Ik heb meer goede dan slechte ervaringen met de politie; over het algemeen zijn het hulp (v) aardige mensen!
Het politieapparaat werkt niet altijd even goed, maar met de individuele agenten heb ik alleen maar goede ervaringen. Bij een aanrijding (niet onze schuld); in een kettingbotsing (ik zat in het midden); een aanhouding voor een blaastest (negatief), een aanhouding voor fietsen waar ik niet fietsen mocht (kwam er met een waarschuwing af) en de weg vragen waren het allemaal
hulp(v)aardige agenten.
De mindere ervaringen met het politieapparaat waren er twee; één toen ik een volle (pasjes én geld) portemonnee (5 jr. geleden) wilde afgeven op een politiebureau in Amsterdam en niemand op het bureau de portemonnee kón aannemen.
Uiteindelijk heb ik de portemonnee op de balie neergelegd en ben weggegaan.
De tweede ervaring had ik toen onze hond weg was. Om half 11 politie gebeld, melding gemaakt en telefoonnummer opgegeven. Ze zouden bellen als hij er werd binnengebracht.
Om 5 uur, na lang zoeken en allerlei mensen inschakelen ( hij was in de polder achter een hond aangelopen) toch maar wéér de politie gebeld.
-Hoe ziet de hond eruit?-
–O, die, die is al om half 12 binnengebracht, we hebben geen voorziening voor honden, dus we hebben hem op de binnenplaats achter een provisorisch in elkaar geflanst hek gezet.
Bellen? Hebben we uw telefoonnummer dan?-
Ik heb geen antwoord gegeven en ben snel de hond gaan halen (wat was hij blij ons te zien!)
Bottomline: ik heb een goed gevoel als ik een politieagent zie (ze helpen)
Behalve……. als ze aan de deur komen, dan staat mijn hart bijna stil; brengers van slecht nieuws, zó zie ik ze dan.( In naaste omgeving is een familielid die 2 agenten aan de deur kreeg omdat haar vader, op zijn werk, een hartstilstand had gekregen)


Dus toen ik, op de bank zat en mijn lief zei, daar komen 2 agenten aan en hij naar de deur liep, probeerde ik mijn hartslag in bedwang te houden. De minuten dat mijn lief aan de deur stond leken eeuwigheden. Ik hoorde hem goedenavond zeggen; hij kwam terug de kamer in, zag mijn gezicht en zei ”Niets aan de hand”.
Wat was er dan wél aan de hand?
De agenten vroegen of we iets gezien hadden, die (zeer) vroege ochtend. Ze hadden opgemerkt dat ons zolderraam uitkeek op het eerste huis van de straat.
We hadden niets gezien; in de zéér vroege ochtend zijn wij nóóit op de zolder.
Op de parkeerplek voor het eerste huis van de straat stond een (dure) auto waar die vroege ochtend( zonder toestemming) de vóórstoelen uitgehaald waren!

Wat een bizar verhaal,. Als je, dief zijnde, zonder betaling autostoelen nodig heb, steel je toch een auto en ga je op een rustig plekje de stoelen demonteren, waarom voor een huis in een straatje waar óók op de vroege ochtend mensen langs kunnen komen, deze klus uitvoeren?
Ik snap niet dat je, als dief, zo’n risico durft te nemen!
Of ze er “figuurlijk” mee wegkomen, zullen we wel nooit weten.
“Letterlijk” is het ze gelukt; ongezien weg!