De wilde eend

Soms hoor, of lees je iets waarna je denkt “Die verklaring daar voor, dáár was ik niet opgekomen”

Zo las ik onlangs dat wilde eenden, u weet wel die eenden die in parkvijvers zitten, die je brood gaat voeren met kleine kinderen*), die bruine vrouwtjes eenden met hier en daar een witte streep en die mannetjeseenden met die prachtige metaalkleurige groenblauw glanzende kop mét die witte halsring en gele snavel, DIE!

Daarvan zie je er zovéél, maar vaak veel meer vrouwtjes dan mannetjes.
Nu las ik dat, na het broedseizoen, de mannetjes eenden “vrouwenkleren aantrekken!” Zij gaan dan in de rui, verliezen hun slagpennen, willen zo min mogelijk opvallen, omdat ze tijdens de rui NIET kunnen vliegen (dus heel kwetsbaar zijn)
Globaal gezien lijkt het, in die tijd, dus bij een vijver of meer dat er meer vrouwtjes eenden zijn. Apart weetje.

Een jong van een eend is een “nestvlieder” d.w.z

dat ze, als ze uit het ei komen, al meteen grotendeels voor zichzelf kunnen zorgen, pa een is dan ”verdwenen”( met zichzelf bezig, aan het ruien)

Ma eend houdt de jongen ’s nachts warm en houdt ze overdag in de gaten om ze voor gevaar te behoeden (eten zoeken kunnen ze zelf al)

Wilde eenden worden door mensen gegeten; de wilde eend mag bejaagd worden in de periode van 15 augustus – 31 januari.

Vroeger werden eenden gevangen met eendenkooien; afgelegen vijvers, waar slootjes op uit komen, werden omringd met hout- en rietschermen Daarin werden gekortwiekte lokeenden gehouden, die door de kooiker (eigenaar van de vijver en de lokeenden) gevoerd werden.
Men denkt dat er in de zeventiende eeuw ongeveer 3000 van dergelijke eendenkooien in Nederland waren.
In 1620 werd er een eendenkooi aangelegd bij Uitgeest, deze is er nog (wordt beschermd en onderhouden, niet meer gebruikt om eenden te vangen, wél om te bezoeken en uitleg over te krijgen)

Zodra er veel wilde eenden in de vijver zaten werden deze op gedreven door een kooikerhondje, die liep te keffen langs de vijverkant. De eenden werden naar een smal slootje gedreven, de kooiker dreef ze dan in een fuikachtig net.
Wilde eenden voor consumptie gereed!

Een kooikerhondje was vroeger geen speciaal ras. Kooikers zochten een hondje uit dat niet te groot en goed wendbaar was: een hondje dat goed iets aan te leren was.
Op oude schilderijen staat vaak een dergelijk klein spioenachtig (hond die behulpzaam was bij de jacht) hondje.
In 1966 vond een voorlopige erkenning van  kooikerras plaats en in 1971 verleende de Raad van Beheer de officiële erkenning; het kooikerhondje was een ras geworden!

Zover het wilden eendenblog. Over een ander soort eenden komt in januari een blog,op de Internationale ….  eenddag!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s