Frans Hals in het Rijksmuseum

De 17e eeuw  bracht drie grote meesterschilders voort; Rembrandt Vermeer en Hals.
Van deze laatste is momenteel een bijzondere tentoonstelling: zo’n 50 van zijn werken uit internationale topcollecties zijn in het Rijksmuseum bijeengebracht (het Frans Halsmuseum in Haarlem is te klein en kan de verwachte toeloop niet aan)

In voorbereiding op de Frans Hals tentoonstelling in het Rijksmuseum zijn we naar een lezing over Frans Hals gegaan.
Het was een leerzaam ochtendje waar we e.e.a. over Frans Hals zelf leerden, maar ook over zijn werken.



De ondertitel  van deze tentoonstelling “De streken van Frans Hals” is op twee manieren uit te leggen: In de 17e eeuw had Frans Hals de reputatie die nu zou heten sex, drugs & rock’roll,; hij had streken, en met zijn penseel deed hij streken!

We leren ook e.e.a. van de “etiquette” in de 17e eeuw, zoals:

* op een luit spelen kon een man wel in de 17e eeuw, maar een vrouw persé NIET.(deed ze dat wel dan was ze een lichtekooi)

* portretten waren in die tijd vaak stijf, vaak stijf op een stoel zittend, Frans Hals koos voor wat “lossere” poses.

* Was een echtpaar getrouwd en lieten zij zich schilderen dan waren dat 2  aparte portretten (vaak keken ze dan wel naar elkaar, maar dat hoefde niet)

Hals heeft ook een schilderij gemaakt van een stel samen op een doek ,dat was een vriend met zijn vrouw,. (Dat was eigenlijk not done in die tijd)

* men mocht op een schilderij NIET zijn tanden laten zien; dat was een teken van losbandigheid; bij vrouwen was het dan ” bewijs” dat ze een lichtekooi was. Bij kleine kinderen mochten wel hun tandjes te zien zijn.

* Het was vroeger niet gebruikelijk een schilderij een titel te geven. Meestal kreeg een kunstwerk pas een naam ( dat wat erop stond werd genoemd)  bij een boedelbeschrijving als het bv. voor een erfenis diende te worden beschreven.

Op de affiche voor deze tentoonstelling staat Hals’ schilderij (1620) van de luitspeler afgebeeld.

* Het was toen niet ongebruikelijk dat de ene schilder de andere hielp, zo is er een schilderij  (in opdracht van een eigenaar van een fruitstal met exotisch fruit) geschilderd door Nicolaas van Heussen.Hij was echter niet zo goed in personen schilderen dus vroeg hij of Frans Hals dat op zijn doek wilde  doen; hier te zien.


* Op de ladder van kunst was landschapschilderen het hoogste; portretkunst kwam daar direct onder; genrekunst en stillevens waren de laagste vormen van kunst! (Frans schilderde zelden landschappen, maar hij kon het wel (getuige achtergrond bij enkele portretten)

* in de 18e eeuw veranderde e.e.a. in de schilderkunst, er kwam meer élégance, meer beschaving. Als men dan sprak over Frans Hals had men het meer over zijn alcoholverslaving dan over zijn schilderkunst.

Frans Hals werd in Antwerpen geboren, zijn ouders vluchtten met hem (als kind) naar Haarlem. Hij werd leerling bij kunstschilder Karel van Mander (ook een zuidelijke Nederlander) die voornamelijk historiekunst schilderde (=het schilderen van scenes met een verhalende inhoud)

In 1603 was Hals “klaar” bij Mander. Wat hij heeft gedaan tot 1610 is niet bekend (men vermoedt assistent van een kunstschilder)
In 1610 duikt Hals weer op in Haarlem:  hij wordt dan ingeschreven in het St. Lucasgilde (een gilde van kunstenaars onder de bescherming van St. Lucas)

In 1610 trouwt Hals zijn 1e vrouw: Anneke Harmensdr Abeels. Met deze vrouw krijgt hij 3 kinderen (waarvan er één jong zal overlijden)
In 1617 hertrouwt Frans Hals met Lysbeth Reyniersdr.(een paar dagen na dit huwelijk zal dochter Sara worden geboren) Met deze vrouw kreeg hij  11 kinderen.

Vermoedelijk liet hij bij het schilderen van kinderen zijn eigen kinderen poseren

Behalve werken in opdracht schilderde Frans Hals ook “genre tafrelen”, dat waren tafrelen van het alledaagse, vaak met grovere penseelstreken neergezet. In die tijd noemde men dat “een luie schilderstreek”; in feite was het impressionisme! (Frans Hals was zijn tijd ver vooruit)

In de loop van de 19e eeuw werd het werk van Frans Hals “modern”; Monet en Manet, beide impressionisten, vonden hem goed en bestudeerden zijn werk.

In 1900 werd er een standbeeld van Frans Hals in Haarlem opgericht (gemaakt door Henri Stolz. Er werd bij de onthulling 3 dagen feest gevierd!

Het vroegste werk dat van Hals bekend is :portret van  Jacobus Zaffius is van 1611. (dit kán ook een kopie zijn)

In 1616 kwam zijn eerste opdracht: een schuttersdoek van de  St Jorisschutterij (daarvan was hij zelf ook lid was en bleef dat 12 jaar) wellicht om potentiele clientèle voor zijn schilderijen op te doen?

Om de 3 jaar werd een opdracht gegeven om een schuttersdoek te maken; meestal een maaltijd van de officieren.

Bekend is dat Frans Hals in 1616  in Antwerpen was. Dat is te lezen in een rechtbankverslag.
Hals had kunst gekocht en niet betaald! Hij moest daarom voor de rechtbank verschijnen. Maar in plaats van Frans kwam zijn moeder, die zei dat hij zelf in Antwerpen zat.( in rechtbankverslag opgetekend) Men vermoedt dat de toen in Antwerpen zijnde Frans vermoedelijk in contact geweest met de schilder Rubens.

1619  schilderde Hans een portret van Catharine  Hooft en haar min. Niet alleen het mond van de peuter lacht maar ook een glimmertje in haar ogen.

1635 weer 2 afzonderlijke portretten  één van Cunera v. Baersdorp en  één van haar man Michael de Wael. Eerst was er een ander schilderij naast Cunera gehangen, omdat men dacht dat dát haar man was. Het portret van haar ECHTE man keek nl. een andere kant op, zodat die 2 schilderijen eerst niet met elkaar in verband werden gebracht.
Cunera heeft hand in haar zij, dat was niet gebruikelijk manier om een vrouw af te beelden (van een man wel) het was een stoere houding. Vermoedelijk heeft Hals willen aangeven dat het een stoere vrouw was(ze gaf leiding aan een brouwerij)

In 1624 brak Hals internationaal door met het schilderij “de Lachende Cavelier” Dit schilderij hoort thuis in  the Wallace Collection in Londen. Er staat beschreven dat het schilderij NOOIT die plek mag verlaten. Toch is het nu in Amsterdam. Een aantal advocaten hebben zich over deze overeenkomst gebogen en een manier gevonden om dit schilderij uit Londen toch 1x in Rijksmuseum ten toon te kunnen stellen.

( Dit schilderij kwam in 1865 op een veiling: 2 mannen boden tegen elkaar op. Het betaalde bedrag werd  6x de waarde!!)
Men vermoed dat de geportretteerde heer vrijgezel was omdat getrouwde mannen niet van die (uitbundige) gekleurde kleding droegen.

Op het portret  van Pieter Verdonck (1627) staat nu de man met kaak in hand en warrige haardos

Met moderne middelen (röntgen) is het schilderij, toen voorstellend een man met een baret op en een glas in de hand, onderzocht. Toen bleek het overgeschilderd te zijn. De verfstof is onderzocht, die bleek van veel later te zijn dan dat Hals geleefd heeft. De overschildering is dus door een ander gedaan! Dat is nu hersteld in de man zonder baret en zonder glas maar mét kaak in de hand ( de kaak was een verwijzing naar Samson. Deze Bijbelse held bevocht de Filistijnen met de kaakbeen van een ezel.) Pieter Donck vocht niet fysiek maar wel met woorden

(Bij het melkmeisje van Vermeer is ook een gedeelte overgeschilderd heeft men ontdekt, dat was een melkkannenrek. Daar bleek echter dat Vermeer dat zelf overgeschilderd heeft, dus dat schilderij is wel zo gebleven.)


Het schijnt dat Vincent van Gogh het vrije portret (1630) van de vissersjongen heeft gezien en daar lyrisch over was ( de losse streken zullen hem aangesproken hebben)


Op het schilderij Malle Babbe (ook bekend door het lied dat Lennaert Nijgh over haar heeft geschreven) ziet Babbe er niet zo uit als ze in het lied wordt bezongen (blond en een stuk)*

Deze Babbe woonde (1646-1663) in een werkhuis in Haarlem, waar Hals haar wellicht is tegengekomen (zijn zoon had een vergelijkbare beperking en woonde ook een tijd in dat werkhuis)

Ze heet Barbara Claesdr. :Malle Babbe was haar bijnaam omdat ze een verstandelijke beperking had (vandaar dat ze door ging voor ”mal”)  

Een uil was in die tijd een symbool van zotheid. (dieren schilderen was niet echt Frans Hals zijn ding, wat ook duidelijk te zien is)

Hals kreeg van de Magere Compagnie een opdracht het gilde te schilderen, aanvankelijk zou de compagnie naar Haarlem komen en in Hals’ atelier poseren. Dit ging niet door, niet alle schutters konden naar Haarlem komen,  toen kwam de vraag of Hals naar Amsterdam wilde komen.
Hals deed dit en schilderde een aantal schutters,  de rest kwam niet opdagen.
Hals bleef en bleef en stapte toen in de koets terug naar Haarlem. Hij stuurde een boze brief met de strekking “ ik kom niet meer, heb te lang moeten wachten ,laat de schutters maar naar Haarlem komen” )

Dat weigerden ze; het schilderij is toen afgemaakt door Pieter Codde. (links Hals, rechts Codde, de scheiding vanwaar Codde is gaan schilderen is niet bekend) Is het verschil te zien?

Regenten werden vaak geportretteerd; het portret hing dan in de regentenkamer. Het waren stijve portretten. Hals hield daar niet zo van, maar de regenten van  het Elisabeth gasthuis 1641 wilden “stijf en ordentelijk” op de foto.  

Ze moesten geld los krijgen van de gegoede burgerij: Aan losbandige of zelfs lachende regenten op een schilderij zouden de rijken hun geld niet toevertrouwen, dus het  schilderij moest streng, vertrouwen uitstralen.

Genre schilderijen konden anders, losser, zoals de jongen met de fluit en Pekelharing, beide vrolijk, los geschilderd.

Met de inside information keken we anders naar de schilderijen dan dat we deze lezing niet gevolgd zouden hebben**)

Deze tentoonstelling is nog tot 9 juni a.s.. in het Rijksmuseum te zie( met speciale medewerking van het Frans Hals museum in Haarlem).

*)

Vermoedelijk is het lied “Malle Babbe” geïnspireerd op schilderij La Bohemienne (1626)


**) helaas verzuimd te noteren welke kunsthistorica deze lezing gaf!

Film : Dichtbij Vermeer

Een unieke inkijk in de totstandkoming van de grootste Vermeer tentoonstelling ooit van Gouden Kalf winnares Suzanne Raes.

De tentoonstelling zelf bracht in 16 weken tijd 650.000 kijkers naar het Rijksmuseum, waar de tentoonstelling begin van dit jaar plaatsvond.

Over Johannes Vermeer (1632-1675) is weinig bekend; hij is gedoopt in 1632 en waarschijnlijk ook in dat jaar geboren; zijn ouders hadden een herberg in Delft, genaamd de Vliegende Vos en hij heeft, in zijn korte leven, ca 45 doeken geschilderd; waar er nu nog 37 van over zijn; dat zijn de bekende feiten! Hij wordt beschouwd als een van de grootste schilders van de 17e Eeuw

De film gaat over het Rijksmuseum en de contacten met andere musea die in het bezit van werken van Vermeer zijn én of zij bereid zijn HUN werken voor deze tentoonstelling uit te lenen.
Sommige wel anderen niet ( schenkers van sommige Vermeerwerken aan die musea hebben ooit bedongen dat de werken dát museum NOOIT mogen verlaten)
De film gaat ook over de technische onderzoeken die bij de schilderijen gedaan worden én de “kenners” die hun mening hebben (en ventileren) over dát specifieke werk van Vermeer

Dit alles in een bioscoop op een GROOT scherm!

Het is bijzondere is dat het Rijksmuseum 28 van de werken die er van Vermeer nog bestaan, tegelijkertijd heeft kunnen exposeren.

De National Gallery in Washington denkt zelf dat één van hun Vermeerwerken nl het “Meisje met de fluit” niet van Vermeer zelf is, eerder van iemand uit zijn omgeving. Een leerling? (Van Vermeer is niet bekend of hij leerlingen had!)



De werken van Vermeer zijn nauwkeurig onderzocht met moderne technische hulpmiddelen; Rijksmuseum gelooft dat het meisje met de fluit WEL aan Vermeer aan toegeschreven worden, hoewel het wel  “iets” anders is dan zijn andere schilderijen.

Een aparte documentaire want, hoewel ik werken van Vermeer, behalve in het Rijksmuseum, ook vaak (zeer jong al) op foto’s heb gezien (oa in de schilderboeken van mijn zondagschilderende vader) leerde ik toch nu weer bijzondere dingen. Zoals (duidelijk te zien) dat Vermeer voor gezichtshuid “groene” verf gebruikte.
Dat de kenners, jarenlang bezig met het werk van Vermeer, nog ontroerd kunnen raken bij het zien van het ECHTE werk van Vermeer, ontroerde mij ook.

En dan is er het feit dat de mystiek, die om de persoon Vermeer hangt, bijdraagt aan zijn enorme succes.

 5 x Gebed zonder End

  1. Er is een gezegde ”Dat is een gebed zonder einde”
    Betekenis: Dat is iets dat maar doorgaat, waar geen einde aan lijkt te  komen.
    Men denkt dat de oorsprong van dit gezegde ligt in het feit dat vroeger dominees in kerken nog wel eens té lang (voor)baden; er leek geen eind aan te komen.

2. Het Gebed zonder End is  ook een steegje in Amsterdam, evenwijdig aan de Nes en Oudezijds Voorburgwal, dat de Kuiperssteeg verbindt met de Grimburgwal. Een ingang van het steegje ligt schuin tegenover de gebouwen van het voormalige Binnengasthuis.



Foto uit 1892 van Jacob Olie

Men nam aan dat de naam van de steeg verwees naar de grote hoeveelheid kloosters die zich in de middeleeuwen in dit deel van Amsterdam bevonden. Nu las ik in de Uitkrant (nov.nummer) dat de naam van deze straat helemaal niet uit de Middeleeuwen dateert.
Tot 1578 lag hier het Sint Claraklooster, waarvan het terrein daarna werd verdeeld en waarop huizen en pakhuizen werden gebouwd. In 1585 werd de tegenwoordige Kuiperssteeg aangelegd als Sint Clarenstraat en daarna de Sint Clarendwarsstraat– het huidige Gebed zonder End. Dié naam wordt pas in 1617 voor het eerst genoemd.

3. Er was een tijd dat mensen  de alom aanwezige heidevelden in ’t Gooi zat waren
Rond 1800 kwam het aanplanten van bossen in zwang; men wilde wandelen door bossen en lanen in plaats van op die kale heidevlaktes. In 1838 richtten de Hilversumse notaris Albertus Perk en parlementariër en ingenieur H.J. Backer uit Naarden de Maatschappij tot Bevordering van de Cultuur (landbouwgrond) in Gooiland op. De Gooise heide was in hun ogen doods, onrendabel en deprimerend.
Er was in die tijd grote werkloosheid en de twee heren wilden werklozen inzetten om de heide te ontginnen. Bossen zouden niet alleen maar mooi zijn maar ook belangrijk voor de houtindustrie. Er werden bomen langs de Nieuwe Crailoseweg aangeplant.

Deze vier kilometer lange laan was een prachtige route om te wandelen, maar voor sommigen té lang. Waarschijnlijk omdat het een kaarsrechte weg, met weinig afwisseling was wordt de Nieuwe Crailoseweg ook Gebed zonder End genoemd!

4. Gebed zonder End = boek; auteur: Asis Aynan (Haarlem 1980- ). Publicatiedatum:  28.5.2014

De schrijver Asis Aynan (Haarlem, 1980) studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als docent op de Hogeschool van Amsterdam. 

5. “Oude vrouw in gebed” ook wel bekend als “Het gebed zonder end” olieverf op doek van Nicolaes Maes (Dordrecht 1634-1693 ) die ook wel Rembrandts origineelste leerling  wordt genoemd.

Het schilderij stelt een oude vrouw, die vol overgave bidt voor ze aan haar maaltijd begint, voor; ze laat zich niet afleiden door de bedelende kat die aan het tafelkleed trekt. De deugd van de oude vrouw bestaat dus uit zelfbeheersing en plichtsbesef tegenover God

(Rijksmuseum)

Corona hier en daar.

We hebben allemaal geluisterd naar onze minister-president en we doen wat hij zegt. We hoesten in onze elleboogjes en schudden ze dan tegen elkaar, in plaats van handen schudden.
We komen met niet te veel mensen bij elkaar. (We kunnen niet met veel mensen bij elkaar komen meer: Musea en theaters zijn dicht) En veel werkende mensen werken vanuit huis. Dát is hier in Nederland.
Laten we hopen dat die maatregelen genoeg zijn om het oprukkende Coronavirus tot stilstand te brengen

engelandMijn Engelse familie meldt dat bij hen in de buurt er geen toiletrol of desinfecterende zeep meer te krijgen is en dat de huisartsen alleen maar telefonisch te bereiken zijn.
Hun advies: Zelf in quarantaine gaan als je griepverschijnselen hebt.

vlag zuid afrikaUit Zuid Afrika meldt een vriendin dat gisteren het hamsteren is begonnen en dat daar nu 24 mensen besmet zijn. Er is een reisverbod ingesteld en er begint lichte paniek te ontstaan.

vlag spanjeOok     bekenden in Spanje melden dat de grenzen dicht gaan. Familie uit Ibiza kan niet naar het vaste land komen en ook uit Noord Spanje kan iemand  voorlopig niet naar centraal Spanje komen; de grenzen zullen maandag sluiten.

AesculaapEen familielid die in de zorg werkt vertelt dat alle afdelingen  in haar ziekenhuis stand by staan om  eventuele patiënten op te vangen.
En een bevriende doktersassistente vertelt rare Corona dingen mee te maken.
Er komt een mevrouw aan haar balie die zegt dat ze denkt dat ze misschien Corona heeft.
Ze zegt ”Wat doet u dan hier in de praktijk? BEL”!
En wat zegt de dame? “Ik probeer al een tijd te bellen maar ik kom er niet door”
Nee dat klopt, het is telefonisch spreekuur,een half uurtje later proberen en het was wel gelukt.
De dame had griepverschijnselen en wilde duidelijk gerustgesteld worden (dat ze géén Corona had) maar “vergat” even dat ze, als ze het wél onder de leden had, kwetsbare patiënten in de wachtkamer van de huisarts besmetten kon.
De assistente vertelde overigens dat háár dokter eventuele Coronapatiënten (met serieuze klachten) wél bezoekt mét speciale kleding en bescherming aan.

supermarktkarDe assistent bedrijfsleider van de supermarkt  vertelde me gisteren dat hij ’s avonds en ’s morgens vroeg extra bestellingen had gedaan omdat er veel meer als anders gekocht werd.
Vanmorgen ging ik even een broodje halen hier vlakbij. Dáár waren hele schappen leeg. Ik weet niet waarom maar ik vond het een angstig gezicht.

Zelf heb ik een “leeg” weekend.

zakdoekHet kinderfeestje van ons neefje ging wél door, maar onze nicht belde op om te zeggen dat het neefje en zij flink verkouden waren. Aan ons om wel of niet te komen.
Wikken en wegen. Hoe jammer we het ook vinden toch maar besloten het “niet op te gaan zoeken”.

NL-DOET-logoDit weekend was NL DOET, de grootste vrijwilligersactie in Nederland. We zouden gaan werken op een Landgoed in de Provincie Utrecht en hadden ons aangemeld. Van het Oranjefonds, de overkoepelende kracht achter deze actie kregen we een mail dat ZIJ de deelnemende organisaties voorgesteld hebben om dit evenement af te gelasten of uit te stellen.
Iedere organisatie mocht zélf beslissen wat ze wilden. (Omdat het buiten werken was, snoeien en dergelijke, hadden we nog even het idee dat het door zou kunnen gaan; we werken daar niet met 100 man of meer)
We kregen echter een mailtje van “onze” Utrechtse organisatie: ze gelasten het af; de laarzen gaan weer in de schuur; zaterdag vrij!

amsterdam architecture building capital
RijksmuseumPixabay op Pexels.com

Zondag hadden we kaartjes besteld voor het Rijksmuseum: Caravaggio- Bernini  (het ontstaan van barok in Rome) We kregen een mail dat het Rijksmuseum gesloten is, voorlopig tot 31 maart.
Zondag ook vrij!

Nu maar geen plannen meer maken; afwachten wat er komen gaat en hopen dat de verspreiding  niet verder gaat.
Vandaag in de tuin gewerkt én even een ommetje in het bos gemaakt; even de overtollige energie omzetten in flinke passen en boslucht opsnuiven. Dát kan  gelukkig (nog) wel.

The Miniaturist (tv)

poppenhuis
Iedereen die wel eens in het Rijksmuseum is geweest heeft het poppenhuis van Petronella Oortman zien staan, een trapje ervoor, zodat je er goed in kan kijken en de prachtig gemaakte kleine meubeltjes van dichtbij kan aanschouwen.

 

Dit poppenhuis heeft schrijfster Jessie Burton geïnspireerd om een roman te schrijven The Miniaturist. Deze roman is verfilmd en vanavond wordt deel 2 uitgezonden op BBC first*)

BBC first herhaalt altijd vele keren bijna ieder programma, dus als u het mist komt het zeker in de komende dagen nog wel een paar keer voorbij.

Het is niet bekend wie dit, in het Rijksmuseum tentoongestelde, poppenhuis heeft gemaakt.
Het was ooit van Petronella Oortman die gehuwd was met een koopman; Johannes Brandt en  het was een kleine kopie van hun  eigen herenhuis
Tot zover de waarheid.
Jessie Burton liet Petronella het poppenhuis krijgen van haar man, als huwelijksgeschenk, in werkelijkheid bestelde Petronella het zelf en werkte zij er van 1686 tot 1710 aan.
Het was vroeger voor (rijke) vrouwen een hobby en tegelijkertijd een kunstwerk om mee te pronken.
Nu geeft het tentoongestelde poppenhuis ONS een duidelijk beeld van het leven van rijke lieden in de 17e eeuw.

In de serie laat Petronella 3 miniatuurtjes bij een vakman maken; een vogelkooi, een doosje marsepein en een luit. Die worden bij haar afgeleverd en daarna krijgt ze van tijd tot tijd miniatuurtjes afgeleverd zonder dat ze daartoe opdracht heeft gegeven.

In de serie is Petronella “gekocht” door Johannes Brandt: haar moeder in Assendelft is bijna bankroet en Johannes zoekt een bruid, dus de koop wordt beklonken; het gezin is financieel  boven Jan en Petronella vertrekt naar Amsterdam om zich bij haar man te voegen.
Als ze eenmaal in Amsterdam aankomt blijkt ze in het huis, behalve samen te wonen met haar man, ook haar schoonzus inwonend te hebben én een knecht en vrouwelijke bediende.
Het hele huis ademt een sinistere sfeer uit.
Johannes geeft haar amper aandacht en raakt haar niet aan. Aan het eind van aflevering 1 blijkt waarom: Johannes valt op mannen. Blijkbaar heeft hij Petronella “gekocht” als façade.

De serie is intrigerend; meteen als Petronella met de boot door de grachten naar haar nieuwe huis gevaren wordt voel je iets sinisters. De zuster van Johannes Marin wordt geweldig gespeeld door Romola Garai, je krijgt al meteen een hekel aan haar, een bazig, ontoegankelijk type.
De miniaturist, de grote afwezige, maakt prachtige dingen maar waarom stuurt hij ze naar Petronella? Hij krijgt er immers geen geld voor.
Een bijzondere miniserie.

  Hoofdrolspelers: Anya Taylor-Joy *Petronella,  Alex Hassell * Johannes

 

*) 3 delige t.v.serie