In mijn geboorteplaat Hilversum zijn een aantal begraafplaatsen: de Noorderbegraafplaats waar ook mijn vader ter ruste is gelegd, ontworpen door W.M.Dudok (1929 in gebruik genomen); de katholieke begraafplaats St.Barbara (in 1918 in gebruik genomen) een Joodse begraafplaats én de Nieuwe Algemene Begraafplaats aan de Bosdrift in (ontworpen in 1889 en een jaar later aangelegd door tuin- en landschapsarchitect Leonard Anthony Springer (1855-1940)

Deze Nieuwe Algemene Begraafplaats werd in 1964 gesloten en lag vanaf die tijd rustiek stil te zijn. De graven en de bomen en struiken waren een verstild plaatje, maar de gebouwen takelden zichtbaar af, van de “aula” was het halve plafond was ingestort, waterschade te zien en meer; een heel trieste aanblik.
Daar is verandering in gekomen met de aantreding van een nieuwe directeur van de Uitvaartstichting Hilversum in 2019!
Er heeft een zeer uitgebreide renovatie plaatsgevonden en in november verleden jaar zijn de gebouwen weer in hun vroegere glorie geopend (het complex is uitgeroepen tot rijksmonument) én…..er kan weer begraven worden.



Er wordt gezegd dat de begraafplaats zelf één van de mooiste van ons land is.
Eén ding is zeker het is er prettig toeven onder de oude bomen in de verstilde, aangename rust die er heerst. Er schijnen nogal wat mensen deze begraafplaats als een soort dorpspark (Hilversum IS een dorp, geen stad!) te gebruiken; een wandelingetje en het zitten op een bankje.
’s Winters is het voor sommigen te koud om er buiten te zijn, zodoende is er nu binnen een mogelijkheid voor een praatje en een kopje (gratis) thee of koffie:


Er is een rouwcafé gestart (het schijnt het eerste in Nederland te zijn) De tweedeklas wachtruimte (dat had je vroeger op stations en kennelijk ook op begraafplaatsen) is daarvoor ingericht, vrijwilligers zijn er aanwezig voor de koffie en thee én een luisterend oor.
Een stukje “dood” Hilversum “leeft” weer.