Stoute patiënt

Gisteren moest ik, na 3 weken terugkomen in het ziekenhuis; mijn ”kunst ”gips (polyester, gedrenkt in een polyurethaanhars) mocht er af
Mijn lief liet ik weer achter bij de triagetent; deze keer hadden we allebei WEL onze telefoon bij ons.



Het apparaat waarin ik, in de ziekenhuishal, mijn rijbewijs instopte verwees me naar de gipskamer
Dáár moest ik een gekregen bonnetje door een apparaat laten scannen.

Ik kende nu de procedure, dus ik liep naar de gipskamer. Vlak daarvoor stond een apparaat waarin ik mijn bonnetje moest laten scannen. Voor de machine stond een oude man, het lukte hem niet.

Normaal zou ik naar hem toelopen en vragen wat er scheelde, nu (voor het geval ik het “vergeten” was) stond er groot op de grond dat er 1,5 m afstand gehouden moest worden.
Ik vroeg dus op 1,5 m afstand, vanachter mijn mondkapje, of ik kon helpen, het kwam niet over (ook doof?) Ik deed één stapje voorwaarts, op dat moment draaide hij zich om “Er komt geen strookje uit?” Vanachter mij kwam een vrouw aanlopen, passeerde mij rakelings, liep naar de man toe en legde uit dat er NIETS uit het apparaat kwam en dat hij “gewoon” naar de afdeling kon gaan. De man liep een (de goede?) gang in

Toen wendde de vrouw zich tot mij: Ik weet niet waar ik wezen moet (ik glimlachte achter mijn mondmasker; de lamme had de blinde geholpen!)
“Staat er een nummer op uw strookje?”
Ze keek op het strookje in haar hand, een man met een witte broek en een identiteitsplaatje bungelend aan zijn broekriem kwam met ferme pas uit een zijgang en liep (dicht) naar haar toe, keek op het strookje en zei:–  Eén etage hoger mevrouw – 
Tot zover de 1,5 afstand regel!

Er stonden 3 stoelen ( 1,5 m afstand van elkaar) in de gang bij de deur van de gipskamer, op één zat een dame met een pols in gips, op de ander zat een man met een arm in het gips. Ik ging in het midden zitten (de deugd zit in het midden zei mijn moeder altijd)
De dame was links en had haar rechterarm gebroken, de heer was rechts en had zijn rechterarm gebroken! De vrouw had “tractie” gehad, dat deed vreselijke pijn vertelde ze en nét toen de heer zijn vreselijke verhaal wilde vertellen, werd ik gered doordat de deur openging (ik word onpasselijk van verhalen over medische dingen waarbij mensen lijden/leden)
De heer mocht naar binnen. “Onpasselijk” gevoel afgewend.
Vlak daarna ging de deur weer open; “Komt u allebei maar binnen.”
Allebei werden we op een stoel naast een “bed” neergezet. Er kwam een gipsbroeder op de dame af; (de heer werd al “behandeld” maar onzichtbaar voor mij)
De broeder liet haar zijn cirkelzaagje zien: “Kijkt u ook maar even mee” Hij knikte naar mij en hield de zaag draaiend op zijn huid om te laten zien dat het echt geen kwaad kon. De dame en ik geloofde hem!

Toen bij de dame het gips eraf was kwam hij bij mij cirkelzagen; het ging voorspoedig, hij pakte een schaar om de laatste weerbarstige stukjes door te knippen.
Ik draaide mijn pols om; op de binnenkant van mijn pols zat een bobbel, hij zag ‘m ook.
Verbeeldde ik het me of zag ik zijn ogen iets verharden.

De gipsarm én het voorwerp waarmee ik die vreselijke jeuk onder het gips bestreden had!


“U heeft met een scherp voorwerp onder het gips gezeten.”
Ik schoot in mijn kindrol en reageerde als zodanig :”Maar niet met een breinaald” (er stond in de folder nl. dat die wondjes kon veroorzaken en dat het NIET mocht)
Meteen toen ik het zei hoorde ik hoe kinderachtig het klonk. De broeder herhaalde ”U heeft met een voorwerp onder het gips gezeten
Hij pakte het gips vouwde het open (inmiddels had ik al een knalrood hoofd) het andere personeel keek naar me

De broeder liet me het opengevouwen gips zien, er zat hoger dan mijn polsbobbel een deuk in de watten. “Dat heeft U  zelf gedaan! Gevaarlijk” voegde hij er aan toe.
Ik had kennelijk de watten naar beneden gedrukt, daardoor waren ze opgeribbeld, hetgeen mijn “bobbel” tot gevolg had.
Mijn hoofd werd nog roder.
-De dokter komt zo bij U –
De broeder liep weg.

De dichtstbijzijnde zuster glimlachte tegen mijn knalrode hoofd.
De dokter kwam, stelde vragen over hoe het was gegaan, bewoog en strekte mijn hand en pols en liet me een paar bewegingen doen. Het leek of er kleine stroomstootjes door mijn lijf schoten.
De arts vertelde dat na ongeveer 3 weken mijn pols weer de oude moest zijn, als het NIET zo was, zag hij me hier terug.

Ik bedankte voor de service van al het aanwezige personeel, waarop de “glimlachende” zuster zei: “Ik heb niks gedaan”
Moral support – ik glimlachte naar haar
Ze deed me uitgeleide.
Langzaam trok mijn rode blos weg.
De bobbel hoop ik ook!

Een gedachte over “Stoute patiënt

  1. Hoi Baars, Je bent ook goed in staat om van elke gebeurtenis een verhaal te maken, en daarbij ook duidelijk je eigen reacties niet te vergeten te vermelden, ik vind dat goed van je, l Johannes

    Like

Plaats een reactie