Knobbelzwanen

De zwaarste vogel in ons land is de knobbelzwaan; ca. 12 kilo. Een knobbelzwaan heeft een spanwijdte van ca. 2 ½ meter, is ca. 1 ½ m hoog en heeft ca. 25.000 veren.
Knobbelzwanen worden, in het wild, ongeveer 20 jaar oud (bron Vogelbescherming)

De knobbelzwaan is wit met oranjerode snavel, het mannetje heeft een duidelijke zwarte knobbel (die in de lente groter wordt, ook de snavel wordt dan roder).De knobbelzwanen hebben de meeste halswervels van alle vogels, nl. 26.

Op het land eten ze gras, in het water “grondelen” ze; met de kop en borst onder water zoekend naar waterplantjes en waterdiertjes. Doordat zwanen een lange nek hebben kunnen ze dieper grondelen dan eenden!

Een knobbelzwanenechtpaar heeft iets romantisch, misschien omdat ze samen zo’n mooi hart kunnen vormen? Of door het sprookje van het lelijke eendje, die een mooie zwaan werd? Of door het ballet Het Zwanenmeer? Of dat ze monogaam zijn en “altijd” bij elkaar blijven? ( schijnt trouwens niet altijd waar te zijn)

In het Hindoeïsme rijdt de schepper van het heelal, Brahma, op een zwaan; Brahma zelf komt voort uit een gouden zwanenei. Ook in de Griekse mythologie spelen zwanen een rol ( het verhaal van Leda en de zwaan oa.)
En ook in de huidige tijd is er iets “romantisch” met zwanen. In Groot Brittannië zijn alle niet- geringde knobbel- en zwarte zwanen van het regerend staatshoofd (er wordt alleen “iets gedaan” met de zwanen die op een bepaald gedeelte van de Theems domicilie hebben )

Eén van mijn Engelse familieleden assisteerde bij Swan upping, een botenevent op de Theems van 5 dagen, dat neerkomt op zwanenvangen en een soort “health check” en “counting” van de zwanen van de, toen nog, Britse vorstin. (Er was ook iets met het ringen; ik geloof dat alleen jonge zwanen werden geringd)

Dit recht van een vorst om zwanen te hebben komt overigens niet voort uit iets romantisch of moois; eerder iets heel banaals: zwanenvlees eten!
In de twaalfde eeuw was zwanenvlees een delicatesse, omdat de adel (ook in Nederland) bang was dat de zwanen “op” raakten nét als zij een banket wilden geven werd er een zwanenrecht (het recht tot het houden én doden van knobbelzwanen) ingesteld; een soort vergunning die adellijke lieden kregen om zwanen te houden én te doden.(Er is nog een Fries zwanenboek uit het jaar 1529 waarin staat welke families het zwanenrecht bezaten)

Eens was ik bij en in Hofwijck, een buitenplaats bij Voorburg waar ooit Constantijn Huygens leefde, hier zag ik zwanen in de slotgracht, er werd door een gids verteld dat Huygens het zwanenrecht had en dat er sindsdien altijd zwanen bij de buitenplaats zijn.

Niet alleen om op te eten werden knobbelzwanen gehouden, ook voor hun dons.
Dát vond plaats in de eerste helft van de 20ste eeuw. Het schijnt dat toen veel  jonge zwanen uit Polen werden geïmporteerd, omdat die mooier wit zouden zijn.
Toen de “donsmarkt” instortte liet men de Poolse zwanen vrij. Deze zwanen vermengden zich met de wilde zwanen hier. Die genetische variatie is nog steeds te zien; soms hebben pa en ma zwaan een paar witte én grijze pullen. Waarbij de grijze de oorspronkelijk Nederlandse zwanen zijn en de witte pullen de van oorsprong Poolse pullen.


De eieren die een zwaan legt zijn mat grijsgroen, maar na een tijdje worden ze glanzend en bruin.
Het vrouwtje broedt ongeveer 36 dagen, meestal op  4 tot 6 eieren.

Een jonge zwaan, ook wel pul genaamd kan, na uit het ei gekropen te zijn (op zich al een vermoeiende bezigheid) na een paar uur al lopen én zwemmen.
Pullen blijven een jaar bij hun ouders (in vogeltermen is dat láng)

Dan nog even een fabeltje uit de weg ruimen: Een zwaan zingt NIET voordat hij of zij sterft!
De uitdrukking iemands zwanenzang is metaforisch voor iemands laatste kunstuiting; het laatste gedicht, het laatste schilderij.*)
Het schijnt dat deze uitdrukking van mythische oorsprong is en dat PLATO dat op zijn geweten heeft. Hij beschreef de dood van Socrates en liet hem zeggen dat zwanen het mooist zingen vlak vóór hun dood, niet uit droefheid maar uit blijdschap.

In werkelijkheid geven zwanen amper geluid. Ik heb een zwaan nog nooit horen kwaken, gakken of wat dan ook, alleen horen blazen als ik met de hond (aan de lijn) in de buurt kwam

Wel hoor je ze duidelijk opstijgen, hun vleugels maken dan een apart geluid, maar verder…..stilte, geen gezang!

Dan nog tips van de Vogelbescherming een kijktip: knobbelzwanen zijn, als ze ruien (herfst) in grote getalen op de Veluwrandmeren (getuige mijn foto)

En een voedingstip: als er, in de winter, weinig gras of waterplanten te vinden zijn: beperk de hoeveelheid brood die je knobbelzwanen geeft; voer ze liever: doperwten, boerenkool of granen!

* Ook gebruikt men de uitdrukking als het niet om kunst gaat; in het algemeen: iemands laatste uiting voor zijn dood.