Fringilla coelebs

Bovenstaande naam las ik op mijn laatste verjaardag voor het eerst.
Ik kreeg een mooie verjaardagskaart “printed in England” met op de achterkant een uitleg over The Common Chaffinch.


Ik kén de vogel: een vink.
Maar ik ging wél even google translate “eroverheen gooien” : boekvink– In de lage landen, de meest frequent voorkomende vinkachtige, stond er
Ze worden ook wel botvink of Charlotte genoemd en komen voor in het Palearctisch gebied.
Ook die term moest ik even opzoeken: Het Palearctisch gebied is in de biogeografie de aaneengesloten landmassa, met de dicht bij de kust liggende eilanden, die grofweg geheel Europa, Noord-Afrika, het Midden-Oosten en Noord-, Centraal- en Oost-Azië omvat. (weer wat geleerd)

Helaas heb ik niet kunnen achterhalen waarom dit vinkje Charlotte wordt genoemd (daar moet een verhaal achter zitten!)
Het bijzondere van deze vink, zo las ik, is dat het een zaadeter is, maar omdat als hun jongen gevoed moeten worden planten nog geen zaden hebben voert het vinkenpaar hun jongen DAN met insecten.

Chaff is kaf (van koren) en de vinken heten chaffinch omdat ze met grote groepen neerstrijken op velden waar het koren geoogst is.
Misschien dat boekvink afgeleid is van boekweit? ( is maar een idee)


Bij het nazoeken van dit vinkje op internet ging een hele nieuwe wereld voor me open.
Die van de vinkensport!

De Latijnse naam ”coelebs” betekent vrijgezel, dát is, volgens de tekst op mijn verjaardagskaart, te herleiden tot het feit dat alleen de mannetjesvinken in de winter in Noord Europa blijven, de vrouwtjes trekken naar het zuiden


Mannetjesvink

Mensen die vinken houden worden vinkeniers genoemd en hun hobby heet vinkenieren.
Ze bezitten de vogels en nemen deel aan zangwedstrijden: vinkenzettingen of suskewiet *) genoemd.
Vinkeniers  stellen zich met een vinkenkooi (een muit) op langs een weg, met telkens 2,4 meter tussen vinkenier en vink.

Ze tellen gedurende een uur  het aantal liedjes van hun vink door te turven  ( met een krijtje  worden streepjes getrokken op een zwarte houten telstok (een telstok kan 800 turven bevatten)


Ik las in Het Belgisch  Nieuwsblad dat er afgelopen mei nog een vinkenzetting was gehouden in Moorslede (West Vlaanderen); er deden 20 deelnemers aan mee en, door Corona, had iedereen (de mensen NIET de vinken) een mondkapje voor!

Dan las ik ook nog een stukje over de vink dat niet zo fraai was, of liever over de niet-zo-fraaie-mens in relatie tot de vink

In 1595 werd voor het eerst een zangwedstrijd van vinken beschreven; de vinken werden toen gevangen met mistnetten en lijmstokken!

[Even moest ik denken aan Malta. Ooit daar met vakantie en aan het wandelen zagen we netten en mannen verscholen zitten met vogelkooitjes met lokvogels erin. Malta heeft al formele berispingen van de Europese Unie  gekregen en, naar wat ik heb begrepen blijven ze nu van de vinken af, maar andere vogels die op Malta neerstrijken zijn nog steeds niet veilig voor “sommige” Maltezers.]


Vinken werden in de Middeleeuwen ook gestroopt om te eten!
In de  achttiende en negentiende eeuw waren zangwedstrijden voor “blinde vinken” de norm.
Hierbij werden de oogleden aan elkaar geschroeid! Het idee was toen dat een blinde zangvogel mooier zong
Sinds 2003 worden er geen vinken in het wild meer gevangen (in 1972 werd de vinkenvangst al afgeschaft maar omdat de kweek in gevangenschap onmogelijk aan de vraag kon voldoen, werd een overgangsregeling uitgewerkt.)**)
Tegenwoordig worden de vinken voor zangwedstrijden niet gevangen maar zelf gekweekt én er wordt “geruild”




*) De vinkensport is voornamelijk populair in Vlaanderen maar ook in Nederland en Duitsland  worden nog vinkenzettingen gehouden.
**)Sinds 2002 bestaat in Nederland de Partij voor de Dieren, misschien hebben die daar iets mee van doen gehad?

Bloemen en haar vrienden

Een tijdje geleden schreef ik een blog over Verkade boeken van Jac.P Thijsse en J. Voerman jr.
Het boek dat beneden ligt en dat ook nu nog gebruikt wordt is dat van de Paddenstoelen.
De anderen, zo moet ik bekennen lagen “ergens” in een kast en haalde ik pas voor dat blog te voorschijn.

In mijn beleving keken mijn vader en ik naar het vlinderboek om vlinders, die we gezien hadden op te zoeken. Dat was dit boek dan niet! Er staan niet zoveel vlinders in en ook zijn er veel  lege plekken waar plaatjes horen te zitten.

Het “echte” boek met vlinders is vermoedelijk “de familie uit” gegaan en ligt wellicht nu bij een ander in de kast.

In dit boek zag ik weer een paar (Verkade)plaatjes van planten die ik (niet zo lang geleden) zelf ook gefotografeerd had en waarvan ik de namen nog kende uit de tijd dat mijn pa en ik samen met de natuur bezig waren.
Van de knautia …

…. en de vlinderstruik ! ( Zowel het plaatje in het boek als óp mijn foto mét Atlanta )

……en de dagkoekoeksbloem ( had ik nog foto’s op mijn telefoon zitten!)

Natuurlijk is zo’n oud boek altijd leuk om te bekijken, de taal die erin staat alleen al:”…ik herinner mij nog heel goed, dat wij door die beweringen van Plateau [Belgische professor]  erg gestoord werden in onze genotvolle bewondering voor de kleurige bloemen en hun aantrekkelijkheid voor insecten”
Dát schreef Dr.Jac.P Thijsse in 1934!

Ik hoop dat de boeken in de familie kunnen blijven en ook later nog bekeken worden. Zo’n boek uit 1934 voelt toch anders dan internet info