Te geef en te leen

Een leuke dag waarin we een aantal mensen ter wille konden zijn.
Het begon met een vriendin, waarvoor ik bonnetjes had gespaard zodat ze (goedkoper) Lego kon kopen. Samen gingen we naar de winkel, ze vond wat ze zocht en kon 2 dozen LEGO kopen, dankzij de gespaarde zegeltjes.

’s Middags kwam er een vriend; hij wilde iemand 2 vissen geven en wij hadden aangeboden dat hij die van ons krijgen kon. Daartoe moesten ze wel eerst gevangen worden.
Mijn lief begon met een schepnet, maar de vissen vonden het NIET leuk en waar ze anders bijna uit onze hand aten,”kropen” ze nu onder de grote waterleliebladeren weg.
Het vangen werd bemoeilijkt door het feit dat hij het liefst een rode, gele en zwarte vis wilde (de kleuren van de vlag van België)
We konden dus niet “zomaar” vissen vangen, maar moesten gericht “jagen”.
Door een lucky catch kreeg ik één gele vis te pakken, maar daarna waren ALLE vissen verdwenen.
Dat kwam natuurlijk ook doordat we een glazen bak IN de vijver mét vijverwater (juiste temperatuur) hadden gezet waar de gevangen vissen in konden vóór ze met onze vriend meegingen.
Af en toe kwam een vis “kijken ”bij zijn gevangen, gele vriendje!

We belden de vriend op : Meer dan 1 vis gaat niet lukken (de zwarte vissen zag je sowieso niet)
De vriend had nog meer ijzers in het vuur, oftewel hij mocht bij zijn buurman zelf in zijn vijver vissen vangen. Hij verliet ons met de glazen bak met één gele vis erin en ging naar zijn buurman.
Hopelijk kon hij de Belgische vlag “aanvullen” en nog een rode en een zwarte vis vangen!

Toen kwam een kennis ons traphekje lenen. Zijn hond was geopereerd en mocht 10 dagen NIET naar boven. De hond zou zich daar wél aanhouden als ze thuis waren (hij móest wel) maar als ze beiden weg waren…..dan was een traphekje een uitkomst.
(Ook wij gebruiken het, verstelbare, hekje voor de trap als er een logeerhond is.
We zijn stapelgek op honden maar ze mogen NIET naar boven en zeker niet op de slaapkamers.
De kennis verliet, ná enige uitleg hoe het aan een bepaalde maat kon worden aangepast mét traphekje.

Een aantal mensen gelukkig gemaakt en onszelf ook.

Umami – うま味

Jaren geleefd zonder te weten wat umami is  (terwijl het toch al in 1908  “ontdekt” is)
Onlangs las ik erover en besloot mijn nu verkregen kennis met u te delen.

Het woord komt, dát had ik wel goed gegokt, uit het Japans en heeft betekenissen als heerlijkheid en hartig.
ikeda

De Japanse chemicus en hoogleraar Kikunae Ikeda (1864-1936)  “ontdekte” deze smaak.

Umami blijkt namelijk één van de 5 basissmaken, naast  zoet, zuur, bitter en zout te zijn.

Volgens een kooksite die ik las, zit umami van nature in onder andere rijpe tomaten (niet in onrijpe tomaten!) sardientjes, oude kaas, een soort zeewier (kombu), paddenstoelen, olijven, ansjovis, knoflook, sojasauzen, vissaus en (gebakken) ui.

Er wordt aangeraden dat, wil je de umami smaak ten top proeven je bovenstaande ingrediënten combineert met vis, schaal- en schelpdieren: Het natuurlijke stofje inosinaat *) dat hierin zit zorgt ervoor dat het umami-effect wel vijf tot tien keer kan worden versterkt.

Ik lees dat als je “gewoon”  umami wilt ervaren je vis, vlees of oude kaas kunt eten, of als je vegetariër bent, kun je  de umamismaak  versterken door sojasaus, ketchup, paddenstoelen of zeewier toe te voegen.

De smaak umami zit in  allerlei landsgerechten: zo zit het in vissaus uit Zuidoost-Azië, Parmezaanse kaas uit Italië, worcestersaus ut Engeland en surströmming (gefermenteerde haring) uit Zweden.

Wil je “even snel” (zonder te kokkerellen)  umami ervaren dan wordt aangeraden een rijp tomaatje te eten. Tijdens het kauwen ga je ná ongeveer 20 tot 30 tot dertig seconden een andere smaak ervaren dan zoet en zuur, een wat hartige smaak: dát is dan umami.

*) Dinatriuminosinaat  kan soms gewonnen worden uit dierlijke producten, daarom  is deze stof in sommige gevallen niet geschikt voor veganisten, vegetariërs en mensen die bepaalde religies aanhangen.