‘”zien” Om zich te oriënteren zendt een vleermuis een signaal uit dat weerkaatst op voorwerpen in de omgeving. De weerkaatsing (echo) vangt de vleermuis met zijn oren op, daardoor kan hij de locatie én de vorm van de voorwerpen bepalen. Deze vorm van “zien” heet echolocatie.
Wat feiten die Zomer vertelde:
vleermuiskast
* vleermuizen krijgen 1x per jaar 1 vleermuizenbaby, die na 5 weken al kan rondvliegen;
* Sinds 1974 zijn alle soorten vleermuizen in Nederland beschermd
* er zijn zo’n 1250 soorten vleermuizen op de wereld, waarvan er zo’n 20 in Nederland voorkomen(de helft daarvan is zeer zeldzaam)
* In Ned.is de dwergvleermuis de meest voorkomende
* vleermuizen zijn warmteminnende dieren, daarom zijn er in Ned. maar ca 20 soorten, in België al meer en in Frankrijk nog meer vanwege de temperaturen daar.
* vleermuizen houden een winterslaap die 4 ½ maand kan duren, daarin eten ze niets
* Ze brengen zichzelf in een toestand van lethargie, de lichaamstemperatuur zakt tot iets boven de omgevingstemperatuur, de ademhaling en de spijsvertering gaan omlaag, zo kunnen ze de 4 maanden overleven.
* De overwinterplek moet tussen de 0 en 10 gr. zijn, donker en met luchtvochtigheid van 95% (om uitdrogen te voorkomen)
* overwinteren kan in een hol van een levende boom (temperatuur dode boom is te koud) kelder, fort of burcht
* er zijn 2 soorten vleermuizen in Ned. die hondsdolheid kunnen hebben (en doorgeven)
raak dus nooit “zomaar” een vleermuis met blote handen aan
Zomer laat ons spectaculaire beelden zien van water vleermuizen die een meelwormpje door hem op het water gelegd, vangen. Niet met de bek maar met de achterpoten en de staartvlieghuid daartussen. Dan brengt hij zijn bek daar heen en eet het insect ook daadwerkelijk.
Eén keer per jaar telt een groep vrijwilligers vleermuizen. Zomer is daarbij en vertelt dat hij dan op bijzondere plekken komt, zoals in kerken, forten, bunkers en ijskelders.
Op fort Rhijnauwen overwinteren zo’n 400 vleermuizen.
Zomer laat ook bijzondere bewegende beelden van vleermuizen zien en daarna is het tijd om de beestjes ook in het echt te gaan zien. We lopen naar buiten, Zomer met een ultrasoonontvanger (batdetector) zodat we horen of er vleermuizen zijn.
Meteen buiten horen en zien we al na een tijdje een vleermuis; een dwergvleermuis.
Eerst “horen” we hem (of haar)**) doordat er dan een lichtstraal op die plek gericht wordt zien we de vleermuis ook daadwerkelijk. We lopen een stukje, maar volgens Zomer waait het te hard, zodat de insecten dáár niet zijn; Géén insecten, géén vleermuizen.
Zodra we terug zij in de beschutting van het voormalig koetshuis begint de batdetector weer te ratelen. Aan de frequentie kan een geoefend oor horen welke vleermuis er in de buurt aan het jagen is. We zien weer een paar keer een dwergvleermuis. Nu we de snelheid van de beestjes zien hebben we nog meer bewondering voor Zomer die zulke mooie foto’s van ze gemaakt heeft.
We hebben genoten en bedanken Zomer Bruijn en het Utrechts Landschap voor de bijzondere Nacht van de Nacht.
*) het eerste kasteel werd in 1259 door Walter van Amersfoort gebouwd
**) mensenoren kunnen de tonen van de vleermuizen niet horen (te hoge frequentie) vandaar de batdetector, die de tonen geschikt maken voor onze oren.
Op 21 september schreef ik het blog “Mezen lokken”.
De laatste “lokfase ”is ingegaan; de 15 solide vogelhuisjes zijn (genummerd en wel) op de Pittch & Puttbaan Strand Horst opgehangen.
Een ladder tegen de eikenbomen en de huisjes zijn op de goede hoogte (boven de 1.m 80) geplaatst
Het blijkt dat mezen vaak niet pas in het voorjaar op huizenjacht gaan voor hun gezinsuitbreiding, maar al vóór de strenge winter het terrein vast gaan verkennen.
Ook schijnen bij strenge winters mezen al in vogelkastjes te overnachten.
Het was dus zaak om de vogelkastjes vóór de winter op te hangen.
Dat hebben de twee mannen op de Pitch & Puttbaan Strand Horst dus gedaan.
De invlieggaatjes hangen op het (noord)oosten, voor beschutting tégen regen en kou.
Ook hangen de nestkastjes niet té dichtbij elkaar, want ook mezen houden van privacy.
De reden van dit mezenlokproject zijn de rupsen die volgend jaar, als ook zij uit eitjes kruipen, moeten verdwijnen en niet de eikenbomen helemaal kaal vreten.
Een mezenmoeder legt gemiddeld 8 a 10 eitjes. Als de eieren uitkomen gaan pa en ma om beurten insecten zoeken en ze naar de mezenbaby’s brengen.
Dat zijn ongeveer 5000 insecten per nest!
Dus: Als in alle 15 nestkastjes op pitch & puttbaan strand Horst bewoond gaan worden en de mezenouders uitsluitend rupsen gaan voeren, kunnen er 75.000 rupsen verdwijnen! Dát is nog eens milieubewust bestrijden (er komt geen chemisch middel aan te pas)
Natuurlijk gaan we in het voorjaar weer golfen bij Strand Horst (waarschijnlijk al eerder, als het weer droog blijft)
Het zou leuk zijn als we volgend jaar mezen af en aan zien vliegen en er geen eikverslindende rups te zien is. We duimen!
Verleden jaar schreef ik een blog over de citrusvrucht: DE CITROEN (26.12.2018)
Nu las ik nog een paar dingen over deze vitaminebom die ik u niet wil onthouden.
Eerst maar even een uitspraak van (sir) Edmund Hillary (de eerste bergbeklimmer die in 1953 de top van de Mount Everest bereikte)
Hij zei dat deze prestatie hem niet gelukt was zonder het nuttigen van citroenen.
Een citroen bevatten 22 kankerwerende stoffen, waaronder limoneen, dat de groei van gezwellen remt. Dr William Li (kankeronderzoeker; TEDtalk 2010) heeft een lijst gemaakt met 32 voedingsmiddelen die beschermen tegen kanker; de citroen komt daarop voor.
Over zest (geraspte citrusschil) schreef ik verleden jaar al, nu las ik een leuk recept voor “bijzonder zout” voor in of op een gerecht. Namelijk zest, gehakte tijm (of rozemarijn) mengen door grof zeezout en dit over het eten strooien.
Ook las ik een recept om zelf gembercitroenthee te maken: water koken met plakjes verse gember en een paar schijfjes citroen, even laten trekken en koud of warm drinken.
Ik ben van plan allebei deze dingen eens te gaan proberen.
Een leus vroeger was “Op de markt is je gulden een daalder waard”
Er werd door mijn ouders veel (voornamelijk groenten en fruit op de markt gekocht)
Tas mee, waar met name het verse fruit door de marktkoopman ingekieperd werd.
Toen we pas getrouwd waren was er geen markt in het lintdorp waar we toen woonden.
Later verhuisden we naar mijn geboortedorp, daar was woensdags én zaterdags markt.
Ik kwam er zó vaak, dat de man van de kaaskraam als hij me zag al een stukje boeren belegen kaas om te proeven afsneed en riep “Deze maar weer of iets pittiger?”
Nog weer later verhuisden we naar een klein boerendorp zonder markt. Maar met op fietsafstand een ander (groter) dorp mét een zaterdagmarkt. Daar ging ik (bijna) elke zaterdag heen toen de kinderen nog thuis woonden. Nu is dat minder omdat een tweepersoonshuishouden (veel) minder nodig heeft
Ik ben gek op markten, behalve dat het er vaker goedkoper (minder vaste lasten voor de kooplui) is, én gezellig worden er ook vaak dingen aangeprezen die je niet kent, die je mag proeven en die je voor weinig geld meteen kopen kunt.
Vandaag waren we, na heel lang, weer eens in mijn geboortedorp (mijn lief is een Amsterdammer) en omdat het woensdag was hebben we over de markt gelopen (met een linnen tasje mee!)
Een hele grote kraam wordt gerund door een familie, die een begrip is in mijn geboortedorp ( al meer dan 100 jaar voor groenten en fruit) Vroeger wachtte je je beurt af totdat de groenteman vroeg wat je hebben wilde, nu is het een grote kraam, waar je inloopt met een mandje en pakt wat je wilt, aan het eind staan 2 kassa’s en moet er gewogen en betaald worden. Een soort Kijk & Grijp Kraam.
Bij verschillende fruitsoorten ligt een schoteltje met stukjes om te proeven.
Ik pak een stukje geel fruit, heerlijk! Op het bordje erbij staat kaki.
We pakken vier van die feloranje vruchten, doen de rest van de boodschappen, rekenen af en doen het fruit (zelf) in de meegebrachte linnen tas.
Thuis gekomen pak ik het tasje van de achterbank, het laat een natte plek achter. Ook het linnen tasje is van onderen nat. De kaki’s waren “erg rijp” Twee hebben natte, beurse plekken (er lag niets bovenop!) Dus we eten er twee meteen op (geen straf) Heerlijk.
Ik ga eens kijken wát een kaki is en waar deze vandaan komt: China, de kaki heeft een dunne, gladde, fel oranje schil, oranje vruchtvlees, een uitgedroogd, groen kroontje. Een kaki is overrijp op zijn lekkerst.Lees ik Helemaal waar!
De boom komt van nature voor in de Himalaya en in de bergen Myanmar, Thailand, Korea en Japan. Het blijkt de nationale vrucht van Japan te zijn, maar men denkt dat de oorsprong van de vrucht in China ligt. (Daar noemt men hem “Chinese pruim”)
In China wordt dit fruit geacht, hoofd-en rugpijn te kunnen verhelpen
Er is ook een soort kaki die in Israël geteeld wordt in het kustgebied Sjaron, waarnaar de vrucht genoemd is: Sharonfruit.
“Even“ op de markt geweest, heerlijk fruit gekocht én weer wat geleerd