Oorspronkelijk was een strijkbout een ijzeren staafje dat verhit werd en in een strijkijzer gelegd.
Nu gebruiken we de woorden strijkijzer en strijkbout door elkaar en zijn ze allemaal elektrisch al dan niet met stoomtoevoeging.
Een dame uit Drenthe: Ria van Lunzen, verzamelde 42 jaar strijkbouten uit alle tijden en alle landen, een deel van deze strijkijzers zijn nu te zien in Suzie’s museum in Aalten.


Het schijnt dat al in de prehistorie gestreken werd, kleding werd tussen gepolijste stenen “gestreken” om het zo glad mogelijk te krijgen. De Vikingen schijnen een massief brok glas gehad te hebben om hun kleding te “strijken”, zo wreven ze bijenwas in hun wollenkleding, om die wind en waterdicht te maken. Strijken was niet (alleen) om de kreukels uit de kleding te halen. Strijken werd ook uit hygiënische overwegingen gedaan; de hitte doodde beestjes in de kleding!

In 1882 werd door de Amerikaan H.W.Seely het elektrisch strijkijzer gevonden, daarvan af stammen onze huidige strijkijzers. (Dat eerste strijkijzer woog 6,8 kg)
Vanaf 1926 werden strijkijzers uitgerust met regelbare temperatuurinstelling en vanaf 1941 met een lampje, dat aanging als het strijkijzer “klaar” was voor gebruik!
Maar voor het zo ver was waren er allerlei andere methodes om een strijkijzer te verwarmen, men kende oa. kooltjesbouten en kachelbouten en schoorsteenbouten. Allemaal met een reservoir dat gevuld werd met brandstof! Dat kon kooltjes, hout, gas, houtskool of zelfs kerosine (zo las ik) zijn
De schoorsteenbouten werden gevuld met turf, daar werd zuurstof aan toegevoegd, zo werd de was, al rokend, gestreken.


(Ik vrees dat een bezoeker de strijkende dame haar arm heef (uit de kom?) omgedraaid, het ziet er heel onnatuurlijk uit (zelfs voor die tijd)
Heel veel strijkbouten in Aalten; er is een onderscheid tussen Franse (elegant en klein) Duitse (groot en zwaar) en de (degelijke) Nederlandse bouten.
En er zijn speciale bouten voor allerlei kledingstukken :voor korsetten, stropdassen, pofmouwen en ook voor het strijken van een biljart! En ook zijn er treefjes te zien, mooi bewerkte “onderzetters” voor de hete bouten.



Er zijn strijkbouten voor privé- en voor professioneel gebruik (kleermakers) én ook voor volwassenen en die voor kinderen (speelgoedbouten)
Strijkijzers voor thuis en zelfs om op reis mee te nemen; de zgn reisbouten.
Als ik het zo bekijk lijkt me strijken vroeger een gevaarlijke business; er kwam dan ook nog al eens brand van én door de kooltjes en dergelijke (vulling) kwamen er ook nogal eens zwarte strepen op de schone was! Het leven van een huisvrouw ging vroeger niet over rozen!

In Groningen (Gemeente Midden-Groningen) in Noordbroek staat het strijkijzermuseum. Op afspraak zijn daar ook, net als in Suzies museum strijkijzers te zien en er verhalen over te horen.
Suzies museum in Aalten heeft ook andere huishoudelijke spullen, zoals oa theepotten en wekkers!