Een naam van een dier is soms herleidbaar naar wat hij eet. Ik vond er één in het Engels, de in Nederland hetende zilvermeeuw, heet in het Engels een herring gull (haringmeeuw)
Het schijnt dat die naam ooit door vissers aan deze meeuw gegeven werd omdat de meeuwen om de vissersboten rondcirkelden en ook bij kades waar de boten aanmeerden te vinden waren, op zoek naar visafval (de vissers dachten dat de vogels hun haringen wilden “afpakken”)
Zeelieden betrokken meeuwen ook in hun volksgeloof: de zielen van verdronken zeelieden zouden “terugkomen” als meeuw. Ook gaven ze meeuwen weersvoorspellende gaven: als bij windstil weer meeuwen in zicht kwamen zagen zeelieden dat als een teken dat het weer zou gaan waaien.
Ik las dat men heel vroeger (de 4e eeuw vóór Chr.) maar 2 soorten meeuwen onderscheidde: de witte en de grijze meeuw (de Griekse filosoof Aristoteles 384- 322 v.Chr schijnt dat beschreven te hebben)

Waarschijnlijk was de theoloog Thomas van Cantimpré (1201-1272) de eerste die, in zijn boek “Liber de natura rerum” (Boek over de aard der dingen) voor het eerst de zilvermeeuw – Larus argentatus als apart soort beschreef.
Om nog even bij de Britten en vogels te blijven, de vogel die wij wulp ( Latijn: Numenius arquata) noemen, heet in Groot Brittanië: curlew.
Een onomatopee (klanknabootsing);de vogel roept koer-lie koer-lie, vandaar zijn Engelse naam curlew! De Nederlandse naam “wulp” stamt van het oud-Germaanse “hwelfan” (= kromme en slaat op zijn snavel)

Een andere vogel waar de Engelsen qua taal iets mee hebben: is de kraai! In Nederland hebben we het over vogelverschrikkers, de Engelsen zeggen het wat explicieter scarecrows: kraaienverschrikkers

Kraaien zorgden voor veel overlast bij de landbouw, vandaar dat men vogelverschrikkers plaatste om de kraaien te verjagen.
Van Engels naar Frans!
De naam plevier (een steltloper) is afgeleid van het Franse pluvier dat regenachtig betekent (dat weer afgeleid is van het Latijnse pluvialis )

Vroeger werd gezegd dat als de plevier gaat fluiten het waarschijnlijk gaat regenen
Dan nog een “taaldingetje” met vogels, namelijk een spreekwoord, waar ik nog nooit van gehoord had vóór de vogelbescherming het onder mijn aandacht bracht:
Spreeuwen willen wel kersen eten maar geen bomen planten.

Betekenis; wel van alles profiteren, maar er niets voor doen.
Spreeuwen zijn alleseters; ze eten insecten maar ook fruit zoals bessen, appels én kersen.
Er zijn momenteel weer spreeuwenwolken, ik zag er verleden week één; een gigantische troep spreeuwen vloog één kant op, plotseling draaiden de eerste en toen alle spreeuwen om en vlogen de andere kant op. Het werd een soort draaikolk van spreeuwen en hield een tijdje in de lucht aan, geweldig om te zien
Vogelbescherming adviseert als beste tijd om spreeuwenwolken te kijken:aan het eind van de middag én in de avondschemering
Tenslotte….

een vergeten vogelnaam: een mussenarend, tegenwoordig sperwer genoemd, daarin is nog sparrow (Eng.voor mus) te herkennen; de uitgang “er” is een verkorting voor arend.