Vroeger, ver voor het digitale tijdperk, had ik nog nooit van een “wouw” gehoord
(Het is een roofvogel)
Toen we ooit in Engeland met vakantie waren was mijn lief iets “hoogs” aan het bekijken; hij moest een (vond ik) enge lange trap op, om daarboven iets “technisch” te bekijken.
Ik besloot beneden te blijven.
Het was in een prachtige landelijke omgeving en droog weer.
Ik maakte een praatje met de kaartjesverkoopster en ging daarna op een bankje voor het gebouw zitten om van het uitzicht te genieten.
Na een tijdje zag ik een grote vogel in de lucht rondcirkelen, iets later kwam er nog één.
Groot, roestbruin met een gevorkte staart. Ik rende naar binnen, naar de kaartjesverkoopster die alleen achter haar balie zat en ik wees opgewonden naar buiten: “Look”
Ze liep met me mee, keek waar ik op wees. Eén blik van haar was voldoende ”Kites” zei ze en wilde weer naar binnen lopen.


– Kites? These are not kites, this is a bird- probeerde ik haar tegen te houden.
Ze trok haar schouders op en liep naar binnen, zei nog één keer heel beslist “kites” en ging weer op haar vaste plekje zitten.
Dit waren echt geen vliegers, dit waren duidelijk vogels. Toen mijn lief (eindelijk) naar buiten kwam waren de vogels gevlogen!
Een paar dagen later waren we in een grote stad (die mijden we meestal op onze kampeervakanties)
In die stad waren in elke straat wel charity shops! Ik zag er één met boeken liep naar binnen en kocht voor een paar pond een vogelboek!
Ik vond “mijn vogel” meteen; het was een kite!
Dus niet alleen het Engelse woord voor vlieger maar ook voor een vogelsoort! (sorry met terugwerkende kracht voor de dame dat ik haar “kite” niet geloofde

Pas in Nederland kon ik in het Engels/Nederlandse woordenboek opzoeken wat de Hollandse benaming was voor “the kite”;
.
Pas in Nederland kon ik in het Engelse woordenboek opzoeken wat de Hollandse benaming is voor “the kite”; een rode wouw dus! Een echte -vogel; spectaculair.
Hieraan moest ik denken toen ik onlangs e.e.a. over de wouw las:
Het is één van de soort roofvogels die bijna alleen in Europa voorkomt, makkelijk te herkennen door de lange, diep gevorkte staart. (samen met zijn soortgenoot de zwarte wouw, de enige in Nederland voorkomende roofvogel met zo’n gevorkte staart)
Sinds 2010, las ik NU, broeden ze ook in ons land ( vnl in het oosten des lands)
Het aantal wouwen in Groot Brittannië is, na de herintroductie van dit soort (eind jaren ’80) flink toegenomen; zo’n 10.000 exemplaren, schat men.
In heel Europa neemt het aantal wouwen echter af, voornamelijk in Duitsland; dan komt, zo denkt men door de toename van het aantal windturbines in hun leefgebied daar.
Deze roofvogel “jaagt” op andere vogels, insecten, amfibieën, maar ook op regenwormen en hij pakt ook graag een prooi van een andere roofvogel af én is ook een aaseter, dierverkeersslachtoffers behoren ook tot zijn mogelijke voedselbron.
Een wouwdame broedt 1x per jaar, meestal 2 eieren in een rommelig en (te) klein nest, waarvoor het wouwmannetje het nestmateriaal aanlevert, een stuk plastic, lappen of touw zijn favoriet, reden waarom vóór 1606, William Shakespeare in zijn toneelstuk King Lear al liet zeggen: “Als de rode wouw zijn nest bouwt, let dan goed op je wasgoed”
Rode wouw, als je hem ziet, herken je hem, zeker na dit verhaal meteen!

Hoi Baars, de naam is mij bekend, maar jouw informatie over zijn gevorkte staart geeft meer kans om hem te herkennen, hetgeen ik zeker ga proberen, Johannes
LikeLike
SCHUIN TEGENOVER ONS in de bosrand in de eifel zat een echtpaar rode wouwen, maar heb ik hen beiden met een spanwijdte van 1.60 al een tijd niet gezien. Ik dacht dat er twee soorten wouwen waren: de rode en de zwarte, maar leer ik van u dat de een het vrouwtje is en de ander’mijnheer’ Wouw
LikeLike
Ik denk dat ik de verkeerde indruk heb gegeven want er is inderdaad een zwarte en een rode wouwsoort, u had het goed.. Het vrouwtje van de rode wouw is wel iets groter dan het mannetje.
LikeLike