
Ieder jaar, in december besluiten we welke Goede Doelen we het komende jaar gaan steunen.
We zijn NIET rijk, maar voelen ons dat wel als we om ons heen kijken en zien hoe sommige (vele) mensen in andere delen van de wereld leven.
En ook in Nederland zijn mensen die het niet breed hebben en die steun nodig hebben.
Voor sommige doelen zetten we ons persoonlijk in ( oa.-collecteren, sparen van doppen*) voor andere doelen geven we jaarlijks een bedrag. In de loop der jaren is dat gegroeid; we hebben sinds een aantal jaren 10 Goede Doelen die we steunen. (Daar komen dan nog incidentele doelen bij voor rampen bv, zoals giro 555 ( Samenwerkende Hulporganisaties)
Je kunt dus niet zeggen dat we onze ogen sluiten voor de mensen die het minder hebben dan wij.
WAAROM moeten we dan nu (kersttijd) zoveel bedelbrieven van Goede Doelen organisaties krijgen?
De oogst van gisteren:

En dat gaat nu al een paar dagen zo; 3 bedelbrieven per postbezorging (op zijn minst)
Goede doelen die we al jaarlijks geven vragen nu om MEER want, ze hebben het nodig voor….en dan komt er een verhaal waar je ALTIJD tranen van in je ogen krijgt.
Goede Doelen weten dat, van die tranen, en rekenen op het vervolg: een getrokken portemonnee.
Eéns in een decembermaand was ik het zó zat dat ik gebeld heb met een doel waar we al decennia aan geven. Waarom de vraag om méér?
Hun antwoord kwam neer op: “We begrijpen u maar………………. HET WERKT” en dan volgt het bedrag dat ze een vorig jaar aan deze actie hebben binnengekregen.
Ik reageer dus maar niet meer en verscheur de brieven zonder te lezen, en….. voel me toch min of meer schuldig: We hebben het zó goed in Nederland, een dak boven ons hoofd, eten op de plank en dan ook een beetje extra, daar willen we best wat van afstaan, maar er zit ook een grens aan.
In de media komen in deze kersttijd ook “warme” verhalen over Goede Doelen. Zo las ik onlangs dat een afdeling van KIWANIS ( internationale organisatie van serviceclubs**) een fundraising voor luiers had gedaan en 40.000 luiers aan de Voedselbank had kunnen overhandigen. Van zo’n actie krijg ik vochtige ogen.
Zo’n Sinterklaasactie van Zeeman, waarbij iedere klant gevraagd wordt bij de inkopen voor jezelf ook een speelgoedje te kopen voor de Voedselbank; zodat kinderen van ouders met nét genoeg geld om van te leven, ook Sinterklaascadeautjes krijgen, vind ik helemaal TOP.
Maar van al de bedelbrieven word ik (letterlijk) misselijk.
Ook bóós als er, in mijn ogen, een grens overgegaan wordt.
Zoals een ontvangen email van een Goed Doel dat we al jaren steunen, met de vraag of ze het maandelijks bedrag mochten verhogen. We komen in de verleiding omdat doel dan helemaal te schrappen, maar de onfortuinlijke kinderen worden dan de dupe, dus dat doen we dan maar niet.
Ergens in mijn achterhoofd hoor ik dan de zin ”Mevrouw, ik begrijp u, maar het blijkt wel te werken, er komt in december veel geld binnen” !
*) plastic doppen sparen en inleveren voor de basisopleiding van een blindengeleidehond
**) Een serviceclub= een club van mensen die door het opzetten en uitvoeren van activiteiten geld bijeenbrengen (fundraising) voor goede doelen