In Staal is momenteel, zoals ik gisteren al blogde, ook een tentoonstelling over het werk van kunstenares Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994)
Dichtbij STAAL staat HET ELGER, vroeger het buitenhuis van Jeanne Oosting, waar ze zich tot haar dood, elke zomer terugtrok en schilderde oa. vanuit haar raam
Het was een bijzondere dame, deze Jeanne Oosting, die eens haar rijbewijs haalde, maar het nimmer verlengde. De plaatselijk agent wist hiervan af, maar hield haar nooit aan. Ze reed in een groene Morris ( met hout) die op de poster vóór museum Staal staat)
Ze deed vroeger haar boodschappen bij de plaatselijke bakkerswinkel, op de plek waar nu STAAL is gevestigd.
In Staal krijgen de schilderijen van Jeanne een “titel” dichtregel uit een gedicht van Staring of een andere dichter.
zelfportret J.Bieruma Oosting
Weer prachtig aangeklede “tableaus” (zoals bij Staring) met Oosting’s kunstwerken
Na het bezoek aan Staal, lopen we “even” door Almen heen. We zien bekende namen op straatbordjes: de net bezochte dichter én een pleintje genoemd naar tante Na, de vrouw die ooit achter de toonbank stond in het pand, waar nu een bijna identiek huisje is gebouwd, behorend bij STAal!
De bank in Almen is verdwenen, maar in het gebouw ervan is nu een supermarkt gevestigd met heel veel meer dan alleen maar kruidenierswaren! Een echter winkel van Sinkel! We zien ook een herinneringsteken aan de “heks” Aleida. Ze is de eerste vrouw in Nederland van wie bekend is dat ze wegens beschuldiging van hekserij op een brandstapel het leven liet
De Zompenafvaartplek bezoeken we ook en we zien de Berkel, inspiratiebron voor vele kunstenaars, stromen. Het is daar zo rustig.
En dan, volkomen onverwacht GROTE letters, niet zoals in Amsterdam vóór het (RIJKS)museum, maar hier in Almen ergens op een braakliggend stukje voor wat huizen;
(Misschien moeten de letters hun “echte” plek nog krijgen?)
Wij onderschrijven de letters; wat een leuk plaatsje! Wat een geweldig museum! Wat een mooie natuur!
De tentoonstelling van Jeanne Bieruma Oosting is nog in Staal t/m 30 oktober 2022. Staring blijft! Een museum dat het bezoek meer dan waard is!
Neerlandsch enige romantisch dichter A.C.W Staring was niet alleen dichter, hij was ook én land- & waterbouwkundige; landeigenaar (Kasteel De Wildenborch) én 1811/1812 burgemeester van Laren (Gld) én hij hield van de Achterhoek! [15 mei 2019 schreef ik al eens een (kort) blog over het Oogstlied van Staring]
Nu ik in de buurt van “zijn” museum was, wilde ik dit bezoeken. Een beetje huiverig was ik wel omdat ik weet dat een schrijver eigenlijk gelezen moet worden. Een museum van een schrijver of dichter heeft meestal veel boeken, regels van de schrijver en één of meer portretten van de schrijver of dichter op de muur. Maar of dat aan de beleving van het geschrevene kan toevoegen? We zullen het zien.
STAAL belooft de bezoeker de Achterhoek te laten ervaren, voelen en beleven.
Staal doet wat het belooft! Wat een geweldig museum. Prachtig ge/herbouwd. In 2014 werden een 7 jaar leegstaande mosterdmakerij, een slijterij en 2 belendende panden aangekocht om er een nieuw museum te stichten; een plek waar bezoekers een deel van het verhaal van de Achterhoek kunnen vinden. De bestaande panden werden afgebroken en een ontwerp gemaakt voor een geheel nieuw pand met vormen van het oorspronkelijke gebouw: een gebouw passend in de omgeving, gedeeltelijk aangepast aan de moderne tijd
De foto’s van de oorspronkelijk winkel van Naatje Nijendijk hangen in het museum en meteen zie je dat de vorm en sfeer van het oorspronkelijke pand bewaard is gebleven, tegelijkertijd is er ook een heel apart met Cortenstaal bekleed, modern gebouw verrezen.
In het gebouw prachtige ruimtes met o.a. een model van het huis (na verbouwingen) in Gendringen waar A.C.W. Staring geboren is
Maquette van De Bringenborg te Gendringen waar op 24.1.1767 A.C.W.Staring geboren werd.
Tentoongesteld worden oa tableaus; sfeervolle settings waardoor zijn bijgeplaatste dichtregels geaccentueerd worden.
Een echte verrassing is de zaal met schommels, één-, twee-, en driepersoons schommels waarop gezeten prachtige beelden van de Achterhoek in projectie kunnen worden bekeken; stilzittend of zacht heen en weer wiegend. Een bijzondere Achterhoek beleving, waar Staring zijn thuis had.
Nog zo’n Achterhoekbeleving zijn de beelden op 7 verschillend schermen; Je moet het ZIEN en ERVAREN
Een van de meest bekende gedichten van Staring “De hoofdige (=koppige) boer” staat op de toilet in tegeltjes afgebeeld. Er is geen dames en/of herentoilet máár zoals op de deur te lezen staat; een toilet voor IEDEREEN!
Er is meer in het museum te zien NU ook ( t/m 30 oktober) werk van kunstenaar Jeanne Bieruma Oosting (1898-1994) maar daarover morgen meer
William Singer (1868-1943) was de zoon van een Amerikaanse staalmagnaat, schilderde zelf én was, samen met zijn vrouw, Anna Spencer Brugh (1873-1962) kunstverzamelaar. Zij streken samen in Nederland, Laren, neer en lieten daar in 1911 het huis de Wilde Zwanen bouwen.
Na het overlijden van William liet Anna een museum én een theater aan de villa bouwen. In 1956 werden beide geopend voor publiek. Zo werd dit echtpaar de grondleggers van Singer Laren, nu bestaand uit een museum, een theater, een villa en een beeldentuin.
In 1896 werd het bedrijf Blokker gesticht door de grootvader (Jacob Blokker) van Jaap Blokker (1942-2011) Later (1976 bestuursvoorzitter) werd Jaap samen met zijn broer Albert eigenaar van de multinational. Een onderneming die sterk groeide. Tijdens Jaap’s voorzitterschap werden onder meer de bedrijven Bart Smit (1985), Leen Bakker en Xenos (1989), Intertoys en Marskramer (1993) overgenomen. Jaap en zijn vrouw Els Blokker-Verwer waren ook kunstverzamelaars en verhuisden eind jaren ‘70 naar Laren (N.H.)
Bovenstaande 2 feiten komen samen als de weduwe van Jaap Blokker in 2018 besluit een deel van hun kunstcollectie (117 kunstwerken) te schenken aan het Singermuseum in Laren. Het museum wil graag uitbreiden om (een gedeelte van) die werken “ruim” tentoon te stellen.
Els Blokker besluit die aanbouw te financieren “Want” zei ze “Kom je voor de kop dan krijg je ook de staart.” Alles werd gedaan zonder verdere voorwaarden van haar kant. Alleen mocht de uitbreiding niet de Blokker-vleugel heten, dat is de reden waarom de nieuwe vleugel nu de Nardinc-vleugel heet. Genoemd naar de kunstverzamelingsnaam én het vroegere landgoed Nardinclant van het echtpaar.
Nardincvleugel
Op 8 maart van dit jaar opende prinses Beatrix de Nardinc-zalen in museum Singer
Die huidige tentoonstelling in de gloednieuwe Nardinczalen heet “Sluijters en de modernen” Behalve Jan Sluijters en zijn veelzijdige werk,
(alle vier deze schilderijen van Jan Sluijters) is er ook werk te zien van Charley Toorop, Carel Willink, Charlotte van Pallandt e.a.
Port de Villefranche – Carel Willink met 2e vrouw – Vrouw met gitaar en beeld Femie
Charley Toorop – Carel Willink- schilderij en beeld= Charlotte van Pallandt
Singer Laren is al lang niet meer het Singer Laren dat het ooit in de tijd van William en Anna was: begin september 2017 is er een gloednieuw theater met een nieuw centraalentree verrezen. De vroegere woonkamer van de Singers is voor bezoekers beschikbaar om iets te eten of te drinken. De internationaal bekende landschapsarchitect Piet Oudolf maakte het ontwerp voor de beeldentuin, de daktuin en het voorplein van Singer.
De door de Blokkers geschonken Collectie Nardinc is, in deze vorm, nog tot 29 augustus te zien
De Hoven was vroeger een buurtschap bij Zutphen aan de overkant van de IJssel, nu is het een wijk van Zutphen.
Het was ooit de woonplaats van Herman Kip (1925-2006) boer en kunstschilder (autodidact), beter bekend als BOER KIP. Zijn boerderij, nu een museum geworden, is helaas dicht! Voor het raam is wat van zijn werk te zien; hij schilderde op van alles, zijn kast, melkbus, klompen, etc. (naïeve kunst) Bij zijn leven verkocht hij NIETS!
Waarom IK het museum graag in zou willen, is het feit dat de boerderij nog in originele staat is. In dezelfde staat als in het begin vorige eeuw, de tijd dat zijn ouders (boeren) erin leefden, dus mét bedstee maar zonder waterleiding; Herman (en waarschijnlijk ook zijn ouders) hield niet zo van “nieuwerwetse dingen” en/of had(den) er het geld niet voor (over) Dus verwacht ik, bij het binnengaan van de voormalige boerderij, een stuk zichtbaar terug in de tijd te gaan! Jammer dat we tot 30 april zullen moeten wachten vóór het museum weer open gaat.
Langs De Hoven loopt een spoorlijn; van 1882 tot 1917 was er zelfs een halte in De Hoven. En ook in 1940/1941 was er een treinstopplaats bij DE Hoven in gebruik. Die laatste keer, in de Tweede Wereldoorlog, had alles te maken met het feit dat de toen aanwezige, spoorbrug over de IJssel opgeblazen was (door de Ned.genie ter voorkoming van Duits gebruik) Treinpassagiers moesten toen op een “noodperron” Achter De Hoven uitstappen en via de Worp, over de Schipbrug, te voet naar het station lopen.
Bij De Hoven startten wij onze wandeling. Er loopt een voetpad van daar, langs de IJssel naar de onderkant van de brug. We zien de stad majestueus wit mét af en toe een zonnetje erover aan de overkant liggen.
Door de regenval en de stormen is de IJssel erg breed en staan bomen nu in het water. Het IJsselwater kan, zoals nu, erg hoog staan, maar daarmee is bij de aanleg van dit pad rekening gehouden: we kunnen bijna helemaal met droge voeten de brug bereiken. De Gelderse IJssel, aftakking van de Rijn en 125 kilometer lang, stroomt hier langs Hanzestad Zutphen.
Op het voetpad staat een bord over aan te lijnen honden, een leukerd heeft de hond “schoentjes aangetrokken”, met strijkkralen zijn ze op het bord geplakt (waarschuwing dat honden, ongetwijfeld wél van het pad afgaand, natte voeten krijgen?) Ludieke actie!
Aan het eind van het pad, bij een pijler van de Oude IJsselbrug kunnen we met een trap omhoog. Dan staan we op de Oude IJsselbrug, die totaal 345 meter lang is, en waarvan een stuk omhoog kan om boten door te laten. Een slagboom houdt ons tegen om in de IJssel te vallen. Maar we gaan de andere kant op, niet terug naar De Hoven, maar Zutphen in.
Als we nét de brug af zijn staat er in de berm een stuurwiel. Het schijnt “speelgoed” voor kinderen te zijn, helaas sta je, als je aan het stuurwiel wilt draaien met je rug naar de brug toe (ik heb het geprobeerd!) dus je kunt je niet verbeelden dat, je al draaiend, het stuk van de brug opendraait!
Een familielid van ons weet “ergens” een leuke parkeerplaats! En inderdaad het is een parkeerplaats zoals we nog nooit gezien hebben, helaas is de aankondiging wat vervaagd, maar wie zien nog wel wie hier, voor de brede blauwe deur “geparkeerd” moet hebben.
Sinterklaas!
We hebben behoefte aan koffie en zien een leuke zaak Eetcafé De Deur. Op de deur staat dat het café om 3 uur opengaat.
Dat is het nog (lang) niet. De deur gaat open en een dame legt kussen op de bank en stoelen. We raken aan de praat en kunnen van haar wel op het terras zitten en koffie bestellen. We zijn blij en zitten even later op het gezellige terras met (heerlijke) koffie. Ons uitzicht is ook top: een op een muur geschilderd gezicht op de IJssel.
Als de koffie gezakt is vertrekken we naar een bijzondere winkel:
De Geluksvogel, hét adres voor de natuur- en vogelliefhebber. Binnen staan tal van vogelboeken, soorten vogelvoer én dingen om dat vogelvoer in te doen, verrekijkers e.d. maar ook onnoemlijk veel vogels van allerlei materialen, om neer te zetten of op te hangen. Zeker een winkel om eens rond te kijken! (adres: Schupstoel)
Daarna zien we, op een muur ergens, een gedenkplaat*) van de Joodse lompenkoopman Meyer Lipschits (1832-1908) hangen. Het is, in notenschrift, de roep van Meyer. Meyer Lipschits en zijn vrouw Sarah Danser hadden 9 kinderen en vast wel (financiële) zorgen, toch was zijn roep om lompen “ immer een vrolijke jubel” Helaas is het trektouwtje, dat nu nog een opname van het geluid van zijn roep zou moeten starten, verdwenen en kunnen we de “jubel” van Meyer nu niet horen (ik hoop dat het gemaakt wordt: hoek Spiegelstraat – Broederenkerkstraat)
We lopen terug over de IJsselbrug naar De Hove waar de auto in een straatje (gratis) geparkeerd staat. Dan zie ik vlakbij die plek een aparte poort met een (gebroken?) hart. Ik zie de deuren als een symbool van een eind van een prachtige IJsseldag.
*) gevelsteen notenschrift, kunstwerk van de Nederlandse beeldhouwer J.G. ‘t Mannetje
We gaan naar buiten, waar de vogeltjes fluiten en het zonnetje zo heerlijk schijnt
Louis Davids zong het ooit en na hem vele anderen. Wij doen wat het liedje zegt en gaan op deze op “ lente lijkende dag” richting Soest rijden. Er is daar behoorlijk veel te zien, * de voormalige vliegbasis Soesterberg met Nationaal Militair Museum (dicht vanwege COVID-19) * een eiken stubbenbos; * landgoed de Paltz met Landgoedtheater de Kapschuur (dicht vanwege COVID-19)
Twee (Haagse) automobielhandelaren begonnen rond 1901 een burgervliegveld in een heideveld bij Soesterberg. Ze organiseerde daar hetzelfde jaar ook een vliegshow In maart 1913 wordt het terrein door de Staat der Nederlanden aangekocht en maakte het leger haar eerste vluchten. [Vliegbasis Soesterberg was de eerste militaire vliegbasis van Nederland en het op één na oudste van de wereld]
In de bunkers, die er nu nog staan lagen duizenden kilo’s munitie opgeslagen. Misschien verwacht men dat er “ergens” onder de grond nog munitie ligt, want het is hier verboden te scheppen of te detecteren.
We zien een radarmast overal bovenuit steken; de radarantenne werkt nog steeds 24 uur per dag, 7 dagen van de week. Deze radarmast is nog steeds onderdeel van de bewaking van het Nederlandse luchtruim.
Van de “defensie kant” van dit terrein lopen we naar een ander stuk: Het eiken strubbenbos. Een dergelijk eikenbos werd vroeger om de 10 tot 15 jaar afgezaagd, de stobben ook wel strubben genoemd, werden gespaard zodat de bomen weer konden uitlopen.
We zien hier prachtige kleine maar ook grote natuurstillevens.
Dan komen we bij het hek van Landgoed de Paltz, dit terrein werd in1874 ontworpen door landschapsarchitecten Copijn en Springer, en was lang tijd in particulier bezit; het is ongeveer 80 ha groot: het Utrechts Landschap beheert het nu
[Van de twaalf provinciale Landschappen is Utrechts Landschap in 1927 als eerste opgericht, ze beheert nu zo’n totaal 5.800 ha natuurgronden!] Sinds 2014 is landgoed de Paltz opengesteld voor publiek
Op het doorgaande pad staan bijzondere, goudkleurige lantaarns, en in het bos zie ik een beeld van een haas met een mandje (vroege Pasen dit jaar?) Of is het een kangoeroe? In de villa zelf is het Herman van Veen Arts Center én Harlekijn Holland B.V. gevestigd. (Harlekijn produceert voorstellingen, concerten en boeken, cd’ s en dvd ’s van Herman van Veen en anderen)
We waren niet de enigen die er wandelden, maar het terrein is groot en we liepen elkaar zeker niet in de weg! Bovendien zijn er veel aspecten die verschillende soorten mensen trekken: vliegtuigenthousiasten ( er staan ook kisten buiten) legergeïnteresseerden ( radarmast, terrein, munitiedepots) kunstminners (Herman van Veen), natuurminners (bossen) en fietsers en wielrenners (er lopen fietspaden door het terrein) Mooi om eens te bezoeken, welke interesse u ook heeft.
Door het Covid-19 virus zijn er veel voorschriften gekomen.
Ik heb een paar van die “waarschuwingen” of richtlijnen gefotografeerd.
Soms is het “alleen maar” een A4-tje op een raam, soms is het inventief:.
zoals een supermarkt met een soort desinfecteerapparaat buiten (speciaal ontworpen in deze crisis of bestond het al?) Ik zag een vader met zijn dochtertje erbij staan. De vader deed zijn handen erin, en zei tegen het meisje het ook te doen; ze aarzelde. Toen pakte hij haar knuffelaap en stopte allebei zijn pootjes in de gaten. Ik was al bij de kassa toen ik het meisje nog hoorde schateren.
Een bord met krijt bij de kapper. Op de ruit bij de dierenkliniek
Een klapbord bij het ziekenhuis Een grondsticker bij het museum.
Van Ettore Bugatti (1881-1947) wist ik niet meer dan dat het een Italiaans auto ontwerper was, dat veranderde in Prescott (Engeland) in een museum dat aan hem gewijd is.
Ook zijn familie leer je daar kennen: Rembrandt Bugatti die voorbestemd was om technisch ingenieur te worden maar liever beelden maakte en “animalier” werd
(beeldhouwer van dierenbeelden) en Carlo die meubels ontwierp. Ook van hen staan er ontwerpen in het museum.
Behalve museum is deze lokaliteit ook een studiecentrum voor aankomende ontwerpers: er zijn 27.000 originele technische tekeningen van Bugatti’s ontwerpen, 10.000 foto’s en duizenden historische documenten.
Bugatti ontwierp, in Frankrijk, ondermeer de meest succesvolle racewagen van die tijd (winnaar GP Lyon 1924) de Bugatti type 35;een airspeedrecord vliegtuig; een “gewone”
(geen racewagen) 12 liter Bugatti Royale en een trein (eind jaren ’30 in Frankrijk rijdend) die het wereldrecord snelheid haalde. Bugatti, een veelzijdig mens
Een bijzonder museum als je van technische snufjes uit die tijd houdt
Ooit was ik, in kersttijd in voormalig Koninklijk Paleis het Loo, het was toen al een museum.
Er was een soort winterfair (deze wordt ook nu nog in de decembertijd georganiseerd)
Het Paleis was prachtig versierd, langs de houten trappen rode kerstrozen en in de hal een gigantische kerstboom. Buiten waren kraampjes. Eén daarvan werd bemand door de tuinman, die liet zien hoe hij kerstversieringen van groen voor de hekken van het Paleis maakte.De clou was voornamelijk veel verschillende soorten groen ( dennen, hulst, sparren, coniferen) en een touw als basis. Met ijzerdraad maakte hij de verschillende soorten groen vast aan het touw, dat hij dan drapeerde om het hek. Het zag er prachtig uit.
Sindsdien maak ik ieder jaar zo’n groene sliert, die ik in (aan de buitenkant) van de vensterbank leg.
De laatste jaren maak ik er ook een voor onze overbuurvrouw, die een aparte deur heeft waar ze hem langs hangt; ook dat staat heel mooi.
Voor die groene kerstslingers heb ik veel groen nodig! Er komt wat uit onze tuin, maar het meeste uit het bos. In decembertijd wandelen we in het bos met een tas bij ons. Op de grond ligt veel afgewaaid groen, (ik pluk niet) dennenappels en andere dingen die ik kan gebruiken.
Ook deze week ben ik weer op “strooptocht” geweest. Het had een tijdje behoorlijk gewaaid, dus er lag wel wat. Ik kwam nog een mede-groenstruiner tegen, de armen vol met groen. Ze verzekerde me, ongevraagd, dat ze alleen groen op de grond meenam en niet plukte. Duidelijk een gelegenheidsgroen verzamelaarster, ze had géén tas bij zich.
“Er ligt genoeg hoor” verzekerde ze me.
Het viel mij daar nog al tegen, maar dat kwam om dat het voornamelijk veel van het zelfde groen was, ik zoek variatie.
Maar een wandeling in het bos is altijd mooi. We zagen weer prachtige (herfst) uitingen
Thuis ben ik, een paar dagen later, mijn groen slingers weer gaan maken.
En zie hier het resultaat.
Gisteren waren we in de Bernhardkazerne in Amersfoort.
Niet dat we daar zo maar naar binnen liepen. Ik was aangemeld, had een identiteitsbewijs bij me, kreeg een pasje, werd opgehaald en naar gebouw C begeleid.Toen waren we waar we zijn moesten.
Hoe kwamen we daar zo terecht? Dat kwam door mijn broer en zijn morsesleutel.
Na een uitvoerige mailcorrespondentie met het NMM (Nat.Millitair Museum in Soesterberg) over 2 items uit de nalatenschap van mijn broer, waarbij ze ALLES wilden weten over mijn broer*, lieten ze me uiteindelijk weten dat ze géén belangstelling voor de items hadden omdat ze deze al in de collectie bleken te hebben. Men verwees me toen naar de Historische Collectie van de Verbindingsdienst, die na één mailtje met foto’s van de items, liet weten blij te zijn met name met de morsesleutel. Een afspraak tot overhandiging van de items werd gemaakt. Voilä!
Als we aankomen voor het gebouw worden we welkom geheten, worden mijn broers items in ontvangst genomen en wordt er gevraagd of we een rondleiding willen.
Natuurlijk willen we dat!
Wij gaan de Historie van de Verbindingsdienst bekijken. Behalve mijn 2 broers (en misschien ook welde derde broer maar daar weet ik het niet van) heeft ook mijn lief het blauwe wapen met de bliksemschicht op zijn militaire pak gehad.
Mijn lief geniet zichtbaar van de rondleiding.
Het begint in 1800 waarbij er met vlaggen en fluitjes gecommuniceerd werd.
Ieder tijdvak beslaat 50 jaar en het laatste tijdvak is het jaar 2000 tot 2050 en is gericht op de verbindingen in de toekomst.
Het is een rondleiding van meer dan een uur met militaire pakken, telefoniecentrales, satellieten, veldposten en van allerlei apparatuur die ter plekke nog werkt!
Geweldig om door verbonden te worden door stekkertjes in en uit te halen, relais te horen klikken en ,verderop in de tijd ,met één druk op de knop met een computer over de hele wereld verbonden te kunnen zijn.
Onze gids leidde ook schoolkinderen rond en vertelt ons een voorval van kort geleden met een schoolklas en een oude zwarte telefoon met een draaischijf.
Als de kids mogen bellen stoppen ze wel hun vinger in de gaatjes van de getallen maar weten NIET dat je daarmee ook draaien moet om een verbinding tot stand te brengen.
Wat ikzelf het interessants vond was de crypto afdeling; de enigma machine en al de daarvan afgeleide apparatuur voor het gecodeerd versturen van berichten en het ontcijferen ervan.
Op het terrein van de Bernhardkazerne zit ook het Cavaleriemuseum (van paard tot pantser)
Maar toen we, na de rondleiding ,nog even bij de verbindingsdienstcollectie rondgekeken hadden en (wéér) bedankt waren voor onze (mijn broers) gift zaten onze hoofden vol van alle informatie en wilden we eigen een terrasje pikken, wat we ook gedaan hebben.
Een leuk leerzaam bezoek aan een kazerne, waar eerdaags mijn broers morsesleutel in een vitrine zal liggen.
*) die toen al overleden was en die ik dus niets meer kon vragen en waarvan ik wist dat hij bij de verbindingstroepen gediend had, maar niet waar en wanneer ( wel waarom: hij moest voor zijn nummer)
Ooit was er het Scheringa Museum voor Realisme, maar dat ging in 2009 failliet en de collectie dreigde uit elkaar te vallen.
In 2012 kocht miljardair Hans Melchers de collectie en in 2015 werd het museum More in Gorssel geopend.
Meer dan 200 werken van Nederlandse kunstenaars zijn te zien in het Museum voor Modern Realisme.
Bijzondere werken van onder andere Jan Mankes, Charley Toorop, Pyke Koch en natuurlijk Carel Willink.
Behalve de vaste tentoonstelling zijn er boven in het gebouw ook wisselende tentoonstellingen.
Helaas werd er, toen wij er waren, net een nieuwe tentoonstelling opgebouwd en konden we daar dus niet in.
Eerder schreef ik al over Museum More’s andere locatie, die in Kasteel Ruurlo.
De locatie in Gorssel is ook mooi, maar totaal anders: modern, licht en luchtig.
Architect Hans van Heeswijk, die de glazen brug bij kasteel Ruurlo ontwierp*) maakte dit gebouw een waardig “omhulsel” voor deze bijzondere collectie kunstwerken.
Niet alleen schilderijen staan in dit grootste museum voor modern realisme ook andere ” bijzondere kunstwerken” Ik weet eigenlijk niet hoe ik ze moet noemen; sculpturen? Beelden? Het ZIJN het misschien wel, maar ik vind het te gewone woorden, voor zulke bijzondere Kunstobjecten.
Ter illustratie heb ik een foto gemaakt van een intrigerend kunstobject: een bed met een vrouw (meisje? ) erin. Ze is buiten proporties, qua lengte van benen en van voeten.
Ze ligt op haar buik, je ziet haar gezicht niet: wekt ze medelijden op? Intrigeert ze?
Op mij heeft ze een heel apart effect, ik kan niet ophouden met naar haar te kijken.
Ik zou haar willen strelen, geruststellen.
Er staat een aardige vrouwelijke suppoost bij, die me inderdaad afraad aan het meisje te komen (zij noemt het een meisje). Ze vertelt wel dat sommige mensen een dekentje over haar heen willen leggen en anderen haar wanstaltig vinden.
Dit is zeker KUNST dat iets met mensen doet.
Over het verschil is smaak valt niet te twisten.
Ergens hangt een groot schilderij aan de wand met in de hoek een schildersezel, strak en recht; het grootste gedeelte van het schilderij is leeg.
Een meneer staat ervoor, ik loop er langs
”Een schildersezel” zegt hij tegen mij (om een praatje te beginnen denk ik)
– Het kan mij niet bekoren – geef ik hem terug.
“Nou altijd beter dan die werken van Willink, die vind ik FOEIlelijk” een man met een duidelijke mening!
Ik ben het beslist niet met hem eens en laat dat ook merken :
– Willink vind ik intrigerend, bijzonder en soms ook mooi –
Hij kijkt me indringend aan “Je doet zeker ook aan yoga, he? “
Ik lach – Ja, en? –
“Dat dacht ik al” plaatst hij me in een vakje en loopt zelfgenoegzaam naar zijn partner om haar te vertellen dat hij het bij het JUISTE eind had.
Een kunst én mensenkenner (vindt hij vast zelf)
Een bijzonder museum met een bijzondere collectie er in en met aardig personeel dat alert maar vriendelijk de kunst beschermt.
*) Hans van Heeswijk tekende ook voor het nieuwe entree van het Van Goghmuseum(Amsterdam) en de verbouwing van het Mauritshuis (Den Haag)