Fiets

De directe aanleiding voor dit fietsenblog was een wandeling in het bos.

We kwamen daar een bike cleaner tegen. (Nou ja “tegen”? Wij liepen, het ding stond vast in de grond) Nooit eerder gezien. Het zal voor mountainbikes zijn, vermoed ik, want die worden van die bospaadjes behoorlijk smerig, misschien dat ze vóórdat ze op de autofietsendrager gaan, daar gesopt kunnen worden?

Bij mij werkt zoiets door; Ik vraag me dan steeds meer af en ga op zoek naar de antwoorden.
Van het een komt ’t ander, en van het ander een fietsblog!

Er zijn “betwistbare” bewijzen dat er vóór het jaar 1800  al fietsen bestonden. Gezien dat het “betwistbare” bewijzen zijn,  neemt men in het  algemeen aan dat de eerste fiets in 1817 in Duitsland werd uitgevonden door een zekere Baron Karl von Drais

Deze (eerste?) fiets was eigenlijk een loopfiets

Het woord “fiets” komt uit het Frans, van vélocipède. Dat woord werd verbasterd tot vlossepeerd en fieselepee, en van fieselepee werd het fiets ( dit las ik, maar ik vind het nog al grote sprongen van vlossepeerd tot fieselepee) En als het een Duitse uitvinding is waarom dan een Franse naam?
In Duitsland heette de fiets in het begin een “Draisine” ! (Dát klinkt logisch)

Nederland is een echt fietsland, nergens wordt zoveel gefietst als in Nederland, mede omdat ons land zo vlak is en je hier geen berg op (of af) hoeft.

Vietnam had, toen wij er waren, niet zoveel auto’s wel mega veel brommertjes en fietsen, waar ze van alles op vervoerden, we zagen 4 mensen op 1 fiets, grote pakken en zelfs een keer een varken achterop.

Ook in China (nooit geweest) schijnen veel mensen te fietsen (en ook niet te hebben) die liggen daar dan op een gigantisch fietsenkerkhof

Ik vond op internet dat we in Nederland 32.000 kilometer fietspad hebben en dat onze 17 miljoen inwoners, 22 miljoen fietsen hebben.( Ik ken inderdaad mensen die een boodschappenfiets en een zondagse fiets hebben, verschillende mensen die een mountainbike, een racefiets én een “gewone” fiets hebben, en kinderen die een driewieler,(telt dat als fiets, zo eentje met zijwieltjes?) loopfietsje en/of fietsje) hebben.*)

Als we het over fietsen hebben moet ik denken aan het wittefietsenplan (1965) van de Provo’s (anarchistische beweging) dat plan was bedoeld om de asfaltterreur van de gemotoriseerde bourgeoisie aan te pakken. [De eerste witte fiets, een exemplaar dat ter plekke witgeschilderd werd , werd meteen door de politie in beslag genomen omdat er geen slot op zat]

Het plan om fietsen een collectief bezit te laten zijn en om heel Amsterdam zo’n fiets te laten gebruiken, haalde het niet.
Heden ten dage ziet het erbij het Centraal Station in Amsterdam zó uit!

Ook zijn daar OV fietsen te huur ( € 4,15 per 24 uur)


In Nationaal Park de Hoge Veluwe zijn wel witte fietsen Binnen het hek kun je een witte fiets pakken er in het park op rijden en hem weer achterlaten.

De fiets is een universeel vervoermiddel, jong en oud rijdt erop, onze premiers, onze koninginnen en onze koning nu!

Prima vervoermiddel, je kunt overal langs, helemaal in de grote steden met geparkeerde en stilstaande auto’s; je kunt altijd zelf weg wanneer je wilt; (wel een regenpak/poncho mee voor de regen!) je voelt de wind door je haren; je krijgt er ’s zomers bruine toet en armen van, je ben BUITEN ipv in bedompte auto én je ziet veel meer.

*) En dan heb ik het nog niet gehad over de elektrische, de bak- en de snorfiets.

Misschien komt dat een andere keer.

Snelst groeiende plant ter wereld

In Vietnam ben ik verliefd geworden op de plant/boom bamboe. Allereerst het aanzicht; de fijne blaadjes, de mooie, altijd groene, (holle) stammen die de lucht in steken

De Vietnamezen gebruiken daar de holle stelen onder andere om van bovenaf een berg water naar beneden te leiden; een ingenieus aanelkaar gemaakt buizenstelsel.
In een vliegtuig is zo’n bamboestengel moeilijk mee te nemen en plantjes van daar naar hier invoeren is verboden, dus we namen niets van bamboe mee, behalve onze herinnering!

In Nederland zagen we, in de loop van de tijd, steeds meer bamboeproducten in winkels. Soms kochten we daar iets van, zoals een bamboevaas (mijn lief maakte er een lamp van )
Er kwamen bamboe snijplankjes in huis (maakte mijn lief een engeltje van) bamboeprikkertjes, (transformeerde hij in een kerstboom),bamboeonderzetters, een bamboe dienblad en
Kortom er kwam steeds meer bamboe in Nederland op de markt en ook in ons huis, siervoorwerpen, maar ook “nuttige” dingen, die eerder (gedeeltelijk) van plastic waren, zoals een afwasborsteltje en bamboewattenstaafjes.

Het blijste was ik toen ik van familie een stekje van een bamboeplant kreeg. Bamboe is behalve een mooie plant, ook duurzaam; het filtert 5x zoveel CO2 uit de lucht als andere bomen en blijft altijd groen! (Bamboe kan per hectare jaarlijks 200 ton CO2-uitstoot absorberen)
Inmiddels is dat “stekje” uitgegroeid tot enorme “boomstammen” die het zicht op de huizen aan de overkant blokkeren en waar vaak veel mussen inzitten.

Een  tijd geleden “ontdekte” ik bamboesokken en onlangs kocht ik een bamboe t-shirt; hypo allergeen, antibacterieel, ademend en absorberend

Ondanks het feit dat ook in bamboekleding (een klein percentage) katoen verwerkt zit (omdat katoen voor meer stevigheid zorgt)  is het toch een alternatief voor het, slecht voor het milieu zijnde, katoen
Voor katoen is gemiddeld 8.000 liter water voor de teelt van 1 kilo katoen nodig. Bovendien is de katoenteelt verantwoordelijk voor maar liefst 11% van alle pesticiden. [Er bestaat óók biokatoen, dát wordt verbouwd zonder gebruik van pesticiden of kunstmest en gesponnen zonder toevoeging van chemicaliën maar biologisch katoen levert (nu nog) de helft minder op dan regulier katoen: er moet dus meer geplant worden om rendabel te zijn. ]

Bamboe heeft géén bestrijdingsmiddelen of kunstmest nodig om te groeien, enkel zon en regen, én is de snelstgroeiende plant ter wereld (de groeisnelheid van bamboe kan oplopen van 5 cm tot maar liefst 91 cm per dag!) Bamboe hak je om, om te gebruiken, de wortels groeien door en produceren weer nieuwe bamboe.
Er zijn bamboesoorten die tot wel 40 meter hoog  kunnen worden en een diameter van 30 cm kunnen bereiken.

Van eigen oogst heb ik alleen de stokken om planten te ondersteunen! Maar wie weet zie ik in de toekomst nog andere toepassingen.

Is bamboe dan HET antwoord op het plastic vraagstuk: plastic weg, bamboe gebruiken?
Helaas niet! De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) adviseerde  vorig jaar om serviesgoed dat is gemaakt van bamboe met melaminekunststof, zoals koffiebekers en kommen, niet meer te gebruiken. Hoewel het wordt verkocht als ‘bamboe’, zijn deze materialen vervaardigd uit melamine kunststof waaraan bamboevezels zijn toegevoegd

In februari 2021 schreef de toenmalige minister Van Ark voor Medische Zorg een brief aan de Tweede Kamer over bamboe serviesgoed. Uit onderzoek is namelijk gebleken  dat het servies stoffen afgeeft die schadelijk zijn voor de gezondheid.   
De minister schreef  “Bamboe is namelijk géén toegelaten toevoegstof voor plastic. De door NVWA geconstateerde normoverschrijdingen bij deze producten vormen een tweede reden waarom deze producten niet toelaatbaar zijn. Importeurs en verkopers van deze producten moeten ze per direct uit de handel halen”

In de brief stond verder ook dat, als mensen stoppen met het gebruik van dit serviesgoed, het gezondheidsrisico direct verdwijnt. ( geen blijvende schade)

Van de consument wordt alertheid verwacht: Bamboe is dus niet ALLEEN bamboe als er bamboe opstaat; er kunnen ook nog andere (zelfs giftige) stoffen zijn bijgevoegd!
Om van en uit te eten en drinken blijkt bamboe dus géén goede vervanger!

Hai en zoon

In de vorige eeuw leefde er in een ver, communistisch, land een arm gezin.
De vader was leraar, een staatsberoep dat weinig betaalde, er waren dagen dat hij en zijn gezin alleen van bananen leefden.
Ouders van zijn leerlingen (vaak boeren)  gaven hem soms eetbare waar, zodat het gezin kon overleven.

De vader van het gezin had een droom; zijn kinderen zouden het beter krijgen, ze zouden studeren en een goede baan krijgen.
Toen het land “iets meer” toerisme toeliet maakte hij een carriereswitch: hij werd chauffeur, leerde zichzelf Engels en werd, na 3 jaar, gids bij een reisorganisatie.
Het salaris was meer dan zijn lerarensalaris én er waren meer financiële “mogelijkheden”  
Als hij onderweg was kreeg hij een vergoeding; als hij dat slim uitkiende kon hij daar geld aan overhouden voor zijn gezin, ook was er de mogelijkheid van fooien.

WIJ

Mijn moeder, een niet rijke, spaarzame, lieve vrouw overleed toen ik al volwassen was.
Zij wilde graag dat ik met haar erfenis iets zou doen, wat ik altijd al wilde, maar geen geld voor had.
Wát? Dat werd me, een jaar na haar dood duidelijk: een reis naar het verre land, waarmee ik me altijd geestelijk “verbonden” had gevoeld: Vietnam!
Niet een reis met andere toeristen, maar samen met mijn lief én een gids; een bijzondere reis waarin meer persoonlijke wendingen mogelijk zouden zijn.
Dát werd de bestemming van mijn moeders nalatenschap.

En zo kwamen wij de wereld van Hai binnen

HAI en WIJ

We trokken Vietnam door, elke regio met een andere gids.
Eén van die gidsen was Hai. Een bijzondere man, die ons niet alleen bezienswaardigheden liet zien, maar ons ook de landsaard van het volk toonde  en met ons “de diepte inging”
Een  man waarmee we heel bijzondere, intense momenten hebben beleefd.

Hij, vaak rondtrekkend, van huis en haard, vertelde ons ook over zijn leven, zijn dromen.
Toen het moment van afscheid nemen kwam hadden we alle drie tranen in onze ogen; wetend dat we elkaar nooit meer zouden zien en een heel bijzondere band hadden opgebouwd.

We hadden gesproken over zijn droom en bij ons zelf bedacht hoe we (een deel daarvan) zouden kunnen verwezenlijken. Eenmaal thuis hebben we één en ander uitgezocht en konden, na een briefwisseling laten weten dat we de vervolgopleiding van zijn zoon zouden kunnen betalen.

Dat geld bij hem krijgen was nog wel een “dingetje” want hij had geen bankrekening en ook geen paspoort om zich te legitimeren (het was voordat de wereld ging digitaliseren.
De Western Union Bank gaf een mogelijkheid. Wij maakten per kwartaal het bedrag voor de opleiding van zijn zoon over naar een WUbank in zijn regio. Hai gaf ons én de bank “geheime gegevens” (de meisjesnaam van zijn moeder en de geboortedatum van zijn zoon) die golden als zijn “identiteitsbewijs”
Zo kon hij het geld ophalen én (contant) aan de vervolgopleiding van zijn zoon betalen.

De ZOON

Dit verhaal zou moeten eindigen met een glansrijke carrière voor de zoon en misschien is dat ook wel zo, alleen weten wij het niet.
De zoon maakte de opleiding niet af. Uiteindelijk was het hun cultuur die de zoon deed stoppen. In Vietnam is het een gebruik dat men, na het overlijden van een gezinslid, 2 jaar niet trouwt!
De zoon had, al jong, een vriendinnetje waarmee hij later wilde trouwen (ik ken dat; mijn lief en ik waren ook heel jong toen we wisten dat we samen verder wilden)
Toen de moeder van zijn vader, zijn oma, ernstig ziek werd en het er naar uitzag dat zij niet lang meer te leven had, wilde de zoon dat zijn oma nog bij zijn huwelijk kon zijn (én dat hij niet nog eens 2 jaar met trouwen hoefde te wachten!)

Er moest wel eten op de plank komen voor hem en zijn toekomstige vrouw, dus hij ging van de vervolgopleiding af, vond een baan en na een paar maanden trouwden ze.
Die paar maanden was de tijd dat we niets hoorden!

Vlak voor we het nieuwe schooltermijn zouden betalen kregen we de brief met uitleg.
De schaamte droop van het papier af; hij had ons in de steek gelaten, hij had dit moeten voorkomen vóór ons! Hij vond het heel erg, voor ons.
Dat vonden wij niet; hij had zich, veel belangrijker in onze ogen, een liefhebbende vader getoond.
Hai schaamde zich tegenover ons zo, dat hij het contact heeft verbroken, ondanks onze smeekbedes dat NIET te doen; hij vond het té erg (hij behoort tot een trots, vaak vernederd volk met hoge standaards)
We kregen geen antwoord op onze brieven meer; in zijn beleving had hij ons iets aangedaan dat onvergeeflijk was.

Het was het eind van een bijzondere vriendschap, maar zijn verhalen, zijn gesprekken blijven voor altijd in ons hart (en zijn brieven in mijn bureau)

EPILOOG


Natuurlijk vragen we ons af en toe wel af hoe het nu met de zoon is!
Heeft hij een “beter” leven dan zijn vader gekregen?
Zijn vader was financieel niet rijk, maar wel een rijk gevoelsmens, die behalve ons, vast veel meer mensen veel van zijn levenswijsheid geschonken heeft.

(wordt vervolgd)









Loven en bieden

Eerder had ik het in een blog (Verkoopcommunicatie) over het onderhandelen van prijzen, iets dat ik NIET kan en mijn lief ook niet.

Dat niet kunnen onderhandelen valt het meest op in landen waar over bijna elke verkoopprijs onderhandeld moet worden.


In Mauritanië op de markt ging ik flink in de fout.
Ik vroeg in het Frans wat de prijs van een lap stof was, de man zei een prijs, ik zei “non merci” en liep weg.
Mijn begeleider wees me erop dat dit daar ECHT niet kan.
Als je iemand om een prijs vraagt ben je geïnteresseerd en ga je DUS onderhandelen!
Hij vroeg me wat de uiterste prijs was wat ik voor de lap stof wilde betalen en ging voor me onderhandelen. Ik stond wat beteuterd op een afstandje te kijken. Ik kreeg de lap stof voor de prijs die ik wilde. Ik heb in dat land NIETS meer zelf gekocht.

In Egypte vond ik het (in grote steden) lopen op markten en bij toeristische attracties dramatisch. Ook als je NIETS wil kopen, geven kooplui je iets in je hand dat je vervolgens MOET kopen. Zaak dus om je handen dicht te houden zodat er niets in gelegd kan worden óf mensen afblaffen en soms wegduwen, iets dat ik beslist NIET doe.
Gewoon “no thank you” zeggen werkt daar beslist NIET!

Op twee keer na waarbij ik WEL normaal met kooplui kon praten, heb ik verder NIETS gekocht.
Voor een feest op een boot moesten we ons verkleden, mijn lief heeft voor ons “onderhandeld” voor de kleding (meer betaald dan andere gasten hoorden we later) Het was een leuk feest!

Ook in Ghana kreeg ik het benauwd op de markt.
Gelukkig waren we met een Ghanees op die markt. Toen ik een zonnehoed of pet wilde hebben omdat de zon op mijn bolletje brandde ging hij voor me onderhandelen (ik had géén prijs genoemd) Ik kreeg géén zonbescherming: de kooplui vroegen teveel, zei onze “onderhandelaar”
De verkoper zag dat hij de hoed kocht voor “ een witte” daardoor werd de prijs hoger.
Ik had het heet en wilde best wat meer betalen, maar onze begeleider wilde dat niet!
Een trotse Ghanees, die gasten van zijn land niet teveel wilde laten betalen!

Ooit, lang geleden in Vietnam hebben we wel het één en ander (souvenirs) gekocht. We betaalden gewoon wat men vroeg. Een Vietnamees meisje in een winkel vroeg me wat ik voor een (inlandse) zonnehoed die ik ophad, betaald had.



Ze proestte het uit toen ik de prijs zei “Much too much” giechelde ze.
Mijn lief was razendsnel en vroeg haar hoeveel wij háár teveel hadden betaald. Ze lachte en noemde een bedrag. Mijn lief graaide een net betaald bankbiljet uit haar hand, waarop zij weer razendsnel mij bij mijn arm greep “Then I’ll keep your wife” riep ze hem na terwijl mijn lief deed alsof hij de winkel uit vluchtte. Mijn lief liep naar weer haar toe met het papiergeld in zijn uitgestrekte hand “If you keep my wife I’ll give you money.” grapte hij. Het meisje liet me los en kwam niet meer bij van het lachen.
Bij haar wisten we dus ook dat we teveel betaalde, maar we gunde het haar.

In andere blogs heb ik al beschreven welke souvenirs we in deze landen hebben gekocht/laten kopen. We hebben vast vaak, als we iets zelf kochten, teveel betaald maar dat namen we voor lief, beter dát ( je kunt altijd ook NIET kopen) dan het “spel” van prijsonderhandelingen waarvan IK de regels NIET begrijp en het afwijzen, weglopen en terugkomen vreselijk vind.

Met (rode)stip!

In onze huiskamer hangt een ingelijste poster van een tentoonstelling in het Van Goghmuseum (Amsterdam) die, ooit bezocht, een grote indruk bij ons achterliet.
Eerder wisten we niet dat Japan zo’n grote invloed op van Gogh had gehad.
Werken van de Japanse chroniqueur van het Japanse landschap Utagawa Hiroshige (1797-1858) zoals die op onze poster, waren een bron van inspiratie voor hem. Hij schilderde zijn “Brug in de regen “ naar een houtsnede van deze Japanse kunstenaar!
In 1888 schreef Vincent aan zijn broer Theo “Al mijn werk berust enigszins op japonaiserieën”

Poster en detail van de (door mij veronderstelde) Japanse kraanvogels.

Zoals dat met zoveel dingen gaat, ZIEN we de poster niet echt meer, hij hangt er al zo lang.

Onlangs las ik een artikel over Japanse kraanvogels, toen gingen mijn ogen naar de ingelijste poster. Daar staan een paar vogels op die wel lijken op de Grus Japonensis, zoals ze officieel heten.


Net zoals in Vietnam de schildpad symbool staat voor een lang leven, is dat symbool in Japan de kraanvogel.
Kraanvogels worden vaak  afgebeeld, op postzegels (van Roemenië onder de noemer: migrerende vogels) op fotobehang, op kamerscherm, als poster en op de voorkant van een boek.

Ik las dat er verschil tussen het langleven van de kraanvogel en het langleven van de schildpad is De kraanvogels staat oa voor een lang leven vol geluk en macht; terwijl de schildpad, eveneens voor een lang leven vol geluk staat maar dan ook voor nederigheid en stabiliteit!

In Vietnam, in de tempel van Literatuur in Hanoi  zagen we een kraanvogel op een schildpad staan! Tezamen schijnen de kraanvogel en schildpad ook symbool te staan voor Hemel en Aarde (helaas niet mijn foto)

Hoop doet leven zegt een Nederlands spreekwoord :Er zijn mensen die meespelen in de staatsloterij en hopen dat de gewonnen miljoenen hen geluk zullen brengen; er zijn ook (Japanse) mensen die denken dat als je 1.000 papieren kraanvogels vouwt, wensen in vervulling zullen gaan.

Er is een ontroerend verhaal over dat vouwen van kraanvogels. Een Japanse meisje: Sasaki Sadako, geboren Hiroshima 7 januari 1943, was 2 jaar toen de atoombom daar viel. Toen zij 11 jaar was werd bij haar, als gevolg van die atoombom, leukemie geconstateerd.
Iemand vertelde haar toen het verhaal van het duizend kraanvogels vouwen en de wens die dan uit zou komen.

In het ziekenhuis begon zij met vouwen. Zij vouwde 644 kraanvogels, voordat zij op 25 oktober 1955, stierf. Haar vrienden vouwden de resterende vogels en hebben die, samen met haar, begraven

Sasaki Sadako en een boek over haar

Terug naar de Japanse “echte” kraanvogels.
Aan het eind van de 19e eeuw werd deze vogel als uitgestorven beschouwd, maar……..
in 1924 ontdekte boeren op het noordelijkste van de vier grote eilanden van Japan, Hokkaido (vertaling Hokkaido= noordelijke zee/weg route), bij Kushiro in het grootste, 4000 jaar geleden ontstane *) moeras van Japan (opp. 180km2) een kolonie van zo’n 20 kraanvogels.
De lokale bevolking stelde alles in het werk om deze kolonie te beschermen en kennelijk is dat gelukt. Ik las dat daar nu ca 1300 exemplaren daar leven (1/3 van het totale aantal Japanse kraanvogels in de wereld)



Ik snap nu ook waarom deze vogel zo gewaardeerd wordt in Japan.
Natuurlijk is het een mooie slanke vogel, maar daar zijn er meer van.
Het gaat bij de “tanchôzuru”, zoals hij in Japan heet, (tancho= rode vlek op kop) om de overeenkomst met de Japanse vlag (de rode stip op wit vlak(kop)


Er is ook een koi (kweekvariant van karper) die ” tancho” heet, gekweekt wit met rode stip

Wij hebben een koi die zo zou moeten zijn, maar” teveel” rode stippen op zijn lijf kreeg en werd afgekeurd door de eigenaar, hij kocht een “beter” exemplaar.
Stippie mag in onze vijver zijn leven verder slijten mét al zo’n rode stippen!




*) Daarvóór was het nog een baai van de Grote Oceaan; door zeestromingen en golven ontstonden ondiepten en de eeuwig aanhoudende wind vormde er zandduinen,  die de baai tenslotte helemaal van de zee scheidden.

Openbare toiletten

In Nederland hebben we het over een openbaar toilet (het woord van Franse afkomst).
De afkorting wc , die uit het Engels komt; watercloset, letterlijk waterkast, gebruiken we meestal voor de toilet thuis

Er schijnen ongeveer 6000 openbare toiletten te zijn in Nederland.
Een (gemiddeld*) mens zit 50 minuten per week op de toilet, dat is zo’n 43 uur per jaar.
Hoeveel tijd daarvan zittend op een openbaar toilet is, kon ik niet vinden, maar, tenzij je alleen maar in huis blijft, maken we er allemaal wel eens gebruik van.

De meeste openbare toiletten in Nederland zijn schoon.(mijn ervaring)
We worden er vaak door bordjes naar verwezen.
In Hongarije stond de aanwijzing openbaar toilet zelfs op de straat

Sommige openbare toiletten zijn bijzonder.
Hele bijzondere zag ik ooit in Nieuw Zeeland op een helling van een  berg in een regenwoud.

Er zijn openbare toiletten die van binnen en buiten leuk geïllustreerd met bloemenfotobehang beplakte deuren bijvoorbeeld, of met “echte” natuur  in de wasruimte

Bijna overal is toiletpapier aan de rol, zelden moet je nog (op campings bv) je eigen w.c.rol meenemen
In 1890 werd het wc papier op de rol uitgevonden, daarvóór waren er al losse velletjes (verpakt in doosje van 1.000 vel) te koop.

In de Coronatijd waren vele openbare toiletten afgesloten en die “open” waren hadden aangepaste regels zoals een beperkt aantal mensen in de ruimte én een vastgestelde looprichting (toiletgebouw op een camping met bord buiten handenwassen vóór je naar binnen mocht )

In Rijswijk op een toilet hingen héél veel rollen; ludiek op gehangen; vermoedelijk om van het “gezeur” ( het wc papier is op) af te zijn.

In Vietnam stond soms een dame of heer in de openbare toilet die vroeg OF je papier nodig had; zo ja dan kreeg je een paar velletjes papier, waarvoor je moest betalen. (van “stiekem een grote boodschap doen” kon hier geen sprake zijn)
W.c. papier kon je daar soms NIET doorspoelen (de riolering kon dat niet aan) als je geluk had stond er een vuilnisemmertje waar je het vieze velletje in kwijt kon!

Ook op de Griekse eilanden is de riolering niet op doorspoelend toiletpapier berekend, daar staat (mijn ervaring) altijd een (pedaal) emmer voor het papier.

En nu we toch in het buitenland zijn aanbeland; de Franse  “voetentoilet” kennen (en vrezen) de meeste Nederlanders ook. Altijd fijn dat het mooi weer is en je in zwemkleding of korte broek bent, want met een lange broek zijn plasspatten bijna niet te voorkomen.

Mocht u op de fiets, in de auto of in de vrachtwagen plotseling hoge nood krijgen dan is er een app waar u de dichtstbijzijnde openbare of semi openbare toilet kunt vinden. Handig! De app heet HogeNood .
( https://www.hogenood.nl/app)

*) een gemiddeld mens wil hier zeggen een man of vrouw zonder darmproblemen

Hollandse Thee

Duizenden jaren geleden werd in China al thee gedronken.
5000 jaar vóór Christus vielen er daar, (bij toeval?) bladeren van een theestruik  in een pan met heet water, het rook lekker en smaakte ook goed. De pan was van, Shennong (= Goddelijke boer, figuur uit de Chinese mythologie en “uitvinder ”van de landbouw)

Veel later werd het eerste theeboek geschreven door een boeddhistische monnik (Lu Yu)
In Cha Ching (naam van het theeboek)  beschrijft hij niet alleen de plant en de productiemethode, maar ook de manier van theezetten én hoe belangrijk de kwaliteit van water is voor de smaak van thee.

Nu is het, voor het eerst in  Europa, zo las ik, een theeplantenkweker (Johan Janse, een Nederlander) gelukt om in samenwerking met universiteiten, een Camelia Sinesis*)  winterhard in Nederland te kweken
Het heeft Janse acht jaar gekost, maar nu heeft hij een theeplant gecreëerd die in Europa kan groeien. De theeplant was moeilijk te vermeerderen vanwege ons klimaat.
Door middel van kruisen en selecteren heeft Jansen een theeplant gekweekt die vorstvrij is.
In Zundert is nu  een “plantage” met zo’n 250.000 theeplanten
Niet alleen worden er in Zundert theeplanten gekweekt, er wordt ook thee geproduceerd onder de naam JOAN (samentrekking van Johan en theesommelier Anne

Ik las in een persberichtje van het bedrijf  dat Janse geloofd dat thee goed voor mens is. Volgens hem geeft  thee je  een natuurlijke boost door de theïne die erin zit en is de groene variant goed  voor het hart en de bloedvaten. Ook werkt het als een soort natuurlijke tandpasta én zou het kunnen helpen om gewicht te verliezen ( vlgs Janse)

Ooit zag ik in Vietnam, voor het eerst bergen met theestruiken erop en vrouwen die de blaadjes plukten. Ik heb aan de gids gevraagd of ik er mocht kijken. Hij  liet de auto aan de kant van de weg parkeren en stapte samen met me uit om de berg op te gaan, maar ik kon merken dat hij het “vreemd” vond. (Ik denk dat het hetzelfde is als je hier een auto bij een appelboom laat stoppen om te kijken hoe appels geplukt worden)
Ik vroeg aan de dames hoe ze wisten welke blaadjes geplukt moesten worden en de gids vertaalde, er kwamen antwoorden op mijn vragen, maar er werd voornamelijk héél veel gegiecheld om die vreemde mevrouw die “rare” vragen stelde.


In Zundert zijn ook theeplanten te koop, zodat je thuis je eigen thee kan maken:

1. Koop een Camellia Sinensis

2. Pluk de jonge blaadjes en leg ze 20 uur te drogen op een rooster 

3. Rol de blaadjes tussen je handen totdat ze bruin kleuren. Plaats ze daarna in een bakblik en laat ze drie uur liggen 

4. Breng water aan de kook, leg de blaadjes 1 à 2 minuten in het water en spoel af met koud water 

5. Doe de blaadjes 12 minuten in de oven op 105 °C. Daarna is het tijd om te proeven


*) Bijna alle thee:  groene, witte of zwarte worden allemaal gemaakt van de blaadjes van één theeplant: Camellia sinensis

Persoonlijk water

Ik houd van regen! Vooral die zachte, fijne regen, die je gezicht
kietelt en waarvan mijn moeder altijd zei dat ik van DIE regen zou groeien!
(Ik groeide wel maar of het van die regen kwam?)

Water, je hoeft er niet IN te gaan om ervan te houden.
IN en OP het water, in zowel vloeibare als in vaste vorm kan mij niet bekoren.
Dan heb ik het over erin zwemmen of erop schaatsen.
Bootvaren dan weer wel, mits ik zelf geen taak heb zoals  touwtjes of roer vasthouden.
Water in de natuur vind ik, in alle seizoenen, prachtig om te zien.

Toen ik jong was hadden we met de hele familie een eiland in Loosdrecht en ieder gezin had een zeilboot. Al heel jong zat ik dus (met een opgepompte fietsband om tegen het verdrinken) in een zeilboot

veerboot
Omdat familie in Engeland woont zijn we ook vaak met de veerboot naar Engeland gegaan, dus heb ik ook “groot” gevaren.

loosdr.plassen
Loosdrecht, geschilderd door mijn vader

Ooit woonden mijn lief en ik IN in Loosdrecht, aan de Loosdrechtse plassen; altijd een wisselend uitzicht door de wind, de zon en de jaargetijden: prachtig!
Ook met vakanties hebben we genoten van water.Met de vleugelboot van Kroatië naar Venetië. In de stad in plaats van wegen waterwegen, een belevenis op zich.
plitvice (2)

En in Kroatië, (dat toen nog Joegoslavië heette) met een dagtocht naar Plitvice
16 meren en 90 watervallen. (Helaas een regenachtige dag uitgekozen toen)

 

halong Bay

 

Halong Bay in Vietnam, met een boot langs de enorme rotspartijen IN het water (volgens de legende zijn de rotsen tranen  gestort door een, door de lucht vliegende, draak)

nw zeeland (2)Op het Noordereiland  (Nieuw Zeeland ) zagen we  bij Whangarei  een waterval  van 26,3 m hoog

Water.
Vroeger thuis hadden we een vijver.
Twee van mijn 3 broers hadden, toen ze zelf een eigen huis hadden, in hun tuin een vijver.
vijver nico met mosselplanten (2)De één kleine ronde, de andere een gigantisch grote.
Wij hebben nu ook een vijver 2500 liter)

en één van onze zonen heeft ook een vijver (de andere woont op een bovenhuis)

WATER, het beweegt, het leeft.

Nederland en fietsen!

fietspost
Ned.postzegel

Ik las ergens de zin: In geen enkel ander land met een vergelijkbaar welvaart-niveau wordt zoveel gefietst als in Nederland.

Ik geloof dat. Alhoewel, toen ik ooit in Ho Chi Minh City was, was de hoeveelheid  (brom- en) fietsende Vietnamezen  daar gigantisch, meer dan ik ooit ergens gezien had. (Vietnam had toen zeker niet de welvaartsstaat die Nederland toen had)

Toen al, zeiden Vietnamezen tegen ons dat ze, zodra ze het beter zouden krijgen (en dat kregen ze: de Vietnamese economie groeide de laatste tien jaar steeds meer dan zeven procent, de schuld en inflatie zijn laag en buitenlandse investeringen stromen binnen *) ze een auto zouden kopen. Al die fietsen die krioelden door de stad, dat kon toen.
Als er nu zoveel auto’s in Ho Chi Minh City rijden als toen fietsen, staan ze zeker een grote tijd STIL.

sneeuwfiets
Nederlanders fietsen ALTIJD, ook in de sneeuw

Terug naar Nederland:
Nederland telde (in 2015) 22,5 miljoen fietsen**) Dat is 1,3 fiets per persoon.
Ook dat geloof ik.
Ooit, werkend bij een Onderzoeksbureau, werkte ik mee aan een politieonderzoek dat onder andere helder wilde krijgen hoeveel fietsen er gestolen werden.
Ik heb vele avonden uren gebeld met (random) Nederlanders om te vragen of er OOIT in hun GEZIN een fiets was gestolen. Geen idee hoeveel mensen ik toen gebeld heb IEDEREEN HAD MINSTENS ÉÉN FIETS. Bovendien heb ik maar één persoon aan de lijn gehad, waarbij van NIEMAND uit haar gezin ooit een fiets gestolen was.
Toen ik tegen haar zei dat dát heel bijzonder was antwoordde ze “Maar dan zou u moeten zien waar ik woon, ik woon op een boerderij, er is hier verder niets”.
Nú las ik dat er zo’n 750.000 fietsen per jaar gestolen worden!

Nog wat leuk feitjes:
* Nederland is het enige Europese land met één belangenvereniging voor zowel fietsen als automobilisten; de ANWB, opgericht in 1883;
* Er liggen 20.000 km aan fietspaden in Nederland.
Toen ik dat ging cross checken vond ik meerdere berichten met het aantal fietspadenkilometers van 37.000! (wat is waar?Ergens in het midden?)Maar veel is het!

verlichte fiets.jpg2
*In totaal fietsen Nederlanders zo’n 15 miljard kilometer per jaar. Dat is ruim 880 kilometer per persoon. Daarmee is de fiets goed voor bijna een kwart van onze verplaatsingen.

Goed voor het milieu, fietsen!
Goed om in beweging te zijn met fietsen.
Máár er is ook iets niet GOED: in 2017 waren er voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis méér verkeersdoden met fietsen dan met de auto***)
Waarbij opgemerkt dat een kwart van deze ongelukken met e-bikes was!

*) bron Trouw 2018
**) volgens BOVAG
***) bron:CBS 2018