Vaderdag zonder vader.

Als je, zoals ik, jong je vader hebt verloren, heb je geen actieve herinneringen aan de Vaderdagen toen hij er nog wél was. Ik denk dat het net zoiets als Moederdag was met ’s morgens springen op bed om hem wakker te maken en dan die zondag leuke dingen doen, maar ik herinner me het niet.

Nu lees ik als suggestie aan mensen (kinderen) zonder vader:  Bezoek op Vaderdag zijn graf.
Maar dat kón ik niet toen mijn vader overleden was. Ik was nl niet bij zijn begrafenis geweest; mijn moeder vond me té jong. Ik denk dat ik zodoende een verkeerd (eng?) beeld van een graf had. Ik wilde er NIET heen. Niet op Vaderdag, niet op een andere dag. Nooit!

Mijn moeder bezocht het graf van mijn vader alleen of misschien met een broer, maar ook dat herinner ik me niet. Pas als jongvolwassene ben ik voor het eerst naar zijn graf geweest; het deed me niet veel.

Ik geloof niet zo in een “stoffelijk overschot” met de overleden persoon er nog in.
In mijn beleving doe je een jasje (lichaam) uit, als je doodgaat.
Het lichaam is, in mijn beleving het “voertuig” van de ziel.
De persoon die overleden is, is nog om je heen, in je hart, in de hemel, bij God of waar dan ook, maar in geen geval in de grond; daar liggen alleen de botjes (en in het begin nog de huid)
De geest, de ziel, de persoon die er ooit was, zit dáár niet in!

Ik ging en ga niet naar het graf, maar ik denk wel aan mijn vader: aan zijn grapjes, aan zijn terugtrekken na het avondeten in zijn zelfgebouwde schuur, om dingen te maken. Aan samen wandelen in de natuur, plantjes, bloemen en bomen bekijken.

Mijn moeder is jaren verdrietig geweest, misschien té verdrietig om met mij veel over hem te spreken. Familie heeft later, beetje bij beetje, het beeld van de man die mijn vader was, ingekleurd én ik heb foto’s van zijn buitenkant.


Maar Vaderdag? Nee daar herinner ik me niets van