Parochiehuis

Door het “onderbrengen” van de nalatenschap van mijn broer kom ik op “bijzondere” plaatsen.
Was ik eerder in een geologisch museum om zijn stenenverzameling te doneren en verleden week in de Bernardkazerne om zijn militaire spullen over te dragen, vandaag was ik op een parochiesecretariaat van een Sint Vituskerk.

golgothaMijn broer had een groot aantal van de schilderijen van mijn vader. Een aantal op zolder, maar hij had ook een aantal in zijn huiskamer hangen. Eén daarvan was Golgotha, in 1933 door mijn vader geschilderd. Wij zijn niet katholiek en een schilderij van Christus aan het kruis is niet iets dat bij veel protestanten aan de muur hangt. Toen mijn broer op sterven lag en er over dingen gesproken werd die normaal NIET aan de orde kwamen, vroeg ik waarom hij van alle schilderijen juist DIT schilderij op zo’n prominente plaats in zijn huiskamer had hangen. Zijn antwoord was verrassend: Dít was het enige schilderij van mijn vader dat ooit op een expositie had gehangen.

IK wist niet dat er ooit een schilderij van mijn vader op een expositie had gehangen*)
Voor mij zou dit alleen ook géén reden zijn om het op te hangen. Voor mijn broer kennelijk wel.

Nu ik veel werken van mijn vader heb geërfd, wil ik liever dan alles op zolder in een doos zetten er mensen blij meemaken. Mijn vrienden en familie hebben, als zij dit wilden, een keus kunnen maken en er zijn verschillende werken bij lieve “baasjes” terecht gekomen.

Golgotha
leek mij iets voor een katholieke “baas” . Ik heb de pater van de katholieke kerk uit de plaats waar mijn vader het grootste deel van zijn leven heeft gewoond, gemaild mét de vraag (foto bijgevoegd) of hij plek had voor dit schilderij. Ik kreeg meteen antwoord terug dat hij daar wel een plek voor zou kunnen vinden.

Of het schilderij ook daadwerkelijk in deze neogotische, in 1892 door Pierre Cuyper ontworpen kerk zal komen te hangen is niet zeker; de pastoor vroeg mij om het vertrouwen dat hij er een goede plek voor  gaat zoeken. Dat vertrouwen geef ik hem.

Vandaag was ik in het naastgelegen parochiehuis van deze grote kerk (gebouwd voor 1800 gelovigen) om het schilderij af te geven. De secretaresse liet me binnen: de pastoor was er niet, hij en een gedeelte van zijn parochie waren een dagje op bedevaart naar Maastricht, naar de Basiliek van Onze-Lieve-Vrouw-Tenhemelopneming.
De secretaresse (een oudere dame met een lief gezicht) wist van mijn komst en nam het schilderij graag in ontvangst.

Even later stond ik weer buiten met een fijn gevoel: wéér heeft een stukje van mijn broer én mijn vader zijn plek gevonden.

 

*) Mijn vader verkocht nooit een schilderij, dat wilde hij niet. Hij kon er moeilijk afstand van doen. Hij gaf wel weg; als iemand in zijn familie  iets mooi vond, kreeg hij of zij dat (later).