Ooit hadden 2 broers van mijn vader een hotel/restaurant in Oud Loosdrecht.
Het ene hotel werd door een oom én tante gerund: De Vuntushoeve.
Het andere, aanvankelijk restaurant later motel, werd voornamelijk door mijn Tsjechische tante gerund. Mijn oom had (erbij) een loodgietersbedrijf dat schuin achter/naast het restaurant zat.
Het restaurant heette Nooit Gedacht.
Jaren heb ik daar niet meer aan gedacht, tot afgelopen week.
We waren in Warnsveld, tot 2005 een zelfstandige gemeente, nu onderdeel van de gemeente Zutphen, bij familie.
Ze wonen daar pas en ze lieten ons hun nieuwe omgeving daar zien.
We liepen een stukje en kwamen bij een molen, die Nooit Gedacht heette.
Mijn herinneringen gingen meteen weer terug naar het restaurant van mijn oom en tante. Kort maar, daarna was ik weer in het HIER en NU: een molen.
Er zijn 1200 molens in Nederland en als we er één “tegenkomen” die open is, gaan mijn lief en ik er altijd “even” naar binnen. Vaak worden ze gerund door vrijwilligers die enthousiast kunnen vertellen over “hun” molen. Ook deze keer was er een molenaarster (in opleiding) aanwezig, die ons graag meenam naar de omloop en ons dingen over deze stellingmolen vertelde en liet zien.
De molen heeft een gevlucht van 22,60 m en is voorzien van een aantal wiekverbeteringen uit de vorige eeuw.
Zo zijn twee wieken uitgerust met Ten Have kleppen en stroomlijnneuzen. De andere twee wieken hebben de traditionele wiekvorm met zeilen en zijn voorzien van fokken.
De molen bestaat uit 3 koppels maalstenen die regelmatig door de aanwezige vrijwillige molenaars worden gebruikt voor het malen van consumptiemeel of veevoeder.
De molen is in 1850 gebouwd en was oorspronkelijk om koren en eek*) te malen.
Later werd er een stoommachine geïnstalleerd.
In 1869 brandde de molen door blikseminslag af.
De molen wordt dan herbouwd, maar zal later nog twee maal door de blikseminslag geraakt worden.
In 1968 gaat de laatste beroepsmolenaar met pensioen en in 1973 komt de molen in bezit van de Vereniging Hollandsche Molen en sindsdien houden vrijwilligers de molen af en toe werkend/draaiend.
Er is meel te koop en we kopen oa. pannenkoekenmeel, dat, zo voorspelt de m.i.o.**) ons, zo lekker is dat je nooit meer ander meel voor pannenkoeken wil.
Ze vertelt ons ook dat molenaars door de wieken in een bepaalde stand te zetten boodschappen konden overbrengen; van heinde en ver konden de mensen immers de molen zien! (het hoogste punt in de omgeving, vandaar ook de blikseminslagen)
Zo konden de wieken onder andere in rouwstand worden gezet!
Nu gelukkig niet. Het waait en hij draait, leuk om te zien.
Een leuk bezoek, waar we “wat van meenamen”
*) eek (een echt puzzelwoord) is eikenschors en werd, gemalen, gebruikt als looistof.
**) Molenaarster in opleiding