Iedereen die mij (een beetje) kent weet dat ik een hondenmens ben en géén kattenmens.
Thuis háát ik katten die in onze tuin komen. Ze spelen met de kikkers tot de dood erop volgt (van de kikkers) ze proberen onze vissen te verschalken (wat helaas wel eens lukt) en ze jagen op vogeltjes, die ze niet opeten maar “spelen” ermee tot de dood erop volgt….
Enfin het plaatje is duidelijk.
Dit jaar, het Coronajaar, géén vakantie naar het buitenland, maar in eigen land.
Voor ons betekende dat 1 weekje naar een camping,
1 week oppassen op kippen ,vissen, vogels én 3 katten



En 1 week oppassen op 5 koi’s en 3 katten




Zo’n week met 3 katten is zéér verhelderend. Niet elke poes is een standaardkat (geen één eigenlijk) ze hebben eigen karaktertjes. Ik wist al dat ze NIET te dresseren zijn, hun eigen gang gaan en NIET binnenkomen als JIJ dat wil (ook niet naar buitengaan als JIJ dat wil, overigens) maar is meer eigenzinnig gedrag
Ook de poezen waar we nu oppassen zijn bijzonder.
Poes 1 ( ik heb beloofd hun namen niet prijs te geven, de dames zijn zéér op hun privacy gesteld)
is als piepklein wildkatje bij deze eigenaars gekomen, doodsbang, niet aanraakbaar. Ze is nu, járen later, nog steeds een poes die niet veel van mensen moet hebben. Het is een enorme eer als ze bij je op de bank komt en over je benen heen loopt. Probeer NIET (herhaal NIET) te aaien of aan te raken want dan is ze weg.
Poes 2, woonde eerst ergens anders; dat eigenaarsstel ging scheiden en de kat kon niet met de man noch met de vrouw mee. De huidige eigenaren van kat 1 en 3 hebben haar liefdevol in huis genomen. Ze is een aanhalige poes, die ieder mens leuk vindt, maar ze is héél graag buiten, dus zoveel zie je haar niet.
Poes 3, is een apart verhaal, ze kwam onder de carport van DIT huis met 5 kittens (om de beurt) de bewoner had geen idee wat hij met haar en de kittens onder de carport moest en belde de dierenbescherming. Die wilde de kittens wel ophalen als ze oud genoeg waren, maar dan moesten ze wel in een hok aangeleverd worden. Dat is een klus van weken geweest; uiteindelijk is het gelukt. De kleintjes werden herplaatst, de moederpoes werd, gesteriliseerd, teruggebracht bij de carport. Zij moest zelf haar weg terug naar haar oorspronkelijke eigenaars maar vinden.
De dierenbescherming had een hoekje van haar oor afgeknipt, zodat het duidelijk zichtbaar was dat ze gesteriliseerd is.
De kat ging NIET opzoek naar eerdere eigenaars, bleef bij dit huis en werd (gedeeltelijk) gedomesticeerd door de eigenaar van het huis, Ze hadden een goede verstandhouding die bestond uit: MAN geeft eten en laat me met RUST, KAT geeft liefde en zit op schoot ALS zij er zin in heeft. Verder Regel 1 t/m 10 SLUIT nooit de buitendeur, dan kan de poes er niet uit en wordt ze GEK!
De regels 1 t/m 10 werden in acht genomen en ze leefden samen jaren gelukkig.
Totdat………….de eigenaar dood ging. Wat moest er gebeuren met de poes? Herplaatsen was eigenlijk niet mogelijk.
De nieuwe eigenaars van het huis, hadden kat 1 en 2 al; kat 3 kon er wel bij. Met enorm veel liefde en geduld is poes 3 nu getransformeerd tot een ontzettend gezellige huispoes.
De katten vormen samen met het stel nu een gezin. De hiërarchie is duidelijk.
Poes 2 heeft niets te vertellen; als ze aan het eten is en een van de andere katten komt erbij, schuift ze op zodat ze samen haar bak kunnen leegeten. Daarna mauwt ze omdat ze te weinig heeft gegeten.
Poes 3 laat duidelijk blijken dat dit háár huis is, loopt rond met een air en vindt ons goede oppassers MITS we doen wat ze wil: stilzitten zodat ZIJ op schoot kan zitten, niet teveel bewegen anders zet ze “even” haar nageltjes in je benen!
Kat 1 is bijna onzichtbaar, ligt op plekjes die we óf niet kennen óf die we wel kennen maar dan ligt ze toch verdekt opgesteld .Ze vindt mensen niet bijzonder en eigenlijk katten ook niet. Een haal of een blaas wordt aan de andere 2 katten gegeven als er te dichtbij gekomen wordt, maar als een van de andere zo nodig haar bakje leeg wil eten? Geen punt, dan snackt zij wel uit de bak van een ander.

Met een hond kun je het druk hebben, uitlaten, borstelen (zeker zo’n harig geval als wij hadden), opletten voor andere honden (er zitten vechtjassen bij die loslopen) én uitkijken dat ze geen haal van een kat krijgen.
Bij katten hoef je, behalve eten geven en zorgen dat ze erin en eruit kunnen niks te doen. Schoonhouden, zich vermaken, toiletteren, zich verdedigen én uitlaten, dát doen ze allemaal zelf