Op 24 oktober jl was het volle maan, dus in de nacht van de nacht is hij al weer aan het afnemen. Als we om half 9 met een gids de bossen intrekken, is er nog weinig van de maan te zien, als we om even voor tienen terug komen staat hij helder boven ons en verlicht de open plek waar we staan.
Er was gevraagd om geen telefoon of zaklantaarn mee te nemen, het moest echt donker zijn, de meeste deelnemers hadden zich daar ook aan gehouden. De gids had wel een zaklantaarn bij zich en dat was ook maar goed ook, want als je van de paden af echt door het bos loopt, zijn er stronken, boomwortels en paaltjes waarover je je nek kunt breken, dus af en toe werd er bijgelicht.
Gevraagd werd om stil te zijn (niet iedereen hield zich daaraan) en de omgeving in je op te nemen, je zintuigen open te zetten en te ruiken, horen en voelen wat het is om in een donker bos te lopen.
In een grote boom zitten, zo vertelde de gids, zitten bij warmer weer, eerder in het jaar, soms 60 vleermuizen. Met de batdetector horen we er ééntje, en na een tijdje zien we hem ook. Het blijkt de rosse vleermuis te zijn, een van de grotere, in Europa voorkomende vleermuizen, hij heet rossig te zijn, maar we zien hem als een zwarte schaduw.
Als we stilstaan horen we een uil. Volgens de gids een vrouwelijke bosuil.
Het is een heldere sterrennacht en we kunnen diverse sterrenbeelden goed zien als we “even” het bos uit zijn en op een heideveld staan.
We komen over het grootste ecoduct ter wereld, 800 meter lang en 50 meter breed. Eerder hebben we in infoschuur ’t Gooi beelden gezien van wat er al zo over dit ecoduct loopt: reeën, vos en das, nu is het alleen maar donker!
De gids laat ons een prachtige vliegenzwam zien en vertelt hoe deze zwam aan zijn naam komt:
Vroeger droogde men deze zwam en deed stukjes ervan in melk, daar kwamen vliegen op af, die dan een salto mortale vlogen en dood neervielen; een vliegen verdelgings -middel dus.
We voelen aan de stam van een beuk en leren hoe de beuk een symbiose aangaat met de vliegenzwam.
Behalve gids Jaap, zit ergens in het bos ook “bosmannetje” Rob die een prachtig verhaal vertelt over licht en donker. Het verhaal heeft veel woordgrappen en komt neer op het feit dat donker/duisternis een slecht imago heeft en dat het daarvan af moet. (Verduisteren, het zwarte schaap, verdonkeremanen, allemaal negatief).
Ook haalt Rob “brave borsten” aan die zeggen dat vanaf de maan gezien de aarde te lichtgevend is (met name Nederland is één van de meest lichtvervuilde gebieden) “bekijk het eens van de andere kant: wij zien de maan toch ook helder verlicht, en daar zeggen wij toch ook niks over? “
Een humorvol stukje, voorgedragen in een donker bos.
In de verte gloeit een lichtje.
Er wordt gevraagd of iemand weet op welke afstand dat lichtje staat. Er worden allerlei suggesties gedaan, dan gaat er iemand naar toe lopen: het lichtje blijkt op 20 stappen afstand te staan, men had het veel verder geschat. Afstand blijkt in het donker moeilijk te bepalen.
Op een open stukje zien we nog een konijntje, maar daar blijft het bij wat dieren betreft.
Als we terugkomen bij de infoschuur is er nog warme chocolademelk of koffie.
Een mooie “nachtwandeling” waarbij we al onze zintuigen moesten inzetten om de natuur “waar te nemen”.