Pietermannen

Wij stoppen bij een ons onbekende visboer in Den Haag en willen een visje voor het avondeten.
Op een bord staat: Pietermannen in de aanbieding.
We hebben allebei nog nooit gehoord van een Pietermanvis, dus ik vraag wat dat zijn.
pietermanHij wordt ons aangewezen. (gewoon; een vis, niks bijzonders, denken we dan nog)
– Hij smaakt een beetje als tong – zegt de dame die aan het vis schoonmaken is.
Een jongere werknemer zegt: : “Echt heel lekker, gegarandeerd komt u terug voor meer”.
We hebben geen idee hoe we een Pieterman klaar moeten maken.
Nu wordt het grove geschut in stelling gebracht: de baas van de zaak neemt het over
“Niks is makkelijker dan een Pieterman klaarmaken, beetje peper en zout erop, bakken in boter, huidkant onder, je ziet dat hij gaar wordt dan heel even omdraaien en klaar is de vis”
Oké we kopen Pietermannen. We wijzen er 3 aan. Dát vindt “ de baas” geen goed plan:
“Met zijn tweeën? Dan zeker 6”
We gaan met 6 stukken Pieterman naar huis.
Thuis kijkt mijn lief het toch nog even na op internet.

* Pas op voor de giftigste vis uit de Noordzee
* Wat kan ik doen na een steek van een giftige kleine Pieterman?
*Giftige Pieterman plaagt badgasten in de Noordzee.

Wouw, heftige berichten
De vis heeft een gifklier en een paar stekels op de rug en behoort tot de giftigste dieren van Europa. Ze graven zich in het zand in ondiep water in volgens wikipedia.
Op zo’n vis staan zorgt voor pijn, die je kunt bestrijden door je getroffen lichaamsdeel in zo heet mogelijk water te houden, dat schijnt het gif te neutraliseren.

We hebben een “gevaarlijk” visje gekocht, echter zonder gifstekels, die waren al verwijderd (de vis schoonmakende dame zag er gezond uit)
Hij werd ooit Pieterman genoemd omdat vroeger de duivel een Pieterman genoemd werd, en een duivelsvisje is het!

’s Avonds maakte mijn lief de Pietermannen voor ons klaar op de wijze zoals de visboer gezegd had. Heerlijk! Een aanrader. (volgende keer Den Haag, dan weer naar de Fahrenheitstraat)

Haags verkeergedrag

Hoewel ik al lang in een dorp van nét 10.000 inwoners woon, ken ik wel (een beetje) het leven in een grote stad; meer dan een jaar dagelijks in Utrecht en meer dan 10 jaar één dag in de week in Amsterdam gewerkt. Dan ken je het verkeersgedrag van inwoners en forenzen wel zo’n beetje.

Nu ben ik weer eens een tijdje in Den Haag en wéér verbaas ik me over het verkeersgedrag van Hagenaars en Hagenezen.

Iedere dag loop ik in een stukje in de periferie van het centrum en moet een aantal
(brede) straten oversteken. Als ik bij een zebrapad kom, stopt de (eindeloze) stroom auto’s en wordt er gewacht tot ik oversteek! Verbijsterend! Nergens anders meegemaakt.
Staat hier de doodstraf op doorrijden bij een zebra als er iemand WIL oversteken?

Ter vergelijk: in Amsterdam en volgens mij vroeger in Utrecht ook, rijden automobilisten zelfs als je al OP het zebrapad loopt nog het liefst vóór of achter je langs en in Amsterdam stopt een automobilist ZEKER niet (zonder stoplicht) als je nog op de stoep bij een zebra staat!
Elke ochtend verbaas ik me hierover in het Haagse verkeer.
Naast de drukke straten ligt een fietspad. De fietsers zijn iets minder coulant, sommige rijden “gewoon” door, maar ook daar vaak een handgebaar van “toe maar, ga maar voor”.

Heel bijzonder

Neuzelbeurs

 

neuzelbeurs
Eerstvolgende Neuzelbeurs in Rijswijk

Als het regent op je logeeradres wat doe je dan?
Een museum bezoeken,
Maar als je inmiddels 2 musea heb bezocht wil je wel eens iets anders.
In Rijswijk is de BROODFABRIEK waar allerlei evenementen georganiseerd worden (oktober: neuzelbeurs, Mineralenbeurs en Fantasy Fest o.a.*))
De Broodfabriek,**) nu multifunctioneel beurzen- en evenementencentrum, was vroeger ( 1971-1987) een HUS broodfabriek

Hier werden duizenden beschuiten, krentenbollen en broden gebakken Een grote klant van de bakkerij was het Amerikaans Leger (tijdens de Koude Oorlog in West Duitsland gelegerd)
De Husbakkerij bakte veel, vroeger zeer bekende, merken brood, zoals King Corn brood en was één van de grootste bakkerijen die Nederland ooit gekend heeft.

Het werkwoord neuzelen betekent o.a. snuffelen en dát is wat je op zo’n beurs doet.

De parkeergarage (wel even oversteken, dus bij ferme regen een plu mee!) is gratis, de entreeprijs van een Neuzelbeurs kan verschillen. Die toegangsprijs hangt namelijk af van de hoeveelheid kramen. Tot 300 kramen is de prijs per persoon € 4,-, daaronder minder, daarboven meer.
Wij betaalden ieder € 4,- omdat er deze dag 298 kramen waren.( 3 kramen meer en het was € 5,- toegang geweest! Ik heb ze NIET nageteld)
Kraampjes met heel veel troep, die de mensen ACHTER de kraam niet meer hoefden en de meeste mensen die VOOR de kraam langslopen ook niet.
Niet alleen tweedehands spul, ook nieuwe artikelen
neuzel2Natuurlijk zijn er ook leuke, opmerkelijk dingen en natuurlijk hebben we wél wat gekocht: 2 cadeautjes voor anderen én ouderwets snoep voor onszelf
Als we uit de hal gaan en naar de overkant, de parkeergarage willen, komt de regen met bakken uit de hemel, dus bekijken we de hal uitgebreid.
Hier staan verschillende machines die in de vroegere bakkerij ooit gebruikt werden, zoals een gigantische deegmixer en een speculaas lopende band.

Er hangt een plattegrond van de vroegere broodfabriek.

broodfabr.

Leuk om te zien. Als we uitgekeken zijn is de regen : “even” minder en rennen we over naar de parkeergarage.
We hebben leuk geneuzeld.

*)zie de-broodfabriek.nl
**)De naam Broodfabriek is van 2012

Omgevingsgeluiden

Als je zo als wij, lang in een galerijflat gewoond hebt, in een plaats met 90.000 inwoners*) ben je gewend aan veel geluiden om je heen.
Boven- onder- en zijburen hebben was in het begin   wel “even” wennen. De ene buur heeft nachttarief en laat de wasmachine ’s nachts draaien; er rennen kinderen over de galerij ,mensen hebben nachtdienst en je hoort het als er bij de buren gebeld wordt.

Daarna kwamen we in een rijtjeshuis in een klein dorp te wonen. Mijn lief zei wel eens dat in het begin de stilte pijn aan zijn oren deed.
In de loop van de jaren is er veel veranderd; grastrimmers en bladblazers deden hun intrede, bewoners kregen meer dan 1 auto (straatbeeld veranderde enorm) en de vlak bijliggende Rijksweg werd steeds drukker en zorgt voor een constante ondertoon van gezoem.

In ons tijdelijke logeeradres (portiekwoning)  in de op 3 na grootste stad van Nederland ,zijn weer andere omliggende geluiden waaraan we wennen moeten.
Om te beginnen is hier overdag bijna ieder uur wel een sirene (ambulance, politie of brandweer, ik herken de verschillen niet)
Ook hier boven- zij- en benedenburen. Waarbij de 2 jongentjes van de bovenburen de kroon spannen; elk vrij moment dat ze thuis en wakker zijn voetballen ze in de gang, zodat het beneden lijkt of er constant onweer “in de lucht” is.
Wat ook  wennen is; geen voortuin! Als er mensen hun fiets voor de deur neerzetten of staan te praten, lijkt dat net of ze bij je in de kamer staan.

Elk nadeel heb zijn voordeel zei Cruijff ooit en zo is het ook. In een grote stad verblijven heeft voordelen: elke 10 minuten gaat er een tram waarheen je maar wilt, er zijn overal “bijzondere” winkels vlakbij;  en de architectuur is hier prachtig; niet alleen de grote huizen hebben prachtige versieringen in de bouwstijl, ook portiekwoningen en appartementsgebouwen hebben  ornamenten en zijn bijzonder om naar te kijken én  wat betreft de geluiden: ’s nachts is het soms ook “even” stil.

 

 

*) in 1958 nog 100.000 maar het aantal liep en loopt nog steeds, terug

Strandtent

De zon schijnt (een beetje) dus op de fiets naar het duingebied. Daar begint het te miezeren, maar we rijden door tot aan de zee. Daar begint het te waaien en een zeemist onttrekt de horizon aan onze ogen. We  zetten de fietsen op slot en lopen een klein uurtje langs het strand. Het waait behoorlijk. Op een klein afstandje kun je elkaar al niet verstaan. We zien dus ook verschillende honden die verdwaasd kijken naar waar het baasje is. ( honden schijnen geen kleur te kunnen onderscheiden, dus mijn baasje heeft een  felroze trainingsjack aan, zit er niet er niet in, het fluitje of de roep én de ogen daar komt het op aan)

We stoppen bij een grote strandtent, nog geen tekenen van afbraak voor de winter bij deze tent.
De chocolademelk met slagroom is zalig. We raken aan de praat met een dame die daar werkt.
Ze gaan pas 28 oktober weg. De meeste strandtenten zijn al aan het afbreken. Half september kun je “bijboeken” om ook nog na oktober te staan (ze vertelt er niet bij hoeveel dat hen kost)
Wat ze wel vertelt is dat de strandtent naast hen voor een
miljoen te koop staat!

Wij zijn benieuwd hoe dit allemaal afgebroken gaat worden en zijn verbaasd als ze verteld dat in 4 dagen de hele strandtent weg is. Het meeste werk is het inpakken van de glazen, borden, bestek  én het terras, want de banken en stoelen zijn loodzwaar.

De strandtent zelf is opgebouwd uit segmenten, zo’n 12. Het zijn eigenlijk containers die met een hijskraan op een wagen worden geladen. De vloer en de plafonds blijven er gewoon in. Ze wijst onze de “ogen” bovenin aan, waar de kabels van de hijskraan in kunnen.
De strandtentopslagruimte is nog geen 10 minuten rijden van hun huidige standplaats vandaan. Dáár staan alle containers van alle strandtenthouders opgeslagen.

Het is altijd moeilijk om te besluiten wannéér je gaat. Gisteren had ze 3 klanten, vandaag (nu half 2) al 12! Als het stil is gaat ze de bijtent, de ruimte die ze verhuren voor partijen, presentaties en vergaderingen, vast ontmantelen “Dat scheelt straks weer”.

Zelf gaat ze na de 4 dagen afbreken( heel hard werken)  met het vliegtuig naar Zuid Afrika waar ze geboren is en ook haar vader nog woont; even uitrusten. In januari komt ze dan weer terug om dingen te regelen: personeel, menu herzien, reparaties etc. En in maart komen de voorbereidingen om alles weer hier neer te zetten; altijd op dezelfde plaats!

We wensen haar sterkte, nog een maandje én dan vakantie.
Strandtenthouder, it’s a way of life.

WIJ lopen weer terug naar onze fiets. De zeemist is opgetrokken, we zien boten in de verte. Ook de wind is inmiddels wat gaan liggen. We fietsen terug, maar eerst even een visje eten bij Simonis, die de lekkerste vis van Zuid Holland verkoopt!

 

 

Simonis

Burendag (28 sept)*

burendagSinds 2006 wordt in Nederland **) Burendag georganiseerd, het is oorspronkelijk een initiatief van Douwe Egberts.
Sinds 2008 medegeorganiseerd door het Oranjefonds:
Als we er allemaal voor elkaar zijn, staat niemand er alleen voor”.
Buren.
Omdat wij indertijd in een nieuwbouwwijk kwamen wonen, verhuisden de meeste mensen in onze straat omstreeks dezelfde tijd. Dat schept wel (een beetje) een band.
Van de 25 woningen in de straat zijn er nog 7 bewoond door dezelfde bewoners als toen. Onlangs is onze naaste buurman (ook eentje van het eerste uur) vertrokken.
Onze straat is een “beetje” een doodlopend straatje, je zou er uit kunnen, maar zo toont het optisch niet en behalve de bewoner die in een straat woont achter de onze, rijdt niemand door het “slurfje” ;onbekenden draaien  altijd aan “het eind”

In het begin hebben we ooit een pleinfeest met de hele straat georganiseerd; tent gehuurd met zijn allen opgezet en afgebroken; ieder eigen (tuin) stoelen mee; geld betaald voor barbecuevlees en salades en zelf drank meegenomen.
Het was een succes. Een paar jaar later wilde een aantal buurtbewoners dat wel weer, maar de organisatie van toen wilde het niet meer doen en niemand wierp zich op om het dan wél te doen; het is een  behoorlijke klus om het iedereen naar de zin te maken!

Een paar jaar geleden wilde een nieuwe buurvrouw het straat-wij-gevoel weer opnieuw leven in blazen en hebben wij samen een briefje in de bussen gedaan met de vraag of er belangstelling  was voor een samenkomst; we kregen 3 reacties.
We besloten het dan “klein” te doen ( bij de buurvrouw thuis)
Toen de datum bekend werd haakte 1 stel af, ze hadden op die dag een huwelijksfeest.
Op de dag zelf kwam slechts één stel, van het andere, zich opgegeven stel hoorden we niets (later bleek dat zij dezelfde dag in het ziekenhuis was opgenomen)
We hadden een genoeglijke avond met zijn vijven, maar een echt buurtfeest was het niet.

Er is niet veel sociale cohesie meer in onze straat. We zeggen elkaar gedag en maken soms een praatje bij het vuilnis buiten zetten. That’s all.
De BURENDAGEN zijn er om een buurt weer “leven” in te blazen of de band te verstevigen, maar hoe dan ook  iemand moet het initiatief nemen.

 

 

 

 

*) Altijd gehouden op de 4e zaterdag in september
**) Er bestaat ook een European Neighbours’day georganiseerd door The European Federation of Local Solidarity:  The aim of this day is to promote better community communication and cohesion.Deze Europese dag werd dit jaar gehouden op 24 mei

 

Naturalis

Ooit zijn we in Naturalis geweest en wat ik me daar nog van kan herinneren zijn twee dingen: een enorm skelet van een prehistorisch dier in de hal en een zaal met allerlei opgezette dieren, klein en groot, hoog en laag opgesteld.

hal naturalis
Nu, vele jaren later zijn we in het verbouwde Naturalis. *) Zowel het grote skelet van het prehistorische dier als de opgezette dieren zijn er nog, maar wel in een heel andere setting.

Je wordt door blauw licht beschenen en door pijlen op de grond gestuurd langs vitrines en langs “blokken” met opgezette dieren. Nog steeds indrukwekkend; de hoeveelheden, de verscheidenheid, een mammoet en een muisje, een haai en een mus en alles er tussenin.

Er staan geen bordjes met namen bij de dieren, wat ik persoonlijk wél een gemis vind.
We hoorden:
“Papa, wat is dat voor beest?”
Papa blijft het antwoord schuldig, mompelt “Een soort hert denk ik”.
Er zijn (veel) beesten die niet iedereen kent. Gemiste kans tot educatie vind ik.

Er zijn heel bijzondere dingen, een paar impressies:

Een Japans  stukje, compleet met bloesem en een huisje, waarin we door een medewerkster uitgenodigd werden om binnen te komen en een poppenvoorstelling bij te wonen over het ontstaan van Japanse aardbevingen.
Binnengekomen wordt het licht, zodra je “hangt” tegen een leuning (het is niet echt zitten want het is hoog) gedimd. Op het podiumpje zit een pop en staat een steen.
In de hoek staat een poppentrio. Eén pop bespeelt een snaarinstrument, één een slaginstrument en in het midden zit de (poppen)verteller. Hij vertelt het verhaal van Namazu, een vis die, als hij met zijn staart zwiept de aarde kan laten beven.
En dat gebeurt ook: we “beven”.
Verrassend én leuk.

Nog meer interessants: Een 4 minuten durend filmpje over de Limburgse Eugene Dubois. Hij was arts, paleontoloog en ecoloog vond de missing link in de evolutie van de rechtopstaande mens ; hij vond in 1891 het schedelkapje van Homo erectus op Java.

helmenEn een ruimte met (edel) stenen. Je gaat  de ruimte binnen met een helm op je hoofd. De helm heeft een lichtje bovenop, als je dat op een steen richt gaat er SOMS een spot op de steen aan en wordt er verteld wat voor steen het is.
Zoals de meisjes zeiden die me de helm gaven ”Na een tijdje word je wel gek van die stem”  Maar het is zeker leuk.

In de zaal met de opgezette beesten staan er ook een paar laag: een basset, een opgerolde slapende poes en een dartel lammetje, waarbij een bordje staat dat je deze dieren mag knuffelen.
We hebben er een tijdje bij staan te kijken; peuters en kleuters maakten dankbaar gebruik van dit knuffelmoment. Geweldig om te zien.

Het beloofde uitzicht op de bovenste etage viel tegen. Omdat het hard regende en we niet op het balkon buiten konden kijken, maar ook door de ramen waardoor we wel konden kijken was niets de moeite waard om te zien. Een groot industrie, gebouwenterrein van bovenaf!

Een ruimte waar je in het midden op een ronde bank zit en waar o je heen 360 graden natuur geprojecteerd wordt. Indrukwekkend.

Er zijn afdelingen met onderwerpen als de IJstijd,  de Verleiding ( het hofmaken en paren van dieren) De Dood, waarbij  oa. een foto van een dood dier, waar je, door middel van draaien aan een schijf, de dagen ziet verstrijken en het lijk steeds meer in ontbinding ziet gaan. En een weegschaal met daarop aangegeven hoeveel getallen over hoeveel van je cellen afsterven per minuut: 42 miljoen bij een volwassene (bij kinderen maar 17 miljoen)

Er zijn een enorme veelheid aan objecten: 41.976.26!
We zijn er totaal 4 uur binnen geweest en het had nog veel langer kunnen zijn, maar op een gegeven moment ben je “vol” ; loopt het hoofd over van de informatie.

Een aanrader dit museum.

 

 

 

*) Een parkeerterrein voor de deur; lang of kort parkeren heeft één prijs: € 7,50.

Nationale kennisinstituut voor biodiversiteit

In augustus 1820 heeft Koning Willem I het museum van Natuurlijke Historie geopend, de voorloper van Naturalis.
Naturalis, Rijksmuseum én kennisinstituut is, na een verbouwing , in augustus van dit jaar weer opgegaan. (Het kenniscentrum ontstond in 2010.)
In de LiveScience zaal in Naturalis kunnen bezoekers kennis maken met één van de 100 onderzoekers die momenteel aan Naturalis verbonden zijn.
Eén van hen is Deborah Wall-Palmer, een mariene bioloog en micropalaeontoloog *) uit de UK.
Zij doet, met geld dat de Europese Unie beschikbaar heeft gesteld, in Nederland onderzoek naar zoöplankton en dan met name naar zeevlinders en zeeolifanten.**)

 

deborah
Deborah Wall-Palmer test geluid

Op een prachtige, halfronde uit houten latten bestaande bank luisteren we naar een interview (geen lezing, maar een Spotlight wordt deze bijeenkomst genoemd) dat een medewerkster van Naturalis met deze onderzoekster houdt.

Deborah vertelt gemiddeld twee maanden op een onderzoekschip ( op foto de Discovery) mee te varen om uit de zee materiaal te verzamelen om te onderzoeken.
Er blijken maar 4 mensen ***)  in de wereld te zijn die, met name de zeeolifant, onderzoeken.
Er is heel weinig nog bekend van deze hoogstens 1 cm grootte diertjes; volwassen diertjes zijn een soort slakken met een slurfje, vandaar de naam.

Als ze geboren worden zijn ze vegetariër. Ze bewegen zich voort met een soort “armen” die ze opeten als ze bijna volwassen zijn, ná die tijd zijn ze vegetariër af en bewegen zich voor met hun slurfje én de schelp.
Zelf worden ze onder andere door tonijnen gegeten.
We zien foto’s van de vangst van het plankton in ongeveer 4 meter lange, smalle netten, die aan het eind verbonden zijn met een soort koker, waar het water wél en de diertjes niet uit kunnen.
Er wordt gevraagd of er altijd ’s nachts op plankton gevangen wordt en waarom.
Deborah antwoord t dat het vangen inderdaad vaak ’s nachts gebeurt omdat de zeeolifanten zich dan minder diep in de oceaan bewegen.
De volgende vraag wordt dan meteen “Gaan ze lager zwemmen als er een volle maan schijnt en zo ja waarom?”
Deborah geeft toe dat er nog maar zo weinig van de zeeolifanten bekend is dat ze dit (nog) niet weet. Wél is er al geconstateerd dat er minder zeeolifanten en zeevlinders zijn naarmate het lichter is. Zelf denkt ze dat dan ze beter zichtbaar zijn en dus er méér gevaar voor ze dreigt.
Na het interview is er gelegenheid haar persoonlijk vragen te stellen én het net, en de schelpjes te bekijken.
Wij gaan daarna in het museum kijken, maar daarover morgen meer.

*) Micropaleontologie is de kennis en de studie van fossielen die door hun grootte alleen onder hoge vergrotingen met behulp van een microscoop te zien zijn

**) plankton kan niet tegen de stroom in zwemmen; we onderscheiden phytoplankton,-plantjes en zoöplankton- diertjes

***) Twee van deze onderzoekers zijn gepensioneerd.

plankton
Plankton

 

Haagse gloeilamp

Mijn  lief en ik lezen vaak in bed voor het slapengaan.
Daar heb je leeslampjes naast het bed voor nodig.
Die zijn op ons logeeradres ook, alleen in één zit geen lampje meer.
Dat gaan we vandaag oplossen.
Op de terugweg van het Fotomuseum “Fotografie wordt Kunst” rijden we, op de fiets door een winkelstraat.

fotmuseum
ontwikkelgelatinezilverdruk 1914 H.Berssenbrugge

We zien er een Hema.
Het “andere” bedlampje zit in mijn tas.

Er komt een meisje op ons af met een vragende blik in haar ogen, dus ik begin meteen met ”Goedemiddag kun jij me zeggen waar hier de gloeilampen staan”?
– Dan moeten we samen gaan zoeken, want dit is mijn eerste dag hier –
“Waar, zou jij gaan zoeken?”
Ze loopt weg en wij achter haar aan. Ze loopt naar een collega en vraagt, die wijst aan en we danken.
Heel veel halogeen en ledlampen, maar geen “gewoon” lampje met mignonfitting.

Aan de overkant is een (Nieuwe) Blokker. We vinden op eigen kracht de lampenplank.
Een halogeenlampje dat  eventueel  óók zou passen voor € 8,65.Dat gaat hem NIET worden.
We komen langs een  mini Praxis en worden meteen naar de lampenafdeling geleid als we het vragen. Daar zijn wel  ledlampjes met mignonfitting  maar voor € 6,65.
Ik vind het nog steeds te gek, er zal toch wel wat goedkopers zijn?
We rijden verder, “even” geen winkels meer en dan een grote Kringloopwinkel.
Daar wil ik wel even in. Ik loop rond en kijk, maar mijn lief is slim en loopt naar de lampenafdeling (afzichtelijke uit de mode zijnde lampen, maar ook een bakje met  gloeilampen en ja hoor de juiste zit erbij. Ik ga naar de kassa en vraagt of deze het doet en hoe duur hij is.
Het lampje kost 50 cent, en als ik thuiskom en hij doet het niet mag ik hem terugbrengen!
We komen “thuis” (logeeradres)
Mijn lief draait er 2 lampjes in, de oude en de nieuwe (die eigenlijk ook oud is)
Allebei de bedlampjes doen het!
De aanhouder wint…… een lampje van 50 cent.

Poezenoppas

Zowel mijn lief als ik hebben nooit poezen gehad; we zijn meer hondenmensen.
Het dichtst bij “poezenbewoning” zijn we het eerste jaar van ons huwelijk geweest, toen we inwoonden (gedeelte van een bovenverdieping) en onze hospita een grote, dikke, witte poes had: Bianca.
Soms stond ze mauwend voor onze deur; we lieten haar dan binnen, ze rolde zich op voor de kachel en sliep dan een tijdje (tolereerde onze aanwezigheid) en mauwde weer als ze eruit wilde.
Soms  zagen we haar ’s avonds “luchtboksen” op het gras beneden: ze maaiden dan met haar voorpoten door de lucht om nachtvlinders te vangen (en op te eten).Een bijzonder gezicht: de witte kat in het donker “dansend” op het grasveld.
Ze was voor niets en niemand bang en heeft eens een hond het huis uit gejaagd.

Onze zonen (inclusief “pleeg” zoon) zijn met poezenmeisjes getrouwd; en hebben meerdere katten. Omdat ze wel eens met vakantie willen, passen wij wel eens op de katten. Ze mogen dan van ons NIET naar buiten. We wéten dat het natuurlijkgedrag is, maar we trekken het allebei niet als één van de katten met een (half) dode muis, vogel, kikker of vis binnenkomt.

Omdat ik nauwelijks interesse in katten had was voor mij elke kat hetzelfde: een roofdier wat mij uit de weg moest gaan (en  dat meestal ook deed)
Als je op (meerdere) katten  tegelijk gaat passen ontdek je ook de verschillen in karakter en krijg je ook favorieten!

djengis
Momenteel passen we op katten waar er één van “praat”. De eigenaren worden er wel eens gek van, maar ik vind het ( voor een paar dagen,) leuk! Je hebt  even echt contact met een huisdier, dat meestal gewoon zijn eigen gang gaat.Deze katten wonen in Den Haag, dus daar verblijven we dan ook.

Als we binnen komen en we hebben  de katten aandacht en eten gegeven (en zelf ook een hapje hebben genuttigd) vertrekken we op de fiets naar het Westduingebied. We zijn in een andere omgeving en niet MOET bekeken worden
De fietsen zetten we daar met een ketting aan elkaar (er wonen in Den Haag meer dan een half miljoen mensen, dat voelt toch anders dan in een dorp zoals waren wij wonen)
We lopen het duingebied in, (zand) heuveltje op, heuveltje af, mooie omgeving.
Ook hier mega veel honden (uitlaatservices); ik tel 25 loslopende honden in één duinpannetje!!westduin
Er komt een jonge vrouw op ons aflopen, een kindje in een draagzak op de borst, een wandelwagentje duwend en een kleine meid ernaast. Ze zegt dat ze dit gebied prachtig vindt maar nu wil ze ERUIT, of wij de weg eruit weten. Nee dus. We kunnen onze weg terug naar de fietsen vinden, maar die kant wil ze NIET op. Helaas dan kunnen we haar niet helpen. Ik stel voor het aan een hondenbezitter te vragen, die lopen hier waarschijnlijk vaker en weten vast wel een uitweg.

 

Ze kijkt niet erg enthousiast na deze suggestie
– Ik vroeg het net aan een dame met een hond, ze zei “Ga dan hier ook niet met een wandelwagen lopen”.
Jeetje, wat heb je toch horken van mensen!
We wensen de vrouw met de kindertjes succes en lopen door.
Het begint een beetje te miezeren.
De fiets opzoeken lijkt ons nu wel slim. Als we op de Laan va Poot zijn ( vernoemd naar twee vroegere koddebeiers/ boswachters: Jakob en Willem Poot) begint het harder te regenen. We fietsen rechtstreeks naar ons logeeradres. Vlak daarbij zien we een kleine buurtbibliotheek; een kastje met 8 boeken aan een hek. Ik haal er een dun boekje van Vonne van der Meer uit.( zo’n dun boekje lees ik wel uit in een paar dagen, zodat ik het weer terug kan zetten)
Als het blijft regenen vermaak ik me wel met mijn lief, twee poezen en Vonne.