Nadat ik het blog van Omgaan met teleurstelling had geschreven ging ik nadenken of ik me een teleurstelling van mezelf kon herinneren.
Zoals ik al eerder beschreef blijf ik zelden “hangen” in een teleurstelling, ik kijk weer vooruit.
Ongetwijfeld zullen er wel eens teleurstellingen geweest zijn maar, behalve één in mijn vroege jeugd, kan ik me er geen herinneren.
Tevoren moet u weten dat eerlijkheid in ons gezin het grootste goed was.
Oneerlijkheid, liegen was de grootste zonde die je kon begaan.
Die ene teleurstelling die ik me nog herinneren kan vond plaats toen ik een jaar of 7,8 was. De precieze details kan ik me niet herinneren, nog wel het gevoel dat ik toen had.

Ik hoorde van andere kinderen (op school? op straat?) dat Sinterklaas niet bestond.
Een schok. Ik ging naar huis en verwachtte daar te horen dat “de kindjes gelogen hadden”
In plaats daarvan werd me verteld dat het wáár was: Sinterklaas én Zwarte Piet bestonden niet!
Het was een verklede man.

Maar die keren dat hij ’s avonds bij ons gestrooid had?
Dat er gebeld werd en pakjes voor de deur werden gezet?
Dat bleek papa geweest te zijn!

De papa, die dan altijd “even” weg was, iets moest doen in de schuur, of de buurman helpen.
Hij bleek cadeautjes voor de deur gezet te hebben,
Hij had aangebeld en (mét zwarte handschoenen aan) strooigoed naar binnen gegooid.
Dát werd me TOEN pas verteld.
Ik was verbijsterd! Er was tegen me gelogen, ook al die voorafgaande jaren.
Door de mensen die me ALTIJD hadden geleerd dat een leugen VRESELIJK was.
Ik liep weg en was van plan nóóít meer terug te komen bij DIE mensen
(Ik geloof dat ik me in de schuur verstopte)
Dát gevoel van teleurstelling in de twee mensen waar ik dat nóóit van gedacht had, is de enige teleurstelling die ik me nog kan herinneren.
(Het is weer helemaal goed gekomen)