
Nog niet zo heeeel lang geleden hadden gezinnen maar één t.v. in huis.
Pa wilde soms iets anders zien dan ma en de kids wilden hún programma zien.
Er moest overleg gepleegd worden, wie wat en wanneer ging zien en degenen die NIET hun zin kregen moest daarmee (leren) omgaan
Toen kreeg iedere kamer een t.v.
Overleg was niet meer nodig.
Alle gezinsleden keken hun “eigen” ding op hun “eigen” t.v.

Nog niet zo lang geleden was er één telefoon in huis en die zat aan een draadje.
Als ma met haar vriendin zat te bellen en de tienerdochter wilde op dát moment met háár vriendin bellen, was er gebarentaal; Mam, schiet op!
Toen kreeg iedereen een foon, zónder draadje
Overleg (mondeling of met gebaren) was niet meer nodig
Alle gezinsleden hadden hun “eigen” foon.
Nog niet zo lang geleden was er een gezin maar één auto.
Als mama de auto nodig had moest pa met de bus, of ma bracht hem weg.
En wie bracht Armand naar hockey of Marjan naar gitaarles?
Er moest overleg gepleegd worden.

Toen kreeg elke volwassene (en soms een 18 jarig thuiswonend kind)
een eigen auto.
Ma kon gaan en staan waar ze wou, zonder pa te raadplegen.
Overleg was niet meer nodig en de kinderen werden weggebracht door wie op dat moment tijd had en thuis was.
Nog maar heel kort geleden werkten alle “kantoormensen” buitenshuis.
Ze zaten in een ruimte met collega’s waarvan er één het raam open wilde hebben, een ander zomers de ventilator aan, waarvan er één moest bellen “Kan het een beetje stil zijn?” en waar ze voor elkaar koffie meenamen als ze toch langs de koffieautomaat kwamen.


Nu werken ze (noodgedwongen) thuis, zitten ze in hun joggingbroek met warme sloffen aan met de verwarming zo hoog als ZIJ willen, maken ze zelf koffie in hun eigen keuken als ze dat willen en hoeven ze met niemand anders dan hun zelf rekening te houden.
Hoe leren de jonge mensen van nu om rekening met anderen te houden? Er zijn bijna geen voorbeelden meer. Men kan, zonder overleg, heel veel doen zoals ze men dat zelf wil.
Al die zaken prettig en makkelijk? Vast.
Maar ik zie er ook een nadeel voor de samenleving in én ook voor het individu op den duur.
Hoe leer je rekeninghouden met elkaar als het zo weinig nog maar hoeft? We ZIJN allemaal individuen, maar we zijn SAMEN de maatschappij.
We leven mét elkaar, in Nederland zelfs, dicht op elkaar, rekening houden met elkaar is nodig om die maatschappij draaiende houden.