Een tuin

Dit weekend waren we bij familieleden in een ander gedeelte van Nederland en genoten we er van hun gezelschap en het weer.
We hebben bijna het hele weekend in de tuin kunnen zitten

Een tuin met veel eetbaars; vijgen, appels, paprika’s, tomaten, komkommerkruid (de jonge blaadjes zijn heerlijk in een dressing, bij komkommersalade en de fijngehakte blaadjes zijn ook lekker in  de soep, bij vis, en bij eiergerechten) en Echinacea (een kruid dat gebruikt wordt om de duur van verkoudheden en griep in te korten en om de symptomen ervan, zoals keelpijn, koorts en hoest, te verminderen) én een volle, heerlijk uitziende drankdispenser met komkommer, water kruidenblaadjes en citroen (goed voor de dorst bij dit warme weer)

In de tuin ook dieren, van hen zelf (een poes) én elders (verscholen) een buurpoes; passanten, zoals spinnen, wellicht egels ( getuige het egelhuis) vogels (getuige een birdfeeder) wormen (wormenhotel om te composteren) en insecten (insectenhotel).

Vóór het hoge raam, naar buiten kijkend een konijn én een zwaan

En achterin de tuin een, zich omhoog slingerende hop boven een natuurlijke, niet stinkende, compostbak.

Er zijn  hoekjes in de tuin met leuke ornamenten; de poes op de kraan, de hele oude (van familie geërfde tuinhaard) de plantentafel zonder plastic maar mét terracotta bloempotten en 2  kruiken overgroeid door muurleeuwenbekjes.

De (voor) deur is uitnodigend en bij de achterdeur staan klompen om even naar buiten te kunnen lopen.


Een tuin waarin je je senang voelt maar die, volgens de eigenaars, nog lang niet “af” is

De klimmende bladhoudende, dieppaarse ipomea