Eén woord, meerdere betekenissen

Een psycholoog, van wie ik vroeger les had, had een “stokpaardje” over communicatie.
Hij zei: ”Als ik over een stoel praat denk jij aan een eetkamerstoel, een ander aan een makkelijke leunstoel en weer een ander aan zo’n inklapbare ligstoel. Je kunt op allemaal zitten, maar het zijn verschillende dingen. Met taal communiceren we, maar we moeten ons goed bewust zijn van verschillen in beleving van WOORDEN”
Dit voorbeeld haalde hij aan om ons, toehoorders, duidelijk te maken dat ook abstracte dingen zoals verdriet, boosheid en angst woorden zijn die de uitspreker van die woorden ANDERS kan bedoelen dan dat de luisteraar ze opvangt. Eén van zijn voorbeelden: ”Als iemand zijn kind verloren is en zegt verdriet te hebben, denken we dat we dat kunnen begrijpen, terwijl het antwoord op de enige juiste vraag, om bij benadering te begrijpen WAT in dit geval met VERDRIET bedoeld wordt, zou moeten zijn Hoe ziet jouw verdriet eruit? Pas ná het antwoord op dié vraag gehoord te hebben kun je, als hulpverlener, hulp of steun proberen te bieden.
Het verdriet van jou, als luisteraar, kan totaal anders zijn dan die van de uitspreker van het woord VERDRIET.


Een misschien wat vreemde inleiding op een aantal foto’s van buiten zitplaatsen, maar ik moest denken aan zijn uitspraak (vaak gedaan) over stoelen en de verscheidenheid ervan, toen ik “apart” zitmeubilair in een bos bij Ruurlo zag staan. Kunst met de naam “loveseat” maar gebruikskunst, je kunt er daadwerkelijk op zitten (hebben we ook gedaan).
Als ik “loveseat” schrijf, denkt u niet aan een dergelijk zitmeubel, wil ik wedden.

Ook in een bos stond apart zitmeubilair, in de stijl van het bos mét materialen ván het bos.

In sier-bezoektuinen en arboretum zag ik ook bijzonder zitmeubilair.

En ook parken hebben soms iets anders-dan-anders.

Zitmeubilair staat op plekken om even letterlijk stil te staan en van de omgeving te genieten.
Stilstaan is misschien(te) vermoeiend, daarom zet MEN ergens een stoel of bank neer, soms is dat uitnodigend, soms “alleen maar” mooi om te zien en soms gewoon “puur ongemakkelijk”,
maar het staat er!

Buitenvarkens

In ons boerendorp zijn nog maar weinig boeren die nog boeren.

Bij één van de boeren die nog boert halen we regelmatig onze eieren. een paar dagen geleden zagen we in de wei bij de boerderij een varken met 8 kleine biggetjes, maar er was meer… In een wei dicht erbij stond nog een zeug met 8 biggetjes. De dochter van de boerin vertelde dat als allebei de moeders mét biggetjes in één wei staan, de biggetjes door elkaar lopen en  soms bij één zeug gaan drinken, dan kan één moeder het (te) zwaar krijgen, vandaar dat voor deze oplossing gekozen is.

Bij de andere wei kunnen we dichtbij  en de kleintjes goed zien: roodbruine, gevlekte en beigekleurige biggetjes. Beeldschoon.


Schoon zijn ze zeker, vertelde de dochter: ze ruiken helemaal niet en zijn heel schoon op zichzelf zo ontlasten ze zichzelf liefst enkele meters van hun slaapplek vandaan. Een feitje dat IK niet wist. Deze biggetjes zijn ongeveer 1 maand oud. Omdat dit geen varkensfokker is maar een boer die 3 varkens heeft mag deze boer maar 4 biggetjes houden vertelde de dochter.
Varkens kunnen 10 tot 15 jaar oud worden en zijn sociale dieren, ze hebben gezelschap van soortgenoten nodig. De biggetjes liggen ook vaak dicht tegen elkaar aan.

Er staat boerenkarren in beide weiden, ‘s nachts liggen ze er onder en als de zon schijnt vinden de varkens daar schaduw.
De boerendochter vertelde dat de zeug (varkensmoeder)*)veel te dik werd omdat mensen hun overblijvende eten over het hek gooiden, zodat ze een bordje moesten plaatsen : NIET voeren.

Bij het hek zie ik eikels, kastanjes en wat groenten liggen, de zeug zet haar snuit erin, maar ook de kleintjes “wroeten al. Wroeten is voor een varken natuurlijk gedrag. Met hun wroetschijf (snuit) kunnen ze een hele weide omploegen. 
In de vrije natuur gaan wilde varkens zo op zoek naar voedsel; wortels, knollen, eikels

Toen we vroeger op de camping stonden in het Nationaal Park de Hoge Veluwe zagen we vaak, na het avondeten als het park officieel gesloten was, (en alleen de campinggasten nog IN het park waren) wilde zwijnen met kleintjes;  de everzwijnen wroetten in de bermen langs de weg naar eikels en wortels en de kleintjes renden daar achter aan. Ook een aandoenlijk gezicht.


De zeug



*) Een gelt is een vrouwtjesvarken dat nog niet geworpen heeft, een zeug is varkensmoeder en een beer een mannetjes varken én biggetjes zijn de varkenskinderen.