De schrijver van het eerste Nederlandse handboek over tuingeschiedenis, jonkheer Catharinus Henri Cornelis Ascanius van Sypesteyn (1857-1937) is tegelijk bedenker en ontwerper van kasteel Sypesteyn (Loosdrecht)
De tuin, behorend bij het kasteel, is zijn eerbetoon aan de verdwenen tuinkunst uit de periode vóór de belangrijke, toonaangevende 17de-eeuwse Franse tuinarchitect André Le Nôtre (ontwerper van de tuinen van Versailles van koning Lodewijk XIV, de Zonnekoning)
Henri jong en oud
We gaan even in Loosdrecht kijken omdat er in de tuin momenteel een beeldententoonstelling*) in de tuinen wordt georganiseerd.
Het kasteel is vrij nieuw, pas in 1927 klaargekomen en gebouwd op de fundamenten van een stenen huis ( volgens van Sypesteyn het ”bewijs” dat daar het kasteel Sypesteyn van zijn voorouders ooit heeft gestaan) Hij koopt daarom daar grond op en in 1901 bezit hij 6 hectare weilandgrond
De tuin is een langgerekt stuk, waarom dat zo is, zien we later op een bord: de grond is in de ster van Loosdrecht!
Het was daar ooit moerasgebied, gelegen tussen de rivier de Vecht en de Utrechtse heuvelrug. Om dit moerasgebied te ontwateren werden sloten gegraven. Die sloten werden gegraven naar de oorsprong van de Drecht, waardoor een stervormige verkaveling ontstond: Het Stergebied. Hier begint ook het Laarzenpad, een wandelroute die door het Stergebied loopt.
Er is een slottuin, een boomgaard, een doolhof en een parkbos bij het kasteel. Er staan hier bomen die tot de oudste en grootste van ons land behoren!
We lopen eerst langs de tentoongestelde beelden.


Dit is niet de enige kunst die hier te zien is, ook kunstwerkjes van de natuur: grote, mooie bomen, paddenstoelen en gekronkelde stammen en knoesten.




Prachtige hekken sluiting af, geven doorgang en staan “gewoon” voor sier!
Vanwege de overeenkomst met het hoofd- en voeteneind van een ouderwets bed, zijn deze hekken ledikanthekken gaan heten.


Jonkheer van Sypesteyn wilde oude hekken voor zijn kasteel en tuin, dus hij kocht bestaande hekken van oude buitenplaatsen. Zoals een hek afkomstig van de buitenplaats Hoekenburg uit Voorburg.(op de oude foto staan nog de letters H.EKE.BURG )
Een ander hek heeft fantasielelies in het siersmeedwerk, waarvan we details fotografeerden.
Vroeger werd een doolhof gezien als een symbool voor de moeizame levensweg van de mens, elke tuin van formaat had er een.
Sypesteyn legde “zijn” doolhof aan op een apart stuk van de tuin, met beukhagen en een meelbesboom in het midden


In de slottuin een buxustuin met aan beide zijde een berceau (loofgang) Er heerst nu een schimmelziekte in de buxus, dit terrein is dus nu niet voor bezoekers toegankelijk (besmettingsgevaar door schoenen en/of kleding is mogelijk)


Er staan geweldig mooie bomen, voor mij spant de treurhoningboom de kroon. Oorspronkelijk afkomstig uit China en Korea (in Japan wordt deze boom op begraafplaatsen en bij tempels geplant)“Treur” in zijn naam komt van de afhangende groene takken en twijgen, en “honing” omdat de bloeiende boom (eind augustus) veel nectar levert voor bijen.
Ook de schors van de witte esdoorn moét ik even voelen, zo gegroefd, zo doorleefd en wat een omvang!

Omdat jonkheer Sypesteyn uit was op eerherstel van de oude Nederlandse tuinkunst wilde hij ook in zijn tuin Ars Topiaria, oftewel vormsnoei van hagen en struiken.
De taxussen die hier “op een hoopje” staan, zijn in zijn tijd in allerlei vormen gesnoeid om “later” op een andere plek in de tuin gezet te worden. Die verplaatstijd is er nooit gekomen! Dit stukje tuin, dit “taxusdepot” is dus nog precies zo als ten tijde van Jonkheer van Sypesteyn!
Van al dat wandelen en kijken hebben we dorst gekregen, dus we lopen terug naar het kasteel, waar het terras druk bevolkt wordt (mensen die we in de tuin niet gezien hebben, daar was het heerlijk rustig!) We vinden een leuk plekje halfzon/halfschaduw (het is eind oktober en 19 graden!) en genieten van de cappuccino



De toilet is gesitueerd in het kasteel; een klein trapje naar beneden leidt naar een smal gangetje, waarin een groot wijnrek, een borstbeeld én een harnas staat. De toilet zelf is super modern en strak.

Hoewel het eind oktober is, zijn er nog wel bloeiende planten in de tuin, zoals een roze Rododendron, Judaspenning, anemonen en nog wat andere bloemen waarvan ik de naam niet weet.


Het kasteel heeft nogal wat bijgebouwen, het lijkt me geweldig om daar te wonen (minstens één huis ziet er bewoond uit; we houden afstand)




We zien een put (afgedekt met een hekwerk) en op een rooster van een kelder is een “oud” luik gelegd (veiligheid voor alles)
Het is een leuke tuin; er is veel te zien!
Het kasteel, één van de jongste kastelen van Nederland, staat tegenover de Sijpekerk en ziet er in ieder geval van buiten, “oud” uit. Wat ons betreft is de jonkheer in zijn opzet geslaagd: aandacht voor de “oude” Nederlandse tuinkunst
De vlag die bij de in/uitgang hangt is een “normale ” rood/wit/blauw (fijn om de driekleur weer eens “gewoon” te zien hangen.
*) Geen namen van kunstenaars erbij en de bijbehorende lijst met namen is niet meer beschikbaar, dus (helaas) geen namen van de makers van de beelden.