Beroepen van Toen

Soms als ik, via internet, met genealogie bezig ben en een voorouder*) “ontdek” staat daar een beroep bij. Niet zelden is dat een ambt dat nu niet meer bestaat.
Ik heb een lijstje gemaakt van een paar van die beroepen en uitgezocht wat die voorouders  precies deden.

Touwbaander:
Honderden jaren geleden werd er in de Krimpenerwaard op vele plaatsen hennep verbouwd. Dat gebeurde in het bijzonder van de bastvezels van de hennepplant. Daar werd touw van gemaakt. De bossen ruwe hennepvezels werden door de hennepteler verkocht aan de eigenaars van touwbanen, die maakten er touw van.
De mensen die in de touwbanen werkten werden touwslagers, touwbaanders of kortweg ook wel baanders genoemd.
Er werd gesproken van een touwbaan omdat de plaats waar het touw werd gemaakt bestond uit een lange strook grond (een baan) van ongeveer 50 tot soms wel 100 meter. Dat was nodig om de lange touwen te kunnen maken.
Het maken van die touwen werd ‘touw slaan’ genoemd.

Ik heb, jaren geleden, de resten van zo’n touwbaan in Vlaardingen gezien;inderdaad een lang smal gerekte “baan”.

Scheerder
Ik dacht dat dit misschien een schapenscheerder zou zijn, maar die zouden dan maar een bepaalde tijd van het jaar werk hebben. Het blijkt dat vroeger met een scheerder meestal een varkenscheerder bedoeld werd.
Varkenshaar werd (wordt misschien nog  wel eens?)  gebruikt  om borstels en kwasten
van te maken.

Loper
Een loper was een bode, om berichten over te brengen, maar ook liepen “lopers” voor koetsen (van rijken) uit, dat waren voorlopers

Pettenmaker
Lijkt duidelijk, hij maakt petten. Wat we dan wel even moeten weten dat een pet een hoofddeksel was anders dan dat we nu een PET noemen.
Het was een hoofddeksel dat mannen en jongens buitenhuis droegen, een soort ronde muts of baret met een klep van voren om tegen de zon of regen te beschermen.
Petten, maakten (en maken) ook deel uit van een uniform.
Eerst maakte de hoedenmaakster  ook petten, later werd het een apart beroep.
Er waren meerdere beroepen in de pettenbranche, er bestond ook als beroep pettenknipster!

Sjouwer
Een sjouwer  of sjouwerman was een arbeider die werkte aan het laden en lossen van schepen, aanvankelijk ruw werk bij schepen of scheepswerven.

Dat Napoleon ervoor gezorgd heeft dat wij (Nederlanders) allemaal een achternaam hebben in plaats van een patroniem (Janszoon, was de zoon van Jan, Pieterzoon was de zoon van Pieter) schijnt een fabeltje te zijn dat velen van ons wél op school hebben geleerd: Toen het Koninkrijk Holland door Frankrijk werd ingelijfd gingen ook de Franse wetten (Code Civil) hier gelden. De regels van wat we nu de Burgerlijke stand noemen werden van kracht. Dat hield in dat men tussen 1811 en 1812 naar het gemeentehuis van zijn of haar woonplaats kon gaan en een achternaam kon opgeven. Toen waren er mensen die van patroniem Pieterszoon Pietersen maakten, van  Klaaszoon, Klaassen én er waren die van hun beroep hun naam maakten.

Misschien is dat gebeurd bij de  voorouders van de groenteman die in al meer dan 100 jaar op de markt in Hilversum staat:  hij heet Sjouwerman.
sjouwerman

*) Ik zie voorouder heel breed, zoek ook de vader en moeder van mijn oma en daar weer allebei de ouders van neem ik mee in mijn onderzoek (soms ook de andere kinderen) Breed, maar leuk om te doen (en je blijft bezig)

 

Een gedachte over “Beroepen van Toen

  1. Het is leuk Baars, maar ik heb er de tijd niet voor. Ik ben weer gaan puzzelen en met de andere werkzaamheden is mijn dag gevuld. Maar het blijft voor mij boeiend de informatie die jij tevoorschijn tovert tot mij te nemen. Dan pas ontdek ik hoe weinig ik weet, hetgeen ik mijzelf niet aanreken ! Dank voor de immer leuke teksten die je dagelijks stuurt, Johannes

    Like

Plaats een reactie