(g)een Oudjaarswonder.

Oudjaarsdag: De boodschappen zijn gedaan, de oliebollen, appelflappen en -beignets staan in de schuur, de (zogenaamde) champagne staat koud.
We zijn klaar voor de jaarwisseling.
Alleen…… het is nog geen tijd Het is nog middag en licht!

Dus pakken we de auto en rijden naar een bos. We parkeren en lopen.
Er zijn landerijen in dit bos, braakliggende gronden, “straks” weer met wuivend graan maar nu zwarte aarde mét plassen, want het heeft gisteren geregend, geen huizen en geen mensen.
We horen en zien vogels.

We wandelen en genieten van een waterig zonnetje en dan, midden in het bos staat een taxus.
Niets bijzonders? Er staan er inderdaad velen; maar deze is WEL bijzonder: er hangen zilveren (glazen) ballen in deze boom! Twee liggen onder de boom in scherven, de rest flonkert in het vage zonnetje.


Het boompje is wat ielig, daarom is het extra bijzonder dat juist zo’n boompje versierd is.
We zijn alleen en genieten van het aangezicht; midden in het bos.
Het is anders dan in een huiskamer of tuin, dit onverwachte ontroert me.
Iemand heeft naar het bos, een tas of doos meegenomen met (zeer) breekbare kerstballen erin, met het plan om een boompje uit te zoeken en ze daarin te hangen.

Als we verder lopen zien we een hulststruik, ook wat ielig, maar wél met nog een paar vuurrode bessen erin. Ik fotografeer en bedenk voor de zoveelste keer dat er zoveel moois en bijzonders te zien is voor iemand die het WIL zien.

En dan is het avond, we zijn, voor het eerst sinds vele jaren, op Oudjaarsavond alleen!
Samen alleen.
We krijgen vele (warme) appjes van mensen van wie we houden en om 00.00 uur, als de kurk knalt en we elkaar een BETER nieuwjaar wensen, knalt ook, helaas, het vuurwerk om ons heen
Wél klappen voor het ziekenhuispersoneel, maar toch aan je eigen pleziertje denken als er dringend verzocht wordt géén extra gewonden op deze avond het ziekenhuis binnen te brengen.
Ik vermoed dat ze allemaal denken “dat gebeurt mij toch niet” maar 1300 vuurwerkgewonden Oudjaarsnacht verleden jaar bewees het tegendeel!
Mijn eerste warme gedachte, in het Nieuwe Jaar, was voor mijn lief; mijn tweede gedachte was niet zó lief: ASO vuurwerkafstekers!

Het zal wel, wat dat betreft, weer een jaar worden als ieder ander: met liefde en warmte en boosheid voor onachtzaamheid; Dát wondertje : Alle Menschen werden Brüder zal, vrees ik, ook dit jaar niet plaatsvinden.