“Gratis” museumbezoek

Onlangs las ik een leuke uitspraak van iemand die de museumjaarkaart had aangeschaft:

“Nu ik hem heb aangeschaft wil ik ze ook allemaal zien”

Dat lijkt me dan een leuke hobby want de Stichting Museumjaarkaart schrijft in haar promotie uiting dat er met deze kaart ruim 500 musea gratis te bezoeken zijn.De nieuwe museumjaarkaarthouder heeft dus veel te bezoeken!


Wij hebben al vele jaren een mjkr en maken er nog al eens gebruik van; soms een museum waar we vanuit huis speciaal naar toe gaan,

maar ook zijn we wel eens in een dorp of stad waar we langs een museum liepen, er “gewoon” even binnen gaan. Een museum waar je geen verwachtingen van hebt, kan je enorm verrassen!

De ongesubsidieerde Stichting Museumjaarkaart wil het museumbezoek in Nederland bevorderen.
Het bedrag dat men voor de museumjaarkaart betaald ( € 75,-) gaat in een pot, jaarlijks wordt die pot verdeeld onder de aangesloten musea op basis van het aantal bezoeken én de toegangsprijs. (De stichting meldt dat bijna alle inkomsten ten goede komen aan de deelnemende musea)

Ik vroeg me ooit af waarom de museumjaarkaart niet voor elk museum geldt (631 musea in Nederland in 2020 ) mijn broer gaf daar toen antwoord op. Hij was vrijwilliger in een streekmuseum dat informeerde naar de MJK condities bij de Stichting; het blijkt dat er aan een aantal voorwaarden voldaan moet worden vóór de mjk in het museum kan gelden.
Aan die voorwaarden voldoen kostte het museum toen té veel om dat rendabel te maken.
Dat zal dus wel voor méér musea gelden.

En paar weetjes over musea in Nederland:

*Elke” Nederlander woont gemiddeld 4 kilometer van een museum af!

Het grootste museum, Basiliek Oudenbosch, onderdeel van een door het

Catharijne Convent opgerichte museum (2016) om de kerk bekender en toegankelijker voor het grote publiek te maken. Op dit moment maken er 15 synagogen en kerken onderdeel van uit.

* Het eerste en oudste museum in Nederland is het Teylers museum (Haarlem);  sinds 1784 ononderbroken geopend voor het publiek met nog het authentieke  interieur

Tot slot een definitie van een museum die de kunstschilder Frans Koppelaar ooit uitte:

” Een museum is een supermarkt waar niets verkocht wordt”




Nog nét herfst

Het is nog nét herfst: op 1 dec. begint de meteorologische winter.
Dus voor het laatst dit jaar nog wat herfstweetjes!

Soms loop je met je hoofd door herfstdraden. Jagh.
Het zijn spinraggen, het gevolg van vele jonge, kleine spinnetje, die zich laten wegzweven door de wind. (dit gedrag wordt ook wel ballooning genoemd) Het spinnetje hangt aan een lange draad en laat zich meevoeren met de wind, de draad wordt als een vlieger gebruikt. Zo verspreiden de spinnetjes zich.

[ Het woord herfstdraad is één van de weinige Nederlandse woorden met 6 medeklinkers achter elkaar]

Even een weetje over een spinnenweb: een compleet web weegt niet meer dan een halve milligram. (in 1 web zit zo’n 30 meter draad)
Een technisch hoogstandje van een spin


Herfstbok heeft zijn oorsprong in Duitsland, maar heeft zich op een eigen manier in Nederland ontwikkeld. Oorspronkelijk werd dit seizoensbier met de eerste mout van de oogst vervaardigd, zó kon dit bier in de herfst worden gedronken.

Nederlandse brouwers produceren 7 miljoen liter Herfstbock (bron biernet.nl)per jaar.
[ De naam bokbier heeft niets met een mannetjesgeit te maken.
In de Duitse Middeleeuwse bierstad Einbeck werd het daar gebrouwen bier in het Beiers uitgesproken als “Ainpöckisch bier” dat verkort werd als “Ainpöck” . Dat Ainpock werd verbasterd tot “ein Bock” vandaar de naam Bock (of bok) bier]
Wél staat er tegenwoordig vaak op het etiket een mannetjesgeit!

Dan nog even, op de valreep, een herfstuiting pur sang

een paddenstoel, deze keer niet met een hoed, maar met opstaande geel/oranje “takjes”, meestal te vinden op vermolmd hout: de koraalzwam

(op mijn foto komt het niet uit maar hij is felgeel/oranje van kleur)

Een ziekenhuis zonder kloppend hart

In mei van dit jaar verhuisde het Tergooiziekenhuis locatie Blaricum naar een gloednieuw gebouw in Hilversum.
Wat er met het pas 33 jarig oude gebouw zou gebeuren was toen nog niet helemaal duidelijk;  plannen zoals een zorgfunctie (regionaal centrum?); woningbouw op bescheiden schaal en (teruggave van) natuur werden toen geopperd. (zie blog nov ’22)

Onlangs moest er bij mijn lief bloed geprikt  worden; hij kreeg een afspraak in het “oude” gebouw.

Inderdaad zit nu, in een gedeelte van het oude ziekenhuis, op de benedenverdieping een afdeling bloedafname.

Toen we, in de stromende regen aankwamen op de parkeerplaats kwam ons een kletsnatte dame in donkere regenjas tegemoet. Wat aardig, persoonlijke begeleiding, dachten we nog.
Maar nee, de dame hoorde bij een filmcrew en vertelde ons dat er gefilmd werd bij de ingang van het ziekenhuis; het geheel speelde zich af in de jaren ’80, dus of we daar niet wilde parkeren of door de set heen lopen. We beloofden dat NIET te doen.

Inderdaad zagen we vele wagens en tenten staan met Basecamp Productieteam erop ( (Wij nemen alle zorg rondom het filmen op locatie uit handen)
Wát, en óf er op dat moment gefilmd werd, zagen we niet.

We zagen op het gebouw Transitorium afd. van het Naarderheem staan, en ook Regionaal  Medisch Centrum,
met daarbij een bordje dat hier de afdelingen Neurologie, Dermatologie, Gynaecologie, Cardiologie en K.N.O gevestigd zijn.
Gelukkig stond er ook een bord  met bloedprikken en een pijl naar de rechterkant, want de doorgang naar de vroegere poliklinieken werd “versperd” door kleumende, wachtende filmcrew en hun apparatuur onder een groene partytent.

Meteen bij binnenkomst stond een aanmeldzuil, waarvan, zo stond er op het scherm, de printer was vastgelopen.
Het op het bordje staande advies “aanmelden op een andere zuil” hoefden we volgens de reeds aanwezige wachtenden in de kamer daarnaast, niet op te volgen.

Ik zag wéér een bordje  met pijl bloedprikken en wilde net de pijl volgen toen een dame uit de deur kwam en ons opving. Ze nam mijn lief mee en liet hem plaatsnemen op een stoel; ook in het andere kamertje zonder deur werd iemand binnengeroepen om geprikt te worden.
Ik ging ondertussen weg, even wat foto’s maken.

De deuren stonden open en ik “loerde ergens naar binnen”. Een bijna lege kamer met een leuke fotowand met, Highlanders (waarschijnlijk gefotografeerd op de Blaricumse hei; twee stoelen, een salontafeltje  en een grote klok op de grond. Waar zou deze kamer ooit voor gebruikt zijn? Wachtkamer, schat ik in.

De prikdame had zin in haar werk en was grapjes aan het maken met mijn lief toen ik terug kwam. We spraken nog even (er was op dat moment geen volgende patiënt om te prikken) toen bedankte ze ons voor de gezelligheid.
Het was daar een kale witte ruimte, zonder enige versiering, haar sprankelende persoonlijkheid én de rode bloedbuisjes was daar de enge kleur!
Mijn man had zijn bloed gegeven, we konden weg uit dit ziekenhuis, zonder kloppend hart (maar mét een afdeling cardiologie!)

Een groot, nu voor een groot deel, leeg 33 jaar oude gebouw wachtend op haar volgende “echte” bestemming.
Hoe lang nog moet ze nog wachten, vóór er weer meer “leven” in komt?
Misschien na de film?

Citaat Bennie Jolink

“Odi Profanum
Ik haat het gewone

(staat op een bordje op zijn erf in Hummelo)

Bennie Jolink (1946- ) Geboren in Hummelo als Bernard Jolink)

Zanger en oprichter (1974) van de Achterhoekse Boerenrockgroep “Normaal
Zij zongen in  Achterhoeks dialect en waren de oudste streektaal rockband
In 1977 was hun eerste hit “Oerend hard”

 Odi Profanum was ook de titel van zijn, in 2016, (met de Pensionado’s) opgenomen album.

Dichtbevolkt en toch stil

In Europa wonen gemiddeld 109 mensen op 1 km2; Monaco is het dichtstbevolkte staatje op aarde (en één van de kleinste landen)
Nederland heeft, vlgs de cijfers gemiddeld 507 inwoners op km2.

Waar ik woon,  Randstad* ( 20% van de oppervlakte van Ned)  woont 44% van de bevolking
Wij wonen in de uitloop van de Randstad, in een prachtig gebied met behalve dorpen, behoorlijk wat natuur: water, hei, polder en bossen.

Als in de Randstad een gebouw tegen de vlakte gaat, kun je er gif op innemen dat er binnen no time weer iets anders gebouwd gaat worden. Woningen zijn (hard) nodig, bouwgrond is schaars. Waar gebouwd was, mag weer gebouwd worden, dus vaak oud tegen de grond en nieuwbouw

Ik heb dan ook de laatste 10 jaar zelden of nooit een verlaten huis/gebouwtje leeg en in verval gezien

We liepen in een bosgebied

En zagen in het bos een vervallen huisje staan, er zat nog wel een deur (mét deurkruk) in, van een andere deur  (eveneens mét deurkruk) lag alleen het frame tussen de bladeren. We konden zo naar binnen kijken!

Een klein stukje verder stond een stenen gebouwtje, de luiken waren dicht, dus binnenkijken was hier niet mogelijk. Was er hier ooit een bewoond huis mét schuur geweest?

Het is daar een verstild moment in de tijd. We hoorden daar alleen de wind in de bomen ruisen en…

het holle geroffel van een bonte specht, die we, doordat de meeste bomen hun bladeren al hadden verloren, makkelijk konden lokaliseren.

Een vreemd stukje bos, de herkomst van de huisjes (huis/schuur?) heb ik niet, ook thuis niet, kunnen achterhalen.
Heel apart zo’n stukje natuur met “ruïnes” van wat wellicht ooit door een mens bewoond is geweest.
Iets dat je vaak in het buitenland ziet (Frankrijk, Kroatië en Engeland) maar zelden in ons dichtbewoonde eigen land.

Het is hier in de natuur moeilijk te bevatten dat je vlakbij grote steden bent ( ca. 30 km van Amsterdam en 25 km van Utrecht)

Bij een konijnenhol en op een stuk doodhout verderop zien we een hele “kudde” witte frêle witte paddenstoeltjes

… een stuk verderop is een groot open veld: het groen spat ons in deze bruin/rode herfsttijd, tegemoet

De man of vrouw die hier vlakbij ooit gewoond heeft, had een prachtige woonomgeving.
Wel stil, héél stil.(als je de nog steeds ratelende specht niet meerekent)

We komen op de terugweg naar de auto, ook nog een natuurkunstwerk tegen; een getordeerde, bijna afgebroken dikke, afhangende naaldboomtak; een soort krul.

Nederland is mooi, ook vlakbij (vroeger?) bewoond gebied.

Leven & Dood

Op een dag komt een 15 jarige jongen thuis uit school en vindt zijn moeder op de bank.
Het lijkt of ze slaapt, maar toch ook weer niet.
Hij rent bij de buurvrouw naar binnen en vraagt om hulp.
De buurvrouw gaat mee naar binnen, overziet de situatie en belt de huisarts die, zoals ze al vermoedt, de dood vaststelt.
Een week later ben ik bij de begrafenis.


De weduwnaar  krabbelt langzaam op na de onverwachte dood van zijn vrouw en zorgt verder alleen voor zijn zoon.
Tien jaar later wil de man, de zoon heeft een vriendin en wil gaan samenwonen, proberen een nieuwe vrouw te vinden; hij schrijft zich in bij een datingbureau.

Na verschillende “mislukte” dates vindt hij zijn maatje, een weduwvrouw. Na een korte tijd daten, gaan ze samenwonen; ze zijn gelukkig samen.
Zij houdt erg van fietsen, hij heeft slechte knieën en fietsen lukt hem niet. Ze besluiten allebei een scooter te kopen. Het is dé koop van hun leven. Ze genieten mega en maken veel uitstapjes met de vrolijk gekleurde scooters.

Na tien gelukkige jaren samen gaat hij naar de dokter met vage klachten en na verschillende onderzoeken komt er een diagnose uit, die niet veel goeds voorspeld.
Het eerste half jaar kunnen ze samen nog, soms aangepast, leuke dingen ondernemen, maar dan wordt zijn gezondheid minder en het lopen moeilijk; hun leven verandert drastisch, er komen aangepaste hulpmiddelen en gezinshulp in huis.

Anderhalf jaar na de diagnose sterft hij.
De vrouw begraaft nu ook haar tweede echtgenoot.

Gezondheidszorg

Onze gezondheidszorg is, in Nederland, over het algemeen goed.
Natuurlijk hoor ik ook verdrietige verhalen uit de zorg, maar over het algemeen genomen, hebben we het hier zo slecht nog niet.
Zelf heb ik, die keren dát ik zorg nodig had, hoofdzakelijk positieve ervaringen.

Onlangs werd bij een geneeskundige keuring bij mij en mijn lief van alles getest; alles was oké behalve ons beider bloeddruk. We werden beiden geadviseerd om onze bloeddruk op korte termijn wéér te laten controleren. [Bloeddruk meten is wel een momentopname]

Ik belde een week later het gezondheidscentrum bij ons in de buurt; we konden de volgende dag terecht bij een praktijkondersteuner (verpleegkundige)

Zij mat onze bloeddruk 3x, en gelukkig met (veel) betere resultaten dan bij de sportkeuring.
We waren gerustgesteld. Mijn lief gaat over 2 maanden nog een keer, ik hoef niet meer terug te komen.
De praktijkondersteuner waar we, na de meting een praatje mee maakten (we waren de laatste patiënten) vertelde zorgwekkende dingen over de gezondheidszorg. Over de taal die de assistentes te horen krijgen, de scheldpartijen tegen de apotheekassistentes en zo meer.

Van onze huisartsen hadden we al een mail gekregen, dat ze moeilijk assistentes konden krijgen en dat de tijden waarop telefonisch afspraken gemaakt konden worden waren verkort; digitaal afspraken maken verdient nu de voorkeur.

Van de apotheek kregen we een mail dat er medicijnschaarste is en dat gevraagd wordt tijdig nieuwe medicijnen te bestellen omdat het soms lang duurt voor de medicijnen geleverd kunnen worden.(vandaar de agressieve reacties?)

Covid vaccinatie.

Onze overheid geeft deze vaccinaties gratis! Zij hopen zo minder met COVID besmette patiënten in het ziekenhuis te krijgen. (minder kosten)

Borstonderzoek

Alle vrouwen van 50 t/m 75 krijgen een oproep voor een gratis medisch onderzoek om borstkanker in een vroeg stadium te ontdekken

Ik meldde het al, over de zorg heb IK niets te klagen en ook de (meeste) mensen om me heen hebben voornamelijk goede ervaringen. Wel maak ik me zorgen om mensen in die zorgberoepen, die bij een hoge werkdruk en verantwoordelijk werk ook nog te maken krijgen met verbaal agressieve mensen.

Hoeveel mensen willen nu en “straks” nog in de zorg werken of huisarts worden?
Dát is een angstig vooruitzicht voor Nederland.







(droef) gestemd

Het is weer achter de rug; het volk heeft gesproken!
Of we er blij mee zijn of niet, dit is waar we het mee moeten doen
Hier moet, liefst binnen niet al te lange tijd, een regering uit geformeerd worden.
Dat gaat moeilijk worden!

Op het stembureau waar ik deze keer zat was het gezellig druk met wat rustigere periodes. Om kwart over 7 stond de eerste stemmer al voor de deur; om half 8 mocht hij binnenkomen.

In onze wijk zaten 2 stembureaus vlak bij elkaar (er zijn geen officiële) normen voor het aantal stembureaus en de spreiding ervan)

We hadden tegen het middaguur ongeveer even veel stemmers binnen gekregen als onze “overbuurstembureau”

De stembus was ook best gauw vol, althans het stembiljet kon er rechtuit, nog nauwelijks in.
Wij hadden de luxe dat één van onze medewerkers bij de bus kon staan (er moeten altijd 3 leden van het stembureau achter de tafel zitten) en aanwijzingen voor het vouwen kon geven én af en toe met een speciale stok, de biljetten wat kon doorduwen! Iets dat veel stemmers waardeerden.

Er kwamen ook stemmer met kinderen: baby’s, peuters en kleuters.
De kinderen zijn de stemmers van de toekomst, dus fijn als de ouders ze vast wat vertellen.
“Mama mag ik het hokje rood maken? “
– Nee schat, dat moet mama zelf doen. Jij mag het doen als je groot bent –
“Morgen?”


Ook kwamen mensen vergezeld van hun hond stemmen.
Lieve honden, die vaak geaaid werden

Wat mij nog altijd ontroerd is mensen die kortgeleden tot Nederlander/Nederlandse zijn genaturaliseerd en zo blij hun net uitgegeven paspoort laten zien; in sommige gevallen is dit de eerste keer dat ze van hun democratisch recht gebruik mogen maken.
Dan besef ik weer wat heerlijk het is om in een democratie te wonen én dat er nog landen zijn waar stemmen NIET de gewoonste zaak van de wereld is.

Wat me dit keer opviel  was dat er behoorlijk wat mensen waren die ons, mensen achter de tafel, bedankten voor het werk dat we deden.
Lief, vind ik dat.

De eerstvolgende verkiezingen zijn op 6 juni volgend jaar (6.6.2024)
Dán kunnen we kiezen voor de Nederlandse leden in het Europees parlement (deze verkiezingen zijn 1x in de 5 jaar)

Er breekt nu een nieuwe periode aan; die van formeren.
Door de uitslag van déze verkiezingen kan het héél moeilijk worden een meerderheidskabinet te formeren!
Wordt het formatierecord van 2021/2022 gebroken? Toen werd er 299 dagen geformeerd!

Wie was Brugmans?

Al vaker heb ik de plant Brugmansia (Engelentrompet)  behorend tot de nachtschadefamilie, gezien. Er werd me ooit verteld dat de bloemen ’s avonds heerlijk geuren, maar dát heb ik nog niet zelf kunnen waarnemen

Deze week zag ik een mega Brugmansia plant in een tuin staan, ik heb hem gefotografeerd en toen meteen besloten uit te zoeken wie die Meneer Brugmans was, na wie de plant ooit genoemd werd ( iets dat ik me al vaker voorgenomen had)

Sebald Justinus Brugmans (1763-1819)  was, in mijn ogen nu ik e.e.a. uitgezocht heb, een wonderkind (mens):

Met 15 jaar werd hij student aan de universiteit in Groningen, waar hij na 3 jaar promoveerde tot doctor in de wijsbegeerte én meester in de vrije kunsten.
in juni 1785 behaalde hij zijn doctoraat in geneeskunde en in
nov.1785 werd hij hoogleraar astronomie, metafysica, natuur- en wiskunde aan de universiteit van Franeker.
In 1786 werd hij benoemd tot hoogleraar botanie aan de Universiteit van Leiden én directeur van de Hortus Botanica in Leiden
In  1787 werd hij, na de dood van prof. J.N.S.Allamand, ook hoogleraar in de natuurlijke historie.

In 1795 werd hij, op eigen verzoek, aangesteld als hoogleraar geneeskunde aan de medische faculteit van de Leidse Universiteit en in 1800 werd hij hoogleraar chemie.

Op dát moment was hij hoogleraar in 4 disciplines: botanie, chemie, geneeskunde en natuurlijke historie!
In 1799 organiseerde hij de medische hulp na de slag met geallieerde Britse en Russische troepen. (alleen al in Leiden werd gezorgd voor 4.000 gewonden)
Hem werd er de post van ministerie van defensie aangeboden; maar dat weigerde hij.

Lodewijk Napoleon vond de medische opleiding in Leiden superieur aan die van Frankrijk en was zeer gecharmeerd van Brugmans; hij noemde hem “Professor in alles”  en benoemde hem tot Inspecteur Generaal van de Frans keizerlijke gezondheidsdienst  én tot lijfarts.

Ná de Napoleontische tijd werd Brugmans benoemd tot rector magnificus (hoogleraar directeur van de Universiteit ) van Leiden.
Brugmans stierf op 56 jarig leeftijd

Monument Brugmans in de Pieterskerk in Leiden
Ontwerp D.P.G Humbert de Superville

Maar wat had deze bijzondere, geleerde man te maken met de Engeltrompet?
De plant is naar hem genoemd maar niet door hem. Door wie?

Verder onderzoek bracht me bij  Carl Linnaeus (1707-1778) 

Zweeds arts, plantkundige, zoöloog en geoloog, die zoveel planten van een naam heeft voorzien (geclassificeerd heeft)
In 1753 noemde hij dit plantengeslacht Datura in de publicatie Demonstrationes Plantarum in Horto Upsaliensi

(Nog steeds) geen Brugmansia.
Daarvoor moest ik verder zoeken. En kwam terecht bij een Zuidafrikaanse mycoloog (schimmelkundige):

Ch. H.Persoon ( 1761-1836) van Duits Ned. afkomst) die in 1805 onderscheid maakte tussen de Brugmansia en de doornappel (datura) Deze Persoon gaf de naam Brugmansia aan de plant uit eerbetoon van S.J.Brugmans.

Oorspronkelijk komt deze plant uit Zuid Amerika (Peru/Chili)
Alle tegenwoordige hybridesoorten (honderden) zijn afkomstig van de oorspronkelijk 7 soorten.

Tot zo ver de Brugmansia, die dus NU (21 nov) in ieder geval één Nederlandse tuin bloeit!