Huizen was vroeger een dorp aan de Zuiderzee.
De oudste vermelding van Huizen is, voor zover bekend, van 1382.
Men vermoedt dat de naam Huizen, in de 14e eeuw, ontstaan is doordat dáár op die plek de eerste nederzetting met stenen huizen in het Gooi was.
Hoewel de grond er schraal was, was de landbouw de belangrijkste inkomstbron, aangevuld met kunstnijverheid.
Aan het einde van de zeventiende eeuw werd de visserij één van de hoofdmiddelen van bestaan.
Die visserij beleefde de grootste groei in de eerste helft van de 19e eeuw omdat Huizen in 1854 haar eigen haven kreeg.

Zo’n 190 botters hadden toen Huizen als thuishaven.
Er stonden 18 grote visrokerijen in Huizen, die vooral haring tot bokking verwerkten.
Er kwam, na de bouw van een “eigen haven” ook uitbreiding van, aan visserijverwante bedrijven, zoals haringrokerijen en, voor onderhoud en reparatie van de schepen kwamen er scheepswerven, zeilmakers en taanders.
De schrijver Jan de Hartog (1914-2002) schrijver van “Hollands Glorie” woonde in Huizen en monsterde als 10 jarig jongetje aan op een Zuiderzeebotter. Hij bedacht de term “Bramzijgertje”, een veel te jong bemanningslid op een vissersboot.


Door de bouw van de afsluitdijk (begin 1920, laatste gat gedicht 1932) veranderde het zoute water in zoetwater; de dood voor de visserij!



Wandelend door het oude Huizen, met kleine smalle straatjes zijn er prachtige oude, verbouwde boerderijen te zien zelfs uit 1659 (hierbij is nog, door de gele stenen, te zien hoe de boerderij later vergroot is) en 1713 ( staat in het glazen raam) en 1815



Wij spreken daar met een man die net 2 jaar in Huizen woont en zegt het huis met de oudste stenen muur van Huizen te hebben (helaas aan de achterkant van zijn huis, voor ons niet te zien) Hij vertelde dat in dit (oude) huis vroeger een schipper woonde (eigenaar botter) redelijk in goede doen, maar het huis verderop in de straat was in dié tijd de verblijfplaats van de (in minder goede doen) schippersknechten; veel knechten in een relatief kleine ruimte.



Huizen had een kenmerkende klederdracht met een witte muts, die vooral op zondagen(kerk) en op uitgaansdagen werd gedragen. Vóór de Oude Kerk staat nog een beeld met vrouwen in deze klederdracht. Nu worden de dames omzoomd door een grasveld met paarse krokussen .

De prachtige, al dan niet (vaak) verbouwde huizen en vroegere boerderijen hebben soms een gietijzeren levensboom (symbool voor het leven) in het bovenlicht van de voordeur. De levensboom, meestal wit, bestaat uit een rechtopstaande stam met veel wortels aan de onderkant en een bescheiden kruin aan de bovenkant, waarin zich 2 klokjes bevinden



Sommige huizen hebben versierde dakranden en geveltoptekens. Het schijnt dat deze geveltekens ooit bedoeld waren om onheil af te weren. De “moderne” mens heeft ze laten (na) maken, zo zien we er ook uit de jaren “80 van de vorige eeuw!
Het zijn houten plankjes die traditioneel de nok van een dak (zowel rieten en strooien- als pannendaken) versieren.






We zien een huis dat de Taanderij heet, misschien is het ooit een echter taanderij geweest?
Het tanen werd gedaan in een taanketel om visnetten, zeilen of touwen te conserveren en verrotting door schimmels en bacteriën tegen te gaan. Daartoe werd visnet, zeil of touw in een hete oplossing met tannine (stof die uit de schors van de berk of eik werd gewonnen) ondergedompeld
De Rokerij, ooit een visrokerij, zijn nu 3 huizen van particulieren.




“Hoo ’t vroger was” bij de bakker is buiten nog te zien, ernaast is de deur van de (moderne) bakker

In het Oranjeweeshuis, dat in 1869 gebouwd werd van het geld dat overbleef van een inzamelingsactie voor de aanschaf van een Statenbijbel voor Koning Willem III, zijn nu appartementen, maar boven de voordeur staat nog de afbeelding van twee weeskinderen met de Statenbijbel uit 1702, die Koning Willem III op 22 maart 1862 ontving (om de koning te bedanken voor zijn inzet tijdens de watersnoodramp in de Bommelerwaard)
De Huizer straatjes kronkelen; er zijn kleine huisjes en grote, gewezen, boerderijen. De straatkeitjes zijn dan wel oud, maar de “koetsen van nu” indiceren dat hier “welgestelden” wonen. Sommige bewoners hebben de hooiberg tot carport omgebouwd ( óf een carport in de vorm van een hooiberg gemaakt)



Op sommige huizen staat een monumentenschildje op andere een alarm indicatie bordje.



Het is een prachtig dorp, dat nog steeds een “zee achtige” uitstraling heeft, getuige ook de vele zeilboten die we zien; als beeld, als model voor het raam, als lamp én als windwijzer





Huizen heeft ook een eigen mirakel: het Huizer melkmeisje dat als beeld, sinds 2012, in het centrum van Huizen staat en gemaakt is door beeldhouwer en keramiste Bertha Johanna (Berry) Holslag (1947- ) De mirakellegende gaat over een mysterieuze vrouw die heel vroeger melk uitdeelde aan arme Huizers.


Dit blog gaat over het oude Huizen, maar het dorp Huizen is ook met de tijd meegegaan en heeft 5 GRATIS parkeergarages, een gezellig winkelhart én is ook een voorloper op het gebied van het milieu: het was, in 2016, de eerste Nederlandse gemeente die alle openbare verlichting had vervangen door LEDverlichting.
Wederom een rijk verhaal, dat aantoont, dat veel “‘ouderwetse”” zaken voorkomen in kleine steden. Het leidt mij naar een bekend gezegde: Wie het oude niet eert is het NU niet weert , Johannes
LikeLike