Besuikerd

Eergisteren liepen we door een kasteeltuin, het zonnetje scheen, velden met krokussen, sneeuwklokjes en akonieten gaven het idee van een (bijna) lente.

’s Avonds/’s nacht was het koud, echt koud en in de ochtend erna….. was er rijp ontstaan!
Takjes en bladeren hadden door uitstraling warmte verloren, ze waren onder het vriespunt gekomen en waterdamp was op ze gekristalliseerd; het leek of ze besuikerd waren.


Het was vroeg,  nog stil en stukjes natuur waren bedekt met kleine kristalletjes. Even was ik in een bijna-sprookjeswereld geweest.

Een paar uur en een waterig zonnetje later was alles weer “gewoon”






Zelkova

Ooit zag mijn lief een bonsaiboompje en werd er verliefd op.
De eerstvolgende verjaardag kreeg hij van mij een bonsaiboompje (ik geloof dat ik hem bij de Ikea had gekocht) Mijn lief bleek een liefhebber én stak tijd en aandacht in het boompje.
Het boompje leefde een aantal jaren totdat we in één jaar nog al láng op vakantie gingen.
Vrienden zorgden voor de planten, die allemaal maar een enkele keer per week water nodig hadden. De bonsai had meer aandacht nodig en is onze vakantie nooit meer te boven gekomen.
Een paar maanden later liet hij AL zijn blaadjes vallen en stierf.

We waren een tijd zonder bonsai, totdat mijn lief een advertentie zag over een bonsai familiebedrijf; begonnen in 1896 in een kleine kas met “gewone” planten. Toen in de jaren “60 begonnen werd met de import van bonsai boompjes naar Europa, was dit bedrijf het eerste in Europa dat commercieel betrokken was bij de bonsai import. Het bedrijf zit nu in Harmelen en je kunt het bezichtigen.
Dus wij er heen.
Een geweldig bedrijf met leuke, behulpzame mensen

U snapt het al; mijn lief werd wéér verliefd en koos een Zelkova (Japanse iep) Er werd meteen ook een bonsai pot met schaal bij gekocht én een verzorgingsset (aparte mest en speciaal schaartje)

Mijn lief was trots op zijn bonsai als een aap met zeven staarten.

In onze vakantie ging deze bonsai logeren bij zoon- en schoondochter die zelf ook een bonsaiboompje hadden óf de bonsai ging mee.

Hij leeft al vele, vele jaren, is inmiddels verpot in een grote echte bonsai pot met schotel die, het zal u niet verbazen, in Harmelen werd gekocht.

Gisteren gingen we een bomentuin in de buurt bezoeken. De bomen zijn weliswaar kaal, maar de stammen en takken zijn nu goed te bekijken. Om de stammen heen staan velden vol sneeuwklokjes en narcissen We zien ook een uitbundig bloeiende groene beukenstruik


En we zagen in deze tuin een Zelkova serrata staan.
Geen bonsai ( bonsai is Japans voor geplant in container), maar een gigantische boom met een omtrek van bijna drie meter.
Een boom met een schilferende bast.

Hier lazen we dat in Japan het fijnnervige hout gebruikt wordt om meubels te fineren. Het schijnt dat deze boomsoort in een Japanse tempeltuin ontdekt werd door de negentiende eeuws verzamelaar, fysioloog en zoöloog Karl von Siebold (1804- 1885) en dat het heden ten dage nog steeds een zeldzaam voorkomende boom in Europa is.

Leuk om de grote broer van onze bonsai Zelkova te hebben gezien

Weetjes waar je niks mee kan!

Als je veel leest, lees je soms dingen staan die 0 tot géén waarde hebben maar wél in je hoofd blijven hangen

Een voorbeeld: Meer dan de helft van de Nederlanders eet, in de winter, meerdere keren per week stamppot.

Fijn voor ze! Denk ik dan en lees verder.
Maar dan de toevoeging: 1 op de 6 Zeeuwen eet wel 6x per week stamppot!

Dát weetje blijft dan door mijn hoofd spoken: Stel dat ik in Zeeland was geboren had ik dat dan ook gedaan? Waarom doen Zeeuwen dat méér?

Ik bedoel maar, soms kan je fantasie op hol slaan door zo’n weetje of een toevoeging daar van!


Hier nog een paar:

* 47,7% van de Ned. huishoudens heeft een huisdier (27 miljoen huisdieren met zijn allen!)

* De Vakantiediscounter heeft onderzoek gedaan naar wat Nederlanders het meeste missen op       vakantie: 1. Eigen bed; 2.huisdieren, 3 familie. 
Een kwart van de Nederlanders gaat nóóit op vakantie!
Om één van die 3 redenen?

* 8,8 miljoen personenauto’s waren er in Nederland op 1 jan.2022  en 140.000 km straat en asfalt!
De totale oppervlakte van Nederland is 41.543 km²


  • In de herfst valt er gemiddeld 231 mm regen (In Nederland valt in totaal elk jaar ongeveer 800 millimeter regen, de natste maand is augustus)

    * Het vriest ongeveer 35 dagen per jaar (KNMI)  In De Bilt komt het gemiddeld tot zes ijsdagen per jaar.( Een ijsdag is een dag waarop de temperatuur het gehele etmaal onder het vriespunt blijft.)
  • De meest geteelde wintergroenten in Ned.is winterpeen, 2. =spruitjes, 3=prei (CBS)
      In Ned. is 66,81 km2 bedekt met velden winterpeen (de grootte van een gemeente als Almelo)

Zomaar wat feitjes die ik heb gelezen en bewaard. Waarom? Geen idee!
Misschien blijft er nu één in uw hoofd hangen en…. zijn ze nu in een blog en uit mijn hoofd!

De glasvezel zit in de grond

Vrijdag: Om even over 6 pak ik mijn fiets uit de garage en rijd hem om naar de achtertuin om ervan verzekerd te zijn dat ik straks nog weg kan, als de oprit openligt.

Inderdaad, om exact 7 uur beginnen de straatgeluiden weer en “zie” (het is nog schemer) ik de oranje  geheste mannen weer aan het werk gaan.

Ik had het zo mooi voorbereid, de fiets in de achtertuin om weg te kunnen, maar wat bleek om kwart over 7? Aangezien alle auto’s vóór verplaatst moesten worden, stond de parkeerplaats achter vol met auto’s, zo dicht op elkaar dat ik amper achteruit de poort kon.Ik ben niet voor één gat te vangen en kon, door héél voorzichtig te manoeuvreren met mijn stuur schuin tussen de geparkeerde auto’s naar mijn supermarkt fietsen.

Het was heerlijk stil in de supermarkt (de houtvezels kon ik omruilen voor geld, zie blog Plusbestelling 19/2) Ik had nooit gedacht dat ik dit ooit nog zeggen zou maar ik was blij weer zelf boodschappen te kunnen doen. Thuisbezorgen mag dan wel “gemak” zijn, maar ik maak liever in nature mijn aanschafkeuzes.

Teruggekomen waren een aantal auto’s op de parkeerplaats achter ons huis weg (naar werk?) en kon ik de fiets wat makkelijker door de poort krijgen. Inderdaad lag nu voor “alles” open én hadden we een groot gat bij de voordeur.

We aten weer verse broodjes, het drukke geluid van de werkende stratenmakers op de achtergrond.
Toen ik later even buiten was en met een van de mannen communiceerde “vertelde” hij  in heel gebrekkig Nederlands dat hij uit Turkije kwam en dat hij nu collega’s had uit Bulgarije en Polen. Ik vroeg welke taal ze onderling spraken, hij lachte “Niederlands”  
Ik maakte hem complimenten dat ze zo hard werkte, hij stak zijn duim op en ging snel weer aan het werk.



Het was vrijdagmiddag, het ene moment lag alles nog open, het andere moment reden er witte busjes af en aan om alle, nu overbodige spullen, weg te brengen. Om half 3 was bijna alles weg en werd er druk geveegd, alleen…… het gat bij onze voordeur was er nog.

Voor de zekerheid vroeg ik toch maar even of dat gat nog dichtkomt
Gat? Alles was dicht!


De man loopt met me mee, ziet het gat en zegt ”Ik gooi dicht, NU”
Terwijl ik boven was hoorde ik stampen en bonken bij onze voordeur.
Mijn lief ging vragen hoe het kwam dat er een kabel in “ons” gat lag, maar dat ons tuinpad er nog “ongerept” bij lag (daar waren we nieuwsgierig naar)
Het communiceren ging gebrekkig maar we begrepen dat de kabel “onderdoor geschoten” was en dat daarom het gat groter was gemaakt, omdat de kabel dáár boven bleek te komen.
Om 5 voor drie, keek ik naar buiten; het gat was dicht, de mannen weg, alles aangeveegd.
Alleen een heel klein groen slangetje bij de voordeur herinnert aan die paar dagen met super hard werkende buitenlandse ZZPers in onze straat

Mijn petje gaat voor ze af!

Glasvezel

Er was eergisteren vanaf ’s morgens 7 uur veel herrie in de straat achter ons: Er werd een glasvezelkabel gelegd.

Niet dat het als een verrassing kwam, al een jaar geleden stonden de reclames in de bushokjes, kregen we folders in de bus en was er een lang leegstaande winkel als DELTA servicepunt ingericht.
Wij negeerden dat.
Niet iedereen kennelijk, want die glasvezel komt er!

Ook al hoefde je de glasvezelkabel NU niet, het wordt tot de voordeur aangelegd (zodat je “later” alsnog overstag zou kunnen gaan, zonder al te veel kosten)

Het is kennelijk niet één kabel, want ze worden in allerlei kleuren, in allerlei dikten op dikke klossen vast neergelegd.

Eergisteren kwam een blauw geklede man aan de deur om te zeggen dat ze de dag erna bij ons in de straat komen aanleggen: de auto’s in de straat  moeten een dagje of wat “ergens anders heen”
Ik greep meteen de gelegenheid aan om te vragen wáár de man vandaan kwam (’s morgens om 7 uur hier beginnen, hoe vroeg was dat wel niet uit bed!) Ik weet niet waar de hele ploeg blauwe mannen vandaan komt, maar deze kwam uit Tiel en stond om 5 uur op, vertelde hij.

Gisteren om 7 uur kwamen ze de straat in, nu niet blauw gekleed, maar een hele “kudde” mannen met oranje hesjes. Iets later wilde ik even een praatje maken, maar we konden elkaar niet verstaan, deze mannen kwamen definitief niet uit TIEL. Eén keek me aan, wees op een grote klos kabel en zei “Glaasvezl”
Ik begreep hem en knikte. Even hadden we contact!

We hadden  ook een schriftelijke “aanzegging” gekregen met zinnen als “we doen onze uiterste best om de overlast tot een minimum te beperken” en “laat de zandresten na aanleg op straat liggen, dan komt het straatwerk goed vast te liggen” En de afzender was “jouw glasvezelteam”

Er zijn vaak pr- dingen overdreven of soms zelfs slecht, deze folder was ter zake, vriendelijk van toon en, na 2 dagen ( achter en vóór) durf ik te zeggen dat ze inderdaad doen waar ze voor staan


Wat werken die mannen hard, vóór je met je ogen geknipperd had lag de halve straat al open

“Natuurlijk” waren er ook mensen die hun auto NIET hadden weggehaald, daar werkten ze dan “omheen”.

Mijn lief raakte in gesprek met een opzichter, een man van een ander bedrijf dan Delta, hij vertelde dat de werkende mannen allemaal ZZP-ers zijn en betaald worden per meter! (Dan begrijp ik dat er zo snel gewerkt wordt: letterlijk meters maken)

In plaats van de medebewoners van onze straat ’s morgens in hun auto te zien stappen en weg te rijden, zag ik nu mensen de straat uit lopen op weg naar hun “ergens” geparkeerde auto.

Dit aanlegproces kan hier een paar dagen gaan duren, zeker omdat ze (bijna) alle voortuinen open moeten maken (en weer dicht) om met de kabel tot aan de voordeuren te komen.

Als ze aan het eind van de middag naar huis gaan, zijn ze tot aan onze buren gekomen, dus ik vermoed dat straks, om even over zevenen, ons huis aan de beurt gaan komen.
We zullen zien, maar vooral horen!

Politie (en hoe we ze noemen)

Er zijn veel woorden voor een politieagent
Ik ben eens gaan nazoeken waar die woorden allemaal vandaan komen.
Het zal u niet verbazen dat sommige van die woorden uit het Bargoens*) komen.

Wout, oorspronkelijk” waut” afgeleid van het Oud Nederlandse woord voor macht, gezag. Het woord komt vanaf 1731 voor in de Bargoense woordenlijst.

Klabak,
  kán afkomen van klabakken= doelloos rondlopen, maar ook  van  het Bargoense klebak = hond,  jager.( daar zijn de taalgeleerden het niet over eens)
In 1906 werd het woord bijgeschreven  in het Bargoens woordenboek ( en in 1885 kwam het voor het eerst in een krantenartikel voor)

Smeris,  uit het Jiddisch**) van shamar = bewaken; Hebreeuws:  sjemiere of sjemiera, dat “toezicht” betekent

Juut, zou van het geluid van een politiefluitje komen.
Er is een oud versje:

juut, juut, juut
Daar komt een smeris aan
op een hobbelpaard
door de Kalverstraat

Juut zou daarin een verlenging zijn van ju, ju , de aansporing van een paard ( zoals ju ju paardje, jij moet naar de stal,
de koetjes eten het hooi op,
jij krijgt niemendal)

Een versje gemaakt om de draak te steken met politie te paard.

De eerste bereden politie in Nederland kwam in 1897 in Rotterdam, 20 jaar later duikt de term juut als agent op!

Koddebeier = letterlijk : knuppelzwaaier

Diender = dienaar van de wet

Kip = Amsterdams  voor (jacht)hond ;een knolkip is een agent te paard, een kip in blik, is een agent in een auto

En dan zijn er nog termen zoals Bromsnor, de helpende hand, de sterke arm, oom Agent, stille, wetsdienaar en…… er zullen er nog veel meer zijn.

De vroegst geregistreerde politieagenten zijn trouwens de Engelse agenten, in 1066, onder de regering van King William werd er al gesproken over “cop”, de afkorting van constable on patrol

Ook zijn er namen voor de politie, als in meervoud;
de prinsemarij  ( van t Frans mairie= raadhuis),
Hermandad (= Spaans voor broederschap; mannen die vanaf 12e eeuw hun gemeenschap beschermden)
de Kit

Ik vind agent de beste aanspreektitel



*)Bargoens= sociale taalvariatie die in Ned. tot de eerste helft van de twintigste eeuw v.n.m door landlopers, daklozen. kermisexploitanten  en onderwereldfiguren werd gehanteerd. (bron Wikipedia)

**) Jiddisch= Germaans Joodse taal gebaseerd op middeleeuws Duitse dialecten (taalkundig NIET verwant met het Hebreeuws)



Rood goud

Regelmatig krijg ik een folder in de bus over kruidenpreparaten. Soms lees ik het, soms gaat het zo de prullenbak in. Ik slik die spullen niet, wat niet wegneemt dat ik er soms wel wat van wil weten.

Toen mijn schoonzusje kanker kreeg en een dergelijke folder zag, is ze “Baat het niet dan schaadt het ook niet”(haar woorden) zo’n kruidenpreparaat gaan gebruiken. Ze voelde zich er beter bij zei ze. Dat is al heel wat, als je weet dat de vorm van kanker die je hebt, dodelijk is.

De folder die ik nu kreeg en (gedeeltelijk) las ging over stress en meldde dat

* vorig jaar bijna 1,3 miljoen mensen last  hadden van burn-outklachten (bronnen: TNO en CBS)
* de helft van alle studenten stress ervaart (bron Eerste landelijke Monitor Mentale Gezondheid)
* stress zélf geen probleem is, maar de gevolgen ervan wél

In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam het begrip stress onder de algemene aandacht. Er werd een lijst opgesteld van gebeurtenissen die stress op zouden kunnen roepen.
Boven aan de lijst stond “ de dood van een naaste” en onderaan stond “een bekeuring krijgen

In de folder stond veel dat ik al wist over de aanmaak van adrenaline en cortisol.
Wat ik NIET wist is dat het cortisolhormoon (uit cholesterol aangemaakt in de bijnierschors) zorgt voor het verlangen naar vetrijk, zoet voedsel (het zgn “troost-eten” dat de basis is voor gewichtstoename en gezondheidsproblemen)

De folder raadt aan om een bepaald product te gebruiken voor de hulp bij stress en spanning.
Ik ben dan vaak benieuwd wát er in zo’n product zit als men het over hoogwaardige voedingssupplementen heeft.

Eén van de ingrediënten in dit preparaat is een onderdeel van de plant crocus sativus oftewel de saffraancrocus.

 Het onderdeel van deze plant, de “draadjes” van de stamper van deze bloem wordt ook wel het rode goud genoemd, want saffraan, waar het hier om gaat, is de duurste specerij
Duur omdat de plant maar 8 dagen per jaar bloemen heeft en de stamper in elke bloem maar 3 “draadjes” saffraan heeft (voor 1 gram saffraan heb je 150 saffraan krokussen nodig)

Al duizenden jaren schijnt Iran het beste én het meeste saffraan te produceren (90% van het wereldtotaal) Ook in landen als India en Afghanistan, Mexico en China wordt saffraan geproduceerd.
Maar…. zo las ik op internet je kunt ook zelf saffraan produceren door bollen van de crocus sativus aan te schaffen. In Egmond binnen zit een kweker die de bollen teelt (met minimaal gebruik van chemische gewasbeschermingsmiddelen) 30 jaar geleden is deze bollenteler begonnen met de teelt van saffraancrocussen; ze zijn online bij hem te bestellen.

Zelf heb ik ook wat draadjes van de saffraancrocus in huis (saffraanpoeder bestaat ook). Het wordt hier in de keuken gebruikt als smaak– en/of als kleurmaker oa. in risotto of paella.

Mocht ik ooit stress ervaren dan ga ik me misschien verdiepen in dit rustgevend (volgens de folder) en opbeurende middel met rood goud erin

Ooit een bokkenwagen

Onlangs las ik dat taalkundige Wim Daniels “iets” schreef over een cabriolet.
Hij had pas gehoord dat het woord af kwam van bokkenwagen!

Ik ben gek op taalweetjes en heb Wim Daniels hoog zitten, dus ik ging zelf op onderzoek uit (er stond niets meer over de bokkenwagen dan dat éne zinnetje)

Cabriolet is een leenwoord uit het Frans en komt oorspronkelijk van het Latijn; caper = bok
Veel van de vroegere bokkenwagentjes schijnen een dakje te hebben gehad, dat naar achteren geschoven kon worden, vergelijkbaar met het dak van het latere rijtuig en de nog latere opendakauto, dus: cabriolet.



Cabriolet had dus (na bokkenwagen) eerst de betekenis van een rijtuig (1824) en vanaf 1929 werd het woord ook gebruikt voor een auto met een opvouwbaar dak.

Onze ervaring met een cabriolet was

één week, op vliegvakantiereis naar Madeira (autohuur inclusief)
Op het vliegveld stond de man van het autoverhuurbedrijf op ons te wachten; hij nam ons mee naar buiten waar vóór de deur van het vliegveld 2 auto’s stonden, waaronder één Suzuki Jimmy.
Ik zag hem en was verliefd “Wat een leuke auto”
De autoverhuurman reageerde meteen ”Do you like that one better? Ons antwoord was yes, waarop hij in zijn andere zak de sleutels van Jimmy pakte en ons die gaf.
De mensen na ons zouden deze krijgen, maar allebei de auto waren in dezelfde klasse, dus als we deze wilden kon dat!

Helaas was het best fris die week in Madeira.
Toch deden we de top eraf en reden een tijdje zonder.
Koud, maar we genoten, van het eiland, van de auto met de openview én van het huis op palen waarin we sliepen!

Nu ik toch bezig ben met “cabrioletverhalen” : ik ken iemand wiens cabrioletkap er op de snelweg afwaaide; gelukkig veroorzaakte dát geen ongeluk. Wél moest er een nieuwe (dure) kap apart voor dát autootje gemaakt worden.

Dan wat algemene cabrioletweetjes:
Door de UV straling veroudert de invouwbare/opklapbare kap van huidige cabrioletten en is de levensduur van zo’n kap ongeveer 12 jaar.



Nog iets waarmee rekening gehouden moet worden: een cabriolet moet, als je hem machinaal wil laten schoonmaken in een “aparte” wasstraat; de zogenoemde lappenwasstraat (behoud van het dakje)

Verder las ik nog dat  een “bokkenwagen” ook de naam was van een vroegere zware fiets met dikke pijpen/buizen. Ook wel een “gaspijpenfiets” genoemd.
 In 1905 won Louis Trousselier in de Tour de France vijf etappes, hij deed dat (zoals Jan Janssen het noemde) op een bokkenwagen

Dalai Lama (3)

Dit citaat werd me ooit als kaart toegestuurd; ik vind het zo bijzonder dat ik het met u wil delen




Tenzin Gyatso, geboren als Lhamo Dhöndup (1935- ) is de huidige, veertiende dalai lama.
De Dalai Lama is niet alleen een religieuze leider voor boeddhisten, hij komt ook op voor de vrijheid van Tibet (sinds opstand van 1959 tegen de Chinese overheersing).
Dalai Lama draagt zijn boodschap over vrede en geweldloosheid uit en reist daarvoor de wereld over. Sinds 1959 leeft hij in ballingschap in India.

De Plusbestelling

Als je samen in één huis woont en één van de twee heeft Corona kun je allebei niet onder de mensen komen. Als je tenminste niemand wil aansteken. En dat willen we niet.

Na een dag of 5 was de voorraadkast zo goed als leeg. Een maaltijd met groente, vis of vlees, aardappels of pasta en een toetje, was er niet er niet meer van te maken.
Dus er moest wat gebeuren
Dus dan maar, waar iedereen het tegenwoordig over heeft: online bestellen.
Ik wil liever in een winkel op ideeën komen, dingen zelf in het echt zien in plaats van op een plaatje, maar nu KON het niet anders.
Een account bij mijn supermarkt aangemaakt en een bestelling verzonden. (Dit type ik sneller dan dat het gedaan was: het had nog heel wat voeten in de aarde)


Aan het eind van de middag staat een jongen met 2 kratten voor de deur, ik gesp mijn mondlapje voor en vraag of ik handschoenen  aan zal doen voor het gebruik van het pinapparaat.
Het hoeft niet. Hij legt de regels snel uit, statiegeld van € 10,- voor de 2 kratten, retour bij e.v. bestelling (ik hoop dat ik weer “gewoon” naar de winkel kan en mag ze  dan daar ook teruggeven) De jongen verdwijnt in zijn kekke busje en ik sjouw de spullen naar binnen, de koelkast en de voorraadkast in.

Er zit een groot langwerpig pak bij de boodschappen, geen idee wat het is. Er staat op “houtvezel” Het staat ook op de bon, ik heb ervoor betaald.
Verder is bijna alles er: voor 1 artikel is een alternatief gegeven en 1 artikel was uitverkocht.
Ik ben tevreden: We kunnen weer eten!

Op de rekening staat een telefoonnummer wat gebeld kan worden bij vragen.
Ik heb een vraag en bel.
Ik wordt doorverbonden met een dame die me na de uitleg een bonnummer vraagt.
Ze kijkt mee en snapt niets van: “mijn” houtvezels ”Hoe komt dat artikel op uw bon en in uw krat?

Dat was eigenlijk mijn vraag.
Ze legt uit dat de houtvezels voor een kooi van een konijn of cavia is.
Ik geloof het graag, maar heb allebei de knagers niet en nooit als huisdieren gehad. En we hebben wel honger maar niet zo erg dat we op houtvezels wil knagen.
We lachen samen.

Als we beter zijn en weer de winkel in mogen kan ik naar haar vragen en de houtvezels inleveren en daarvoor mijn geld terugkrijgen.
Ik vind het prima. Het wonderlijke van hoe houtvezels op mijn boodschappenlijstje en in de mijn krat komt, lossen we kennelijk samen niet op!

Er was de laatste dagen weinig te lachen.
Vandaag wel weer.

Leve de Plus!