
Als kind woonde ik in een oplopend straatje. Wij woonden bijna onderaan. Bijna bovenaan de straat (die overigens laan heet) woonde een bekende radioman; Johan Bodegraven. (de uitdrukking BN-er bestond toen nog niet)
Mijn moeder zei van hem “Johan Bodegraven kon zelfs je laatste dubbeltje uit je zak praten”
Dát sloeg op het feit dat deze radiopresentator geld binnenpraatte voor Goede Doelen.
Ter ere van het 50 jarig bestaan van de NCRV was er de actie Geven voor Leven, die Bodegraven in 1974 presenteerde. Aan het eind van de avond was er 65 miljoen (gulden) binnengehaald voor de bestrijding van kanker bij kinderen.
Dit laatste feitje heb ik net op internet gelezen.
Toen wij daar woonden wist ik alleen dat hij op de radio (NCRV) spelletjesprogramma’s presenteerde en dat zijn bijnaam de “aartsbedelaar van Nederland ” was.
Gisteren hadden we het over de uitdrukking: De hamvraag.
Waar komt die uitdrukking vandaan?Onze (oudere) bezoeker zei dat het uit een quiz van de radio kwam: Mastklimmen (uitgezonden 1953-1957) Daarin werden door Johan Bodegraven vragen gesteld en als er een vraag goed beantwoord was mocht iemand hoger in een mast klimmen.Boven in de mast hing een gerookte ham (een flinke prijs voor die dagen wist onze bezoeker) Als je de laatste vraag goed had mocht je de ham uit de mast pakken.
Onze bezoeker wist zelfs de zin, die Bodegraven aan het eind van het programma zei: “Want haalde u de ham niet uit de top, dan haalde u in elk geval uw kennis weer eens op!”
Hij wist nog iets over Johan Bodegraven; Bodegraven heeft het radioprogramma Beurzen Open, Dijken Dicht gepresenteerd, dat vanaf 7 februari tot 28 maart 1953 elke week werd uitgezonden om geld in te zamelen voor de slachtoffers van de watersnoodramp in Zeeland ( 1.2.1953)
Aan het eind van de uitzendingen werd er 6 miljoen gulden aan giften aan het Rampenfonds overhandigd. En dat in een tijd dat velen het zelf niet breed hadden.
Ik denk nu, met terugwerkende kracht, dat mijn moeder gelijk had met de uitspraak:
“Die man kon zelfs het laatste dubbeltje uit je zak praten”