Er zijn veel woorden voor een politieagent Ik ben eens gaan nazoeken waar die woorden allemaal vandaan komen. Het zal u niet verbazen dat sommige van die woorden uit het Bargoens*) komen.
Wout, oorspronkelijk” waut” afgeleid van het Oud Nederlandse woord voor macht, gezag. Het woord komt vanaf 1731 voor in de Bargoense woordenlijst. Klabak, kán afkomen van klabakken= doelloos rondlopen, maar ook van het Bargoense klebak = hond, jager.( daar zijn de taalgeleerden het niet over eens) In 1906 werd het woord bijgeschreven in het Bargoens woordenboek ( en in 1885 kwam het voor het eerst in een krantenartikel voor)
Smeris, uit het Jiddisch**) van shamar = bewaken; Hebreeuws: sjemiere of sjemiera, dat “toezicht” betekent
Juut, zou van het geluid van een politiefluitje komen. Er is een oud versje:
juut, juut, juut Daar komt een smeris aan op een hobbelpaard door de Kalverstraat
Juut zou daarin een verlenging zijn van ju, ju , de aansporing van een paard ( zoals ju ju paardje, jij moet naar de stal, de koetjes eten het hooi op, jij krijgt niemendal)
Een versje gemaakt om de draak te steken met politie te paard.
De eerste bereden politie in Nederland kwam in 1897 in Rotterdam, 20 jaar later duikt de term juut als agent op!
Koddebeier = letterlijk : knuppelzwaaier
Diender = dienaar van de wet
Kip = Amsterdams voor (jacht)hond ;een knolkip is een agent te paard, een kip in blik, is een agent in een auto
En dan zijn er nog termen zoals Bromsnor, de helpende hand, de sterke arm, oom Agent, stille, wetsdienaar en…… er zullen er nog veel meer zijn.
De vroegst geregistreerde politieagenten zijn trouwens de Engelse agenten, in 1066, onder de regering van King William werd er al gesproken over “cop”, de afkorting van constable on patrol
Ook zijn er namen voor de politie, als in meervoud; de prinsemarij ( van t Frans mairie= raadhuis), Hermandad (= Spaans voor broederschap; mannen die vanaf 12e eeuw hun gemeenschap beschermden) de Kit
Ik vind agent de beste aanspreektitel
*)Bargoens= sociale taalvariatie die in Ned. tot de eerste helft van de twintigste eeuw v.n.m door landlopers, daklozen. kermisexploitanten en onderwereldfiguren werd gehanteerd. (bron Wikipedia)
**) Jiddisch= Germaans Joodse taal gebaseerd op middeleeuws Duitse dialecten (taalkundig NIET verwant met het Hebreeuws)
Er is een gezegde ”Dat is een gebed zonder einde” Betekenis: Dat is iets dat maar doorgaat, waar geen einde aan lijkt te komen. Men denkt dat de oorsprong van dit gezegde ligt in het feit dat vroeger dominees in kerken nog wel eens té lang (voor)baden; er leek geen eind aan te komen.
2. Het Gebed zonder End is ook een steegje in Amsterdam, evenwijdig aan de Nes en Oudezijds Voorburgwal, dat de Kuiperssteeg verbindt met de Grimburgwal. Een ingang van het steegje ligt schuin tegenover de gebouwen van het voormalige Binnengasthuis.
Foto uit 1892 van Jacob Olie
Men nam aan dat de naam van de steeg verwees naar de grote hoeveelheid kloosters die zich in de middeleeuwen in dit deel van Amsterdam bevonden. Nu las ik in de Uitkrant (nov.nummer) dat de naam van deze straat helemaal niet uit de Middeleeuwen dateert. Tot 1578 lag hier het Sint Claraklooster, waarvan het terrein daarna werd verdeeld en waarop huizen en pakhuizen werden gebouwd. In 1585 werd de tegenwoordige Kuiperssteeg aangelegd als Sint Clarenstraat en daarna de Sint Clarendwarsstraat– het huidige Gebed zonder End. Dié naam wordt pas in 1617 voor het eerst genoemd.
3. Er was een tijd dat mensen de alom aanwezige heidevelden in ’t Gooi zat waren Rond 1800 kwam het aanplanten van bossen in zwang; men wilde wandelen door bossen en lanen in plaats van op die kale heidevlaktes. In 1838 richtten de Hilversumse notaris Albertus Perk en parlementariër en ingenieur H.J. Backer uit Naarden de Maatschappij tot Bevordering van de Cultuur (landbouwgrond) in Gooiland op. De Gooise heide was in hun ogen doods, onrendabel en deprimerend. Er was in die tijd grote werkloosheid en de twee heren wilden werklozen inzetten om de heide te ontginnen. Bossen zouden niet alleen maar mooi zijn maar ook belangrijk voor de houtindustrie. Er werden bomen langs de Nieuwe Crailoseweg aangeplant.
Deze vier kilometer lange laan was een prachtige route om te wandelen, maar voor sommigen té lang. Waarschijnlijk omdat het een kaarsrechte weg, met weinig afwisseling was wordt de Nieuwe Crailoseweg ook Gebed zonder End genoemd!
4. Gebed zonder End = boek; auteur: Asis Aynan (Haarlem 1980- ). Publicatiedatum: 28.5.2014
De schrijver Asis Aynan (Haarlem, 1980) studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en werkt als docent op de Hogeschool van Amsterdam.
5. “Oude vrouw in gebed” ook wel bekend als “Het gebed zonder end” olieverf op doek van Nicolaes Maes (Dordrecht 1634-1693 ) die ook wel Rembrandts origineelste leerling wordt genoemd.
Het schilderij stelt een oude vrouw, die vol overgave bidt voor ze aan haar maaltijd begint, voor; ze laat zich niet afleiden door de bedelende kat die aan het tafelkleed trekt. De deugd van de oude vrouw bestaat dus uit zelfbeheersing en plichtsbesef tegenover God
We hebben best lang niet in een trein gezeten, zo lang niet dat ik nog nooit een oplaadstation onderin de bank had gezien!(Er werd door een medepassagier gebruik van gemaakt!)
Er was vertraging! We misten daardoor aansluiting en moesten 24min wachten. Eenmaal in Amsterdam uitgestapt hoorde we de omroepinstallatie melden dat de trein naar……. vertraging had. Dát was dus nog allemaal hetzelfde als eerst!
De Nieuwe Kerk in Amsterdam is een geweldige expositieruimte, waar we graag komen. Na het laten zien van onze museumjaarkaart ging de man achter de balie (dachten wij) ons waarschuwen voor het inzakken van de zuilen in de kerk. Het bleek géén waarschuwen maar het aankondigen van een verplichte extra bijdrage voor het restauratiefonds (om 8 van de 141 zuilen van de Nieuwe Kerk van nieuw fundament te voorzien) Dat betalen we graag, want het is een pracht locatie die zeker zó behouden moet blijven.
Daarna stappen we zó van 2022 in het jaar 1909, het jaar waarin prinses Juliana geboren werd.
De tijd (1909) waarin Nederland bijna 6 miljoen inwoners had en waarin de eerste Elfstedentocht werd gereden. En de jaren erna met de opening van het Vredespaleis in 1913, de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) waarin Nederland neutraal bleef en een miljoen Belgische vluchtelingen naar ons land kwamen. Een tijd waarin, na het einde van de Tweede Wereld Oorlog in 1918 38.000 mensen stierven aan de Spaanse griep en de tijd waarin (1919) vanuit Den Haag de eerste Nederlandse radiouitzending plaats vond. Ook in 1919 de invoering van de 8-urige werkdag én het jaar waarin vrouwen in Nederland actief kiesrecht krijgen.
We zien het leven van Juliana Louise Emma Marie Wilhelmina, van haar geboorte tot aan haar dood, in foto’s, schilderstukken, en nog veel meer “koninklijks” aan ons voorbij trekken.
Ze was enig kind, geboren nadat haar moeder, Koningin Wilhelmina, al een aantal miskramen had gehad.
Juliana ging in 1927 in Leiden studeren en verbleef in de Katwijkse villa ’t Waerle; een glas-in-loodraam in het gemeentehuis van Katwijk herinnert nog aan Juliana’s verblijf daar. Op 31 januari 1930 ontving ze in Leiden het eredoctoraat in de letteren en wijsbegeerte.
Juliana speelde graag toneel en richtte zelf (als tiener) met vriendinnen een toneelclub op; de naam van de vereniging werd gevormd door de eerste letter van de achternamen van alle leden.
Juliana leert haar latere man Prins Bernard, graaf van Lippe-Biesterfeld tijdens de Olympische Winterspelen in 1936 (Duitsland) kennen.
Ze trouwden al snel na de kennismaking op 7 jan.1937 in het Haagse stadhuis en daarna werd de kerkelijke inzegening in de Sint-Jacobskerk gehouden
schilderij; Piet van der Hem (1885-1961)
Over deze gebeurtenis leerde ik in de Nieuwe Kerk iets dat ik nog niet wist: De dreiging van nazi-Duitsland hangt boven hun trouwdag: Hitler trekt zelfs de paspoorten van enkele bruiloftsgasten in, ook van één van de getuigen (prins Von Wied) Prins Bernard probeert ipv de officiële hakenkruisvlaggen de vlag van het vorstendom Lippe te gebruiken. Dáár neemt Hitler geen genoegen mee en om een diplomatieke rel te voorkomen maakte de toenmalige minister van buitenlandse zaken excuses en hijsen hotels met Duitse gasten toch de nazivlag. Ook moet de koninklijke familie accepteren dat sommige gasten de Hitlergroet brengen tijdens het volkslied.
Het koninklijk paar neemt, na hun huwelijksreis, intrek in Paleis Soestdijk (daarin een “modern” ingericht appartement – cadeau van het Nederlandse volk)
[Van dit Paleis had ik nog niet zo lang geleden zelf deze foto’s gemaakt.]
Koningin Wilhelmina verblijft tijdens de Tweede Wereld Oorlog in Engeland. In 1940 vluchtte Juliana op aanraden van haar moeder, koningin Wilhelmina met haar kinderen naar Canada.
De prinsesjes Beatrix en Irene reizen in een gasvrije kinderwagen die speciaal voor hen is gemaakt (voorzien van gasfilter en helemaal afsluitbaar moest deze de prinsesjes moeten beschermen tegen eventuele gifaanvallen)
De Engelsen droppen tijdens de oorlog pamfletten en allerlei Oranje voorwerpen (theezakjes, lucifersdoosjes en speldjes) uit vliegtuigen, Dát geeft de Nederlanders moed en troost. Ook huiselijke sfeerfoto’s van de koninklijke familie in Canada worden gedropt en door velen in albums geplakt en bewaard. De Duitse bezetter probeerde het verspreiden van de Oranjefoto’s tegen te gaan door het bericht te verspreiden dat deze foto’s spontaan in brand konden vliegen.( vandaar de naam “brandplaatjes”)
Ook Beatrix is op deze tentoonstelling vertegenwoordigd; een tableau ter ere van haar inhuldiging als koningin in 1980.Daarin zijn 72 titels opgenomen die de leden van het koninklijk huis toen voerden.
Voor dat we de tentoonstelling bezochten hadden wij in ’t Nieuwe Kafe (restaurant tegen de Nieuwe Kerk aan) al een afbeelding van Beatrix gezien (die ik gefotografeerd had) een dame met heel veel hoeden én een kroon!
Terug naar Juliana: in 1947 wordt prinses Marijke geboren (sinds 1963 op haar verzoek bij haar 2de naam Christina genoemd) Marijke heeft bij haar geboorte een oogafwijking. Er worden reguliere artsen ingeschakeld maar ook, op advies van Bernhard, de gebedsgenezeres Greet Hofmans.
Juliana komt erg onder de invloed van deze vrouw, waarmee ze bijeenkomsten (in kasteeltje het Oude Loo) organiseert waar ze met gelijkgestemden bespreken hoe bij te dragen aan de verwezenlijking van Godsplan en de wereldvrede. De toenemende afhankelijkheid van Hofmans leidt tot een huwelijkscrisis tussen haar en Bernhard. Een commissie van wijze mannen; de commissie Beel (toenmalig minister) slaagt erin “deze Greet Hofmans affaire af te sluiten” en Juliana zegt toe Greet Hofmans niet langer te zien.
Een grote foto geprojecteerd op een vaan met de tekst die ze uitsprak “Wie ben ik, dat ik dit doen mag?” op haar inhuldiging als koningin hangt op een niet te missen plek in de Nieuwe Kerk
In de Nieuwe Kerk staat ook de kales waarmee Juliana met haar gezin in de week van de inhuldiging een rijtoer door Amsterdam maakte. (Dit rijtuig was een cadeau van toenmalig koningin Emma aan haar dochter Wilhelmina) Bij de kales staat de opmerking die Prinses Amalia (tegen Claudia de Brey) maakte dat ze, als ze trouwt op haar huwelijksdag dit rijtuig wil gebruiken!
Koningin Juliana geportretteerd als koningin bij een banket met koninklijk gedekte tafel én theeschenkend tijdens een fotoshoot (1962). Vele facetten van deze bijzondere vrouw, die “gewoon” wilde zijn, “gewoon” rijdend op haar fiets en met haar hond Zara op schoot, worden in de Nieuwe Kerk belicht. De hond, Zara, kreeg ze van haar man. Ook het hondenhok van Zara is op deze expositie aanwezig. Beeldend kunstenaar Corstiaan de Vries(1936-2008) brak door met dit portret van Koningin Juliana, hij legde daarin de nadruk op haar huiselijke kant, die haar zo populair had gemaakt (en hem dus ook)
Persoonlijk vond ik het “symbool” van “gewoon” (wat ze natuurlijk NIET was) één van haar handtassen, die open tentoongesteld is, met daarin een fotootje van Bernhard!
In 1971 brengt Juliana, als eerste Oranje ooit, een staatsbezoek aan Indonesië. Dit bezoek is het begin van betere verhoudingen tussen Nederland en de voormalige kolonie.
Juliana krijgt bij dit bezoek een massief gouden, één kilo wegende ceintuur van filigreinwerk, gemaakt door goudhandwerkers op Zuid- Sulawesi. Ook deze ceintuur is mét de originele, speciaal voor deze ceintuurgemaakte Javaanse kist, te bewonderen.
Eerder waren de banden met Indonesië ernstig verstoord door de “kwestie Nieuw Guinea”, daarbij werd haar staatsieportret, in 1951 geschilderd door grafische kunstenaar Henricus Rol*) (1906-1992) in Djakarta (1960) met messteken gehavend.
Een reproductie van dit gehavende staatsieportret is in de Nieuwe Kerk te zien (het origineel in het Rijksmuseum was té kwetsbaar om te worden vervoerd)
Een bijzonder portret van een zeer bijzondere Nederlandse kunstschilder (magisch realisme) Carel Willink (1900-1983) is geschilderd in 1976. Hetzelfde jaar waarin het Lockheadschandaal (omkoopschandaal waarbij prins Bernard steekpenningen ontving van de Amerikaanse vliegtuigbouwer Lockhead) plaatsvond. Dit portret prijkte op de cover van het blad Accent, een weekblad dat haar in 1976 uitroept tot Vrouw van het Jaar. Verbeeld ik het me of ziet ze er hier inderdaad wat zorgelijk uit?
In het jaar van hun 50 jarige huwelijksfeest vindt er een bijzonder televisie interview plaats in de Leuvenzaal op Paleis Soestdijk. Er is in de Nieuwe Kerk een setting gemaakt van dit moment; de portretten van koningin Anna Paulowna en koning Willem II in de achtergrond, de gordijnen met heraldische leeuwen en de rode stoeltjes staan hier nu, zoals toen dáár.
Een interessante, leerzame tentoonstelling, ook voor niet-koningsgezinden, die wél geïnteresseerd zijn in een tijdsbeeld van 1909 tot 2004!
Op 26 mei “vieren” Christenen Hemelvaartsdag, herdacht wordt dat Jezus 39 dagen na zijn wederopstanding is opgestegen naar zijn Vader in de hemel. Hemelvaartsdag is, in Nederland, een officiële feestdag, valt altijd op een donderdag en is 10 dagen vóór Pinksteren
Op 25 mei werd herdacht dat op deze datum in 1963 de Organisatie van Afrikaanse Eenheid (OAE) werd opgericht. Op deze dag, tekenden de leiders van 30 (van de 32) onafhankelijke Afrikaanse staten een oprichtershandvest in Addis Abeba (Ethiopië)
28 mei: In sommige landen wordt de Afrikadag niet op 25 mei gevierd maar wel in die week! In Nederland wordt Afrikadag, na een “pauze” van 2 jaar (wegens Corona) op 28 mei georganiseerd door de Foundation Max van der Stoel *)(FMS) in het Koninklijk Instituut voor de Tropen(KIT) in Amsterdam
Het is een dag die in het teken van Afrikaans-Europese samenwerking, als u geïnteresseerd bent in Europees buitenlandbeleid en/of mee wil luisteren (én praten) over vormgeving van de nieuwe Nederlandse Afrikastrategie, is het bijwonen van deze dag iets voor U!
Met als gasten Jan Pronk, Bert Koenders, één van de drie eerste vrouwelijke Keniaanse gouverneurs: Charity Kaluki Ngilu, muziek van Boule Mpanya, schrijver Vamba Sherif en vele anderen; met workshops en een Afrikaanse inspiratiemarkt. U kunt een persoonlijk programma samenstellen, meer informatie krijgen én tickets bestellen op https://www.afrikadag.nl/nl/home
*)FMS is in 2013 ontstaan door een fusie van de Evert Vermeer Stichting (EVS was een Nederlandse niet-gouvernementele organisatie(NGO) die zich inzette voor internationale solidariteit in de politiek) en en de Alfred Mozer Stichting (AMS was een organisatie die in 1990 door de PvdA werd opgericht om steun te geven aan zusterpartijen in Midden- en Oost-Europa)
Ooit was ik in het Verzetsmuseum in Amsterdam om een lezing te volgen over Artis in oorlogstijd.
Daarvóór had ik er nooit over gedacht hoe Artis in de Tweede Wereld Oorlog (de dieren) die tijd overleefd hadden. Mensen leden honger; hoe werd er aan voedsel voor de dieren gekomen?
Veel bleek te danken te zijn aan de toenmalige directeur van Artis, een Nederlandse bioloog van Zwitserse afkomst. Hij had “connecties” met de Duitsers en gebruikte die om te zorgen dat er geld (lees: eten) voor de dieren kwam én dat zijn staf én de dieren NIET naar Duitsland gedeporteerd werden. Duitse militairen kwamen voor “ontspanning” naar de dieren kijken. (Artis was vanaf september 1941 voor Joden verboden) Wat de Duitsers NIET wisten was dat er o.a. in de apenrots (1940 geopend) Joodse onderduikers verscholen zaten. Ook op de zolder van de roofdierengalerij zaten Joodse onderduikers.
Apenrots 1940/1945
In het begin van de oorlog brachten Amsterdammers nog noten en zaden voor de dieren naar de dierentuin, maar gaandeweg de oorlog kwam er steeds meer honger onder de mensen. Omdat de directeur bij de Duitsers bepleitte dat hij, voor het openhouden van Artis, voldoende voedsel én brandstof voor de verwarming voor de dieren nodig had, was er voldoende eten voor de dieren.
Amsterdammers kwamen soms, zo werd ons verteld, ’s nachts om met een stok tussen de tralies te proberen een stuk brood of groente uit de kooien naar zich toe te halen voor eigen consumptie. Er “verdwenen” ook dieren tijdens de oorlog, zoals kippen, eenden en ganzen. Er schijnen ook een stel hongerige Amsterdams geprobeerd te hebben de varkens uit de kinderboerderij te stelen. Indrukwekkende verhalen. Dankzij de slimme, tactvolle directeur was er genoeg eten voor de dieren én konden Joodse onderduikers in Artis een veilige plek krijgen. Wat nam die man een enorm risico! *
Iets heel anders over Artis, van vroeger maar ook van deze tijd. Behalve dieren in gevangenschap verblijven er ook “vrije” dieren in Artis. En dan niet 1 of 2 maar, zo las ik, sommige tijden wel 400 dieren. Het gaat niet over mieren, oorkruipers of andere kleine dieren, maar een dier van ongeveer 2 kilo en ca. één meter hoog: de blauwe reiger!
In Artis huist een grote blauwe reigerkolonie ! De reigers hebben hier al hun domicilie sinds Artis bestaat (1838), alleen wordt de kolonie, (oa door de steeds maar zachtere winters) steeds groter. Ze poepen in en op de bomen, zo erg dat bomen zelfs dood kunnen gaan. Ze poepen ook op de banken én de bezoekers!
Ze roven vis van de pelikanen en pinguïns! Maar ook de reigers zelf worden wel eens als voedsel verschalkt. Zo las ik dat in 2017 een reiger werd verschalkt door een leeuw; de reiger had een “verkeerde” plek uitgezocht om te landen.
Openbare toiletten die we zagen ” in the middle of nowhere” in Nieuw Zeeland
Nederland telt van alle Europese landen het laagste aantal openbare toiletten per inwoner! In het Coronatijdperk, waarin de laatste 2 jaren nogal eens café’s, restaurants en warenhuizen dicht waren, was ergens plassen dus NIET (amper) mogelijk. [amper wil zeggen dat mannen in sommige steden nog urinoirmogelijkheden hebben]
Buiten de bebouwde kom is wildplassen vaak niet strafbaar (afhankelijk van plaatselijke verordeningen) maar binnen de bebouwde kom staat er een boete van € 140,- voor. Dat wordt dan een duur plasje!
Op zoek naar hoeveel openbare toiletten Nederland eigenlijk heeft vond ik 2 aantallen 9500 en 6000. Vermoedelijk is het hoge getal inclusief (sommige) horecazaken en winkels als Hema, Bijenkorf e.d. en het andere aantal de vrijstaande toiletunits
Op een landoppervlak van 33.883 vierkante kilometer zijn zelfs 9500 toiletten voor 17,44 miljoen inwoners niet veel.
Een klein stukje openbaretoiletgeschiedenis: In 1849 kreeg Amsterdam de eerste 2 openbare toiletten; urinoirs. Het college ging er toen vanuit dat vrouwen, die toen (nog) niet in de Raad zitting mochten hebben, (dus niet konden tegenspreken) geen behoefte hadden om buitenshuis te plassen!
Het krulurinoir, de sanisette en het snel-neerzet- urinoir (bij evenementen oa)
Terug naar het heden: De Toiletalliantie**) heeft berekend dat iedere Nederlander momenteel een (openbare) toilet moet delen met 2.500 anderen. Uit een onderzoek gedaan in 2020 blijkt dat er in Amsterdam 112 openbare toiletten zijn. Deze zijn niet allemaal geschikt zijn voor vrouwen (56) of mindervaliden (50 zijn rolstoeltoegankelijk).
Erblijkt in Nederland een NORM te zijn voor het aantal openbaar toegankelijke toiletten: in een druk winkelgebied zou binnen de 500 m2 één openbaar toilet moeten zijn. Die norm wordt zelden gehaald.(Mannen hebben iets meer mogelijkheden om te plassen; zij hebben urinoirs, zoals in Amsterdam: de plaskrul, die wel steeds vaker weggehaald/vervangen worden)
Onlangs las ik dat de gemeentes Maastricht (heeft als eerste stad na Amsterdam een volautomatische sanisette) en Amsterdam plannen hebben om méér openbare toiletten mogelijk te maken én ik las dat de gemeenteraad van de stad Almere het college een jaar de tijd geeft om een plan te maken waarin dé norm ( in drukke voetgangersgebieden om de 500 meter een openbaar toilet) gerealiseerd kan worden.
Hoopvol, maar Nederland is groter dan Amsterdam, Maastricht en Almere!
*) toiletten in horeca worden NIET tot de openbare toiletten gerekend, als u er géén consumptie gebruikt moet u de eigenaar om toestemming vragen om er van het toilet gebruik te maken: niet openbaar dus! **) Oprichters van Waarkaniknaardewc.nl.
Ieder jaar wordt het Amsterdam Amsterdam Lightfestival georganiseerd. Dit jaar zou het voor de 10e keer zijn en feestelijk! Covid-19 gooide roet in het eten: De lichtkunst is er wel (17.00-22.00 uur) maar het “festival” is weggelaten. Vanaf 19 december waren de commerciële pleziervaarten verboden (met eigen bootje en max.4 personen mocht nog wel),langs de kunstwerken lopen mag wel, maar met maximaal 4 personen.
We waren wel van plan naar de hoofdstad te gaan, lichtobjecten kijken, maar het kwam er steeds niet van. A.s. zondag is de laatste dag, dus we moesten snel actie ondernemen. Vrijdagnamiddag schikt ons allebei.
We gaan met de auto naar een treinstation naar Diemen, daar is de auto gratis te parkeren, alleen….. het parkeerterrein is nu bezet door bouwspullen en bouwketen, géén mogelijkheden voor het parkeren van auto’s meer. (We zijn, door COVID, al zo lang niet met de trein naar Amsterdam geweest) Gelukkig vinden we toch een gratis parkeerplek niet te ver van het station
We stoppen onze OV kaart in de tourniquet; ik kan er door mijn lief niet; te weinig saldo. Terwijl er toch op allebei onze OV kaarten ongeveer € 40,- moet staan. Geen nood er is een opwaardeerautomaat vóór het station. Helaas doet deze maf! Het apparaat waardeert niet mijn liefs OV saldo op! We voeden de machine nog met onze pinpas, maar deze spuugt hij uit. Geen trein voor ons vandaag!
Mijn, in Amsterdam geboren lief, stapt weer in de auto en rijdt ons naar Amsterdam. Het vervoer met eigen auto én parkeergeld kost dan wel wat meer, maar dan heb je ook wat: of liever iets niet: mondkapje in de auto niet verplicht! Vrij ademen! Nog nooit hebben we Amsterdam zo rustig meegemaakt, brede straten met amper auto’s.
Eenmaal uit de auto en uit de parkeergarage blijkt Amsterdam berekoud te zijn, er waait een guur windje. We zien wel meteen ons eerste lichtkunstwerk; Hollandser kan het niet: een grote bos kleurige, verlichte, TULPEN!
We lopen bruggetjes over en zien in de grachten mooie lichtsculpturen, maar ook verlichte bruggen en straten. We blijven niet te lang ergens kijken want het lijkt wel of er langs de grachten deuren openstaan en het tocht: een koude wind bijt in je snoet.
Als we nog niet eens de helft van de route gelopen hebben gebeurt er iets heel vervelends, tenminste het is vervelend in CORONAtijd: we moeten allebei plassen. Geen restaurant of café open, wel een snackbar om iets af te halen, maar ZONDER gebruik van toilet. We lopen nog wat verder met samengeknepen billen, maar de pret is er af.
Mijn lief weet een kortere route en brengt ons beiden snel terug bij de parkeergarage. We moeten nog een tijdje rijden voor we Amsterdam uit zijn en dan nog naar huis! Ik zal u het verhaal van onze thuisreis besparen; het was “beklemmend”
Eenmaal thuis; snelle Coronavrije (tenminste dat hopen we) toiletten (voor ieder één want wachten is nu geen optie), warmte én een heerlijk kopje cappuccino ……………… Gelukkig hebben we de foto’s nog.
Er werd een groot evenement in Twente georganiseerd; er zouden mensen komen uit heel Nederland en zelfs ook van daar buiten. Veel vrijwilligers werden ingeschakeld om allerlei hand- en spandiensten te verrichten.
Een belangrijke gast uit het buitenland moest van het centraal station Amsterdam worden opgehaald. Een vrijwilliger, met auto van de zaak (mét opdruk van zijn bedrijf) was bereid om dat klusje te klaren.
Toen hij de VIP van het station had opgehaald vroeg deze of ze een stukje door Amsterdam konden rijden, hij wilde graag een paar plekken, zoals de Dam, zien vóór hij naar Twente ging. Ze hadden de tijd, dus het kon.
In de buurt van de Dam, in een nauwe straat zat, midden op de straat een man met een sandwichbord om. Het bord maakte duidelijk dat het hier om een milieuactivist ging die ZEER tegen vervuilende auto’s én de automobilisten daarin, was.
De chauffeur legde de VIP e.e.a. uit en zei hij even een praatje met de man ging maken. Hij liep op de activist af en vroeg of hij aan de kant wilde gaan. Het verwachte antwoord werd gegeven; NEEN. De chauffeur wees de activist op het feit dat hij een elektrische auto had, dus als hij even aan de kant ging, kon hij passeren en de man daarna weer écht vervuilende auto’s tegenhouden.
De activist was niet voor (die) reden vatbaar en bleef zitten waar hij zat. De chauffeur liep terug naar de auto en lichtte de VIP in. Inmiddels was de weg achter hem ook afgesloten door een klein geel (niet elektrisch) autootje. De bestuurder ervan stapte uit en vroeg, in onvervalst Amsterdams, wat er aan de hand was. De chauffeur legde uit dat het om een milieuactivist ging die NIET van plan was aan de kant te gaan. De Amsterdammer keek rond en zag kennelijk een oplossing; ”Ik ga een stukkie achteruit, dan ga jij achteruit in dat parkeerhaventje daar staan, dan kan ik erdoor en rij ik die gast effe plat, dan kunnen we daarna allebei weer door”
De Twent die zelf geen oplossing verder zag, ging achteruit het parkeerhaventje in. Waarschijnlijk, zo dacht hij, ging de Amsterdammer de activist schrik aanjagen, de activist aan de kant en konden ze daarna allebei weer door. Zodra de Twent in het parkeerhaventje stond, liet de Amsterdammer zijn wagen loeien en reed recht op de zittende activist af; hij stopte echter niet vlak voor de activist, maar miste hem op een haartje toen hij langs hem heen stoof. Uit het zicht. Het gebeurde razend snel. De activist stond geschrokken op en schudde zijn vuist naar de achterkant van het gele wegstuivende autootje. De Twent maakte van de gelegenheid gebruik om langs de, nu niet meer in het midden van de straat staande milieuactivist te rijden. In zijn spiegel zag hij hoe de activist ook naar hem zijn vuist ophief.
Twee weken later (het evenement was een groot succes geweest en de gasten waren weer huiswaarts gekeerd) ging de telefoon in het huis van de Twent Het was de politie uit Amsterdam met de vraag of hij dan en dan( datum) in Amsterdam was geweest. Hij beaamde dat en vroeg of het om de milieuactivist ging. De agent was verrast dat hij meteen wist waar het gesprek over zou gaan. – Zo moeilijk is dat niet- gaf de Twent terug. – Ik kom zelden in Amsterdam, dus ik herinner het me wel én wat er gebeurde was bizar – De agent wilde graag een verklaring van de Twent, die daarop meteen zei dat hij wilde meewerken: – Wanneer komt u deze kant op? – Maar dát was niet de bedoeling. De Twent moest naar Amsterdam komen. Reiskostenvergoeding en/of onkostenvergoeding zat er echter niet in, dus zei de Twent dat dát niet kon. Hij wilde met alle plezier even naar een politiebureau in Almelo of Hengelo komen en daar een verklaring afleggen maar daarvoor naar Amsterdam reizen was echt een brug te ver. De agent moest daarover overleg plegen en zou hem terugbellen.
Dát telefoontje kwam de volgende dag. Het was zo belangrijk dat DEZE agent zijn verklaring hoorde dat hij daarvoor wel naar politiebureau Almelo kon komen en nu een afspraak daarvoor wilde maken; het ging immers om een poging tot doodslag. Nu schrok de chauffeur. – Poging tot doodslag? Moet ik soms een advocaat meenemen?- De agent zei dat dat inderdaad een goed idee zou zijn, het kon zijn dat hij als medeplichtig zou worden beschouwd. De afspraak werd uitgesteld; de chauffeur wilde eerst een advocaat bezoeken, met hem praten en samen een afspraak plannen. Deze gebeurtenis bleek anders te zijn dan wat hij eerst dacht: “even” een getuigenverklaring af leggen.
De Twentse chauffeur sprak met een advocaat, die hem wilde bijstaan en meegaan naar Almelo. Er werd een afspraak gemaakt met politie en advocaat voor een datum 2 weken later.
’s Morgens op de dag van de afspraak voelde de Twent zich niet lekker, hij belde de huisarts op die hem voorstelde voor de zekerheid een afspraak te maken in een COVID testcentrum, dat kon ’s middags. Hij meldde de advocaat dat hij niet lekker was en naar een COVID testcentrum moest en dus niet bij de afspraak kon zijn. De advocaat wist door het eerdere gesprek met hem genoeg van het voorval om het politiegesprek alleen aan te gaan. Hij bleek zijn verklaring uit al op schrift te hebben, als hij die NU naar hem mailde en hij zou zijn handtekening eronder zetten dan kon de advocaat het vermoedelijk wel alleen afhandelen. Zo gezegd zo gedaan.
De verklaring dat hij inderdaad achteruit was gegaan en in het parkeerhaventje was gaan staan, maar géén idee had wat de man in het gele autootje zou gaan doen, én toevoegingen van de advocaat bleek genoeg voor de politie te zijn om géén vervolging verder in te stellen. Het verhaal vertelt NIET wat er verder gebeurd is met de Amsterdammer in het gele autootje, of deze voor poging tot doodslag werd vervolgd.
We waren in Rijswijk voor Splendid Isolation van de Britse kunstenaar Ian Berry. Een tentoonstelling in Museum Rijswijk dat gehuisvest is in het Tollenshuis. Een pracht van een tentoonstelling, zeker een aanrader als je van, denim, contemporary art én een mooi museum houdt.
Na het museumbezoek (het is dan even droog!) lopen we even door Oud Rijswijk heen: het heeft sfeer!
Op een terrasje onder het zonnescherm, dat nét nog als regenscherm functioneerde, zitten een paar oudere mensen. Ervóór staat een prachtig, zo te zien, nieuw rond bankje om een boom, met olifantenbeeldjes eronder. Erachter ligt, onder een glazen plaat verlicht, een historische put: al vanaf 1550 haalde Rijswijkers water uit deze put. Later werd er, 13 meter verderop, een pomp aangelegd. In 2010 is de glasplaat en verlichting gekomen om dit stukje puthistorie te behouden; de pomp staat er nog
Op de bank op de boom staan woorden zoals Ceylon en Hansken, Rembrandt Nergens een bordje waarom én ter herinnering waaraan deze bank is. Ceylon in Rijswijk? En wie was Hansken? En wat heeft Rembrandt hiermee van doen? Ik loop naar de mensen onder het scherm toe en vraag waarvoor dit bankje is. Het blijkt om een olifant te gaan, in 1620 had Rijswijk een olifant! Men raadt me aan om even naar het museum te lopen, daar hebben ze een boekje met het verhaal van de olifant. De dame die het me zegt was vrijwilliger in het museum vertelt ze Ik zeg dat ik dat zal doen. “Het is gratis” roept de (ex?) vrijwilligster me nog na.
De dame van het museum komt achter de balie vandaan als ik mijn vraag stel, ze gaat, trapje af, trapje op, ik achter haar aan, naar een piepklein kantoortje, waar iemand zit te werken. Ze vraagt, hem naar het boekje : hij blijkt ze allemaal te hebben uitgegeven.
De baliedame vindt het vreselijk dat ze me niet helpen kan, ze loopt met me mee naar buiten en wijst in de straat verderop een juwelier; als er een olifantenkoekblikje in de etalage staat kan ik dáár het boekje halen. Dank u wel, lieve, behulpzame dame!
De juwelierszaak blijkt helaas gesloten te zijn! We lopen door, ook een slagerij heeft een koekblik in de etalage staan. Ik loop er binnen en vraag naar het boekje. Helaas zijn ze ook bij hem op, maar ook hij doet een extra stap en geeft me wel een pamfletje (dat hij uit een koekblik haalt) met een kort “verhaaltje” over de olifant. Dank u slager! We lopen verder Ik zie een brillenzaak mét een trommeltje in de etalage en probeer het nog één keer. De opticien had nog een stapel boekjes en gaf me er één.
Zodoende kan ik u nu de geschiedenis vertellen van een Aziatische vrouwtjesolifant die Hansken heette. Ze werd geboren in 1630 in Ceylon en vertrok voor een reis van 7 maanden met een VOC schip via Kaap de Goede Hoop, Sint Helena en Texel naar Amsterdam. In Amsterdam waren zij en haar medereizigers: een Indisch hert en een luipaard (aangekondigd als een tijger) tegen betaling te bezichtigen. Het opgehaalde geld ging naar de armen.
Hansken kwam, na deze “omweg”, bij haar nieuwe eigenaar terecht: stadhouder Frederik Hendrik die in Rijswijk woonde in paleis dat Huis ter Nieuborch, ook wel Hof te Rijswijk geheten. (Er is helaas niets meer over van deze bebouwing) Hansken verbleef 3 jaar in een paardenstal van de stadhouder in Rijswijk. In 2010 is, als eerbetoon, deze zeshoekige boombank ontworpen door ir.Elisabeth(Piet) Rijkels-Visser. ter nagedachtenis en deze eerste olifant in Europa! [foto van de ontwerpster, zie hierboven met bordjes gemaakt door Robbert Roos]
Hansken wisselde nog al eens van eigenaar; van Frederik Hendrik naar diens neef Johan Maurits en toen deze naar het buitenland moest kwam Hansken bij weer een nieuwe eigenaar terecht. Zo “verhuisde” zij minstens 3x en kwam toen bij Cornelis Groenevelt terecht, die haar kunstjes leerde. Hij liet toen reclameposters drukken met haar kunsten [oa buiging maken, zwaaien met een vlag en dansen] en trok samen met haar de wereld rond; Hanskenliep en Cornelis zat op haar rug. Er gaan verhalen dat ze in Amsterdam in 1647 door een brug zakte én dat Hansken samen met Cornelis door de Alpen en naar Italië trok.
Groenevelt had veel verstand van paarden maar niet van olifanten, slechte voeding en onnatuurlijk gedrag hebben geleid tot haar vroegtijdige dood: in 1655, tijdens een optreden in Florence zakte ze in elkaar en stierf.
De Groot hertog van Toscane, Ferdinand II kocht de dode olifant voor zijn verzameling. Momenteel is haar (oudst bewaarde) olifantenskelet te zien in het Museo della Specola in Florence . Erbij staat: Skeleton of the famous Hanske, the elephant (1630 – Florence, 9 November 1655)
Hansken is niet alleen door ontwerpster Elisabeth (Piet) Rijkels-Visser vereeuwigd (bankje), ook Rembrandt heeft Hansken vermoedelijk ooit gezien (niet gedocumenteerd) maar zeker 3x getekend en Vondel, die in 1637 voor de opening van de Amsterdamse Schouwburg (jan 1638) zijn beroemd geworden Gijsbrecht van Aemstel schreef, maakte in regel 1304 een toespeling op een van de opzienbarende stunts van Hansken.
Tot zover het verhaal van Hansken; IK vind het een zielig verhaal, zielig voor een grote olifant uit Ceylon
We lopen door een straat, bijna had ik het gemist, straatkunst: eerst een soort elektriciteit kastje met daar een klein stukje vandaan nog een. Maar nu tweede was geen saaie grijze kast, maar” beplakt” met steentjes “papier”; het ziet er zo veel “leuker” uit.
We lopen nog langs een leuk steegje met goudgepunt hekwerk en keren dan terug naar onze (gratis) parkeerplek
Oud Rijswijk, een sfeervol winkelgebied, een prachtig museum, een historische put, een waterpomp van 1831 én een gedenkbank voor Hansken, de olifant.
Over het milieu kun je ontzettend veel lezen; hoe we het aan het verknoeien zijn, welke plannen er zijn om het tij wat betreft het milieu te keren en welke maatregelen je zelf kunt nemen om het milieu minder te belasten.
Soms lees ik over een idee dat mij top lijkt en blog ik erover, een andere keer lees ik over cijfers aangaande het milieu en sla ik stijl achterover, en blog erover. Nu las ik weer iets waar IK verbijsterd over was en dat was over het milieu en fietsen!
Fietsen – geen brandstofuitstoot en op lopen na, de meest milieuvriendelijke manier van transport. Maar…. Fietsen moeten ook geproduceerd worden en op zich brengt dat natuurlijk ook een belasting voor het milieu met zich mee. Om minder fietsen te produceren en tóch mensen per fiets van a naar b te kunnen laten is er ooit een project DEELFIETS ontstaan. In Nederland, een echt fietsland, maar ook in China, in de grote steden.
Het leek voor grote steden in China een geweldig idee; de wegen waren daar auto-overbelast (gevolg; smog) de populatie groeide en veel mensen die in de grote steden woonden konden zich geen auto veroorloven, wél een abonnement op het deelfietsenplan. Met een abonnement kan, via smartphone, de fiets van slot gaan en voor zo’n 20 cent per uur kan hij worden meegenomen. Je kon de deelfiets achterlaten waar je wilt; er waren geen regels. Het werd chaos! Zo erg dat de landelijke regering zich ermee heeft bemoeid en er regels zijn opgesteld.
Dat neemt niet weg dat er nog miljoenen kapotte deelfietsen “ergens” liggen te wachten om vervoerd te worden naar een fietsenkerkhof.
fietsenkerkhof Sjanghai
En, nu komt het : Om milieuvriendelijk te kunnen deelfietsen moet zo’n fiets minimaal 686 keer worden gebruikt; dat is dan om de uitstoot die én bij productie én bij de afbraak plaatsvindt, te compenseren. In 2020 becijferden wetenschappers van de Chinese Academie of Sciences deze minimale gebruikstijd. De deelfietsen in China halen die leeftijd vaak niet!
Ik las dat in 2019 volgens het Ministerie van Transport in China 70 bedrijven deelfietsen aanboden en dat ze samen 16 miljoen fietsen bezitten en er 130 miljoen gebruikers geregistreerd staan. In Sjanghai (24 miljoen inwoners) waren ( in 2019) 1,5 miljoen deelfietsen; de Sjanghai Bicycle Association berekende dat er maar plek was voor 600.000 fietsen! De gemeente Sjanghai stelde daarop speciale parkeerplekken voor deelfietsen op; het hielp niet echt. Daarop namen ze 150.000 deelfietsen in beslag, die werden op een hoop “ergens” gedumpt. Ook niet erg milieuvriendelijk!
NEDERLAND en deelfietsen:
Het eerste soort deelfietseninitiatief in Nederland kwam er in de jaren ’60 in Amsterdam: het Wittefietsenplan door de Provobeweging.
In Nationaal Park de Hoge Veluwe kun je een gratis witte fiets gebruiken om in het Park rond te rijden (1974 begonnen met 50 stuks NU ca.1800 witte fietsen)
Verder kennen we in Nederland de OV-fiets; een initiatief van de NS; op stations staan fietsen te huur.
Ook in Amsterdam was het “parkeren” van deelfietsen voor veel Amsterdammers een doorn in het oog, zodat de Gemeente Amsterdam ook dáár heeft ingegrepen. Onlangs (afgelopen juni) heeft Amsterdam voor de looptijd van 2 jaar, een klein experimenteel deelfietsenplan toegestaan: 1300 deelfietsen en 100 buurtbakfietsen. Om te voorkomen dat de deelfietsen tot parkeeroverlast gaan leiden wordt het systeem van back-to-many gehanteerd: deelfietsen moeten bij een van de locaties van de aanbieders terug gebracht worden en de buurtbakfietsen hebben elk een eigen parkeerplek.