Afgelopen week heb ik 2 keer een tijd op een bankje voor het ziekenhuis moeten zitten wachten, want door de Corona mag je, ook al moet je geliefde wél naar binnen, niet mee het ziekenhuis in.( niet dat iedereen zich daar aan houdt, zo merkte ik)

Zittend vóór zo’n ziekenhuis zie je heel wat!
Op de draaideur hangt een papier geplakt, weinig mensen houden zich aan dit verzoek (gebod?) ook het witgejaste ziekenhuispersoneel dat terug komt van pauze loopt met zijn tweeën de draaideur in!
Een uitzondering was een middelbaar stel dat hand in hand kwam aanlopen. Ze lazen het bordje en hij liet haar galant als eerste door de draaideur gaan en nam het volgende draaideurvak.

Ook de regels op het grote bord worden, wel gelezen, maar niet altijd nagevolgd.
Een oudere dame met haar dochter en kleindochter komen naar het bord, 2 van de 3 lezen het bord en de middelste (qua leeftijd) zegt ”Kom alleen! Jah doei” waarop ze alle drie de draaideur stappen! (dat zijn dan 2 regels niet nagevolgd!)

Een wit elektrisch open karretje rijdt over de parkeerplaats en brengt desgewenst mensen naar de ingang, of terug naar hun auto. Nogal wat mensen weigeren: “De auto staat daar “ en ze wijzen naar een plek vlakbij, ze lopen wel.
Een oude dame stapt uit en maakt een praatje met de chauffeur, vlak voor mijn bankje.
– Ik vind het net een terreinkarretje zoals vroeger in een pretpark, zo gezellig. Leuk dat u dit doet –
De chauffeur zegt dat vooral kleine kinderen en mensen vanaf de bushalte dit ritje waarderen, de rest wil vaak liever lopen. – Ook goed –
En daar gaat hij weer met zijn bijna geruisloze karretje.
De dame knikt naar mij “Ik vind het ontzettend leuk, krijg bijna een feestgevoel”
Ze doet haar mondkapje voor en verdwijnt door de draaideur. Alleen.

Er komt een beveiligingsman, duidelijk te herkennen aan de zilveren V op zijn donkerblauwe jasje, naar buiten. Hij loopt naar de parkeerautomaat waar op dat moment net een wit busje komt aanrijden.
De parkeerautomaat wordt geleegd, door het geluid krijg ik een associatie met een uitkerende gokkast.
Een auto stopt vlak voor me, een oudere dame stapt uit en een oudere heer volgt moeizaam.
De man is duidelijk niet in zijn hum ”Ik ga NIET in een rolstoel zitten”
De oudere dame kent hem kennelijk langer dan vandaag en geeft het op “Dan niet, ga maar lopen dan”
Ze loopt en ondersteunt hem door de draaideur. Verstandig denk ik, want de heer ziet er niet uit of hij alleen rechtop kan blijven staan. Even later komt de dame alleen naar buiten en rijdt haar auto naar de parkeerplaats. Ik kan niet zien of ze haar partner toch in een rolstoel heeft geparkeerd en als ze terugkomt van het auto wegzetten en de draaideur doorgaat, uit mijn gezichtsveld, bedenk ik zelf hoe dit verder afloopt: Wel of niet in de rolstoel?
Er zijn nogal wat mensen die bellend naar buiten komen.
Mijn lief hoeft dat niet, ik zie hem meteen als hij de draaideur (alleen) uitkomt; hij kan“ alles “meteen aan me vertellen.