139.943 deelnemers

Bij de Nationale Tuinvogeltelling afgelopen weekend werden 2.029.304 vogels geteld door 139.943 deelnemers. Ik was daar één van.

Iedere dag geniet ik van de aanblik van vogels in onze tuin; ik hoef er niet extra op gewezen te worden of extra te voeren om ze te lokken; ze zijn er altijd! (ze worden ook altijd gevoerd!) Meestal zijn er dezelfde vogels in de achtertuin; mussen, eksters, kauwtjes, Turkse tortels en een enkele gaai en merel. In de voortuin zijn voornamelijk zijn mezen en spreeuwen

Dit jaar was er een bijzondere gast in de achtertuin; een winterkoninkje. Hij (of was het een zij?) kwam vlak voor het raam pikken, zolang zelfs dat ik een foto van hem kon maken!

Ik telden verder nog 15 vogels in het halve uurtje en inderdaad ook in onze tuin was de huismus het meest vertegenwoordigd (met zijn vijven).

Gisteren werd de officiële totaaltelling bekend met op de nummers 1,2, en 3; de huismus, koolmees en pimpelmees.

De pimpelmees had de merel uit de top 3 verdreven! Zou dat iets te maken hebben met dat 2022 het Jaar van de Merel was? ( 2023 is het jaar van de Scholekster)*)

Dit jaar deden er minders tellers mee dan in de Coronajaren, kennelijk waren er nu weer meer “andere” dingen te doen dit weekend! [2022 was een topjaar qua Vogeltelling toen deden  ruim 170.000 mensen mee]

Wilt u volgend jaar ook mee doen met de Nationale Vogeltelling 2024?
Zet dan nu vast de aankondiging in uw  digitale agenda (of vast op 1 jan. 2024 van uw huidige papieren agenda) 26,27 en 28 januari 2024




*) Al ruim 20 jaar zetten SOVON Vogelonderzoek en Vogelbescherming Nederland ieder jaar een vogel in de schijnwerpers die beter beschermd moet worden, omdat het soort steeds minder voorkomt.

Horen en zien

Soms lees je (onderweg) een reclametekst of protestleus op een bord of auto die grappig, apart of grof is en denk je “Hoe komen ze erop?”
Of je hoort iets (vaak uit kindermonden) waarbij je hetzelfde denkt.
Ik heb een tijdje paar dingen verzameld die ik gehoord en gezien heb.

Als ik bij de supermarkt mijn fietstas sta in te pakken zie ik vlak daarbij 2, zo te zien eerstejaars middelbare,  scholieren staan. De een heeft de ander aan zijn jas, vlak onder zijn keel beet.
Het ziet er niet uit of een volwassene moet ingrijpen, dus ik wacht even.
Zegt de ene jongen tegen de ander: ”Zweer je het op je leven en de levens die je nog gaat krijgen?”
De jongen zegt kennelijk iets in de trant van ja of goed; hij wordt losgelaten en samen lopen ze lachend verder.
Een jongen, zo te horen, met een aparte toekomstvisie!

Als we in de auto naar Limburg rijden komen we langs weilanden met positieve en minder positieve boerenteksten, zoals:

“Eigen slacht is onze kracht”
                        en

Op snelwegen zag ik auto’s rijden met wervende bedrijfsteksten teksten”
Zoals: “Bouwbink, wij zijn aanpakkers

en gasten met een flinke eigendunk:

Ook zie ik een rode auto met Belgische nummerplaat, geen getallen en cijfers op de plaat maar alleen
“Katinka”
Het  blijkt dat het sinds maart 2014  voor een Belgische automobilist mogelijk is een kenteken met een zelfgekozen lettercombinatie te krijgen. De duizend euro die dat kost vloeit regelrecht richting de Belgische staatskas. 

Een Engels taalgrapje op een transportbedrijfswagen die kennelijk wel eens overzees gaat!


Als we na de kerst in een stad lopen zien we een moeder met een kind aan de hand langs een plein lopen. “Mam, is de ijsbaan opgeruimd?”
– Ja schat, die is nu weg –
En dan komt de verrassende vraag van de kleine ”Hoe dan?”

Een bord voor een raam (misschien heb ik het al eerder gepubliceerd want ik zag het al een tijdje geleden) Ik blijf het een aparte manier vinden om hondenbezitters te wijzen op hun “verplichting” om de hondenontlasting op te ruimen

Als laatste nog een “meemaak dingetje”:

In een smalle doorgang in een winkelcentrum loopt een oude vrouw met een stok ons tegemoet, ze roept, als ze vlakbij ons is, heel hard “LUL”
“Natuurlijk” moet ik me er weer mee bemoeien en zeg “Nou, nou mevrouw, moet dat zo?”
Ze wijst met haar stok naar een verdwijnende rug met een hoodie en zegt “Weet U wat dat stuk vreten tegen me zei?” Als ik nee schud antwoordt ze zelf “Hij zei oudwijf kijk een beetje uit waar je loopt”
Nu ben ik ook ik verontwaardigd en even stil. Mijn lief is sneller in zijn reactie ” En u had nog wel een wapen bij u”
Nu lacht ze “Niet aan gedacht” Ze zwaait met haar stok en loopt door.

Labour of Love

Zaterdag vertrokken we vroeg naar Noord Brabant, anderhalf uur rijden (heen en ook weer weer) om een verjaardag van een vijfjarige mee te maken

De spanningsboog van een vijfjarige (en ook van het bijna 2 jarig broertje) is niet lang: veel mensen, veel cadeautjes is “even leuk” maar na zo’n 2 uur is hun muntje op. Het bezoek neemt afscheid en er kan “rustig” gespeeld worden met de nieuw gekregen speeltjes!

Het is erg jammer om zo’n eind te rijden en na 2 uur meteen weer naar huis te gaan, dus bedachten we tevoren al om een koppeling te maken met een tentoonstelling in Den Bosch.

Na de gezellige verjaardag en het afscheid reden we mét een zonnetje naar ’s Hertogenbosch, waar me meteen iets bijzonders opviel; stoplichten met cijfers! Waarom hebben we dat niet overal? Staat het stoplicht op rood dan komt er 3,2,1 en dan groen. Zodoende staat iedereen voor de stoplichten in de startblokken om op te rijden. Helemaal top! (hebben we hier (nog?) niet!)

We kunnen de auto NIET kwijt, beide parkeergarages in de binnenstad geven een verlicht bord VOL aan. Voor de ene garage staat een enorme rij te wachten; daar hebben wij geen geduld voor, we toeren maar wat door Den Bosch en kunnen uiteindelijk ergens langs het water de auto kwijt. Het nadeel is dat we van te voren moeten aangeven wanneer we terugkomen. Ik haat dat omdat je dan vast zit aan een tijd! We nemen het ruim (denken we) en lopen naar Het Noordbrabants Museum, waar we de tentoonstelling van Wim Delvoye willen gaan zien.

We moeten nu een eind lopen (en straks ook weer terug) maar de zon schijnt, de narcissen in het grasperk staan op springen en we komen een Weichselboom tegen.

Een weichselboom behoort tot het geslacht van de prunussen en komt van oorsprong uit het Midden Oosten. Deze boom hier in Den Bosch schijnt rond 1900 hier geplant te zijn.
Een boom van meer dan 100 jaar oud dus; hij staat wel wat erg krom of dat nog eens 100 jaar zo kan blijven…..?

We kijken van IN het museum naar de binnentuin.

En dan komen we in het gedeelte van het gebouw waar de  kunstwerken van de Belgisch Delvoye staan. De tentoonstelling heet Labour of Love en is enorm divers. Al het werk straalt de liefde voor het ambachtelijke uit.

We zien Delftsblauw geschilderde gasflessen en glas-in-loodramen met foto’s van het menselijk lichaam.

De kunstenaar werkt intensief samen met ambachtslieden van over de hele wereld, zo liet hij zijn serie aluminium reiskoffers door Iraanse ambachtslieden bewerken.

Alledaagse dingen krijgen door hem een totaal ander aanzicht.
Hij maakt ook dingen die (nog) niet bestonden zoals een reiskoffer voor een Peugot, en opbergmogelijkheid voor een steekkarretje.

Ook de bewerkte autobanden zijn spectaculair om in detail te zien

De kunstenaar doet zoveel verschillende dingen dat je verbijsterd staat wat er nog meer te zien is: getatoeëerde varkenshuiden (de varkens zijn, onder narcose, onder begeleiding van een dierenarts getatoeëerd) Als de varkens doodgaan (hij begon in 1994 hiermee) laat hij de varkens opzetten óf zoals hier stelt hij de huiden tentoon als kunstwerk.

Delvoye heeft duidelijk iets met het katholicisme. Niet alleen lijken betonmolens of trucks op een soort kathedralen maar ook de kruisbeelden hebben aparte “andere” vormen:   een ronde of juist een schuine, langgerekte vorm.  

Persoonlijk deden sommige van deze Jezusfiguren mij meer, dan ze ooit, in een kerk staande hebben gedaan!

Ook de “twisted dumptruck” en een betonmolen (ragfijn staal in gotische stijl) als een soort kathedraal zijn bijzonder in detail (kunstwerk op de laatste foto heet suppo clockwise)

De kunstenaar heeft iets met getordeerd: beelden, trucks, veel van zijn werk is een kwartslag of minder gedraaid, hetgeen een vervreemdend effect heeft.

Een geweldig mooie, bijzondere, adembenemende tentoonstelling.
Die helaas vandaag (zondag 29/1) voor het laatst in Noord Brabant te zien is.

Ook het gebouw: het Noordbrabants Museum, is prachtig om te zien, de vormgeving alleen al!
Maar wat er verder nog in staat gaan we een andere keer bekijken. Voor vandaag was dit overweldigend genoeg.

Hal, infobalie en toilet

“Wijze” uil

Ik ben zo iemand die toegeeft als ze iets stoms heeft gedaan (dat gebeurt wel eens)
Ik had ooit een collega die daar wel eens narrig over werd “Je moet jezelf niet zo naar beneden halen, dat doet een ander wel”
Ik zie dat nooit als “mezelf naar beneden halen”. Ieder mens maakt fouten, waarom niet toegeven dat het niet goed ging en zeggen dat je het de volgende keer beter zal proberen?

Laatst had ik een “dom moment” gehad en gaf dat ( in een email) eerlijk toe.
Ik kreeg dit terug:

Ik vind hem enig. Temeer daar ik ooit een rubriek in een blad heb gehad die “de Wijze uil” heette.

Om de puntjes op de I te zetten heb ik ook even een plaatje van een “echt” uilskuiken erbij gepakt: ik vind hem zo aandoenlijk ( op zo’n figuurtje kun je toch niet boos zijn?)

Marlene, dochter van de Alpen

Zoals ik al eerder blogde lees ik ALLES wat los en vast zit en ik in mijn handen krijg.
Onlangs was dat een folder (in boekjesvorm) die ik kreeg bij de groenteman met de titel: Marlene, Seasonal Art Book!

In het boekje kunstwerkjes van verschillende artiesten, allemaal geënt op de Marlene appel,  zoals er op het merkje staat “Daughter of the Alps”*)
Een leuke manier van reclamemaken!

Het blijkt dat de Italiaanse provincie Zuid Tirol vol staat met appelboomgaarden en dat de lekkerste van al die appels de Marlene is.

Marlene zegt daar zelf over: “Mijn vader is de berg. Mijn moeder is de mediterrane zon. Ik ben Marlene, dochter van de Alpen”  (welke pr man/vrouw zou dát bedacht hebben?)

De Marlene appel is niet alleen gezond ( vitaminen, mineralen en antioxidanten) maar doet ook “wonderen” voor de huid.

De bovenstaande 2 schuingedrukte zinnen zijn (knap?) pr – gepraat.
Nu de feiten:

Er blijken 7 varianten van Marlene te zijn: Golden Delicious,Royal Gala,Granny Smith, Fuji,Red Delicious, Braeburn, Stayman Winesap!

Allemaal met een certificaat: Indicazione Geografica Protetta = beschermde geografische aanduiding

Marlene is een handelsmerk van het VOG Consortium (opgericht in 1945 met handelsmerk ”What one cannot do alone, many can do together” – coöperaties dus)
Op 10.900 hectare in Zuid Tirol  worden de appels  geteeld. En ze zijn sinds 2008  verkrijgbaar op de Nederlandse markt .
De nieuwe sticker óp de appel werd speciaal ontworpen door de Italiaanse kunstenaar Luca Santella
De afbeelding  wil laten zien hoe de natuur, midden in de winterkou rust, om met meer energie en kleur dan ooit te voren te ontwaken mét de Marlene appels.

Een aantal van afbeeldingen van dit boekje zijn een tijdje geschilderd op de trams van Milaan te zien geweest! Over exposure gesproken!

Misschien is het een idee om toch maar eens één (of meer) Marlene appeltjes te proberen?

Toen ik dit blog gemaakt had vond ik het idee van die 4 kunstwerkjes leuk, dus heb ik lijstjes gekocht en is mijn lief aan het inlijsten gegaan.
We hebben 4 van de appelportretjes opgehangen (wisselen kan altijd nog)
Waar een blog al niet toe kan leiden!





*) mij deed zo’n titel meteen denken aan vroegere boekjes van Heidi en Peter. Heidi een weeskind uit de Alpen, met plaatjes van een meisje huppelend in aan Alpenwei, bergen op de achtergrond



Pools paard(je)

Het Europese wilde oerpaard, de tarpan was omstreeks 1879 uitgestorven
Vóór die tijd hadden de tarpanhengsten nog wel eens een romance met een, half in het wild levende konikmerrie (kón = Pools voor paard, kónik = Pools voor paardje)
Zodoende heeft de huidige konik nog een scheutje tarpanbloed in de aderen!

De stokmaat (=schofthoogte) voor een konik is 130 tot 140 cm.
Het is een eigenzinnig paardenras dat niet zo geschikt is om te berijden en meer als werkpaard, vrijetijdspaard of als begrazer voor een natuurgebied te houden is.
In 1982 werd de eerste konik naar Nederland gehaald en uitgezet in een Gronings natuurgebied (Ennemaborg) voor begrazing.
In Nederland heeft de konik geen natuurlijke vijanden, maar in Polen schijnen gevallen bekend te zijn van koniks die met hun voorhoeven zelfs wolven bevechten.

Koniks leven in een kudde, de oudste merrie bepaalt waar de kudde heengaat, zij weet uit ervaring waar, op dát moment, het beste groen te vinden is.
Wilde paarden zijn echte grazers: door hun dubbele rij tanden kunnen ze gras zeer kort afgrazen

Paarden hebben maar één maag, ze hoeven niet te herkauwen zoals bv koeien. Om toch voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen eten ze de hele dag door( koniks wegen ongeveer 400 kg) Een konikmerrie is maar 11 dagen per jaar niet drachtig.
Als het veulen na een jaar nog steeds bij de moeder wil drinken, trapt de moeder het weg; het veulen moet dan voor zich zelf kunnen zorgen (na ca. 3 jaar is het veulen geslachtsrijp)

Ik zag deze paarden voor het eerst in het natuurgebied Oostvaardersplassen* (het zijn paarden die niet aan mensen gewend zijn, afstand houden dus )

Heden ten dage leven er meer konikpaarden in Nederland dan in Polen





*)Toen de Flevopolder was drooggemalen, bleef dit natte stuk (5600 ha tussen Almere en Lelystad) ongebruikt. De natuur greep haar kans en er ontstond een moeras met plassen, rietvelden en wilgenbossen.




Trap op

Verleden jaar in juli schreef ik een blog over het homoniem TRAP.
Sindsdien heb ik vele trappen gezien en soms gefotografeerd

Een trap fascineert me, vaak kun je niet zien wat er om de bocht ervan of bovenaan is. Het is, in het klein, een beetje als tussen de bergen wonen, je weet niet wat er aan de andere kant van de berg is…. totdat je er overheen bent. Met een trap is dat ook zo.
Tenzij het je eigen trap is natuurlijk, dan is “boven” de slaapkamer, de zolder of de badkamer of je keldertrap; beneden is dan de kelder!

Wat ook bijzonder aan een trap is, las ik onlangs

Regelmatig dagelijks traplopen vermindert de kans op overlijden met 15%.
Met traplopen verbrand je meer calorieën dan met joggen: met 30 minuten joggen en 15 min traplopen (trap óp) verbrand je hetzelfde aantal calorieën. (binnen óf buitentrappen)


Als je een paar keer per dag 2 minuten trap op loopt heeft dat én effect op je gewicht en op je cholesterolgehalte (Het is eigenlijk een kracht- en conditietraining inéén)

Een leuk advies, maar als ik 2 minuten trap op moet lopen, is dat in mijn geval na 2 trappen toch ook weer eerst naar beneden vóór ik weer 2 trappen op kan.[ Dus 2 minuten klokken is niet 2 minuten trap op lopen.

Wat ook zo maf met trappen lopen is dat je het ik weet niet hoeveel keren doet zonder erbij na te denken. Dan val je van de trap, breek je, zo als in mijn geval ooit, een heup, komt er de dag ná de val en de operatie een fysiotherapeut naast je bed staan “Gaat u even mee dan leer ik u traplopen”

Hmmm? Dan leer je op een piepklein trappetje met maar een paar treden ( wel een leuning) hoe je mét één kruk een trap op moet.
Dat moet je dan 2x op en af doen en dan zegt iemand “Prima, dat kunt u nu dus ook” en dan mag je naar huis! (gelukkig)


Na een aantal weken krukken weg en weer “gewoon” de trap op, eerst nog voorzichtig stapje voor stapje, maar na een tijdje ren ik weer net zo de trap op als eerst (naar beneden iets voorzichtiger, want toen viel ik)
Het gaat weer automatisch!

’n Bijzonder servetje

Een waardevolle tekst, citaat of spreuk hoeft niet altijd op geschept papier, een tegeltje of op internet te staan.

Soms staat iets treffends gewoon op een servetje!

In mijn geval bij een gehaalde lunch bij Bagels & Beans

Een prachtig servetje in een leuk doosje met daarin een overheerlijke bagel (van oorsprong een Pools product, dat door joodse immigranten in de Verenigde Staten is geïntroduceerd) én dit mooi bedrukte servetje

Wijsheid bij je lunch!

De Ridderlijke Duitsche Orde.

Gisteren schreef ik een blog over een bezoek aan Doesburg en over een gebouw, (in de steigers) oorspronkelijk de zetel van de pastoor-commandeur van de “Ridderlijke Duitsche Orde
Ik zette er 2 vraagtekens achter omdat ik niet wist wat die orde inhield.

Vandaag zocht ik dat uit.

Ik vond een berichtje over het ontstaan van de Duitse Orde, namelijk dat
de Duitse Orde in de Nederlanden pas goed op gang kwam ná de kruistocht van 1217 – 1219.
Er nam een groot aantal Nederlandse ridders deel aan deze kruistocht,  bij wie de Duitse broeders een goede indruk achterlieten. Dat resulteerde in vele grote schenkingen aan de Duitse Orde. Deze schenkingen zouden de basis vormen waarop de commanderijen van de Duitse Orde in de Nederlanden gesticht zouden worden.

De Duitse Orde heeft gedurende enkele eeuwen een belangrijke rol gespeeld in de Nederlanden: ze bemoeiden zich met plaatselijke en internationale politiek, hadden uitgebreide bezittingen en hadden vele mensen in dienst. Hiernaast waren ze een belangrijke culturele, sociale en religieuze factor in veel van de gebieden die ze beheersten aangezien ze naast landsheren ook religieuze leiders waren.

De Orde kwam dus voort uit Duitse Christenen (financieel gesteund door oa. Nederlanders) die, in de Middeleeuwen, gewapende (kruis) tochten hielden om het Heilige Land Palestina (in het bijzonder Jeruzalem) te ontzetten (van Islamietische overheersing) zodat pelgrims weer veilig naar het Beloofde Land konden gaan.

Ik vond ook een artikel over specifiek de commanderij van Doesburg
De commanderij van Doesburg werd op 12 juni 1286 gesticht, na een scheidsrechterlijke uitspraak door proost *) en deken**) van het kapittel van de Dom te Utrecht en de proosten van Deventer en Oldenzaal in een geschil tussen de Orde en het convent van Bethlehem.
De kerk van Doesburg werd toen aan de Orde toegewezen, terwijl het convent van Bethlehem, dat zich in 1276 onder de Orde had geplaatst, weer terugkeerde tot de Reguliere Orde van St. Augustinus.

De commanderij werd dus gesticht na onderlinge hommeles !

De kerk van Doesburg, die gewijd is aan St. Maarten**) en ook als moederkerk van de Orde wordt genoemd, stond vroeger aan de Saltpoort. Zij werd echter in 1340 door overstroming verwoest en later meer richting stad herbouwd. De cureit (pastoor verantwoordelijke voor de zielzorg van de parochianen) van de kerk was de commandeur van Doesburg.


De kerk is tweemaal door brand getroffen in 1483 en 1547 (2de keer oorzaak blikseminslag) Dit was zeer ten nadele van de financiële toestand van de commanderij.
Daarnaast liet het beheer door latere commandeurs veel te wensen over. Uiteindelijk is in 1657 besloten het commandeurshuis met erf en met verdere bezittingen als oudeigens en uitgangen uit huizen in de stad aan het stadsbestuur van Doesburg te verkopen om er een weeshuis in te vestigen.
Hiermee werd het daadwerkelijk bestaan van deze commanderij afgesloten.

Dan een bericht dat ik vond, méér naar het NU:
Het gebouw dat nu in de steigers staat  is sinds het einde van de 18e eeuw in gebruik als concertzaal, sociëteit en daarna als café-restaurant met bioscoopzaal.

En…nog meer naar het NU (een bericht van 2019) er wordt geld door de Provincie  Gelderland  beschikbaar gesteld om historische elementen van de Commanderij  te kunnen restaureren.  

En dan het laatst gevonden, actuele bericht  over de Commanderij:

“In het voorjaar van 2023  wordt het Lalique Museum****) uitgebreid naar het historisch voormalig riddergebouw uit het jaar 1286 de Commanderij. (Het pand van ooit de Ridderlijke Duitsche Orde) Dit pand bevindt zich pal achter het huidige Lalique museum


sieraad Lalique

Dus als u of ik de voormalige Commanderij ooit van binnen willen zien zullen we naar het Lalique museum moeten gaan.
Niet meteen vertrekken! We moeten nog even wachten, pas omstreeks het voorjaar van dit jaar is het gebouw daar klaar!


*) Proost = de hoogste functionaris binnen een seculier kapittel  (christelijk bestuurscollege bestaande uit geestelijken, verbonden aan een kathedraal of kapittelkerk) die het tijdelijke beheer over de wereldlijke goederen van het kapittel had.

**)Deken= een leidinggevende van een afdeling binnen een bisdom.

***) De Grote of Martinikerk is de hoofdkerk van de Hanzestad Doesburg in de provincie Gelderland. Andere gebruikte namen zijn: Hervormde Kerk, Sint-Maartenskerk en Sint-Martinuskerk.

****) gewijd aan de wereldberoemde Franse juwelen- en glaskunstenaar René Lalique (1860-1945)



Achterhoekse zaterdag

Als we opstaan is de temperatuur  -1.Op de vijver van ons logeeradres ligt op sommige plekken een heel dun laagje ijs.

We gaan vandaag naar Doesburg, een Hanzestadje dat 786 jaar geleden haar stadsrechten kreeg, maar al omstreeks 1060 “ergens” genoemd werd.
We worden gelukkig van het lopen door dit oude stadje (zie ook juliblog vorig jaar)

Zoals elke keer dat we dit stadje bezoeken zetten we de auto neer op het parkeerterrein met de aparte muurschildering.
Deze keer (ondanks temperatuur – 1) staan er veel campers op de camperplek naast het parkeerterrein!

Het stadje zelf is echter vrij rustig. Het lijkt wel of we de enige toeristen zijn, het is ook best wel frisjes op zo’n januarizaterdagmorgen!
De deur van de dogwash staat open en ik fotograaf deze service, die ik nooit ergens anders zag, hier kun je d.m.v. het inwerpen van geld, zelf je hond wassen en drogen!

Aan de kou is wel wat te doen, ook zonder een Horecagelegenheid in te gaan:

in een winkelstraat is een koffiemachine met bijbehoren neergezet; voor € 1,- kun je hier zelf een kopje koffie inschenken en even wat warmer worden

Wij doen dat niet, we willen ná het rondlopen naar “ons plekje” de Waag gaan voor koffie (met lekkers? wellicht)

We lopen door de nauwe straatjes en zien ook nu weer aparte dingen; een hek met daarachter….omgewoelde grond, pijpen en snoeren en een oud gebouw in de steigers. Een bord vertelt ons dat dit de oorspronkelijke 14de eeuwse zetel van de pastoor-commandeur van de Ridderlijke Duitsche Orde  was (??)

In de smalle straatjes aparte geveltjes, zoals een huis met een Jugendstil (=kunststroming tussen 1890 en 1914) gevel én een huis met een “pianotoetsendetail” . Zelfs een voormalig graanpakhuis (mét vlaggenmast)

Ook bij deze laatste staat een bord voor de nieuwsgierige toerist : gebouwd in 1884 is het een neogotische ontwerp van de beroemde Arnhemse  architect J.W.Boerbooms (zijn inspiratie was de laatmiddeleeuwse regionale stijl van de Hanze gotiek)
De huidige winkelpui is later aangebracht ter vervanging van de oorspronkelijke halfronde poort.

In een van de straatjes zien we een bestelautootje staan met een tekst erop die je alleen maar in de Achterhoek en Twente vinden kan: de Naobers, anpakkers in de buurt. ( naobers zijn buren)

Nabuurschap is een sociale verhouding binnen een kleine gemeenschap: buren in een ruime zin van het woord, helpen elkaar waar dat nodig is.
Iets dat misschien (nog) wel eens voorkomt in de dichtbevolkte Randstad, maar toch steeds meer een zeldzaamheid wordt. Daar kennen mensen vaak hun buren amper.

[ de Anpakkers zijn gedreven en gepassioneerde vakmensen, zowel bouwkundig als installatie technisch, die van “anpakken” weten.]

Dan zijn we toe aan een kop koffie met wat lekkers en we lopen de oudste Horecagelegenheid van Nederland binnen.


Het is er vol, nogal wat gereserveerde tafeltjes, maar gelukkig is er 1 pas om half 2 gereserveerd (zo staat er op het bordje op het tafeltje) Dán zijn we, zelfs als we heel langzaam opwarmen en traag onze cappuccino opdrinken, al lang verdwenen.

Een positief verhaal zoals u van me gewend bent ( ik ben een positief mens)
Toch is het niet allemaal rozengeur en maneschijn, ook hier in de Achterhoek niet.
Als mijn lief naar de auto gaat en ik nog even snel in Doesburg een boodschap bij Appie doe, moet ik een drukke weg oversteken om weer bij het parkeerterrein te komen.
Een weg met een vluchtheuveltje en een zebra. Als ik bij de zebra kom, stopt een campingbusje voor me en stap ik de weg op, voorbij het campingbusje probeert in vliegende vaart een Mercedes in te halen: bijna was ik omvergereden door deze eikel!
Het vluchtheuveltje stopt hem en ik loop met bonzend hart verder. De campingbusjeschauffeur maakt een gebaar naar me dat ik meteen snap; ook hij vindt de Mercedes chauffeur een enorme eikel!

Zo drink je koffie en bestel je gebak, geniet je van de warmte na de koude, elkaars gezelschap en de historische omgeving en nog geen 10 minuten later kun je op de grond liggen en kan het allemaal voorbij zijn.

De automobilist blijft een eikel, maar het is wel eens goed om te beseffen hoeveel geluk je soms kan hebben en hoe broos het eigenlijk is.