Tegenwoordig gaat “bijna” alles digitaal.
Haalde je, als het nodig was, eerst nog ergens een folder of gebruiksaanwijzing nu moet je het op internet bekijken, want “info op papier” is zo goed als verdwenen.

Even terug in de tijd: Het echte internet, zoals wij dat kennen, begon vanaf 1987
Internet is eigenlijk ontstaan uit veiligheids-overwegingen van het Amerikaanse Ministerie van Defensie. Die netwerken werden na verloop van jaren uitgebreid.
Een zelfde soort netwerk van computers werd tegelijkertijd ook in andere werelddelen gebouwd.
Al deze netwerken werden gekoppeld en dié verzameling van netwerken werd Internet genoemd.
In 1983 introduceerde IBM zijn eerste Personal Computer in Nederland.
NU zijn ze in smartphone-, tablet- of notebookvorm in bijna ieder huis te vinden( en meestal meer dan één)
Het World Wide Web werd in 1989 uitgevonden door de Engelse fysicus Tim Berners Lee
Veel webadressen beginnen met www; het was namelijk de gewoonte om Internet hosts (servers) te noemen naar de service, die ze boden.
Het pré digitale tijdperk is haast niet meer voor te stellen, tóch zijn er mensen die niet in dit digitale tijdperk zijn opgegroeid; ze hebben nooit “geleerd” met een computer om te gaan, want leren moet je het en hoe jonger hoe beter (dan zijn de grijze cellen nog vers!)

Nu werken de basisscholen vanaf groep 1 met een computer. In de groepen 4 t/m 8 maken alle kinderen ook gebruik van een tablet; de jeugd leert bijna in de wieg al met computers om te gaan.

Ruim 4 miljoen Nederlanders zijn echter niet digitaalvaardig genoeg om bv. hun belastingaangifte te doen of in te loggen met DiGiD Sommige dingen KUNNEN niet meer op papier en dié mensen moeten zich laten helpen door een partner, kinderen of een helpdesk

Voor sommige groepen mensen is het “digitale gedoe” nogal heftig, zoals laaggeletterden: in Nederland zijn dat 2,5 miljoen mensen.
Ook zijn er mensen met een andere beperking: met dyslexie (leesbeperking) bijvoorbeeld (1,7 miljoen mensen) of mensen met een motorische handicap (1,6 miljoen mensen )
Er zijn verder nog 947.000 mensen met een visuele en 772.000 met een auditieve beperking en 1,1 miljoen mensen met een (licht) verstandelijke beperking

Ook zijn er mensen (17% van de bevolking) die geen toegang hebben tot een pc, laptop of tablet.
Dát was extra heftig toen de scholen vanwege de pandemie sloten en kinderen online-onderwijs kregen. In 2020 schonk de overheid 15.000 laptops aan schoolgaande kinderen om tóch onderwijs te kunnen volgen.
Ook het bedrijfsleven schonk digitale apparatuur aan mensen die digitale apparaten tijdens de lockdown voor het werk nodig hadden.
Ik las dat uit een onderzoek bleek dat 55% van de ouderen zichzelf NIET digitaalvaardig vindt.

Wat betreft digitaal contact met de Overheid, daar kan men in bibliotheken hulp voor vragen; er zijn ca 300 digitale overheidsinformatiepunten in bibliotheken gevestigd (www.hetinformatiepunt.nl)
Het schijnt dat 6% van de Nederlanders ouder dan 12 jaar (ca 886.000), nog nooit internet heeft gebruikt.
Er zijn ook mensen die wél internet hebben maar het niet (of zelden) gebruiken
Als verklaring om geen internet te gebruiken zeggen zij dat ze er geen interesse in hebben, geen mogelijkheden of geen kennis en vaardigheden om online te gaan. 15 procent van de ondervraagden noemt privacy als reden om geen gebruik te maken van het internet.
Als het elektra uitvalt kunnen veel mensen niet verder met hun (t)huis) werk, hobby en lessen Ook bedrijven zullen, op die momenten, enorme schade leiden.
We hebben veel gemak van het internet, maar we zijn ook enorm afhankelijk geworden.
*) Cijfers voornamelijk van het Centraal Bureau voor de statistiek(CBS)