
Mozart (1756-1791) had vroeger een spreeuw als huisdier ( bron: vogelbescherming)
Het schijnt dat de spreeuw een deel van Mozarts Pianoconcert nr.17 kon nazingen!
Amadeus had de vogel, naar verluidt 3 jaar toen de vogel stierf, hij regelde een uitgebreide begrafenis voor de vogel!
Er hadden meer vroegere grootheden een band met de spreeuw: Bekend is dat zowel Aristoteles (Grieks filosoof en wetenschapper) als Plinius (Romeins letterkundige en politicus), als de Vlaamse dichter Maerlant en ook Shakespeare de spreeuw in hun werk noemde.
Eén van de bijzonderheden van de spreeuw is dat hij goed geluiden kan nabootsen. Geluiden van andere dieren, maar ook van bijvoorbeeld een trein of telefoon.
Sir Hugh Beaver (1890-1967) ging met een vriend op vogels jagen. Beide vrienden schoten op een goudplevier*) en…misten. Ze discussieerden daarna over wat de snelste vogel in Europa was waarop gejaagd mocht worden. Ze werden het niet eens (volgens Beaver was het de goudplevier, volgens zijn vriend de rode korhoen)
Beaver, toentertijd directeur van de Guinness brouwerij, vroeg het na bij anderen. Niemand wist het, dit resulteerde uiteindelijk (1955) in het eerste Guinness Book of Records; een bestseller. Nog steeds een, ieder jaar uitgegeven, boek met een collectie van internationale erkende records van dat jaar!
Vroeger jaagde men op vogels, vooral vinkachtige, die werden opgegeten. De adel deed dat eerst en toen zij hun interesse daarvoor verloren, werd het een volksactiviteit; vooral voor het opeten daarna!
Het ging toen voornamelijk met 2 lange netten, die op de grond werden gelegd met een touw, waaraan getrokken werd, zodat het net zich sloot. [Daar komt de uitdrukking Op het vinkentouw zitten vandaan. Waarvan de betekenis is: (ongeduldig) wachten tot je iets te pakken kan krijgen]
Om de “vrije” vogels te lokken werden er vinken bij gezet waarvan óf de ogen waren uitgestoken (men was niet zo teerachtig als nu) of waarvan de ogen waren afgeplakt (blinde vogels zingen méér)
De blinde vinken zongen en lieten zo hun “vrije” familieleden in de val vliegen.
De gevangen vogels werden onthoofd, aan een spies geregen en daarna klaargemaakt om te worden opgegeten

[ Dáár komt het vleesgerecht “blindevinken” vandaan! In 1912 werd in Nederland de vinkenjacht officieel verboden; er werden géén vinken meer gegeten. Toen werd het gerecht “blindevink” bedacht; gehakt met een lapje spek eromheen. Blindevinken schijnt ook wel “vogeltjes zonder kop” te heten]
* De naam plevier komt van het Latijnse pluvialis wat “bij de regen behorend” betekent.
Vroeger werd gedacht dat als de plevier ging fluiten, het ging regenen!
Goede morgen Baars, Uit jouw blog destilleer ik, dat wij mensen veel stadia moeten doorlopen alvorens te kunnen begrijpen, dat het handelen van een bepaalde tijd ten goede wordt veranderd lange tijd daarna, getuige jouw verhaal over de vinkenjacht. Ik weet dat de Italianen dat nog langer hebben gedaan, de jacht op kleine vogels. Dit en het besef van het eten van vlees en de daaraan gekoppelde misselijk makende mishandeling, heeft me er na lange tijd toe doen besluiten vegetariër te worden, geleidelijk !
Je blog was/is duidelijk en weerklonk in mijn leven, Johannes
LikeLike