Al heel jong was ik me bewust van dat Engelsen met taal Hollanders vaak in negatieve zin aanhalen.
Double Dutch (onverstaanbaar praten) Going Dutch (bij een date voor jezelf betalen) Dutch Alps (kleine borsten) en Dutch courage (moed hebben die te wijten is aan drank!)
De Engelsen die we daar ontmoeten (regelmatig familiebezoek) weten zelf ook niet hoe die uitdrukkingen ontstaan zijn.
Die negatieve uitlatingen, zo las ik onlangs, schijnen begonnen te zijn in de 17e en 18e eeuw toen oorlogen werden gevoerd tussen Engeland en de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden om de controle over de zee- en handelsroutes.


De Engelsen beschouwden ons toen als concurrenten in de strijd om de koloniën en gaven ons een imago van machtsbeluste lieden. Ze vonden dat wij het, voor zo’n klein landje, nogal hoog in onze bol hadden. Vandaar de vele negatieve uitdrukkingen met Dutch erin
De Amerikanen deden er in de 19e eeuw nog een schepje bovenop dingen met méér negatieve uitlatingen die “Dutch” genoemd werden.


Dáár hadden wij, Hollanders, echter niets mee te maken!
In de 19e eeuw trokken er miljoenen Duitse immigranten naar Amerika.
De Engelstalige inwoners van de VS voelden zich overlopen. Ze duidden de “Deutsche” nieuwkomers aan als “Dutch”
Alles wat slecht was, projecteerden ze op hen. Een voorbeeld: de Duitse immigranten golden als mensen die zich niet aan de regels hielden, vandaar dat een term als “Dutch crossing” (de straat oversteken zonder de regels te respecteren) daar en toen ontstaan is.
In september van vorig jaar verscheen een boek van de hand van Gaston Dorren, de “Dutchionary”, een boek vol uitspraken (vooroordelen) over the Dutch (Nederlanders én Duitsers) die ontstaan zijn in Engeland én de VS!
Waar we al niet voor “gebruikt” zijn, een bijzondere opsomming, Johannes
LikeLike